Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Ms-Ongevallenverzebering P4 Jaareaui' Zaterdag 17 April 1920. Mo. 12717. r„"i° zsr"™wd Handel in Bouwstoffen, Leverini uit voorraad en fabriek m n ÏÏt aldM J"" landTEÏÏ Lange Haven 85 - Kantoor Westvest 70. Telefoon 522 Bnieau i Koemarkt 4. Telef, 85^ na kantoortijd no. 148. Poatbns i 38. Abonmmintia par 3 maanden 2.—, per waak IB cant, franco p. poat 2.50 p. kwartaal. Afzonderlijke nummer» 2 aant. dvartantlSni 18 rtgali 1.50 j alka raga! daarboven 10 «ant, 3 maal plaatien wordt 2 maal barakand. Ingezonden mcdedeelingen 60 ct. p. regal. Speciale conditiën voer herhaaldelijk advertearen. Tarieven worden op aanvraga toegezonden. laeaeiearhoetRn worden barakcad. verlies bij verlies van wijsvinger; levenslange verlies van geheele een hand, een duim; invaliditeit; voet of oog; P^wiidtMlng wordt gewaarborgd door de Hollmdscho Algemeens Verzekeringsbank te Schiedam. BINNENLAND, De knninlijke familie. De Koninklijke familie wordt in het begin van Mei op Het Loo verwacht. Militair vervoer over de spoorwegen. Aan de stationschefs is opgedragen om bij plotseling vereischt vervoer b.v. tot het ver benen van militairen bijstand het aan de stations aanwezige materiaal dadelijk beschik baar te stellen, zoo noodig het ontbrekende per telegram aan te vragen en maatregelen te nemen, om het vervoer zoo spoedig mogelijk ten uitvoer te brengen. Uitvoer diverse artikelen. De Minister van Landbouw heeft besloten met ingang van 19 April tot nadere aankon- diging dispensatie te verleenen van het uit voerverbod van vleesch- en slachtafvallen van nuchtere kalveren van het mannelijk geslacht. Mijnwerkersbonden. Men meldt uit Heerlen Op M dezer werd ten bureele van den Alg. Ned. 'i.jnwerkcrsbond een vergadering gehouden van de dagelijksche besturen van de Alg. Ned.-, Neutrale-, Prot. Cristelijke- en Federatieve Mijnwerkers honden. Vastgesteld werd dat het afgesloten contract tusschen de mijndirecties en den Christelijken "nil geen bevrediging lieeft gebracht onder e mijnwerkers. Evenmin kan het contract als en geldend contract worden beschouwd, daar s lts een zeer klein gedeelte van de mijn- unkeis in dén ChrittnlijKèn Rond georgani seerd is. Algemeen was men van meening, dat dit contract zoo spoedig mogelijk huiten werking moet vvorden gesteld. In verband hiermede zijn besprekingen geopend welke nog geen bindend karakter hebben, over den grondslag van een eventueele samenwerking Omtrent de hoofd- De suikerprijs. De minister van Landbouw maakt bekend m aansluiting aan zijne kennisgeving van 19 aart, 1920, dat voor de 4 perioden van het 3de tijdvak der Rijksssuikerkaart aanvangende 19 April 1920 en alzoo eindigende 17 Mei daaraan volgend, voor suiker eerste hand de thans gel Jende prijsvan /94 per 100 Kg. gehandhaafd I terwijl bij levering van minstens 100 Klg de grossiers wederom 95,25 en bij levering van kleinere hoeveelheden 95.75 per 100 K.g in rekening mogen brengen. Ook de waarde van 400 bons voor bovenbe doelde 4 perioden blijft dezelfde, nl ƒ39 75 Do inlevering der bons over deze perioden (bons 29, 30, 31 en 32) aan het Rijkskantoor voor Smker kan geschieden tot uiterlijk Maan dag 14 Juni 1920. (St.-Ct.) De gezant van Tsjeeho-Slovakije in Nederland. Weldra zal als gezant van Tsjeeho-Slovakije bij het Nederlandsche Hof optreden de heer 'rokop Maxa. I >eze is oud-hoogleeraar aan de Handels-Hoo- geschool te Praag en thans afgevaardigde dei- Nationale Vergadering. In verband hiermecfe zal de tijdelijke zaak gelastigde van dezen Staat te 's-Gravenhage, 't>e eer M. Plesinger-Bozinow eerstdaags de Residentie verlaten. ■h slrijding van revolutionaire woelingen. v OIIle" 's eeii wetsontwerp inzake nadere naire woeni?ngent0t bestrijdinS van revolutio- in de ')eb°°gb, de minister van justitie vooïierdn^tr VanAchting, bevat geen van omwlfol aanzie,n van het, voorbereiden aannemt ldet den vorm aannemt van samenspanning tot het misdrijf omschreven in artikel 94 van het Wetboek van is toèX" 6 Vr,r ;";"n"=: revolutie den jonJsi m 0ntkend jongsten strijd voldoende gebleken. is, dat zoTf allcree!'st' do aandacht verdient, den aanslï 6 ,voorbereidmg van een bepaal de. grondw °ndernomen met het oogmerk