Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
flrafls-OnoevaUenverzekering
T1E01. STOLE,
4381e Jaargang.
Zaterdag 21 Augustus 1920.
De schuldige ontmaskerd.
Handel in Bouwstoffen,
Lewim uit voorraad eo Iriel
fto. 12821.
FEUILLETON.
Lange Haven 85 - Kantoor Westvest 70.
Telefoon 522
Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ2.—, per week 15 cent, franco per
post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels f 1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
bij verlies
van
Mj Ml
levenslange J 11 veilles van
geheele 4 1111 een hand, n
invaliditeit SmU w voet ol oogfellll I IJ mb duim
De verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsehe Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.
bij verliesH
van een
wijsvinger
verlies van
eiken ande
ren vinger
EERSTE BLAD.
Binnenland.
l)e financiën der gemeenten.
In een uitvoerige beschouwing in de Econo-
mische-statistische Berichten" over het crediet
der gemeenten, wijst de heer A. R. Veenstra,
Secretaris der gemeente Amersfoort op de nood
zakelijkheid om te voorkomen, dat de gemeente
raad tot maatregelen besluit, waarvan achteraf
blijkt, dat de daaruit voortvloeiende kosten niet
dan zeer bezwaarlijk kunnen worden gedekt, en
nog erger, dat die maatregelen niet meer teniet
kunnen worden gedaan.
Een drietal maatregelen zijn z.i. noodig
„In de eerste plaats zal de verhouding tus-
schen raad en burgemeester en wethouders
moeten worden gewijzigd. De raad kim en mag
niet meer het lichaam zijn, dat de volle bevoegd
heid heeft ieder oogenbiik en los van de begroo
ting maatregelen van financieelen aard aan te
nemen, die de begrooting en dus de financiën
in de war kunnen sturen. De raad kan niet
bij machte worden geacht de financiën te ken
nen en op elk tijdstip te overzien. Dat kan
hij hoogstens dan, wanneer hij wordt geroepen
de begrooting te behandelen en deze aldus
wordt samengesteld, dat zij een goed vooruit
zicht biedt. Daarom moet de begrooting een
ander karakter krijgen zij moet meer bindend
zijn voor een bepaalde periode, waarbinnen zij
niet dan in bijzondere gevallen wijziging kan
ondergaan en dan nog slechts met inachtneming
van bepaalde voorschriften.
Inde tweede plaats zal daarom de financieele
administratie der gemeentehuishouding naar
een geheel ander begrip moeten worden opge
trokken.
En in de derde plaats en dit houdt ver
band met de beide vorige punten zal hooger
toezicht anders moeten worden geregeld."
Over het aandeel van het Rijk in de opdrij
ving van de gemeentelijke uitgaven, zegt de
heer Veenstra
„Volgens het bepaalde bij art. 144, 3e lid
der Grondwet, nader uitgewerkt in de Gemeen
tewet, zijn de gemeentebesturen, wanneer zulks
wordt verlangd, verplicht te werken aan de
uitvoering van de wetten, algemeene maatrege
len van bestuur enz.
Die medewerking is steeds in niet beschei
den mate van de gemeentebesturen gevraagd.
De bestaande financieele verhouding vindl
daarin mede haar oorzaak en de klacht tegen
haar regeling wordt er door gerechtvaardigd.
Maar, naar mijn gevoelen draagt die „mede
werking" een geheel ander karakter, berust zij
op een geheel andere principe, dan de vele ver
plichtingen, die de laatste jaren op de gemeente
besturen zijn komen te rusten. „Medewerken
tot uitvoering veronderstelt dat de uitvoering
is en blijft bij de hoogere macht, maar dat is
niet het geval, als wordt voorgeschreven, dat
de gemeenten bepaalde zaken ter hand moeten
nemen, bepaalde uitgaven moeten doen. Ik
denk aan het 1/10 van de distributiewet, ver
hoogd door de ongenoemde administratiekos-
Uil hei Engelsch vertaald.
36
Mogelijk zal mijn vermoeden ten slotte nog
bewaarheid worden. Ik begin er meer en meer
aan te twijfelen of die moordgeschiedenis wel
zoo eenvoudig is, als we eerst hebben gemeend
Ik begin er evenzeer ernstig aan te twijfelen of IJ
mijnheer .Harvey de moordenaar wel zijt. Mijn
eerste plicht is nu» naar Parijs terug te gaan
en nog eens de letters op don koffer aan een
nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Ik ben
niet zoo ver in het onderzoeken van hand
schriften, ik zal er daarom een deskundige over
raadplegen. Vanavond reis ik met U mee."
