zittingen op het laatste oogenblik nog eenige concessies weten te verkrijgen. Doch niettemin blijft het feit bestaan, dat Italië zijn troepen tot den laatsten man uit het vasteland van Albanië moet terugtrekken. De burgerlijke bladen be weren openlijk, dat de verantwoordelijkheid hiervoor op de socialisten rust, en de socialisten beroemen zich op het resultaat als op een per soonlijk succes. Alles is dus in orde de Italianen hebben voldoenden tijd voor den terugtocht en zij zullen met militaire eer vertrekken. Italië verlaat Albanië slechts op voorwaarde, dat Albanië niet onder heerschappij of voogdij van een andere mogendheid komt. REVOLUTIE IN PERZIë. Uit Constantinopel wordt gemeld, dat in Perzie de republiek zou zijn geproclameerd. De Perzische legatie te Parijs verklaart, dat zij geen enkel bericht daaromtrent heeft ontvan gen, doch in de omgeving van deze legatie verklaart men, dat het bericht niet onwaar schijnlijk klinkt. ALLERLEI. In Liverpool verwacht men de mailboot „Baltic'' met den Australischen aartsbisschop Mannix, die in de Iersche kwestie in den laat sten tijd nogal op den voorgrond is getreden. De Sinn Feiners bereidden hem een grootsche ontvangst. Men vermoedt, echter, dat de regeering hem niet in Liverpool zal laten landen. De „Baltic" zal waarschijnlijk naar Southampton stoomen. Volgens de „Evening News" zou de aarts bisschop niet op de „Baltic", maar op een ander schip de reis naar Engeland maken. Rusland hééft zich bereid verklaard met Roemenië over territoriale en economische kwesties te onderhandelen. De sovjet-regeering heeft Karkof voorgesteld als plaats waar de onderhandelingen zullen plaats hebben. Uit Londen komt het bericht, dat de aandeelhouders van Runciman's Moor Line op elk aandeel van 10 een uitkeering van 130 dividend zullen krijgen. Telijkertijd meldt men, dat de nalatenschap van lord Inverclyde, een bekend scheepvaartman, meer dan 2 mil- lioen pond sterling bedraagt. Het publiek in Engeland meent, dat de bui tengewone winsten in het scheepvaartbedrijf, waarvan genoemde cijfers getuigden, een van de voornaamste oorzaken is van de tegenwoor dige hooge prijzen der levensmiddelen. Het Turksch vredesverdrag zal, volgens nader bericht, morgen(Dinsdagnamiddag onder teekend worden. De bladen te Praag melden, dat de En- gelsche en Italiaansche zendingen te Boekarest aan hun regeeringen een verslag hebben toe gezonden, waarin zij meedeelen, dat het na tionale Hongaarsche leger eind Juli 125.000 man telde en dat men nog voortgaat nieuwe lich tingen in te lijven. Het vredesverdrag staat Hongarije een leger toe van 35000 man, met ten hoogste 1500 offi cieren. Het leger telt op het oogenblik echter alleen al 35000 officieren. Ten einde speculatie op de daling in dinars te verhinderen, heeft de minister van financiën bij decreet den Yougo-Slavischen crediet-in- stellingen verboden zonder speciale goedkeuring van den minister credieten aan het buitenland te verleenen. Het streven naar het vormen van groote stadsgemeenten komt meer en meer bij de Duit- sche steden tot uiting. Nu weer is men aan het onderhandelen om de steden Wald, Grafrath, Hoscheid en Ohliga met Solingen te vereenigen. Binnenland. Diocesane Katholiekendag te Leiden. Het Hoofdbestuur van de Katholiekendagen in het Diocees van Haarlem maakt bekend dat de inleiders de navolgende conclusie hebben in gediend betreffende de onderwerpen, welke zij zich onderscheidenlijk voorstellen te behande len in de afdeelingen van den op 14 September a.s. te Leiden te houden Katholiekendag, waar als algemeen onderwerp aan de orde zal worden gesteld „De kwalen van onzen tijd en de drie geneesmiddelen daartegen Gebed, Arbeid en Spaarzaamheid. Eerste afdeeling. Prof. Groenen te Warmond. Gebed. L Het gebed, wat een spreken is met God, is een geneesmiddel bij uitstek in onze dagen. II. De wereld van heden miskent of erkent althans niet genoeg 't oppergezag van God 't gebed nu is een directe erkenning van dat ge zag en tevens de uitdrukking van het geloof in en een aanbidding van den persoonlijken le venden God, die in blijvende betrekking tot het schepsel staat III In de