om van troonl ,ge" regeenrl88Vorm of de orde nopvolgmg te vernietigen of on on- rfT t0 vetenderen, hie, te 1,Jen e a gemeen niet strafbaar is gesteld. Dit is als een leemte in de Strafwet te beschouwen.De voorbereiding van een concreten voorgenomen aanslag als hierboven bedoeld, is naar het oor deel van den minister evenzeer als misdrijf aan te merken als de bij artikel 96 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde samenspanning, welke niet anders is dan een bijzonderen vorm van voorbereiding. Voorgesteld wordt derhalve om voormelde leemte weg te nemen door bedoeld artikel 96 te lezen als volgt „De voorbereiding of de samenspanning tot een der in de artikelen 9295 omschreven mis drijven wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren." Ook het Wetboek van Strafrecht stelt, wel voorbereidingshandelingen tot bepaalde ern stige misdrijven strafbaar. In onmiddellijk verband met voorgestelde wijziging voor art. 96 staat het voorstel om ar tikel 79 te verduidelijken. Dat artikel verklaart, dat aanslag bestaat, zoodra een strafbare poging tot het voorgeno men feit aanwezig is. Nu sluit het oordeel des Ministers het begrip aanslag van nature het vol tooide feit in en slechts waar het Wetboek van Strafrecht daartoe dringt, als in de artikelen 108, eerste lid, en 115, eerste lid, wat betreft den aanslag op het leven van de daarin genoemde personen, heeft men, met het oog op het tweede lid van dit artikelen^ het recht dat begrip tot de poging te beperken. Het voorgenomen feit is derhalve z.i. bij aanslag steeds strafbaar. Nu dit door sommigen, zij het dan ook naar het oordeel dés Ministers, ten onrechte wordt ont kend, als een gevolg waarvan dan b.v. ten aan zien van art. 94 van het Wetboek van Straf recht strafbare poging tot het voorgenomen feit onbestrafbaar zou zijn, komt het gewenscht voor in arl. 79 het woord strafbaar te schrappen en dit artikel voorts aan te vullen zoo dat het komt te luiden „Aanslag bestaat, zoodra eenc poging tot het voorgenomen feit aanwezig is en het voornemen des daders zich door etui begin van uitvoering heeft geopenbaard". Wat nu verder de gevaren van het voorbe reiden, niet van een concreten voorgenomen omwenteling, doch van revolutie in het alge- ,meen van omwenteling, doch van revolutie in het algemeen, van omwenteling betreft, be gint de minister met op te merken, dat in een democratie als de onze, waarin alle sociale en politieke hervormingen, waarvoor in liet volk een meerderheid wordt gevonden, langs wettigen weg, kunnen worden tot stand gebracht, die gevaren nog betrekkelijk het minst groot zijn. Immers, hier beteekent het streven naar revo lutie niet anders dan een streven van de min derheid om aan de meerderheid haar wil op te leggen. Mag uit dien hoofde worden verwacht, dat in een democratie de sterktèverhougind tusschen revolutionair streven en den daardoor gewekten tegenstand niet noodzakelijk veront rustend behoeft te zijn, zoo moet daarbij toch een voorbehoud worden gemaakt voor het' ge val, dat de democratie niet aan zich zelf wordt overgelaten. Wanneer, gelijk thans hier te lande liet geval is, buitenlandsche invloeden zich doen gelden, welke strekken om aan de revolutionnaire propagande niet onbelangrijken steun te verleenen, dan wordt het tijd, dat de wetgever ingrijp-», niel om propaganda voor ideeën te verbieden, doch vooral te groote ver storingen van de natuurlijke sterkteverhouding tusschen aan revolutie bevorderlijke en daaraan vijandige krachten in hef eigen staatsorganisme tegen te gaan. Met buitenlandsche hulp kan zelfs een zeer kleine, naar revolutie strevende minderheid voor de veiligheid van den staat gevaarlijk worden geacht. Bij de totstandkoming van het Wet boek van Strafrecht is hiermede geen rekening gehouden. Wel heeft art. 97 van dat Wetboek dengene, die met een buitenlandsche mogend heid in verstandhouding treedt met het oogmerk om haar tot het piegen van vijandelijkheden of tot het voeren van oorlog tegen den staat te be wegen, enz., doch voor het geval van verstand houding met het buitenland met het oogmerk om dit tot het verschaffen van steun van het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van van omwenteling binnen het rijk in Europa te bewegen, enz., zijn voorzieningen niet getroffen evenmin als tot het tegen gaan van handelin gen, welke strekken of kunnen strekken om van het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van omwenteling binnen het rijk in Europa vanwege het buitenland stoffel ij ken steun te verschaffen. Dat ook in dit opzicht de strafwet van Kalk, Cement, Zand, Grint, Steen Pannen, Buizen, Tegels en verdere Bouwmaterialen. 