TIM CTQLE, Handel In Bouwstoffen, LeverinE git voorraad en fabriel De verloofde van den graaf. Zaterdag 12 Juni 1920. TWEEDE BLAD Lange Haven 85 - Kantoor Westvest 70. Telefoon 522 rSUILLlTOM, Gemengd Nieuws. No. 12762. De kosten van den oorlog. In een redevoering van het Instituut van bankiers over de werkelijke kosten van den oorlog heeft Edgar Craraond, een voornaam financieel deskundige, volgens een bericht uit Londen gezegd, dat de geweldige economische beroeringen van de laat ste vijf jaar een groot aantal averechtsche voor stellingen hadden gewekt. De nominale oorlogsschuld van een oorlog voerenden staat vormde niet noodzakelijk het grootste deel van de werkelijke kosten van den oorlog, omdat, in zoover de schuld in het binnen land is aangegaan, zij enkel eén verplaatsing van het kapitaal van de eene groep van inwo ners naar een andere beteekende. De voornaam ste passiva van het Vereenigde Koninkrijk ten gevolge van den oorlog zijn, le de gekapitali seerde waarde van oorlogspensioenen, zijnde 1300 millioen pd. st.2e het geld dat de En- gelsche regeering aan het buitenland geleend heeft namelijk 1300 millioen 3e, de verkoop van Britsch bezit in vreemde ondernemingen, 1000 millioen 4e het verlies aan scheepsruimte met ladingen en verliezen ten gevolge van het staken van werkzaamheden aan spoorwegen, havens, machines, fabrieken, huizen, gebouwen, 1600 millioen. Totaal 5200 millioen. Hiertegen over kunnen als activa gesteld wordenle, de oprichting en uitrusting van nieuwe fabrie ken en moderniseering van oude met nieuwe machines 2e belegging van kapitaal in het buitenland in den vorn van leeningen aan de geallieerden en dominions en 3e de waarde van de activa die men reeds van Duitschland ont vangen heeft en de waarde van het gebied, dat men krachtens het vredestractaat overge nomen heeft. Hij schatte de waarde van deze activa op 2000 millioen, zoodat er een zuiver verlies van 32003500 millioen pond sterling over blijft. DewanordeinMexico. Blasco Hanez, de bekende Spaansche romanschrijver geeft in de „New-York Times" van Zaterdag 'n artikel over den toestand in Mexico, waar hij na lang durig verblijf zoo pas van teruggekeerd is Blasco Hanez is zeer streng in zijn oordeel over de Maxicanen hij meent dat dit volk onteerd is, doordat het eenige militairisten heeft Woege- staan als heer en meester in het land te heer- schen. De Mexicaansche militaristen, zoo beweert hij, kiezen een republikeinschen keizer (den président) onder voorbehoud dat zij hem steeds kunnen vermoorden, wanneer hij hen niet meer genoeg laat medegenieten van de staatinkomsten. Iedere Mexicaan is tegenwoordig generaal en men is waarachtig verwonderd wanneer men nog in aanraking komt met iemand, die slechts kolonel isiedereen, ministers, journalisten, senatoren enz. dragen er ook een borstharnas en een revolver. En wat een wonderbaarlijke revolvers vindt men daar al nietEr zijn er om met ontplofbare kogels te schieten, andere waar men een geweer van kan maken zelfs zijn er die bij 't afschieten een stukje muziek laten hooren of Papa en Mama zeggen Verder vertelt Hanez dan nog hoe de Mexi caansche benden evengoed uit vrouwen als uit mannen samengesteld zijn. Elke soldaat heeft zijn vrouw bij zich, die overigens zelf ook het geweer hanteert en dikwijls groote diensten bewijst bij de gevechten. Wanneer een soldaat sterft dan vermaakt hij dikwijls zijn vrouw aan een zijner kameraden liefde speelt dan ook geen rol onder die Mexicaansche vechters, de vrouw is slechts vechtkameraad. Aldus Hanez, die zich misschien in zijn repor tage nog wel een weinig te veel romancier toont in 'de openlucht georganiseerd, Dit heelt groote ergle'mis vénoorzaakt, welke tot uiting is geko men in teen Open brief van gteneraal l abours, commandant 'v'an elsin jaglersbrigade, aildahr, waar in hij zegt: „Laat m|eln in d© danslidkalen dan sen zlopvtete'I mien wil, maar deze danswaanzin vlerlaat ziekere perstenen ztelfs niet, wannl&et zij epn heiligen, mpt Mioted giedTietakHSm glrond: betreden. Ziop beeft mfen gedanst op d|e|n grond v'ian dien Hartmanswieileitopf. Zij, die zich aan deze beleediging van de dioioden hebben schuldig1 gemaakt, weten (On getwijfeld n iet, 'dat bp den Hartmansweilor- kopt meier dan tweeduizend Franschen. ges stiiirvbn tetn begraven zijin en dat er meior dan drieduizleind D'uitschers vfeiöh; de eerste, (op. dat de Elzas Fransek zplu worden en de tweleiden. opdat hij Diuitsch zpiu blijven, Dit glebiield, (dat letterlijk door het edelst© Dood gedrenkt is, is terrein, waar mien de hoofden migiet ontblootem en waar hersemloozen vandaan moeten blijven. i van Kalk, Cement, Zand, Grint, Steen Pannen, Buizen, Tegels en verdere Bouwmaterialen. LITURGIE. 15384 16 VeididadelöS» Toeristen, die jeten, excursie maakten in den ppitnek! v!an dien 'Haitmansweiler- fcopf, hebben daar beide Pinksterdagten eten tal De financieele conferentie te Brussel. „L'Europe Nouvelle publiceert den tekst van het rapport van Léon Bourgeois over de a.s. internationale financieele confe rentie te Brussel, hetwelk door den Volken- bondsraad in zijn laatstgehouden zitting te te Rome is aangenomen. De Volkenbondsraad besloot voorts copieën van dit rapport te doen toekomen aan den President van den Opper- stem Raad, en aan den Voorzitter van de Com missie voor herstel. Na een uitvoerige inleiding, waarin de geschie- nis van de plannen der genoemde conferentie wordt nagegaan, gaat het rapport aldus voort De Volkenbondsraad zal gelegenheid hebben, om tijdens zijn zitting te Rome, het algemeene programma vast te stellen. In samenwerking met den Secretaris-Generaal heeft de organisatie commissie het volgende plan opgesteld le. Opening van de werkzaamheden door den president. 2e. Vaststelling van de agenda. 3d. Benoeming van een organisatie commissie. 4e. Mededeeling door den president van de besluiten van de Geallieerden a. over de kwes tie der schadeloosstelling b. over de kwestie van de oorlogsschulden. 5e. Voorlezing der openbare mededeelingen van ieder land overa. de buitenlandsche schulden b. de openbare financien (met inbegrip van belastingen, geld in omloop, internationale leeningen) c. den buitenlandschen handel (wisselkoer sen, credieten, beperkende bepalingen op den invoer, de controle over de Beurzen, en de hui dige politiek van iedere regeering in dezen). 6e. Besprekingen over de binnenlandsche financieele politiek, (belastingen, binnenland sche schuld, geld in omloop en regeling van den handel in waardepapieren). 7e. Besprekingen over het herstel van den handelsbalans (de gevolgen van de depreciatie der wisselkoersen, de beperkende bepalingen op den invoer, de uitvoerpolitiek, de economische voorwaarden voor herstel (transporten, steen kool, voedselvoorziening en grondstoffen) en de faciliteiten te verleenen bij credieten aan het buitenland). 8e. Rapport van de Conferentie aan den Volkenbondsraad. De Opperste Raad en de schadeloosstelling Men zal opmerken, vervolgt het rapport, dat bij deze agenda verondersteld wordt, dat de geallieerde regeeringen mededeelingen zullen doen over de kwestie der schadeloosstelling en de oorlosgschulden. Elke bestudeering van den internationalen financieelen toestand veronder stelt verder een nauwkeurig nagaan van dien van Duitschland, zoowel wat betreft de hulp bronnen van dat land als wat het bedrag van de door Duitschland te betalen schade loosstelling aangaat, zooals voortvloeit uit het verdrag van Versailles. Het is daarom noodza- lijke aan de bevoegdheden te herinneren, welke door het vredesverdrag aan de Commissie voor Herstel worden verleend. Na deze bevoegdheden te hebben opgenoemd verklaart de heer Bourgeois, dat