wereld van onze tijden ontbreekt de liefde tot den evenmensch een practische beoefening der naastenliefde is juist het gebed, waardoor bevestigd wordt de band, welke er tusschen de menschen bestaat. IV. Te veel wordt er in onze dagen gedacht aan en gestreefd naar vergankelijkheid en ijdele goederen door het gebed, waarin de mensch als een hulpbehoevende staat tegenover God, wordt de aandacht meer gevestigd op en het verlangen gewekt naar geestelijke en eeuwige goederen. V. Dat gebed moet beoefend worden door den mensch zoowel afzonderlijk als gemeen schappelijk. Gemeenschappelijk in het huisge zin, in den openbaren eeredienst (medeleven met de liturgie) en in zuiver godsdienstige vereeni- gingen. Tweede afdeeling. Prof. Mr. Veraart te 's-Gravenhage. Arbeid. I. Den arbeid moeten wij onderscheiden in economischen arbeid, socialen arbeid, vrijen ar beid en arbeid rechtstreeks ter eere Gods en voor het heil der zielen. Bij al deze groepen vinden wij geestesarbeid en lichamelijken arbeid. II. Een ernstige kwaal van onzen tijd is de onlust bij den lichamelijken economischen ar beid, een onlust grootendeels veroorzaakt door den haat, die Legen het zoogenaamde kapitalis tische maatschappelijk stelsel is opgewekt. III. Dien arbeidson.ust moeten wij niet be strijden met een verdediging van 't zoogenaamd kapitalistisch stelsel, maar met het opwekken van belangstelling en geestdrift voor een zich ontwikkelden organischen bouw van de econo mische maatschappij, waarin de lichamelijke economische arbeid een waardige plaats gaat verkrijgen. IV. De sociale arbeid en de vrije arbeid voor schoone cultuurdoeleinden moeten worden opgevoerd juist in die kringen, waar de licha melijke economische arbeid door wettelijke be perking in omvang afneemt. V. De eereplaats moet aan den arbeid, recht streeks ter eere Gods en voor het heil der zielen, worden toebedeeld. Derde afdeeling. Mr. Kortenhorst te Heemstede. Spaarzaamheid. I. Spaarzaamheid als geneesmiddel voor de kwalen van onzen tijd dient beoefening te vin den zoowel om het tekort aan goederen aan te vullen als om de deugden van matigheid, zelf bedwang, orde, tucht, zedelijkheid en onthech ting aan het wereldsche te helpen bevorderen. II. Spaarzaamheid moet worden aangewak kerd door individu, gezin, organisatie, Staat en Kerk. III. Zij, die door geboorte, fortuin of po sitie een vooraanstaande plaats in de maatschap pij innemen, dienen door hun voorbeeld de spaarzaamheid bij de minder met goederen be deelden aan te wakkeren. IV. De Katholieke sociale vereenigingen en voornamelijk de stands- en vakorganisaties die nen het sparen door ongehuwde arbeiders, die geen kostwinner zijn, door het oprichten van verplichte spaarfondsen te bevorderen. In het uiterste geval dient de Staat daarbij behulp zaam te zijn. Uiterlijk drie weken vóór het houden van den Katholiekendag, dus uiterlijk, op 23 Au gustus a.s., kan iedere katholiek, woonachtig in het Bisdom Haarlem, onder opgaaf van naam en woonplaats, wijzigingen op deze conclusiën in en dienen bij den voorzitter der betrokken afdeeling. De voorzitters zijn: van afdeeling 1 Prof. Dr. J. A. J. Barge te Leiden van afdeeling II Jhr. G. A. A. Alting von Geusau te 's-Gravenhage, Nicolaistraat 17 van afdeeling III Pater M. a'. van Everdingen, Directeur van het College St. Willebrord te Katwijk a/d Rijn. Een monopolie-vorming in den meelhandel. Van bevoegde zijde deelt men het volgende mede Voor het uitbreken van den oorlog bestond er hier te lande een aantal meelfabrieken, die tarwe kochten en bloem leverden aan de bak kerij. Daarnaast was er de import van Ame- rikaansche, Duitsche en Belgische bloem. Zoo doende bestond er, zoowel wat het fabriceeren van meel als het bakken van brood aangaat, een scherpe concurrentie. Het waren dan ook alleen de goed geoutilleerde meelfabrieken, die in de meelfabricatie een bestaan konden vinden de minder goed ingerichte en weinig gunstig gelegen fabrieken verdwenen in den loop der jaren. Toen nu de oorlog uitbrak ontstonden er moeilijkheden de fabrieken weigerden onder de veranderde omstandigheden onmiddellijk den bakkerijen het meel voor