Laat stoomen, verven, wasschen en strijken bij de JE PHOENIX", Telef. No. 15. A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel. 580 '9 A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel. 580 zijn o.m. nog de onderwerpen ontginning tot bosch en kredietverleening. De commissie, waarvan de heer H. L. Lo- vink voorzitter en de heer J. P. van Lonk- huyzen secretaris is, geeft de volgende samen vatting 1. Tengevolge van verschillende guntige om standigheden heeft het ontginningsbedrijf zich in deze eeuw vrij bevredigend ontwikkeld. 2. De ontginning van woesten grond en de stichting van boerderijen is echter niet dermate toegenomen, als in verband met de vermeer dering van de plattelandsbevolking wensche- lijk is. Dientengevolge ontbreekt voor vele jonge landbouwers de gelegenheid zich op een land bouwbedrijf te vestigen. Het tekort aan landbouwbedrijven is vooral de laatste jaren sterk toegenomen, mede door de buitengewone stijging van de bouwkosten. 3. Het is een landsbelang, dat de hoeveelheid voedsel en hout toeneemt en dat jonge land bouwers in staat worden gesteld op een land bouwbedrijf in het onderhoud van hun gezin te voorzien. 4. Daarvoor is het noodig, dat omstandig heden, die het ontginningswerk belemmeren, zooveel mogelijk uit den weg worden geruimd en dat dit werk ook direct van overheidswege gesteund wordt. 5. Indirect kan van overheidswege de ont ginning bevorderd worden door te zorgen voor een betere afwatering, den aanleg van verkeers wegen en een doelmatige verkaveling van ver snipperde gronden direct door het beschikbaar stellen van grond, het verstrekken van voor schotten en kredieten en het geven van voor lichting. Vervolging tegen de stakers bij P. en T. Het persbureau Vaz Dias meldt uit Amster dam Over het doorzetten van eene rechtsvervol ging tegen de stakers bij de Posterijen en Te legrafie heerscht nog eenige onzekerheid. Wel is, naar wij vernemen, het politioneel onderzoek in gang, doch hierbij stuit men op de groote moeilijkheden, daar het ondoenlijk is, alle 1600 stakers binnen afzienbaren tijd te vervolgen. De politie die zich met deze taak belast ziet, zal trachten het eerst tegen hen, die bijzonder aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het uitbreken der staking, op te treden. wacht, dat het binnenkort mogelijk zal zijn, groote voorraden kleedingstoffen van goede kwa liteit tegen verlaagde standaardprijzen op de markt te brengen, terwijl men zich voorstelt, dat met bouwmaterialen, onder- en bovenklee- ding, gebreide goederen en schoeisel hetzelfde het geval zal zijn. Eindelijk, om dit te hooi en. te gras bijeengebrachte lijstje van voorbeelden te sluiten, wijst ook de verklaring van „den Nederlandschen minister van Arbeid omtrent de zware concurrentie, waaraan de Nederland- sche metaalindustrie uit het buitenland bloot staat, zeker niet alleen óp een valuta-oorzaak, maar tevens op een zinken van de wereldprijz.en in dezen geheelen tak van nijverheid". De Nederïandsche consument heeft intus- schen gemerkt, dat hij van al die dalingen niets merkt en dat b.v. brood, suiker en boter nog pas weer in prijs zijn verhoogd. Groot verlof. De manschappen der lichting 1920, .voor- jaarsploeg, worden 30 November a.s. in hef genot van groot verlof gesteld. Oud-Minister Staal overleden. In den ouderdom van 75 jaren is te 's-Gra- venhage overleden de oud-Minister van Oorlog, de gepensioneerde luitenant-generaal H. P. Staal, lid der Eerste Kamer. Voorkoming van frauduleuze kaasuitvoer. De minister van Financiën, overwegende, dat het ter beteugeling van de uitvoerfraude wen- schelijk is, dat vervoer van kaas op alle Zeeuwsche stroomen aan de verplichting tot dekking door binnenlandsch paspoort te onder werpen, behoudens de bestaande bevoegdheid van de inspecteurs der directe belastingen, in voerrechten en accijnzen tot het verleenen van ontheffing daarvan het volgende bepaald In artikel 1, letter G, der wet van 31 Dec. 