let geheim van het kasteel. Vrijdag 2 April 1920. TWEEDE BLAD 7EDILLIT No. 12705. BINNENLAND. Het gebouw voor den Raad van Arbeid te Tiel. Op de vragen van het Tweede Kamerlid L. M. Hermans in zake den aankoop van een huis voor den Raad van Arbeid te Tiel heeft minis ter Aalberse zeer uitvoerig geantwoord. Hieronder volgt een samenvatting van dit antwoord Het is waar, dat te Tiel ten behoeve van den Raad van Arbeid een huis is gekocht, dat 40.000 kost. Het is waar, dat twee panden te koop waren, onderscheidenlijk voor 18.000 en 35.000. Het eerste pand, dat geschikt zou zijn geweest voor het gebouw van den Raad van Arbeid, was echter bewoond, terwijl redelijkerwijze kon worden ondersteld, dat de huurder nog geruimen tijd in het genot van de huur zou blijven ge handhaafd. Het tweede pand bleek, in verband met het ontbreken van de mogelijkheid van uit breiding ongeschikt. Het is niet waar, dat het gekochte huis totaal of nagenoeg ongeschikt is en geheel moet worden verbouwd. Uit den aard der zaak zul len aan een woonhuis, dat voor bureau wordt ingericht, verbouwingen moeten geschieden. Zoodanige verbouwing zou echter ook bij den aankoop van elk ander woonhuis noodza kelijk zijn geweest. Het door den Verzekeringsraad te Arnhem ingestelde onderzoek heeft, naar de overtuiging van den minister, geen handelingen of gedra gingen van den voorzitter van den Raad van Arbeid te Tiel aan het licht gebracht, ter zake waarvan dezen ambtenaar eenige blaam kan treffen. Er bestaat dan ook voor den minister geen aanleiding tot het nemen van eenigen maatregel in dit geval. He minister heeft echter gemeend aan den bedoelden voorzitter de aanmerking niet te mogen onthouden, dat het beter ware geweest, indien hij was blijven staan op het aanvanke lijk door hem ingenomen standpunt, dat de taxatie van de waarde van zijn pand zou zijn te geschieden door een of meer door het be stuur der Rijksverzekeringsbank aangewezen deskundigen. Aangezien echter de door dien voorzitter aangewezen deskundige, de heer Beutener, bekend staat als een achtenswaard en betrouwbaar persoon en het bestuur dei- Rijksverzekeringsbank volledig bevoegd was, desgewenscht een nieuwe taxatie door andere deskundigen te bevorderen, kan den heer Rink in deze uitsluitend het verwijt van onvoorzich tigheid treffen, waarbij echter de goede trouw van dien voorzitter volstrekt onaangetast blijft. Nederland en België als van dat met de mogend heden te Parijs plaats vinden. De Wielingenquaestie, een reeds uit de jaren na 1840 dateerende vraag aangaande de sou- vereiniteit van een deel van den Zuidelijken uitgang van de Schelde, is gebleven wat zij was Een beide partijen bevredigende oplossing dien aangaande is voorshands niet gevonden, zoodat men zich van weerszijden heeft beperkt tot het afleggen van een verklaring in de vergadering van de commissie van veertien, houdende een korte uiteenzetting van ieders standpunt te dien aanzien, waarvan de commissie akte heeft genomen. Nederland en Belgie. Naar aanleiding van de vele verwarde en tegenstrijdige berichten on trent den stand der Nederlandsch-Belgische onderhandelingen, die ons haast dagelijks uit den vreemde bereiken, verneemt het Correspondentiebureau van be voegde zijde het volgende Het verdrag betreffende de waterwegen en bijbehoorende onderwerpen is in gemeen over leg door de Nederlandsche en de Belgische delegatie vastgesteld. Met goedvinden der beide regeeringen is het vervolgens met een uit voerig toelichtend rapport aan de commissie van veertien te Parijs aangeboden, die er acte van heeft genomen. De commissie van veertien heeft zich voorts vereenigd met een ontwerp voor een collectief tractaat, dat tot strekking heeft de parmanente neutraliteit van België en de beperking van de Antwerpsche haven tot