den gecontracteerden prijs te leveren. Tot goed begrip hiervan diene, dat de bakkerij gewoon was op een leverings termijn van twee manden te koopen, waarop de fabrikanten zich van hun grondstoffen voor zagen: De fabrieken bedongen nu, in plaats van de gecontracteerde f 11.50, prijzen van ongeveer f20. Dit gaf de regeering aanleiding tot ingrijpen een maximumprijs van f 14 werd bepaald. Een en ander had ten gevolge, dat de bak kers de bekende combinatie vormden, met fa brieken te 's-Hertogenbosch, daarna te Middel burg en vervolgens te Rotterdam, zoodat zij thans 1/i k 1/3 van de geheele productie zelf in handen hebben. De combinatie importeer de bovendien Amerikaansch meel. Zij schakelde allen tusschenhandel uit, kocht groote partijen tegelijk en kon daardoor tot veel lager prijzen in haar behoeften voorzien, dan anders mogelijk was geweest. Bovendien keert zij de winst aan de afnemers uit, naar gelang van het aan dezen geleverde aantal baaltjes. Gelijk bekend is, droeg de regeering den in koop van alle tarwe op aan Van Stolk's com missiehandel en den heer Kröller, in weerwil van den tegenstand der importeurs, die gedu rende den oorlog geen verdiensten hadden. Ihans komt deze handel vrij en nu doet zich, aldus deze zegsman, de omstandigheid voor, dat de beide adviseurs der regeering, terwijl zij uog in haar dienst zijn, in combinatie met alle meelfabrieken en met uitsluiting van de N.V. Meelfabrieken der Ned. bakkerij en de (veel kleinere) R. K. Coöperatieve Meelfabriek te Tilburg, den bestaanden toestand trachtten I te bestendigen, hetgeen praktisch hierop neer komt, dat éèn hand inkoopt. Het gevolg daarvan zou zeker zijn, meent onze zegsman, dat de prijs van het brood zal stijgen. Bovendien wil dit monopolie, ten einde alle concurrentie te dooden, de regeering er toe brengen een invoerrecht te gaan heffen op buitenlandsch bloem. Het spreekt vanzelf, dat de coöperaties, die meenen in het algemeen belang werkzaam te zijn, zich met kracht tegen deze plannen zullen verzetten. Ziekenverzorging. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp tot regeling der ziekenverzorging. In de Memorie van toelichting herinnert de Minister van Arbeid er aan, dat Minister Talma indertijd van meening was, dat de verschaffing van behoorlijke geneeskundige verzorging een volksbelang en niet uitsluitend een arbeiders belang is en daarom meende de Ziektewet, welke uitsluitend op de vaste arbeiders in onder nemingen betrekking heeft, niet de geneeskun dige behandeling te moeten regelen. Ook het huidige Kabinet meent vorenbedoeld vraagstuk van dit standpunt te moeten bezien. Voorts stelt de Regeering zich op het stand punt, dat een goede ziekenverzorging niet mo gelijk is, wanneer die zich niet over het geheele gezin uitstrekt. Behoudens enkele geringe afwijkingen ver- eenigt de Regeering zich met de regeling ont worpen door de Staatscommissie van 11 Juni 1919. Wat betreft de vraag of degenen, die behooren tot den kring, voor welken de Staat de ziekenverzorging in het bijzonder gaat steu nen, wettelijk moeten verplicht worden zich geneeskundige behandeling te verzekeren meent de Regeering, dat waar de zeden van een volk ten deze in de goede richting wijzen, de Staat zich van het opleggen eener verplichting kan onthouden. Het ontwerp regelt de ziekenver zorging in den ruimsten zin genomen, doch blijft beperkt tot den zieken mensch, zoodat maatregelen tot voorkoming van ziekten, hoe nuttig en noodig die ook mogen zijn, buiten het kader van het ontwerp vallen. Aangezien in ons land door tal van jaren heen particuliere instellingen, met name ziekenfondsen, voorzien hebben in de verstrekking van geneeskundige hulp aan minvermogenden, ligt het voor de hand, om, indien mogelijk, bij de ziekenverzor ging van dat instituut gebruik te maken. De Staat behoort eerst dan op te treden, wanneer het particulier initiatief tekort schiet. Het ontwerp sluit zich hier dan ook bij een bestaan- den toestand aan. Het aangeboden ontwerp beoogt om aan dat deel van het volk, dat tengevolge van economi sche of andere omstandigheden niet in staat is, zich zelf ingeval van ziekte