het van het hoogste belang is, om te weten welke houding de Commissie voor Herstel denkt aan te nemen tegenover de internationale financieele Confe rentie. Ook is het noodzakelijk, vervolgt hij, om te weten, welke politiek de Geallieerden ten opzichte van het vraagstuk der schadeloosstelling zullen volgen. Hij heeft den Oppersten Raad derhalve verzocht, aan den Volkenbondsraad, alle noodige inlichtingen ontrent dit punt te verschaffen, en het komt hem voor, wanneer hij afgaat op hetgeen te San Remo behandeld is, dat de Opperste Raad alle aandacht aan de kwesties heeft gewijd, welke thans bij den Vol kenbondsraad aan de orde zijn. Ook is volgens hem het resultaat van de ver klaring van San Remo, dat er een conferentie zal plaats hebben tusschen de vertegenwoordi gers van de geallieerde vergaderingen en den Duitschen kanselier waar inlichtingen zullen worden gevraagd over den economischen en fi nancieelen toestand van het Duitsche Rijk. Dit is echternog niet voldoende, vervolgt het rapport. Opdat de Volkenbondsraad aan den president van de a.s. conferentie te Brussel alle inlichtingen en instructies kan geven, welke de conferentie in staat zullen stellen, om voor al len nuttig en vruchtbaar werkzaam te zijn, is het'noodzakelijk, dat de Volkenbondsraad op de hoogte wordt gebracht van de definitieve be sluiten der Geallieerden, niet alleen wat be treft de Duitsche schadevergoeding, en de mo daliteiten van de betaling daarvan, maar ook wat den huidigen toestand van Duitschland aangaat, welke volgens het vredesverdrag op financieel gebied onder de contröle van de Cora' missie voor Herstel wordt geplaatst. Eerst na ontvangst van deze besluiten, en na daarvan acte genomen te hebben heeft de Vol kenbondsraad een basis, waarop hij kan voort' bouwen bij de a.s. internationale conferentie. Eerst dan ook zal de conferentie de uitgifte van een internationale leening kunnen overwe gen, gebaseerd op het vlottend maken van de Duitsche schadeloosstelling, hetgeen de eerste voorwaarde voor de hervatting van de inter nationale credieten is. Tenslotte verzoekt de rapporteur den Raad om ingeval hij meent de conclusies van zijn rapport te moeten aannemen, copieën er van aan den President van den Oppersten Raad en den voorzitter van de Commissie voor Herste te doen toekomen, en hun om antwoord te vra gen, opdat aan den President der internationale financieele conferentie de noodige instructies kunnen worden gegeven voor de werkzaamheden van deze conferentie. 10 Otfco Wilde zich spoedig Verwijderen, doch Nai- die vexzjocht hem eerst naar haar grootvader te gaan, vbor wien in het huis van mevrouw See- fejd in dter haast eene wtoning was ingericht. De jonge matn draalde. Wat zou hij Mji den rech ter doen, die hem' sedert ©enig® jaren, evenals zijne zuster Adelheid, gesignoTeerd had? Nai- d© begreep zijde bes I u i teloo s he id„H'st is myn grootvhder I" zleide zij zacht ten blozend en greep z/ijin© hand. WillLoos liet hij zich door haar mrinvoeren. Den rechter had het nopit bevallen, dat Nar de in bijna zusterlijke vertrouwelijkheid opgroei de naast Otto, die haar als kind dikwijls zijde bruid genpjem'd had, en wiens oogen met mieter dan broederlijke welwillendheid eH'kle, van hare bewegingen vjolgden sedert zij geien kind m®öï was. Mevrouw Sieiefeld had op Butghard's bedenkin gen geien- acht geslagen; de proitessor was da redder des levens en, de innigste' vriend van haar ©enigen zjcpn geweest en was liaar Tijbia' iztri dierbaar als telen eigen kind!; zijne Verwanten behoorden teVens tot hadei fa milie, hoe ton zij dus den vertrouwelijken om gang 'der jonge lieden vlerhinderen? DERDE ZONDAG NA PINKSTEREN. Het officie van dezen Zondag moesten we eigenlijk van buiten kennen Zijn inhoud ty peert zóó het leven van den katholiek, dat onze ziel geheel moest samenstemmen