handelshaven op te beffen en de beide garantietractaten van 1839 in hun geheel af te schaffen. De commissie heeft thans nog over een ander te rapporteeren aan de ministers van buiten- landsche zaken van de zeven mogendheden, waaraan zij haar mandaat ontleenthet des betreffend rapport js in staat van wording. Nadat het zal zijn uitgebracht, zal de onder- teekening, zoowel van het tractaat tusschen 26 „Ma!" riep Edith in hevige opgewondenheid' Doch de stiefzuster ging vdort: „Ik heb mij' dikwijls het hoofd1 er pver gebroken wat je toch eigenlijk' tolt die handelwijze kjop 'bewegen ik kan slechts tot deze |e|epe'Conclusie! kótmenje tracht eens de ec-nige erfgename van: Sozv Dell te wórden." „Ida. Ida," riep liane- zuster nogmaals. „Ik mag en wil je zou niet hooien sprekenWiet toch in de wereld heeft je tott zulke vreeselijk0 gedachten gebracht?" „Je eigen handelwijze I" „Nopiit." „Gpied, hole kunt gijl het anders verklaren? „Ida. heb ik je niet steeds zusterlijk!© liefde bewezen Hoe kunt ge zioio'n slechtte! gedachten van mij hebben 0 ik ken je beminnelijkheid Slechts met 'moeite kion Edith hare tranen blei- dwingen, Het krenkende, omnechtvaardigei wfiiord VJn ieteln vriend treft immters pijnlijker dan dat -van een vijand, „kerklaar mie je gedrag. Edith en zeg dan, Nederland en Duitschlaud. Het Haagsche correspondentiebureau meldt De bekende leider der Duitsche mijnarbeiders de heer Otto Hue, die hier eenige dagen in het land heeft vertoefd ten einde met leidende per sonen op politiek en economisch gebied van ge dachten te wisselen over de leniging van den levensmiddelennood in het Ruhrgebied, heelt ons land verlaten. Uit zijn talrijke besprekin gen heeft Hue den indruk bekomen dat Neder land het Ruhrgebied in ruime mate onmiddel lijk zal helpen indien de grondwettelijke toe stand aldaar is hersteld. Hij wees er echter op dat er door misdadig optreden der Spartacisten die verschillende spoorwegen en bruggen heb- ven vernield groote transportmoeilijkheden ten aanzien van het vervoer van de levensmiddelen moeten worden overwonnen. Op het oogenblik onderhandelt de heer Hue met de Duitsche Rijksregeering over hetgeen hier is geschied om dan onmiddellijk in het Ruhrgebied terug te keeren ten einde aldaar de leiding der mijnarbeiders weder in handen te nemen. De heer Hue heeft een uitstekenden indruk ontvangen van de heeren die hem te woord hebben gestaan. Hij sprak het voornemen uit om, nadat de rust in het mijngebied zal zijn hersteld, opnieuw in Holland te komen ten einde met vooraanstaande personen hier te lande over gewichtige economische vraagstuk ken van gedachte te wisselen. De Ned. gezant te Stockholm. Blijkens ontvangen ambtelijk bericht heeft Baron mr. Sweerts de Landas Wyborgh, Ne- derlandsch gezant te Stockholm, aan den Presi dent der Finsche Republiek zijn geloofsbrieven als gezant van Nederland ook hij deze republiek overhandigd. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoeken wij1 U plaatsing v'an hei yol- Het conflict ontstaan pp> de glasfabriek „UTO" Ihier, noodzaakt pms eenige plaatsruimte in Uw geacht blad te vragen om deze zaak ©enigszins recht te zetten, waaitmcde dan tevens een be'-ld wordt gegeven "van de psygclog-ie dier werklie den, hetgeen op zich zelf reeds zij'n nut kan heb ben. Ter inleiding dieue, dat tusschen. de wieifc- gcviers- en werknemersoirganisatiteis in de- glasin dustrie een collectief contract is afgesloten, waar in ondermeer de toioptarievten zijn vastgelegd. Van deze tarieven mag door partijen niet wioirdjein af geweken en voor het gevla.1 dat ycpr bepaaiJe snp-rten flieisschen geen, tariev|em zijn vastgesteld, of in geval van twijfel in de toepassing dezer tariev|ep, is een bedrijfsraad samlengeisteld uit ktdjep van partijen, aan de uitspraak waarvlan partijen zich hebben te onderwerpen. Ter illustóeering der toornen die alndltir deze door .onze glasbieiwerkers worden verdiielnd, die- ne, dat aan de, wifovens onzer glasfabriek djOpr de wiarklieden, die maar ©enigszins hun ambacht orsaan, gamiddetld per weTkstejei wordt vterdieind1 tl. 130— lot fl. 160.en meer en aan den hatfwitoven 11. 