15384 16 een leemte vertoont, acht de minister voor be twisting moeilijk vatbaar. Mitsdien schijnen voldoende termen aanwe zig om tot bestrijding van revolutionnaire woe lingen nadere wettelijke voorzieningen te trei- fen. Voorgesteld wordt daarom de inlassching van een nieuw artikel 97 a luidende als volgt „Met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren wordt gestraft lo. hij die met een in het buitenland ge vestigd persoon of lichaam in verstandhouding treedt, met het oogmerk, om een zoodanig per soon of lichaam tot hot, verschaffen van steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweeg brengen van omwenteling binnen het rijk in Europa te bewegen, om de zoodanig persoon of lichaam in het daartoe opgevatte voornemen te versterken, of aan een zoodanig persoon of ijchaam daarbij hulp toe te zeggen of te verlee nen, Of, c»m omwenteling luimen liet rijk in Europa voor te bereiden, te bevorderen of te weeg te brengen 2o. bij die eenig voorwerp invoert waarvan hij weet dat het bestemd is of ernstige reden heeft om te vermoeden dat het bestemd kan zijn tot het verschaffen van stoffelijken steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweeg brengen van omwenteling binnen het rijk in Europa 3o. hij die eenig voorwerp onder zich heeft of tot onderwerp eener overeenkomst maakt, indien hij weet, dat het bestemd is of ernstige reden heeft om te vermoeden dat het bestemd had moeten zijn tot het verschaffen van stof felijken steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van omwenteling binnen het rijk in Europa en dat het of eenig voorwerp, waarvoor het in de eerste plaats is gestreden, hetzij met. die bestemming is ingevoerd, hetzij door of vanwege en in het buitenland gevestigd persoon of lichaam daartoe is bestemd. De voorwerpen, waarmede of met betrekking tot welke de onder 26.3o. omschreven mis drijven zijn begaan, kunnen worden verbeurd verklaard." Onder „buitenland" zijn de koloniën of be zittingen van het rijk in andere Werelddeelen niet begrepen. Onder omwenteling is te verstaan het op on wettige wijze vernietigen of veranderen van de grondwettelijke organisatie van staat of maat- schappij. Bij no. 2 wordt natuurlijk aanstonds gedacht aan den invoer van voorwerpen als groote gelds waarden, diamanten, enz., door propagandisten van revolutie, en waarvan onder omstandighe den de importeur althans ernstige reden heeft om te vermoeden, dat zij bestemd kunnen zijn tot het verschaffen van stoffelijken steun aan revolutionaire propaganda of zij dit in werke lijkheid zijn, is, naar de gekozen redactie, on verschillig. Men kan ernstige reden hebben om iets te vermoeden, ook al mocht dat vermoeden achteraf niet worden bevestigd of zelfs onjuist blijken. Het bewijs van het „ernstige reden heeft om te vermoeden" kan bijv. door aanwijzingen, als herkomst, waarde en adres der gelden of geldswaardige voorwerpen, worden bewezen. Uiteraard is het voorwerp „bestemd. tot het verschaffen van stoffelijken steun" aan revo lutionaire propaganda, niet alleen wanneer het aanstonds, doch mede wanneer het eerst na verzilvering bestemd is om aan die propaganda ten goede te komen. Lij de lezing van de nummers 2o. en 3o. ge lieve men te bedenken, dat het aan het revolu tionaire verkeer is onttrokken, b.v. door ver koop of inbeslagneming, niet langer weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat liet bestemd is of kan zijn tót het verschaffen van stoffelijken steun aan revolutionaire propa ganda. Terlies tui eiken ande ren Tinger; De bestemming van het voorwerp blijft m.a.w. niet steeds aan het voorwerp kleven. De juwelier h.v., die te goeder trouw een dia mant gekocht heeft en eerst daarna verneemt, dat die is ingfevoerd met de bestemming tot het verschaffen