„Het is wel een heel vage veronderstelling
om op voort, te bouwen", zei Philip.
„Dat vind ik niet", was mijn antwoord,
„iemand moet de letters er opgeschreven
hebben, vermoedelijk tusschen Southedn en
Dover. Die man wist alles van den moord af en
wij moeten uitvinden, wie hij is".
ten aan de woningnoodwet, aan de werkloo-
zenverzekering, aan de arbeidsbemiddeling, enz.
enz.
Een voorbeeld op de begrooting dezer ge
meente voor 1920 werden de uitgaven in ver
band met de werkloosheidsverzekering geraamd
op f 7700. De meening bestond, dat die raming
ruim was genomen. Eind Juli kon reeds worden
vastgesteld, dat die uitgaven ten minste 27.000
zullen bedragen, zonder dat het gemeentebe
stuur daarop eenigen invloed heeft.
De hoogere macht heeft daardoor zeggenschap
genomen over het budget van de gemeenten, op
voor deze niet ongevoelige wijze. Daardoor is
een verhouding ontstaan, die voorheen niet
bekend was.
Ook hier geen critiek, maar het constateeren
van een feit, dat recht geeft lot. de meening
indien vast staat, dat de Staat hiertoe het recht
bezit dan heeft de Staat ook mede de verant
woordelijkheid te dragen voor de gevolgen
daarvan. Wel behoeven die gevolgen niet hierin
te bestaan, dat de Staat aandeel in de kosten
draagt hij doet dit deels maar wel hierin,
dat hij de gemeente steunt, bijstaat in het vin
den van de middelen die het verloren evenwicht
moeten terugbrengen.
Uit dit alles kan naar ik meen, deze stelling
worden geformuleerd en verdedigd
het moet wenschelijk worden geacht, dat de
autonomie van de gemeenten zoo weinig me-
gelijk wordt aangetast.
De gewijzigde omstandigheden als een gevolg
van de methode, naar welke de gemeenteraden
worden gekozen, alsmede van de voortdurende
uitbreiding van de taak der gemeente, maken
het wenschelijk zoo niet noodzakelijk, dat de
uitoefening van die autonome macht wordt ge
steund door een deugdelijk financieel beheer
met een financieele controle naar een preventief
stelsel
dat de Staat mede verantwoordelijkheid draagt
voor het budget van de gemeenten."
De vraag of het een algemeen belang is, dat
de gemeenten worden geholpen, dan wel of de
zaak op haar beloop kan worden gelaten, wordt
volgenderwijs door den schrijver beantwoord
„Wanneer de werkelijke oorzaak van de blee-
ningsmoeilijkheden is gelegen in de houding,
die sommige gemeentebesturen ananemen, dan
wordt het gevaar daarvan niet opgeheven, enkel
door te weigeren de gemeenten aan geld te hel
pen. Dan kan het niet anders, of een botsing
moet komen, met als eindpunt den strijd om
de autonomie. De strijd moet naar mijn meening
zoo mogelijk worden voorkomen. Want hij
kan slechts twee gevolgen hebben de auto
nomie blijft toegekend, maar de Staat moet nu
voor de noodige leeningen zorg dragen, of de
autonomie wordt afgenomen en het zelfbestuur
wordt ingevoerd. Wordt niet ingegrepen, dit
is mijn vaste meening, dan zal de strijd vroeger
aanvangen, dan velen misschien vermoeden.
Beide gevolgen acht ik fataal en in strijd met
het algemeen belang.
Maar ook al zien we dit eindresultaat niet,
dan toch zal dit moeten worden erkend is het
oogenbiik daar, dat de gemeenten niet meer
kunnen leenen, dan zal de Staat moeten helpen
HOOFDSTUK XXI.
Nog eens de zwarte koffer
Dienzelfden avond gingen we het Kanaal
over Wij hadden Austin's terugkomst niet af
gewacht Hij was zeker door het eenof andeo op
gehouden want toen het oogenbiik van vertrek
was gekomen, was hij er nog niet. Het leek mij
niet verstandig langer te wachten. De politie
kon Philip ieder oogenbiik overvallen, dus haal
de ik hem over nog die avond met mij mee te gaan
Ik zelf was nu heelemaal onzeker over dit alles
Van den beginne af had ik mijn vermoedens
vastgeknopt aan die letters „P.H.", waarvan
nu bewezen was dat ze Philip Harvey moesten
beduiden, en nu was er geen twijfel meer noodig
of mijn eerste ingeving was juist geweest.
Ik begon mijzelf af te vragen of ik niet van den
aanvang af op een dwaalspoor was geweest.