met den toon, die er ons uit tegenklinkt. Vertrouwen op God, dat is de waarheid, de troostende en bemoedi gende waarheid, die in alle deelen der H. Mis, in alle toonaarden ons wordt voorgezongen. Vertrouwen op God, dat mag ons toch niet vreemd zijn We weten ons toch verlost „voor een zeer kostbaren prijs" we erkennen dat „toen we nog zijn vijanden waren, God ons heeft bemind" zóó, dat Hij Zijn eenigen Zoon gezonden heeft om ons te verlossen we be lijden dat we door de genadenrijke uitverkie zing Gods geworden zijn kinderen Gods en broe ders van Christus Jezus 1 Dat alles zijn gronden van vertrouwen, zeer vaste gronden voor een grenzenloos vertrouwen En toch.bij hoe- velen is dat vertrouwen ver te zoeken Hoe- velen leven bewust onder de leiding der godde lijke voorzienigheid Hoe veilig leeft het kind, omdat het weet, dat een goede vader voor hem zorgtHoe zocht het dien vader in alle nood wendigheden hoe vraagt het zijn hulp in lijden en droefheid omdat het hem zijn natuur lijke beschermer weetMaar ons kindschap Gods is toch niet denkbeeldig De onfeilbare mond des Heeren heeft ons toch geleerd te bidden, „onze Vader, die in de Hemelen zijt Maar waarom zijn wij dan zoo weinig kind tegen over God? Waarom trachten wij, machteloo- zen, hulpbehoevenden alleen of met aardsche hulp klaar te spelen datgene waar God ons Zijn onverwinbare kracht wil ten dienste stellen tot zeker welslagen, als we maar willen Is het niet onze le groote bezorgdheid voor alles wat van deze wereld is We weten den weg te vin den om ons in alles en op allerlei wijze te ver zekeren bij wereldsche instellingen alle ram pen, die, op welke wijze ook, ons zouden kun nen treffen, werden reeds van te voren door een Verzekeringspremie weggenomen of tot de klein ste proporties teruggebracht. Maar om ons te verzekeren bij onzen Hemelvader, om ons geluk te vermeerderen doordat hij er in deelt, om onze smart te verzachten en, niet alleen drage lijk 'maar zelfs begeerenswaardig te maken, omdat Hij met ons mede lijdt, daaraan denken we niet. We gaan te v«el in het aardsche op en daarom vergeten wij dat we geroepen zijn voor een eeuwig leven en dat dit aardsch bestaan voor dat beter leven der eeuwigheid slechts de voorbereiding is. We mogen, ja we moeten streven naar welvaart, we mogen, ja we moeten verzorgen onze gezondheid, we mogen, ja we moeten bezorgd zijn voor het tijdelijk welzijn van al de onzen, maar dat alles met het oog op de eeuwigheid m.a.w. al ons doen en laten heeft slechts waarde in zooverre het dat eeuwig leven ons zekerder en gelukkiger maakt. Laten we dan vandaag, beschaamd over ons gebrek aan levendig vertrouwen, dat loflied der kerk eens van harte meezingen. 'Laten we in ons die kinderlijke gevoelens nog eens opwekken, welke we weten dat God zoo graag in ons ziet en waar aan Hij alle hulp onvoorwaardelijk heeft toege zegd „voorwaar, voorwaar Ik zeg u al wat gij in uw gebed zult vragen, vertrouwt dat gij het verkrijgen zult, en ge zult het erlangen. Laten we eerlijk onze eigen ondervindingen kennen in het psalmwoord „Toen ik tot den Heer riep, verhoorde Hij mijne stem tegen de genen die mij vijandelijk naderen." Bieden we we Gode aan een leven gegrondvest op de ver trouwelijke verhouding van vader en kind en spreken we dan met gerust hart de bede der kerk na „O. God, Beschermer van die op U ver- trouwen, zonder Wien niets bestendig is, niets heilig, vermeerder over ons Uwe b armhartigheid opdat wy onder Uwe hoede en leiding, zoo door de tijdelijke goederen mogen wandelen, dat wij de eeuwige niet verliezen." Volglens liane meening waren zij daardoor juist OTt loc gekomlen genegenheid vl0|0T olk'ander op te via tijen; do rechter moest dit toegavenintus- sehen schieem hem nu de gelegenheid gekomen, iof detn jongen man in Naide's oogen te doen daler, of hem te bteleedigeM, zoodat