1815, wordt na onderdeel II ingevoegd „Ilbis. op de niet onder I of II vallende Zeeuwsche stroomen en de daarmede recht streeks in verbinding staande binnenwateren en havens, met inbegrip van de buitendijks ge legen schorren en slikken alle ten uitvoer verboden goederen en mar- gariue, met uitzondering van lo. kaas 2o. andere ten uitvoer verboden goederen en margarine, bij vervoer op aanlegplaatsen van scheepvaartondernemingen, tenzij op redelijke gronden kan worden aangenomen, dat geen vervoer met frauduleuze oogmerken plaats vindt." Deze beschikking treedt in werking met in gang van 25 October 1920. Prijsdaling. Het opmerkelijke feit doet zich voor, dat wij hier te lande nog maar weinig merken van een prijsdaling der verbruiksartikelen. En toch dalen de prijzen op de wereldmarkt, hetzij omdat de legers minder productie verslinden of door dien de productie weer iets toeneemt en mis-, schien wel om beide oorzaken tegelijk. In „HaiF delsbelangen" wordt de prijsdaling geconsta teerd als een onmiskenbaar feit. „De wereldmarktprijs van de geraffineerde suilrer, zegt het blad, is in enkele weken ge daald van 160 tot 90 gulden per 100 kilo. De prijzen der scheepsvrachten zijn aan het dalen gegaan, nu de wereldtonnage die van vóór den oorlog door den kolossalen aanbouw weer verre overtreft.In Frankrijk wordt een daling der ijzer- prijzen (half-produkten, rails, balken) met 20 pCt. gemeld. Een der grootste Parijsche auto mobielenfirma's heeft haar prijzen met 1520 pCt. verlaagd. De papierprijzen, die op 1 Oct. nog van 59 opZ65 gulden gestegen waren, zullen volgens de aangeboden ontwerp-overeenkomsten met 1 Januari tot 50 gulden dalen, welk peil zij tot 1 Mei zullen behouden. Voor den wereld- tarweprijs is door de gunstige oogstberichten de toestand zóódanig, dat in Engeland voor het eerst sedert 1917 de regeering den toeslag op het brood zal kunnen intrekken, zonder dat de broodprijs stijgt, gelijk de voedselcontroleur aankondigde. Eveneens in Engeland wordt ver- De Bioscopen. Verschenen is liet, verslag der staatscommis sie inzake maatregelen ter bestrijding van het zedelijk en maatschappelijk gevaar aan bios coop-voorstellingen verbonden. Nadat de comm. haar werkzaamheden had aangevangen, werd allereerst besloten, dat zij hare besprekingen zou voeren aan de hand van de volgende vraagpun ten, welke de voorzitter had opgesteld: lo. Wat zijn de oorzaken van het bioscoop gevaar 2o Moet het bioscoopsbedrijf in het algemeen vrij zijn, of aan voorwaarden gebonden In het laatste geval, moet er keuring van de films plaats hebben, alleen voor kinderen of ook voor volwassenen 3o. Wanneer de keuring gewenscht is, moet dan de maatstaf zijn, of de films toelaatbaar zijn of dat zij ook geschikt zijn 4o. Moet er eventueel een centrale, dus een rijkskeuring komen Zoo ja, moet deze beslis send zijn, of moet daarnaast nog gemeente lijke keuring blijven staan 5o. Moet de (rijks)keuring eventueel geschie den door ambtenaren of door commissiën 6o. Moet van overheidswege ook rekening worden gehouden met particuliere vereeni- gingen op bioscoopgebied, b.v. door het verstrek ken van subsidie aan zulke vereenigingen Aan de besprekingen over deze vragen wer den verschillende vergaderingen gewijd Daarna heeft de commissie een subcommisie benoemd, bestaande uit den voorzitter en de heeren mrs. Van Dijck en Treussart en Ridder van Rappard om de resultaten van de gehouden vergadering in een voorontwerp van wet te belichamen. De commissie heeft in e n bij het ontwerp ge voegde memorie van toelichting haar standpunt ten aanzien van de verschil ende vragen, die zich bij het haar ter onderzoek opgedragen vraagstuk kunnen voordoen, uiteengezet. Ofschoon aanvankelijk de meeningen der leden op verschil ende punten uiteen iepen, werd tenslotte over de voornaams e quaesties overeenstemming bereikt. Slechts*één lid meende gebruik te moeten maken van het recht, zijn afwijkende meening in een afzonderlijke nota te