110.— tot fl. 140.— pier werk week van 45l/2 mir. Deze verdiensten moeiten worden verdee'd tus schen twee man en één jongen van 16 tot 20 jaar. Voor zoover bekend, wordt er aan geen en kele andere glasfabriek zulk ©en lopm verdiend, hetgeen, dunkt on«, dan txh wet pleit V|Oor de goedje inrichting**- onzer fabriek1. Nu deed zich in onze fabriek het geval vlotor dat een zes lal glasblazers in de witglasfabricalge, betzij doior dat zij hun ambacht niett verstom den, hetzij om andere redepein, slechts de helft produceerden van het aantal flesschen, diei an der® werklieden, opder prlccies diezelfde Omstan digheden en in precies den zelfden werktijd vóór helen in onze fabriek steeds haddlein geproduceerd. Dit 6-tal vond nu uit dat het tarief vjcor een bepaald soort ftesschen te laag' was. Produceer den zij slechts wat hunne voorgangers steeds gewend waren te producecidn, dan zouden opk zij de bovlenaangehaalde weeklAometn hebben ver diend. He;t tarief en de inrichting was dus wel goed, maar de werkman niet. DocII al was nu dat tarief niet gloed, dan hadden noch wij, noch dat zestal de bevoegd heid dat tarief op eigenhoutje te vterandeien. Al ben de bedrijf scpm'missic hééft die bevoegdheid. Ofschoon met die cijfers in de hand kan w,orden aangetoond dat een normaal vakman met deze tarievjen een flink weekgeld kon verdienen, Wen den wij direct bereid gevonden deze tariefkwes tie tie stellen in handen van de bjedrijfsoomlraissie, wel:k|e commissie, een nieuw tarief vasiStelde, geldend voor do Sehiedamsche witglasfahriektem. Doch nauwlijks was dit nieuw vastgestelde ta rief bekend gemaakt, of datzelfde zestal dieelde onzen bedrijfsleider mede, dat indien zij mei van- aff 1 Februari ieien vast minimum weekloon kre gen van fl. 100.zij hun ontslag zouden ne men. Gezien ons collectief aontract mochten wjj op dezen loqneisch niet ingaan, zoodat wij1 het ontslag accepteerden en het zestal naar de an dere witglasfabriek te Schiedam! toog. Telkenend echter is wel het feit dat hetzelfde 0-tal in de fabriek waar z'ji terecht kwamen, hetzelfde uit haalde als bij ons, echter in nog sterker mate. zij gingen daar in „staking" en pleegden daardoor contractbreuk, evengoed als de kweSfRuse werk gever die de eischen van dit 6-tal inwilligd-i en daarmede zich' de bevoegdheden van de be- drijfscomimissie toeeigende. Was die fabriek (ook al zojO' siecht ingericht Tot hiertioje ging alles echter bij ons v.olkomlen „en règl|e." Eenigen van dit zestal deelden echter tij' hun vertrek mede, dat zij' zouden zorgpa, dat hunnjej plaatsen niet dpior anderen zouden worden inge nomen, nota heme, plaatsen die zij volkomen vrij willig hadden vjerlaten' Aangezien wij de ledige plaatsen moesten aan vullen, namaten wij nieuwe werkliedtem aan en weiden deze uit Nieuw-Buinen ten Maastricht ge- engageerd die uit Nieuw-Buinen schriftelijk, die uil. Maastricht door een bezoek van één onzer ondergeschikten, die in Maastricht goed bekérd was. Vanaf dit moment begon in onze fabriek een toestand te heerschen die langzamerhand in ter rorisme overging. De arbeiders namelijk die wi uit Nieuw-Buinen hadden laten komen werden bedreigd te zullen worden dood geslagen indien zij aan het' wiedt gingen en zijn tenslotte dus danig bewerkt, dat zjj naar Nieuw-Buinen terug gingen. De persoon dien wij naar Maastricht hadden wat ik van je dfenken moet." Diep gekrenkt schreed Edith zieier opgewon den door die kamer pp en neer