die verzorging te verschaffen, welke met den stand der weten schap overeenkomt en in het belang van een goede volksgezondheid is op een wijze, die met jzijn financieele draagkracht overeenkomt, een goede geneeskundige behandeling mogelijk te maken. De mogelijkheid wordt gevonden door allerwegen aansluiting bij bepaalde ziekenfond sen open te stellen. Steun aan ziekenfondsen. Daartoe opent de Regeering voor ziekenfond sen, die aan bij of krachtens de wet gestelde voorschriften voldoen, de gelegenheid te wor den toegelaten om in het belang der volksge zondheid we kzaam te zijn. Bij het stellen van eischen, waaraan een be hoorlijk ingericht fonds moet voldoen, staat op den voorgrond een goede ziekenverzorging deze moet zoo ruim en zoo voldoende mogelijk zijn Aangezien evenwel de medische weten schap geregeld vorderingen maakt, schijnt het gewenscht te eischen, waaraan de te verleenen geneeskundige hulp moet voldoen, niet in de wet zelf op te nemen, doch aan een algemeenen maatregel van bestuur ter regeling over te laten. Voorts behooren de belangen van allen, die bij een fonds betrokken zijn, voldoende ge waarborgd te worden mitsdien behoort de wet regelen te stellen ten aanzien van de aanspra ken van de verzekerden tot het fonds en van de aan het fonds verbonden geneesheeren, apo thekers, vroedvrouwen enz. Het ligt in de bedoeling te bepalen, dat naast geneeskundige hulp door huisartsen en specia listen ook ziekenhuisverpleging moet kunnen worden voorgeschreven. Dit beteekent niet, I dat zieken verplicht kunnen worden zich in een ziekenhuis te doen opnemen, doch uitslui tend, dat het fonds waar noodig en mits de patiënt zich wil laten opnemen, hem in een zie- 1 keninrichting moet doen verplegen. Er zal naar gestreefd moeten worden, dat ook 1 voldoende ziekenhuisruimte beschikbaar komt voor verpleging van kinderen van bij de toege- j laten fondsen verzekerden. Ook in dit opzicht valt een tekort te constateeren, dat dringend aanzuivering behoeft. Oprichting van kinder- j ziekeninrichtingen of kinderafdeelingen zal op 1 ruime schaal bevorderd moeten worden. Het is niet de bedoeling, dat aan iedere zie- keninrichting een gebied zal worden aangezien waartoe zij hare werkzaamheid ingevolge deze wet hebben te bepalen. De zekerheid dat de Staat geldelijk steunen zal, zal voor de fondsen en de ziekenhuizen voldoende prikkel zijn om naar de wettelijke vereischten te reconstrueeren. De bijdragen voor de fondsen zullen van dien aard moeten zijn, dat deze bij een niet al te be zwarend premiestelsel op behoorlijke financieele basis kunnen worden beheerd. i Voorts zullen de fondsen een bijdrage ont vangen in de kosten van verpleging van bij hen verzekerde patiënten in toegelaten ziekenin- richtingen. i De ziekeninrichtingen zullen, na de toelating, eene bijdrage ontvangen in de kosten van aan passing hunner inrichting aan de toelating bij de gestelde eischen. De oprichting van nituwe fondsen en ziekeninrichtingen eventueel van deze laatste wordt bevorderd door toeken ning van bijzondere bijd agen. Ingrijpen van overheids wege. Wat betreft het ingrijpen van overheidswege indien het particulier initiatief te kort schiet, meent de minister in verband met den finan- cieelen nood der gemeenten, de regeling der commissie niet in haar geheel te mogen over nemen. Het opleggen aan een gemeente van de verplichting in gaval het particuliere initia tief te kort schiet, zelve de noodige voorzienin gen te treffen, wordt thans beperkt tot voor ziening in de geneeskundige verzorging en strekt zich derhalve niet tot het oprichten van zieken huizen. Controle en Toezicht. Wat ten slotte het toezicht op de naleving van de in of krachtens dit ontwerp op de naleving van de in of krachtens dit ontwerp gegeven voorschriften betreft, deze kan, althans voor zoover dit betreft de toegelaten ziekeninrichtin gen betreft, worden ingeschakeld in het stelsel van de Gezondheidswet. Nu dit ontwerp het verband met de ziektewet geheel loslaat, en de Raden van Arbeid niet bij de uitvoering der onderhavige regeling zijn be trokken, bestaat er ook geen aanleiding meer om de taak van de