belichamen, daar hij op hoofdzaken zich met het standpunt der commissie niet kon vereeni gen.. Van het recht, aan de commissie toegekend, zich door deskundigen te laten voorlichten, heeft de subcommissie gebruik gemaakt om zich op de hoogte te stellen van de organisatie van het bioscoopbedrijf, hier te lande. De commissie heeft de resultaten van de door de sub-commissie op dit punt verkregen in lichtingen in een kort overzicht samengevat en dit overzicht als bijlage bij haar verslag gevoegd. Tevens zijn bij bedoeld overzicht gevoegd een kort résumé, van eenige der meest gebrui kelijke bepalingen in plaatselijke bioscoopver- orden ngen, alsmede een'ge bijzonderheden uit de praktijk der gemeentelijke keurings commissie. Voorts heeft de commissie eenige circulai res rondgezonden, waarvan de eerste werd gericht tot al diegenen, die geacht mochten wor den met den inv oed der bioscoop, speciaal op het gemoed van jeugdige personen, van nabij bekend te zijn een tweede werd gericht tot de hoofdinspecteurs en inspeel eurs van de gezondheid en alle schoolartsen. Op de eerste circulaire kwamen tal van min of meer belang rijke antwoorden in de tweede circulaire daar entegen leverde geen resultaat op. Een derde circulaire werd rondgezonden aan ong veer 200 bioscoopexploitanten en ongeveer 25 vooraanstaande mannen op kunst- en to neelgebied, waarin hun gevoelen werd gevraagd over de vijf als leidraad voor de besprekingen door de commissie opgestelde vragen. De ingekomen antwoorden liepen zeer uiteen. Vrij algemeen werd door de bioscoophouders een rijkskeuring van films verlangd, door de meeste alleen voor kinderen. In de memorie van toe lichting tot het wetsontwerp wordt er op ge wezen, dat de overheidstaak hier een andere is voor volwassenen dan voor nietvoleassenen. Tegenover laatsgenoemden heeft de overheid bij de bestrijding van het bioscoopgevaar eei^ bijzondere roeping te vervullen Juist bij de jeugd wordt gewezen op stijging in de crimina- litiet welke met den invloed van het moderne bioscoopwezen in verband wordt gebracht. Een ten deze door de staatscommisie in gestelde enquete bij tal van personen, die op dit geb ed deskundig mogen worden geacht, bracht aan het licht, dat tal van misdrijven, gepleegd door-jeugdigen van jaren ep, daaronder in het bijzonder vermogensdelicten met bios coopbezoek in enger of verder verwijderd ver band stonden. Daarbij speelde vooral een rol, de zucht, om zich de middelen te verschaffen naar de bioscoop te gaanbioscopen en siga- r tten bleken een ongeveer gelijke bekoring op het gemoed van den jeugdigen delingent uit te oefenen -in mindere mate ook de zucht tot navolging van het op het doek vertoonde. De vraag is nu, welke maatregelen de Over heid te treffen heeft.Allereerst zou kunnen wor den gedacht aan een absoluut verb d van bios coopbezoek voor alle personen beneden zekeren leeftijd (b.v.18 jaren), waardoor het thans reeds in enkele gemeenten bestaande plaatselijk ver bod zou worden uitgebreid over het geheele land. Tegen een dergelijk absoluut verbod ware echter reeds dadelijk dit bezwaar aan te voe ren, dat het bij algemeene geldigheid voor het geheele land de gedachte zou impliceeren, dat de Overheid filmvertooningen voor de jeugd op zich zelve afkeurde, terwijl deze laatste toch haar recht op bestaan wel voldoende bewezen. Zoowel voor instructieve als ontspannings doeleinden is de bioscoop langzamerhand in een behoefte voor de jeugd gaan voorzien en het zou zeker niet gewenscht zijn haar de plaats, die zij zich in dit opz'cht heeft verworven, door een maatregel van boven af weder te ontnemen. Bovendien zou een der gelijk verbod indruischen tegen ons volkskarak ter het zou zonder grond een odium leggen op de bioscoopvoorstellingen als zoodanig en ten slotte op groote schaal worden ontdoken. Waar derhalve bij de bestrijding van het bioscoopkwaad van overheidswege een abso luut verbod van bioscoopbezoek voor niet- volwassenen niet in