Ik begon te gelooven, dat mogelijk Philip Har
vey nog totaal onschuldig zou blijken te zijn,
en ik wist niet, wien ik in zijn plaats voor den
schuldige moest houden.
Telkens opnieuw bestudeerde ik die letters,
die ik, bij mij had, of het koffer-etiket, dat ik
dien morgen uit Austin's overjas had gehaald
Hoe kwam dat nu precies daar? Maar wat deed
het, er ook toe! De eenige vraag waar het op aan
kwam was wie de moordenaar was? En nu
van Kalk, Cement, Zand, Grint, Steen
Pannen, Buizen, Tegels en verdere
Bouwmaterialen. 15384 16
geldt
Dat kan niet anders,
óók mijn zooeven
op welke wijze dan ook.
voor dezen toestand
genoemde opvatting.
Daarom, van welken kant ik de zaak bezie,
telkens weer kom ik tot de conclusie, dat het
algemeen belang eischt, dat iets tot oplossing
van de kwestie wordt gedaan dat worde ge
tracht langs kalmen maar zekeren weg naar
een oplossing te zoeken."
—Geen pasvisum noodig.
Volgens een mededeeling van het Luxemburg-
schc consulaat-generaal te Amsterdam is geen
l.uxemburgsch pasvisum zoomede voor het
verblijf in Luxemburg als voor de doorreis door
het Groothertogdom noodig.
Patron aten-subsidie.
Den iaatsten tijd wordt hier en daar de voor
stelling gegeven, alsof de subsidieering der
Patronaten een voldongen feit is, terwijl reeds
«Én .bepaald bedrag genoemd wordt, dat door
de Regeering is uitzicht zou zijn gesteld.
Teneinde mogelijke teleurstelling te voorko
men, achten wij goed op te merken, dat omtrent
de jeugdorganisaties, aan welke geldelijke steun
uit 's Rijks kas zal worden verleend, alsmede
tot welk bedrag dat geschieden zal, tot heden
nog geene beslissing is gevallen.
De Centrale Jeugdraad toch zal eerst daar
omtrent van advies hebben te dienen aan den
Minister, die daarna zal beslissen.
Waar dezer dagen werd bericht, dat de
staatsbegrooting voor 1921 reeds naar den Raad
van State is verzonden, komt 't ons dan ook
het meest waarschijnlijk voor, dat gelden voor
definitieve subsidieering der jeugdorganisaties
niet op de op 21 September a.s. aan te bieden
staatsbegrooting zullen zijn uitgetrokken, doch
pas later bij Suppletoire Begrooting zullen wor
den aangevraagd, nadat de Minister van de
adviezen van den Centralen Jeugdraad heeft
kunnen kennis nemen. (Tijd.)
De expeditie naar Spitsbergen.
Men seint aan de „N. R. Ct." uit Spitsbergen,
dd. 13 Augustus
De eerste hier gebouwde lichter, 30 ton groot,
is van stapel geloopen.
De kolenproductie is grooter dan verwacht
werd. Dezen zomer zullen waarschijnlijk twee
scheepsladingen worden verzonden. De beschik
bare scheepsruimte moet nog worden vergroot
na een week hard werken en oogenschijnlijk
volkomen succes scheen die quaestie verder dan
ooit van een bevredigende oplossing af. We
hadden een ellendige reis. Philip was zenuw-
achtig-overspannen en verbeelde zich overal
spionnen en detectives te zien. Het gelukte mij
niet dan met de grootste moeite te voorkomen
dat hij zich wel aan zes verschillende geheel
argelooze menschen verried, die geen raad zou
den hebben geweten met het geval als hij het
hun had verteld. Tot mijn geruststelling ech
ter merkte ik wel dat niemand nog acht op hem
sloeg, en mijn eenige angst was, dat hijzelf
door zijn houding achterdocht zou wekken en
zoo zijn vervolgers op het spoor brengen. Ik
hoopte vurigdat hij intijds het land uit zou konten
want hoewel ik zelf aan zijn schuld was beginnen
te twijfelen, bleven toch alle feiten tegen hem
geheel van kracht.En dan vroeg ik mijzelf weer
af of ik misschien toch bezig was denwarenschul-
dige te helpen ontvluchten. Ik kon er letterlijk
niet meer uit wijs worden.
In Parijs gekomen, spraken wij af, dat hij
vier en twintig uur rust zou nemen en op zijn
broer wachten, voor wien hij in het hotel te
Dover een haastig opgesteld briefje hadden ach
tergelaten. De vraag was alleen, of Austin wel
op Zondag reizen zou? Ik moet hier nog bijvoegen
dat Philip te Dover voorzichtigheidshalve
door vermeerdering van het aantal lichters en
motorsleepbooten met weinig diepgang.