verrekeningsraden, welke colleges in hoofdzaak tot taak hebben toezicht op de Raden van Arbeid te houden, ten aanzien van de fondsen te bestendigen. Een ander college behoort daarmede eventueel te worden belast. Mocht echter blijken, dat aan een reeds bestaand college bedoeld toezicht opgedragen zou kunnen worden, dan heeft de Regeering de voegdheid van dat college voor het hier bedoelde toezicht gebruik te maken. De strijd, welke jaren lang in ons land bestaan heeft tusschen doktoren en fondsen, zal, naar met grond ge hoopt mag worden, door de invoering van de onderhavige wettelijke regeling voor goed ge ëindigd worden. Het onderhavige ontwerp waakt voor de belangen van allen, die bij het fonds betrokken zijn, derhalve ook voor die van de voor geneesheeren, apothekers enz. Wordt de onderhavige regeling wet, dan behoort de regeling welke thans in de Ziektewet voorkomt ten aanzien van de toegelaten fondsen, daaruit te vervallen. Kosten en Rijksb ij dragen. Ten aanzien van de kosten, die de invoering van de in dit wetsontwerp aangegeven regeling voor de schatkist met zich zal brengen, ligt het in de bedoeling vóór de invoering der wet de aanvankelijk te besteden som vast te stellen. Bij het geven van de nadere uitvoeringsregelen betreffende den aan de ziekenfondsen te verlee nen steun zal dan met het beschikbaar gestelde bedrag zijn te rekenen. Het voornemen bestaat om als Rijksbijdrage in de administratiekosten der toegelaten ziekenfondsen een bedrag uit te keeren van 0.75 per verzekerde. Het meerdere van het toegestane bedrag is dan beschikbaar voor uitkeering van de fondsen ter tegemoet koming in de kosten van bijzondere geneeskun dige behandeling en verpleging in ziekeninrich- gen van bij hen verzekerde patiënten, alsmede voor bijdragen in de oprichtingskosten voor nieuw opgerichte fondsen, voor uitkeering aan de toegelaten ziekeninrichtingen ter bestrijding van de kosten om de inrichting aan de voor de toelating te stellen eischen te doen beantwoor den en voor bijdragen in de bouw- en uitbrei- dingskosten. Ter toelichting van artikelen wordt o.a. nog het volgende opgemerkt. Voorkomen moet worden, dat een ziekenfonds als winstgevend bedrijf gehouden zal worden. Vandaar dat, indien zulks blijkt, de Regeering tot intrekking der toelating moet kunnen overgaan. In ver band met een goede geneeskundige verzorging over geheel Nederland behoort de Kroon de bevoegdheid te hebben aan een fonds een be paald gebied aan te wijzen. Voor al diegenen, die niet kapitaalkrachtig genoeg zijn om zelf in geval van ziekte zich de vereischte hulp te verschaffen, moet de toetre ding tot een fonds openstaan. Vastlegging van de weistandsgrens in de wet komt echter, min der praktisch voor. Een algemeen maximum van 2500 staat echter voor oogen. De zoogenaamde beperkt-vrije artsenkeus is in het ontwerp neergelegd. Alle artsen, die den wensch daartoe te kennen geven, hebben recht zich aan een fonds te verbinden de verzeker den hebben uit die artsen de keuze. De regeling geldt ook voor apothekers en tandartsen. De mogelijkheid is niet uitgesloten dat minder goed ter naam en faam bekend staande doktoren enz. zich aan het fonds wenschen te verbinden. Het fonds moet niet verplicht zijn die personen toe te laten. De belangen van de patiënten worden ge woonlijk door een geneesheer, die het boven matig druk heeft niet naar behooren behartigd. Mitsdien is het noodzakelijk te bepalen, dat ten name van een geneesheer slechts een be paald aantal patiënten mag ingeschreven staan, n het algemeen moet worden aangenomen, dat een getal van 4000 verzekerden wel het maxi- 'dum is, dat ten name van eenzelfde genees heer mag worden ingeschreven. Voor artsen die een aanzienlijke praktijk buiten de fondsen praktijk bezitten, zal een getal van 4000 veel te hoog zijn. In verband met de aan de toegelaten zieken fondsen opgelegde verplichting aan de verze kerden ook ziekenhuisverplegeing te verschaf fen wordt nog medegedeeld, dat ter bestrijding van de kosten van verpleging in ziekeninrich tingen voor een groot deel een bijdrage van hel»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 2