85.000, Nederland 55.000 en Zwitserland
48.000.
Havas seint uit Rome, dat het te Bandazzo
in de provincie Catanië tot een ernstige botsing
gekomen is 500 boeren hebben het gemeente
huis bestormd om te protesteeren tegen de dis
tributie van macaronide gewapende macht
moest ingrijpen en er vielen zeven dooden.
Naar men in goedingelichte kringen te Wee-
nen meent, zal de boycot tegen Hongarije nog
deze week opgeheven worden.
Binnenland.
Pensioen spoorwegpersoneel.
Naar aanleiding van het feit, dat de uitbe
taling van de pensioenverhooging voor Rijks
personeel reeds is aangevangen, heeft het be
stuur van den Bond van Gepensionneerden bij
de Nederlandsche spoorwegen bij Regeering en
directie aangedrongen op maatregelen tot spoe
dige uitbetaling van de 40 verhooging op
de pensioenen van het gepensionneerd spoorweg
personeel, waarvoor, naar de Minister van Wa
terstaat heeft medegedeeld, de medewerking
van de Staten-Generaal vereischt wordt, terwijl
spoedige behandeling dezer zaak door den Mi
nister is toegezegd.
Diplomatie.
De heer G. D. Advocaat, Hr. Ms. gezant te
Belgrado, die gedurende een paar weken voor
dienstzaken te 's-Gravenhage vertoefde, ver
trekt Woensdag a.s. weder naar zijn stand
plaats.
Chr. Historische Unie.
Volgens de Ned. zijn op de hoofdbestuurs
vergadering van de Chr Hist Unie tot vice-voor
zitters benoemd de heeren De Geer en Slote-
maker de Bruine en tot 2en secretaris de heer
Tilanus.
In beginsel werd besloten tot vestiging van
een vast bureau voor de Unie.
Omtrent de medewerking der vrouwen in de
Unie verhieven alle stemmen zich tegen de
gedachte van organiseering van afzonderlijke
kiesvereenigingen voor vrouwen. Wel ver
dient aanbeveling de vorming, in de kiesver-
eeniging van een afzonderlijke propaganda-club
van vrouwen voor vrouwen.
Bezoek van een Amerikaanschcn kruiser.
De Amerikaansche kruiser „Frederick" (vroe
ger genaamd „Maryland") van plm. 13.000 ton
en gebouwd in 1903, zal te Antwerpen aanwe
zig zijn tijdens de Olympische Spelen, welke
aldaar gehouden zullen worden.
De toestemming tot het bevaren van de
Schelde daartoe, is door de Nederlandsche re
geering reeds verleend.
Kanaal AntwerpenMoerdijk.
Naar de „Grondwet" verneemt, worden te
Roosendaal plannen voorbereid om zoo spoe
dig mogelijk te komen tot een groote vergade
ring, waarop de belangen van Roosendaal bij
den aanleg van het kanaal AntwerpenMoer
dijk, via RoosendaalZevenbergen besproken
zullen worden.
Haagsche Missieweek.
Na aftrek van alle onkosten bedraagt het
batig saldo der Haagsche Missieweek ongeveer
35.000.
Voorzeker een mooi succes.
De katholieke Internationale.
Naar Reuter uit Rome seint heeft Cavazzoni
in de „internationale commissie" van de R.K.
volkspartij rapport uitgebracht over de reis die
hij onlangs in het buitenland heeft gedaan om
propaganda te maken voor de stichting van een
R. K. Internationale. In het buitenland, met
name Nederland, is dit denkbeeld met instem
ming ontvangen. Cavazzoni is er in geslaagd
in contact te komen met Nederlandsche, Belgi
sche en Duitsche politici.
De commissie heeft na Cavazzoni's uiteenzet
ting besloten een internationale bijeenkomst te
beleggen en een internationaal tijdschrift uit
te geven.
A. X. W. B.
Op vragen van den heer Mendels, in zake
een ten vorigen jare gedaan verzoek van het
dagelijksch bestuur van den A.N.W.B., Toeris
tenbond voor Nederland, om een Rijksbijdrage,
heeft de minister van waterstaat geantwoord,
dat de afdoening van het adres van den A. N.
W. B. in verband met het inwinnen van advie
zen eenige vertraging heeft ondervonden.
Thans heeft de minister aan den Bond te
kennen gegeven, dat hij bereid is te bervorderen
dat door zijn departement een jaarlijksch sub
sidie in de kosten van de bemoeiingen van adres
sant met wegwijzers en waarschuwingsborden
langs openbare wegen wordt verleend ten be
drage van 1/3 dier kosten, tot een maximum
'van 12.000, mits door andere belanghebbenden
en belangstellenden, buiten adressant, eveneens
1/3 der bedoelde kosten wordt gewaarborgd.