hij zich van zeil zou terugtrekken. Hij had hem weliswaar het leven gered, maar bij dien rechter gingen zijne ,princi|eipen" bovten het leven. Bovendien werd hij erdoor geprikkeld, dat Naide den jon gen arts als in triomf binnietnlteidde en toen, pp hem wachtend, in eeïn zijvertrek bleef. Do xieichtier nopmde met het gelaat van ©en 1 ©schermer de vastberadenheid, Welkte Ottri ia dezen nacht, gtetpond had, en dankte hem voor den bewezen, glrpoten dienst. Otto wilde kriel den dank afwljzieln, doch Vom Burghard lette daar niet (Op, maar sprak hoffelijk vórder: „U wil zich ergens vestigen; daartoe behoort geld, mijn- heter de dokter. Veroorloof mij mijne schuld je- glens u dadelijk af t© Irissen, zpoala het u stel lig het aangenaamste zal zijn. 0,ok mleVrouw Spefeld zal zich zekter 'dankbaar tonnen, dat u. den gnop'tvlaider Van haar kleinkind het loven he|eft gereid." Bij' deze wriorden schoof hij den jongen man bene rtob met gleld toe, diet hij reeds voor af rip tafel had gelegd. Ottri verbleekte. „Mijlnheer de rechter I" riep hij geraakt ion 'deed haastig een stap afchterit. „Geien onnoodige complimenten, jongeheer. Het sprelelk't to(ch vanzelf, dat u niet voor niemen dal uw lövtein rip het spel zette, ejni dat ik voor mijne redding moet 'betalen. Neem dus gerust. 'tis grindt" 1 ti Hevig bruiste het in het gemoed vaifl dm jon- glen arts, doch hij bedwong zich en zeide koelt „U heèft zich reeds Voldoende tietuigd mijnheer de rechter; u is mij' niets schuldig. Wat ik deed, was mijn plicht en dat ztou ik v'oor uwen be diende evrin goed gedaan hebben. Vcor uw jj^ld bedank ik'; liep ik ergens gevaar, dan trotseerde ik bet waarlijk niet, om zulk eten loon. „Rekende u pp eten ander?" v'roeg Von Burg hard snel en keek hem strak' aan. Een vlammende glried bedekte Otto's gpzicht „U zal mij wel het antwoord kwjjt schelden, zeide hij met moeilijk tezwaarde kalmte boog en verliet haastig het vertrek. Naide trad herrt angstig en verward tegemriet. Dat zij gehoord had, welke vernedering zjf had ondervonden, deed zijne opgewondenheid nog stij gen. Met een© buiging wilde hij haar voorbijgaan. Mijnheer de dokter!" zeide zij zacht. Hij hoorde niet ernaar en had raeds da knik der deur in dei hand1. „Ottjci. litevl® Ottol" riep zij en ijlde hém ach terna. Hij wendde zich pm en vlrneg met Levende stem: 1 „Wat v'erlangt u, mejuffrouw?" „Ga niet heien, ik kan dat niet. verdragen 'had het jungle meisje, zonder te weten, wat zij zeide: „Ik begrijp niet, wat grootvader wil; ik ten geheel buiten mfQ zelve, doch hjj mierint h«t zJdkjetr zoo kwaad niet.. Bedenk toch, dat hij een pude man is." f „Mejuffrouw „Sprrielk toch niet in zulke stijve vormen en mij niet zoo vreemd en koel aan I" onder brak zij hem Levlendig. „01 is u boos op ons allen. Wil u ophouden onz© vriend te zijn, om dat gnootv'adter u krenkte?" „Niets ter wereld kan mijne gevoelens voor u veranderen. Naide!" antwoordde de jonge man gedrukt. „U weet niet, hoe zwaar het mijl valt van u te scheiden1 maar bet moet. Vaarwel!" ;,Gij wilt vertrekken?" riep Naide verschrikt. „Wat zjoiu grootmoeder daarvan zeggen?" Ottri haalde de, .schouders op. „Groet haar voor mij. Vaarwel!" Hij liep naar de buitendeur en rende Bert ha bijna jomvór. 6ie daar in de nabi/hrid bezigheden had. Thuis vtertelde hij zijine zuster in hevige opgewondenheid hoe zwaar de rechter hem1 be- ïeledigd had. Zij was van kindsbeen af zijine ver trouwelinge geweest, en gevóeld© de bittere gé- waarwordingrin, die hem bestormden^ Had dé hoogmoedige pude beer ook haar niet dikw ijls tot in het binnenste getroffen door zijne houding die haar hare armjoede en afhankelijkheid herin nerde'? Ook was zij het met Ottoi eens dat Von Burghard diens heiging viopr Naide kende en vreesde die beantwoord te zien. Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 5