aanmerking komt, beveelt zich vanzelve aan een centrale keuring van Rijkswege van alle voor openbare vertooning van niet-volwassenen bestemde films. De staat kiest hierbij eenvoudig een vorm van controle, die reeds in verschillende gemeenten gebruikelijk is. Met een keuring voor niet-volwassenen, waar toe de gemeentelijke bemoeiing zich tot nu toe beperkt, kan echter niet worden volstaan. Daarvoor zit in de films te veel „Schund"-. De preventieve controle, welke den burgemeester krachtens art. 188 der Gemeentewet is opge dragen, is ontoereikend voor de zeer ingewik kelde en omvangrijke taak, die haar voor het bioscoopwezen zou moeten worden gesteld, nog afgezien daarvan dat deze controle in het algemeen ook weinig krachtig is, daar zij niet den regel bepaalt tot een wering van exces sen. En het bioscoopkwaad openbaart zich juist niet zoozeer in excessen doch vooral in die nuanceeringen, die -buiten het bereik van het Strafwethoek vallen.Ook de films, bestemd voor openbare vertooningen aan volwasse nen, dienen dus van overheidswege gekeurd te worden. Bij d regeling van een centrale keuring, zoowel voor volwassenen als niet-volwasse nen, doen zich reeds dadelijk drie hoofdvragen voor lo. Dient deze keuring beslissend te zijn, of moet daarnaast ook gelegenheid blijven voor gemeentelijke nakeuring 2o. Door wie zal de keuring geschieden, door ambtenaren of door eene commissie 3o. Welke maatstaf dient bij de keuring t, w rden aangelegd Naast een contrölekeuring van rijkswege nog een gemeentelijke keuring toe te laten ware naar de meening der Commissie niet aan te bevelen Bij het aanwijzen van het een met de centrale keuring te belasten orgaan staat men voor het alternatiefambtenaar of commissie. De keuze dient hier te vallen op een commissie. - (Wordt vervolgdq Ingezonden Mededeelingen. Madeira Selected Dry, Fernando Brothers, Oporto. van het Schiedamsch Drankweer Comité om toekenning van een subsidie voor het jaar 1921. Voorstel tot uitgifte in erfpacht aan de 12. N. V. „Excelsior" van een perceel grond aan baar terrein aan den Buitenhavenweg. 13. Voorstel tot toekenning van een gra tificatie aan den magazijnmeester van het Al gemeen Handels Entrepot. Gemeente-begrooting voor 1921. B. en W. hebben den Raad aangeboden de ontwerpbegrooting voor 1921. De aanbieding dezer begrooting is vertraagd door de invoering van de commercieele boek houding voor verschillende diensten en instel lingen, waarvoor bedrijfsbegrootingen moesten worden opgemaakt, tengevolge waarvan de ge- meentebegrooting niet eerder kon worden opge maakt. Wij achten het gewenscht, naast de gebrui kelijke toelichting bij de posten der begrooting, U een overzicht te geven van de voornaamste verschillen tusschen de begrooting voor 1920 en die voor 1921. Inkomsten: Volgnos. 1 en 2. Vermoedelijk bafig saldo dienst 1920. Het kohier der Inkomstenbelas ting 1919/'20 bedroeg892.035,75 Hiervan had de dienst 1919 de helft moeten ontvangen, dat is - 446.017,875 Door late betalingen werd slechts ontvangen.- 174.356,426 COGNAC, -Girard Co. Tonnay Charente. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gemeenteraad. Op de agenda voor de openbare vergadering van den Gemeenteraad op Vrijdag 22 October, des n.m. 2 uur, staan o.a. de volgende voorstel len 1Onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw benoemd lid van den Gemeenteraad, den heer A. P. S. Swartjes. 2. Wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1920. 3. Samenstelling van een Commissie van Advies, die ten doel heeft B. en W. voor te lichten omtrent de toelating van ondernemers tot den bouw volgens de Algemeene Regeling betreffende het verleenen van financieelen steun voor den bouw van middenstandswoningen. 4. Behandeling van de motie van het raads lid, den heer T. Slavenburg, inzake de vesti ging van Rijksinstellingen in deze gemeente. 5. Beantwoording van het verzoek vali het lid van den Gemeenteraad, den heer H. G. Matthijssen, om bij de Regeering op prijsdaling der levensmiddelen aan te dringen. 