Tehuizen.
Volgens „De Nederlander" staat de gedachte
tot stichting van een groot tehuis voor de
Christelijke jongelingschap te Amsterdam ver
wezenlijkt te worden. Het plan is, aan het
terrein aan de Vijzelstraat, tusschen Singel en
Heerengracht, waar nu de gemeentewinkel
staat, een groot centraal gebouw te stichten,
dat, behalve lees-, schrijf-, conversatie- en ver
gaderzalen, ook zal bevatten een restaurant,
woon- en slaapkamers, een zwembassin, enz.
ten dienste van de Chr. jongemannen in Am
sterdam. Behalve dit centrale gebouw wil men
een tiental nevengebouwen stichten in ver
schillende wijken van de stad.
Met de voorbereiding van de plannen voor
het centraal gebouw is men reeds zeer ver
gevorderd de teekeningen moeten reeds ge
reed zijn en zoo mogelijk zal nog dit jaar met
den bouw worden aangevangen.
Er zijn reeds enkele toezeggingen van be
langrijke geldsommen ontvangen en voor de
vorming van het stichtingskapitaal is een rege
ling getroffen.
2e. in een rapport mede te deelen, in hoe
verre de toestanden in het bedrijf als onge-
wenscht zijn te beschouwen en, mede met het
oog op de voorziening in den woningnood, wij
ziging behoeven
3e. in dat rapport aan te geven, wat naar
het oordeel der commissie als redelijke arbeids
voorwaarden voor het bouwbedrijf aan zijn te
merken
C. in de commissie benoemd
tot lid en voorzitter: professor Chr. K. Vis
ser, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool
te Delft.
Premie-vrij pensioen
Men deelt ons uit Den Haag mede, dat in
ambtenaarskringen het gerucht de rondte doet
(en de bron komt ons wel goed voor), dat de
ministerraad zou besloten hebben tot het niet
meer inhouden der kortingen op de pensioenen
der Rijksambtenaren, hetgeen yoor vele ambte
naren een salarisverbetering van 7 pet zou
beteekenen. (Msb.)
Gemeenteraad.
Het brood.
Op vragen van den heer Bergsma in zake stij
ging der roggebroodprijzen na het ophouden
der verstrekking van goedkoope rogge, heeft
de minister van landbouw, nijverheid en handel
geantwoord, dat het hem bekend is, dat de stij
ging der prijzen van het grof roggebrood na het
ophouden van de verstrekking van goedkoope
Regeeringsrogge op sommige plaatsen meer
heeft bedragen dan 50 pet.
Of het juist is, dat in de streken, waar het
roggebrood volksvoedsel is, het roggebrood-
gebruik ten gevolge der prijsstijging met meer
dan de helft is gedaald, kan de minister niet
beoordeelen, aangezien de benoodigde rogge
uit den handel wordt betrokken.
Over den juisten omvang van het bruinbrood-
gebruik sedert de opheffing der roggebrood-
distributie zijn nog geen volledige cijfers bin
nengekomen, aangezien deze opheffing eerst
sedert eenige weken heeft plaats gehad. Echter
kan aangenomen worden, dat het bruinbrood-
gebruik, evenals het verbruik van wittebrood,
sedert is toegenomen.
Slechts in sommige gemeenten zijn nog over
schotten regeeringsrogge in voorraad over het
algemeen is dit niet het geval.
Aan gemeenten, waar nog restanten rogge
over waren, is aangeboden deze over te nemen
tegefl den dagprijs. Slechts enkele gemeenten
hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt
voor onbeduidende hoeveelheden.
Het Rijn-Twenthe-kanaal.
De Provinciale Staten van Gelderland be
handelden gister de aanvrage van het Comité
voor het Twenthe-Rijnkanaal om een subsidie
van 500.000. Gedep. Staten stelden voor,
geen subsidie te verleenen, aangezien het be
doelde plan niet in het belang der provincie is
men had dan immers het kanaal moeten leiden
door den Gelderschen Achterhoek, en speciaal
door het nieuwe industrie- en mijngebied aldaar.
Hiertegenover stelde de heer v. d. Laar, dat
het kanaal er wezen moet, wil men later de
ringkanalen kunnen maken, die de industrie
streken tot ontwikkeling zullen moeten bren-
rgen. De weigering van het gevraagde halve
millioen zal het geheele plan van 50 millioen in
gevaar brengen en de regeering zal later, als
Gelderland de kanalenring wil gaan maken,
weinig steun geven aan een provincie, die
weigert aan het groote plan mee te wfrisen.