van stoffelijken steun aan revolu tionaire propaganda, kan niet' vallen in de ter men van no. 3. Immers, de diamant heeft in handen van den juwelier zijn bestemming ver loren. De mogelijkheid van verbeurdverklaring van eenig voorwerp, waarvan de dader weet of ern stige reden heeft om te vermoeden, dat het de meergenoemde bestemming heeft of kan hebben dient te bestaan en is voorgesteld. De eiseh, dat het^voorwerp den schuldige, h.v. den impor teur, toebehoort, mag hier niet worden voorge steld, wijl het ook in handen van een ander dan den eigenaar de meergemelde bestemming kan hebben. Is de bestemming niet door den eige naar van het voorwerp gegeven, dan kan en zal zoo noodig de rechter verbeurdverklaring van afzien, en, met toepassing van art. 219 van het Wetboek van strafvordering, de teruggave aan de eigenaar of rechthebbende gelasten. Met artikel 4 van het wetsontwerp hangt on middellijk samen artikel I, strekkende om ook de verstandhouding, welke niet in het binnen- lans geschiedt, te kunnen achterhalen. Met betrekking tot de artikelen 5 en 6 van het wetsontwerp worde opgemerkt, dat zij strekken om in aritkelen 131 en 132 van het Wetboek van Strafrecht de wijzigingen aan te brengen, welke reeds door de voormalige mi nisters van justitie mrs. Cort van der Linden en Loeff, blijkens de onder hun ministerschap in gediende wetsontwerpen tot wijziging en aan vulling van het Wetboek van Strafrecht, noo dig werden geoordeeld. De ervaring heeft ge leerd, dat tot bescherming van de orde in de samenleving het begrip van opruiing te beperkt is. Niet alleen de opruiing tot eenig strafbaar feit, maar ook die tot ongehoorzaamheid, hetzij aan een wettelijk voorschrift, hetzij aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voor schrift, gedaan, of tot gewelddadig optreden te gen de openbare orde, zijn als misdrijven tegen de openbare orde aan te merken en dienen als zoodanig te worden strafbaar gesteld. Nederl. Gist- en Spiritusfabriek. Aan het jaarverslag over 1919 ontleenen wij Het afgeloopen jaar heeft zich gekenmerkt door een geleidelijken overgang van wat men zou kunnen noemen het oorlogsbedrijf tot meer normale toestanden. Zoo ontwikkelde zich in de laatste maanden weder een kleine export van ons hoofdproduct gist naar Engeland en konden wij in België voor een góed deel onze oude plaats in de bakkerij-wereld hernemen. Toch heerschten zoowel in Nederland als in België in menig opzicht nog uitzonderingstoe standen. /.oo hebben de groote fluctuaties, die de noteeringen der spiritusprijzen op de Hol- landsche markt ondergingen en die zich in het algemeen in een dalende richting bewogen, niet dien invloed op onze exploitatie-Uitkomsten gehad, die men zou verwachten, omdat het grootste gedeelte onzer grondstoffen bestond uit melasse, welke zooals gebruikelijk betaald werd op basis der gemaakte spiritusprijzen. Deze regeling verklaart ook, dat niettegenstaan de de Zooveel hoogere prijzen van andere grond stoffen en de sterk gestegen productiekosten, de betrekkelijk zeer lage gistprijzen onveran derd konden gehandhaafd blijven. Teneinde alle misverstand te voorkomen, willen wij er op wijzen, dat met het einde van het jaar 1919 aan dezen toestand een einde is gekomen. Wij gebruiken thans normale grondstoffen, waarhij de melasse slechts een ondergeschikte rol ver vult en waardoor dus de bovengenoemde 'be schouwingen thans niet meer van toepassing zijn. Inderdaad heeft dan ook in het loopende jaar de voortgegane daling der spiritusprijzen een verhooging der gistprijzen ten gevolge gehad, waarbij evenwel in het oog is'te houden, dat de kwaliteit der gist door het gebruik van betere grondstoffen ook weder op het vóóroorlogspeil is teruggekeerd. In België werden de grondstoffen ons door de Regeering verstrekt, die daartegenover ook de prijzen onzer producten bepaalde. Deze maat regelen werden door de Belgische Regeering genomen, met het oog op de in velerlei opzicht gestoorde productieverhoudingen, die een Ge volg warén van den oorlog. De verkregen uitkomsten zijn alleszins be vredigend te noemen. De exploitatie-winst be droeg ƒ3.236.683, welke, vermeerderd met het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 1