fiö bfeef einde lijk vopir 'dei jongere zuster staan. „Ida, gij verdient het. niet, dat ik je etep ver klaring giejef," zeide ze; want ge hebt mijne zus terlijke liefde miet zop m'atelioiO'Z|ej ruwheid en kwaadwilligheid beantwoord, dat ik je slechts met stolmmie verachting moest straffen. Doch uit medelijden met je, uit hoogachting voor onzen dierbaren vader en wijl het ediell is, wil ik nog een laatste woord tot je spreken ten trachten, mij van ,die hatelijke vterdenking l© ontdoien, wel ke mij in jou gogten 2oo vreeselijk scbijint to vternederen." Ida wierp ©en schuwen, bijna angstigen. blik Op haar tniornig© zuster, die vervolgde „Gij houdt het wellicht zelfs victor onmogelijk, als ik je z|eg, dat ik de laatste maand er slechts eenmaal toe ben gekomen m|e|t mijn vader te spreken. Ge weet ©cht|e!r, dat hij mtet niemand mag omgaan dan met den heer Blunt, ik heb der halve hoie zwaar het mij1 ook valt be sloten, slechts dan ^of hem' te gaan, als hij mij laat noopten. Gij1 weel zelf, hide zeilden dit ge- gtezo-nden op* arbeiders te engage:-ren werd bij zijn terugkomst -d|0pr een gedieeltjei onzer arbei ders uitgescholden en getreiterd, tem slotte dioor een bestuurslid der afdeeling Schiedam niet een tiental helpers mishandeld. Als excuus voor de ze laflte 3aad werd ons aangevoerd, dat dat bestuurslid beschonken was, doch het illustreert voldoend© de mjoraliteit van de opposanten. Ooi de in Maastricht geiengageeTde werklieden kwamen niet wegens dreigem|einten. Toen het |0®8 duidelijk wieird dat mep van arbeiderszijde nucisd- willig belette onzen wit oven volledig bezet te krijgen ien de bedrijfsresultaten van een onvol ledig bezetten oven, grpiot verlies geven, waren wij wel genoodzaakt dien wit.oven te dooven en alle arbeiders, die aan het bedrijf van dien wit te ven betrokken waiten te ontslaan, hetgeen met inachtneming van dien opzeggingstermijn is ge schied. Intusschen bleek ons dat aan den halfwitoivien actie werd gevoeld, wat zeer storend jop' een regelmatig bedrijf werkte. Er Werd mioodwillig verzuimd ©r wTerd slecht gewerkt, wiednig: gepro duceerd, factoren die ions noodzaakten ook de zen ov'etn te dojovten. Op deze dies betreffende klachten aan het hoofdbestuur der werknemers- veijeieniglng, om1 hieraan een lefnde te maken, werd ontwijkend geantwoord en toen wij ten slotte aan gieinoemd hoofdbestuur mededeelden dat om niet de goeden met de kwaden mede te doen lijden bereid waren dien halfwifcovftp in bedrijl tie houden, mits men cms r^e verzekering gaf, dat het moedwillig verzuim en lijdelijk ver zet zoude ophouden, werd ons schrijven niet deins beantwoprd. Ook een dergelijk voorstel aan de arbeiders persoonlijk giedaan, werd! onbeant woord gelaten. Men wilde blijkbaar agitatie, of althans een zeiler gedeelte der arbeiders wilde. Deer eien en ander zijn dus circa 200 werk lieden ontslagen ml reten worden ep nu schijnt men zijU wraak t© moeten koelen op dien Maastricht- sc'hen man! Waarom is ons n;og niet duidelijk. Im'mers de men heeft piart noch dieted aan het onvolledig beizet zijn der ovens en aan diep on wil van een gedeelte der glasmakers om1 te wer ken, terwijl er van „staking" geen sprake is l Ziedaar de feiten, welkte wij evenals de dboto ons gfepotemde cijfers bereid zijn door bon ai idle intc-nessanten te laten contnoiietetren. Intusschen werken wij nog met een wifovlep vcutler en konden wij daarop n,og enkele glas makers plaatsten, die 'mlomentteel werkeloos zijn. Wij wendden ons daartoe tot de arbeidsbeurs, doch tot- onze verbazing vernamen wjj dat de arbeidiers Verkozen van het „steuncomité" t.a trekken in plaats van door „arbeid" ia hun le vens onderhand te voorzien, omdat hun hoofd- bestuur hun had btevolen dat zij niet meer wer ken mpchtep. Is het nu niet ergerlijk dat