Daarom stelde spreker verleening der subsi
die voor.
De R. K. en Soc.-Dem. fracties steunden dit
voorstel, dat ondanks verdediging door Ged.
Staten van hun opvatting werd aangenomen
met 28 tegen 25 stemmen. De subsidie wordt
dus verleend.
Tevens werd een amendement-v. d. Hoeven
aangenomen om bij de regeering stappen te
doen ter verkrijging van een gunstiger tracé
Verhooging pensioenen Gemeente-Ambtenaren,
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heb
ben den gemeentebesturen in hun gewest mede
gedeeld, dat in art. 6 der wet tot verhooging
van de pensioenen aan de gemeentebesturen de
bevoegdheid is gegeven de pensioenen, die be
rekend naar wedden die niet met ingang van
1 Januari 1919 of een later tijdstip bij eene alge-
meene herziening van de salarissen der ambte
naren eener gemeente werden verhoogd, ten
laste van het pensioenfonds voor de gemeente
ambtenaren zijn, met ingang van 1 Januari
1920 met ten hoogste 20 pet. te verhoogen.
Niet alleen bevat deze bepaling eene bevoegd
heid voor de gemeentebesturen,maar tevens ligt
daarin opgesloten een moreele plicht voor hen
om voor de gepensionneerde ambtenaren der
gemeente en hunne weduwen en weezen te doen
wat het Rijk beschikt heeft voor de gepension
neerde burgerlijke en militaire ambtenaren en
hunne weduwen en weezen. Met 's lands wet
gever achten Ged. Staten het een eisch van
billijkheid, dat de overheid hare gepensionneer
den tegemoet komt in den nood, welke voor
hen in zoo bijzondere mate is ontstaan door de
waardevermindering van het geld. Zij meenen
daarom de bijzondere aandacht der gemeente
besturen te moeten vestigen op de gelegenheid,
welke hier voor de gemeentebesturen wordt
opengesteld om aan dezen eisch van billijkheid
te voldoen. Door voornoemde bepaling zullen
de pensioenen met ten hoogste 40 pet. blijvend
kunnen worden verhoogd. Daarnaast blijft de
bevoegdheid bestaan om jaarlijks een bijslag
op de pensioenen toe te kennen tot een hooger
bedrag.
Gedeputeerde Staten vragen eindelijk vóór 1
September bericht of en in welke mate door
den Raad van bovenbedoelde bevoegdheid ge
bruik is gemaakt en zoo zulks niet is geschied,
de redenen daarvan mede te deelen.
Commissie van onderzoek naar toestanden in
het bouwbedrijf.
De Minister van Arbeid heeft met 12 Juli 1920:
A. ingesteld eene commissie van onderzoek
naar de toestanden in het bouwbedrijf
B. aan de commissie opgedragen
le. een onderzoek in te stellen naar de toe
standen in genoemd bedrijf i
Zitting van Vrijdag 25 Juli.
O n d e r w ij s.
(Slot.)
Weth. de Bruin zegt, dat na de uitvoe
rige besprekingen in comité-generaal hij zal
trachten zijn betoog te bekorten. Alles wat in
comité is besproken, is nu in het openbaar nog
eens ter sprake gebracht. Voor de burgerij is
het niet mogelijk een conclusie over het voor
stel te vellen op grond van hetgeen in 't open
baar is gezegd. Omdat het hier zulk 'n be
langrijke zaak geldt als het onderwijs, acht
weth. het gewenscht het volle licht over 't voor
stel te doen schijnen.
Er is een nieuwe onderwijswet en er is op
aangedrongen onze voorstellen te richten naar
die wet. Wij hebben de wetten uit te voeren
en ons in onze voorstellen naar den geest van
de wet te richten. Weth. hoopt dat de Raad
er van overtuigd zal zijn dat hij zoowel voor
het bijzonder- als voor het openbaar onderwijs
al het mogelijke zal doen om het peil op te
voeren.
Er is vrede gesloten in de onderwijskwestie.
Wij hebben hier echter reeds partijstrijd over
'n zuiver technische kwestie. Het gaat hier
rechts tegen links, terwijl er toch geen reden
voor is.
Waar spr. getracht heeft alle vragen te be
antwoorden, tracht rechts uitstel te bewerken
en het voorstel van Mr. van Velzen is er op
berekend om het voorstel van B. en W. in
t zand sturen. Het is spr. een raadsel hoe
het mogelijk is, dat als men als wethouder in
het college heeft medegewerkt aan de totstand
koming van een voorstel, men in den Raad
tegen het voorstel kan zijn.