6. Herziening der Verordening, houdende bepalingen voor de levering van electriciteit. 7. Vaststelling van de Verordening op den verkoop van Argentijnsch vleesch. 8. Voorstel tot verhooging der salarissen van den directeur en den keurmeester van den Gemeentelijken Keuringsdienst en wijziging van het contract met den heer F. H. Backer. 9. Vaststelling van het vermenigvuldigings- cijfer van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen voor den dienst 1920. 10. Advies van B. en W. op het verzoek van de afdeeling Schiedam van de Nat. Vereeni- ging voor den Volkszang om een subsidie voor haar werk gedurende het vereenigingsjaar 1920- 1921. 11. Advies van B. en W. op het verzoek Zoodat voor den dienst 1919 nog is te ontvangen271.661,45 Was dit bedrag ontvangen, dan zou het ba tig saldo van den dienst 1919 ad 6.197,38 met 271.661,45 zijn verhoogd. Daar nu de ontvangst van laatstgenoemd bedrag in 1920 zal geschieden, behoort op dien dienst een beschikking te worden genomen op het vermoedelijk batig saldo, ten behoeve van den dienst 1921. Wanneer nog rekening wordt gehouden met de nonvaleurs over het belastingjaar 1919/'20 en nog te doene betalingen wegens in 1919 niet aangeboden obligatiën en coupons, begroot op 21.661,45, dan kan het vermoedelijk batig saldo van den dienst 1919 worden geraamd op 250.000.— Zooals wij reeds in ons voorstel dd. 9 April 1920, Afd. Belastingen no. 30, tot vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer voor 1920 mededeelden (gedrukte bijlagen no. 11a, bldz. 75), behoort dit saldo aan den dienst 1921 ten goede te komen. Wij schreven daar (zie bldz. 75 van bijlage 11a van 1920) „Het heeft ons getroffen, dat in het voor stel der raadsleden de toestand in 1920 zoo on gunstig is afgeteekend. „Dit komt niet overeen met onze beschou wingen bij de aanbieding dier begrooting zie bijl. 40 van 1919 „Wij wezen er daar op blz. 280 dat „niet geregeld op een saldo van den vroege- „ren dienst van 118.000.kan worden ge rekend, als waarmede deze begrooting (d.i. de „begrooting 1920) opende. „Ook pverd er door ons de aandacht op ge- „vestigd, dat op die begrooting is gebracht een „bedrag van 66.013.64 wegens restitutie van I „aflossingen voor het Grondbedrijf over vroe- „gere jaren, een ontvangst voor eenmaal, die in „volgende jaren niet weder terugkomt. I „Ons inzicht omtrent 1920 is dus, dat er j „thans eenerzijds geen reden is om het een „eventueel saldo van '19, dat volgens den ge wonen weg aan '21 toekomt, ten goede te doen „komen, anderzijds enz." Waar het 'dienstjaar 1920 alzoo reeds een belangrijk bedrag ontving en het in verband met de wederinvoering van het belastingjaar MeiMei, de volle opbrengst van het kohier 1920/'21 der Inkomstenbelasting ontvangt, zijn wij met de Financieele Commissie van oor deel, dat het niet met een goed financieel be leid is overeen te brengen om nu nog eens voor den dienst 1920hetsaldo vanhet dienstjaar 1919, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, te bestemmen. Huur van huizen en andere gebouwen. Als gevolg van de voor het Woningbedrijf ingevoerde commercieele boekhouding is de ontvangst wegens huur van huizen uit de be grooting gelicht en overgebracht naar de af zonderlijke begrooting van het Woningbedrijf. De uitgaven wegens rente, aandeel in de af lossingen, belastingen enz., zijn onder de ont vangsten onder hoofdstuk III, afdeeling 2 ver meld. De nadeelige saldi van de bedrijven, dien sten en instellingen zijn onder hoofdstuk VI der uitgaven opgenomen. Volgno. 11. Secretarie-leges en rechten van den Burgerlijken Stand. Een wijziging der verordening tot heffing van legesgelden is in voorbereiding. In ver band daarmede is een rond 1600.geraamd. Volgno. 13. Haven-, pontgelden. De toename van het scheepvaartverkeer, als- hoogere ontvangst van brug-, sluis-, kade- en I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 6