deze mjepschera, die hoog© weekloonen kunnen vle'rdiiensn, een voudig maar niet willen of mogen en dat de Nederlandsche Staatsburgers maar hunne bdas- tingpenningiep moeten opbrengen om dj© kas van het steuncomité te stijven voor uitkoeringén aan dergelijke werkeloozen U ziet dus Mijnbeer de Redacteur, dat aII.ten waar is, dat men een werkman, die begrijpt, dat de nood dier naties alleen door Wierton kan opgeheven worden, mlolestielert, en zelfs met d©p dood bcdneig't en mten dwangmiddelen gebruikt, ogb hen, die willen werken er van af fe houden en dat diegenen, die w©rk|ep kunpen, maar niet widen, maar weer door ions, werkende burgers, moeten wiorden onderhouden. li dankend vto)or die vterleemd© plaatsruinvtie, Hoogachtend, Glasfabriek „UTO." de groiote wereld buiten hehï niemand, die in mijn Ipt deelt." Hier hield Edith even op. Ida Verhief haar blik beschroomd naar boMten, keek evtePwei plot seling wteer naar den giond, want zij zag de. opgen harpr zuster weemjoledig op haar geves tigd, terwijl zij Verder sprak: „Ja, ik Verlang er naar, in zijpe nabijheid te zijn, ook dan als hij ztelf niet vermoedt, dat ik er ben. Ik sluip zelfs nu en dan naar de oude bibliotheek, sta, zonder dat hij het wec-it, aan vader's beid en luister naar zlijne adePilhal- lingi. Ach, Ida, als ik zop stil en opgiemerkl in zijne nabijheid ben, overvalt mi; dikwijls een groot verlang|en pml mijne amen om zijp hals te slaan etn hem te verzpiekieP miij zijp vertrou wen te schenken en mij te zeggen, welk e<m ge heimzinnig poodtot hePi van ons terughoudt en zijne liefde en zijn dagtelijkschen omgang palropft. Doch gij wilt mij wel g|elo|Ovten, dat ik zulk ver langen nieit in dadep omzet ep niet m(ef vader spreek, ,a,ls ,hij niet uitdrukkelijk daartoe zijln, wensch te kennen geeft; ieln dat geschiedt thans' s,.ee!ds zeldzamter. Des te vaklcr vteriang' ik hem heimelijk te zien. Toien gl© mij' ditep namiddag schiedt, want gle hebt mij' tpch bijna immer ver- ontmaeltot, kwam ik weer terug'van zulk e|ep gezeild, als ik hem1 een btezpielk bracht. Ik spreek hezeèk aan de opde hibliqtheiek1. Ik wist niiet niet méér miet hem dan gij ook; maar ik heb dat vader naar jou gevraagd had1, anders zpu hem innig lief en kan het niet verdragen, hem ik er niet heengegaan zijln." ziojqi zeldiep te mogen zien. Ik hgb imiuqrs in „Dan hadt ge dus toch wiel reden, mijne icnt- mteeting te schuwen!" „Niet in diie beteektenis als gij meent. Ik kan het nu eenmaal niet verdragen, mijn lilef- de op de een of andere wijze zien bespotten, zelfs niet de liefde tot mijn vader. Ik zeg je dit alleen, pmdat gle mijn zuster en ook zijn dochter zijit, evenals ik. Ida, kent gte dat gtevlial» 'twelk ons alles verdragen, alles dulden laat, terwijl© van den persoon, dien wij' liefhebben Als gij dat begrijpt 'en voelt, dan weet gij1 pok, welke liefde ik voptr mijn diedbiaxen vadet koes ter. F, n zop het m'ij met die liefde Stoor htein in mijn hart mogelijk zijn diegenen haten, die hem dierbaar zijn? Moest ik hen niet allejen ter wille van hom! liefhebben? Ja, ik heb jei lief, Ida, ik bemin je trouw en oprecht. Er was een tijd, dat oidk gij trptsch waart op de toiegene- genhteid vian je Edith; maar nu Zij kop den zin niet 'Voleindende traiaeP verstikten hare stem en dep siddering1 doirliep haar totere gestalte. Ma's wrok was verdwenen. Met bewonderende blikken keek zij1 naar hare terzijde staande zuster, die mtet afgjclwend gelaat vroeg' „Wannear heeft vader dep laatsten keer naar je gteviaagd, Ida? „Gisteren1" „En wannelelr den voiorlaatsten keer?" „Votor vier dagen." Wordi vervolgd vliuitéu venunwuoidelijkbein oer Redactie). t)it&T Van ingezonden stukken ook al worden ze niet geplaatst wordt de kopy niet teruggegeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 5