De gemeente, aldus vervolgt weth., zit aan
alle kanten in de knel. Er is onbetwist een
tekort aan schoolruimte. Deze toestand is met
noodmiddelen tot de kleinst mogelijke propor
ties teruggebracht. Het volgend jaar zal het
tekort nog grooter zijn.
Hoe men nu uitstel kan bepleiten is voor
spr. onbegrijpelijk. Ook de bijzondere school
besturen moeten in de knel komen. De twee
lokalen van de school in de Polderstraat, thans
door een bijz. school in gebruik, moeten vrij
gemaakt worden voor het openb. onderwijs.
Het volgend jaar hebben we de volle ruimte
van school J. noodig.
Weth. heeft de personen genoemd, die z'n
voorstel gezien hebben en zich er mee hebben
kunnen vereenigen.
Het gaat er nu om dat men het er op aan
stuurt, dat het volgend jaar óf de kinderen van
de bijzondere óf van de openbare school op
straat zullen komen.
De Willibrordusstichting heeft van de ge
meente reeds aanzegging gekregen, dat de ge
meente over de school in de Schoolstraat de
beschikking moet hebben.
De school in de Gerrit Verboonstraat zal nog
in stand moeten worden gehouden.
De snelle uitbreiding der stad maakt het
noodzakelijk dat er in het dreigend tekort aan
schoolruimte moet worden voorzien.
Waar toch in de „Bijlagen" duidelijk het
tekort aan schoolruimte is aangetoond, be
grijpt spr. thans het verzet in den Raad niet.
Voorts betoogt spr. dat de Raad de lokalen
aan school G. slechts kan geven indien hij
tegelijk in de reorganisatie toestemt.
Mag ik, vraagt weth., voor de ouders, die
bun kinderen onderwijs op de U.L.O-school laten
geven, deze kinderen brengen in een school
met 6 leerjaren De heeren kunnen zeggen
we willen de reorganisatie niet, maar de nieuwe
U.L.O.-school zullen ze toch moeten geven.
Weth. zet nog eens uitvoerig uiteen dat de
toestand onhoudbaar dreigt te worden.
Hij zegt voorts, dat hij het eens is met de
theorie van den heer v. d. Toorn, maar die
theorie is oppervlakkig en onmogelijk voor de
praktijk
Zeer bevreemd 't weth., dat hij hier moet
optreden als redder van het peil van het
onderwijs.
De kwestie der standenschool besprekend,
zegt weth. dat hij bestrijder is van die school.
Toch zal men moeten erkennen, dat het noodig
zal zijn het onderwijs te nuanceeren.
Het bizonder onderwijs kent de eenheids-
school ook niet.
Wij moeten de school bouwen op hetgeen
wat het is. Het hatelijk karakter der standen
school mag men hier niet bijhalen' Als stan
denschool beschouwt spr. die school, welke
vroeger alleen voor gefortuneerden toegankelijk
was. Gelukkig ia daarmee gebroken. De Rijks
H.B.S. maakt het den kinderen der arbeiders
ook mogelijk de hoogere regionen van het
onderwijs te volgen.
De heele kwestie waar het hier om gaat is
of men 'n opleidingsschool voor hooger onder
wijs noodig acht ja of neen.
Ik zit hier n.b. de wet-Visser te verdedigen
Wie de opleidingsschool, de nuanceering op
onderwijsgebied gewenscht acht, zal het voor
stel van B. en W. hebben te aanvaarden. Het
peil van het onderwijs wordt door dit voorstel
geenszins geschaad.
Wij hebben er voor te zorgen, de basis van
goed onderwijs hier ter stede te bestendigen.
Weth. ontkent, dat men met niets doen er
komen kan.
Het standpunt van de heeren v. d. Toorn
en Evers, dat de consequentie van een oplei
dingsschool niet aanvaartd, kan spr. begrijpen,
maar de heer Boddeüs wil er om heen vliegen.
De heer Boddeüs merkt op, dat er even
tueel geen bezwaar zou hebben tegen één oplei
dingsschool.
Weth. deBruin betoogt verder, dat er voor
dient worden gewaakt, dat kinderen, die het 6e
leerjaar hebben doorloopen en niet naar B. B. S.
of gymnasium gaan, geen school meer in onze
stad zouden kunnen vinden.
Spr. verlangt van den Raad medewerking om
het peil van het onderwijs op de voeren op
dat het aan alle te stellen eischen kan voldoen.
De voorstellen van B. en W. vormen een goed
geheel, gebasseerd op den oogenblikkelijken nood
en den nieuwen toestand.