Alles is wel.
De Servisehe gezant.
Naar wij vernemen, is de Servische gezant
bij het Hof, de heer Miloyevitcb, bestemd tot
gezant te Budapest.
Te 's-Gravenhage is aangekomen de heer
Stanoievitch, laatstelijk eerste secretaris van de
Servische legatie in Rumenië, die tijdens de
afwezigheid van den gezant te 's-Gravenhage
als zaakgelastigde zal optreden en zeer waar
schijnlijk tot opvolger van den heer Miloyevitcb
als gezant bij ons Hof zal worden benoemd.
Drankgebruik.
De Nationale Commissie tegen het Alcoho
lisme heeft, ingevolge het verzoek van den Mi
nister van Arbeid, in zake stijging van drank
gebruik, de vijf landelijke vakcentralen uitge-
noodigd tot een bijeenkomst op 30 Augustus te
Utrecht-
Geen parade.
Te 's-Gravenhage en Amsterdam wordt op
31 Aug. geen parade gehouden, als gevolg van
de geringe sterkte der troepenonderdeelen.
De veepest in Belgie.
De Nederlandsche Bond van Veehandelaren
door den minister van Landbouw uitgenoodigd
mede te helpen, opdat de in België heerschende
runderpest niet ons land binnendringe, heeft tof
dat doel in de Zuidelijke provincies algemeene
vergaderingen belegd, waartoe de bond had uit-
noodigd de veehandelaren en veehouders. Deze
vergaderingen werden deze week gehouden te-
Maastricht, Den Bosch en Goes, waren overdruk
bezocht, en werden ook bijgewoond door de
verschil ende districtsveeartsen. Zonder eenige
voorwaarden zegden alle aanwezigen hun me
dewerking toe aan den Veeartsenijkundigen
Dienst, terwijl men zich moreel verplichtte alles
te doen, eventueel te laten, om te verhinderen
dat de ziekte ons land binnenkomt, terwijl men
verwachtte, dat ook de dagbladen belangheb
benden en vooral de grensbewoners er op zouden
wijzen, welk gevaar men hier loopt en hoe ern
stig de gevolgen zullen zijn a s de ziekte hier
b nnenkonit. Alleen een voortdurende waak
zaamheid en algeheele samenwerking van den
Veterinairen Dienst met de veehandelaren en
de veehouders kan hier ons land voor een ramp
behoeden. De Bond van Veehandelaren heeft
toegezegd, dat hij van zijn kant alles zal aan
wenden, om ons voor die ramp te sparen. Daar
van is den minister van Landbouw telegrafisch
mededee ing gedaan.
W. H. F. baron van Heemstra, f
Uit 's-Gravenhage wordt gemeld, dat aldaar
is overleden de oud-burgemeester van Deventer
W. H. F. baron van Heemstra.
Schriftelijke vragen.
De heer Ter Hall heeft tot den minister van
binnenlandsche zaken de volgende vragen ge
richt
een kaartje voor Londen had gevraagd, terwijl
ik er twee voor Parijs had genomen en al de
bagagewat trouwens niet veel wasop mijn
naam had laten inschrijven.
Bij onze aankomst reden wij dadelijk naar een
stil afgelegen hotel, gedurende welke rit Philip
voortdurend angstig wegdook. Alle moed had
hem begeven. Hij was vreeselijk onder den indruk
van den moord. Zoover ik kon nagaan, geloof
de hij nu werkelijk dat hij den moord begaan had
op de wijze, zooals Austin hem die had beschre
ven, en telkens mompelde hij in zichzelf „De
boeken! de boeken." Het was duidelijk dat hij
de aanwezigheid van die boeken in zijn tante's
kast als het sterkste bewijs van zijn schuld
beschouwde. Ze leken hem althans het sprekend
bewijs dat hij zich niet meer herinneren kon wat
hij gedaan had, dat hij dien Zondagavond in
een waantoestand had verkeerd.
„Onzin," zei ik. „Het bewijst alleen,
zooals er nog zooveel andere bewijzen zijn,
dat de moord dien avond in huis is gebeurd,
en dat het lijk in uw koffer werd gestopt ook
in huis."
„Maar er is toch niemand in huis geweest
dien nacht, dan wij tweeën en de hospita. U
denkt toch niet dat de hospita het gedaan heeft?"
„Dat lijkt mij niet erg waarschijnlijk."
(Wordt vervolgd.)
- - __JIÜMLI