De leden van den Raad behouden toch de
contröle over de uitvoering der voorstellen en
kunnen, indien zij gegronde opmerkingen beb-
ben, deze nog altijd ter «prake brengen.
Spr. acht het beneden zich hier in den Raad
eens uiteen te zetten of hij wel trouw is aan
I het democratisch beginsel neergelegd in de on-
derwijswet.
I De voorstellen van B. en W. zijn niet bij den
j Raad ingediend zonder dat deze van alle kan-
I ten zij nbekeken. Spr. heeft aanvankelijk o.a.Jvan
i den gemeente-secretaris een felle bestrijding van
zijn voorstellen ondervonden. Het verschil tus
schen beiden liep echter in hoofdzaak over de
kwestie of er 1 of 2 opleidingsscholen zouden
I moeten komen.
j Als de Raad een andere oplossing aan de hand
weet te doen dan thans door B. en W. is voor
gesteld, moet men weth. aantoonen dat met
Sept. de scholen zullen kunnen werken,
j De heer Evers zegt, dat men in comité-
I generaal scherp tegenover elkander heeft ge-
1 staan. Dat weth. de Bruin standenscholen be
vordert, is door dezen niet afdoende bestreden.
Het verwijt, dat rechts uit politieke overwe
gingen tegen de gevraagde scholen zou zijn, ont
kent spr. ten stelligste. Aan weth. verwijt spr.
daarentegen dat geen behoorlijke tijd is ge
geven om de voorstellen goed te bestu-
deeren. De zaak had een normaal verloop kun-
neu hebben als er een afzonderlijk comité-ge
neraal zou zijn geweest. Na uw toelichting, zegt
spr., moet ik staande houden, dat u de schuld
is, dat het zoo met deze voorstellen is geloopen.
Weth. de Bruin meent dat het verwijt
dat geen afzonderlijk comité-generaal is gehou
den niet tot hem, maar tot den voorzitter moet
worden gericht.
De heer Evers: Dan moet u ons niet ver
wijten dat wij op uitstel aandrongen. U ver
wijt rechts er een politieke zaak van de maken.
U weet echter niet hoe rechts zal stemmen. Er
kunnen wellicht een paar leden, tegen zijn.
U had niet het minste recht te concludee-
ren, dat rechts tegen de voorstellen is. Ik heb
politiek er buiten gelaten. Ook ik ben bereid
het openbaar onderwijs op een hoog peil te
brengen, maar daarom mag ik toch wel tegen
deze reorganisatievoorstellen zijn.
Weth. deBruin: U mag er gerust tegen
zijn.
De heer Evers: Laat er dan de politiek
buiten.
De heer Boddeüs zegt, dat de heer de
heer de Bruin het tekort aan schoolruimte wel
wat te breed heeft uitgemeten. Hij vindt het
misplaatst, dat het verwijt is gedaan dat weth.
niet voldoende schoolruimte zou krijgen. De
verlangde ruimte krijgt hij immers tot zijn be
schikking.
Weth. de Bruin: WanneerZeker over
2 jaren.
De heer B o d d e s zegt dat na den bouw
van 2 lokalen aan school G. er toch maar ruimte
zal zijn voor 220 leerlingen, terwijl er nu reeds
215 zijn. Er zal daar dus maar ruimte voor 5
kinderen bijkomen.
Weth. de Bruin verklaart, dat wanneer
2 lokalen er bijgewoouwd worden deze pas over
2 jaren gereed zullen zijn. Het volgend jaar
heeft weth., zooals in de stukken is uiteenge-
zegt, de beschikking over 2 lokalen voor 80
kinderen.
De heer Boddeüs merkt op, dat er geen
sprake is om de voorziening in schoolruimte
tegen te houden. Spr. is alleen tegen de reor
ganisatie.
Weth. de Bruin meent, dat dit blindoe-
en Raad is. Als die twee klaisen bij
school G. geboowd worden, krijgt men daar een
9-klassige U. L. O.-school.
De heer Boddeüs betreurt het, dat aan
ae voorziening van schoolruimte de kwestie van
2 U. L. O.-scholen is vastgekoppeld. Spr. zou
gaarne zien, dat de weth. hier een oplossing
weet te vinden.
Weth. mr. Van Velzen zegt dat het ver
wijt van weth. de Bruin aan zijn adres onbil
lijk en onredelijk is geweest. Er is een voorstel
tot uitstel gedaan. Z.i. is het een fout van den
weth., dat hij dit verzoek niet heeft ingewilligd.
Wanneer de Raad nog 14 dagen respijt zou
hebben gegeven, zou een oplossing zyn gevon-