Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
firatis-Ongevallenverzekeriog
43sle Jaargang.
Zaterdag 23 October 1920.
12870
w»u« t» mn #100 ™,,m
ALMA.
flaiide! ia Bouwstoffen,
Leverin/r uit voorraai en fabriek
f42„ut„ke Sd,Sbo,en„35rt'3 «f
hand, /Ii|| I llfff
voel of oog j £o U IJ 00 i J |J een duim
Do v»»zek.rlng w.rdt gewaarborgd dooi de H*II.B;,.h. AI,tmMH, Vtrzek.llg„fcMk t. SMtémnkm
Lange Haven 85 - Kantoor Westvest 70.
Telefoon 522
Bnrean: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus- 39.
Abonnementen per 3 maanden f2—, per week 15 cent, franco per
post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
t(mgezonden>.nditiën herhaaldeliJk «dverteeren. Tarieven "worden opTan^ê
Incassokosten worden berekend.
*5
levenslang*
geheel*
Invalidity:
Dit nummer bestaat uit twee bladen
en een Geïllustreerd Zondagsblad.
Binnenland.
Het oordeel der Economisten over het
duurte-cijfer.
Wij hebben dezer dagen verschillende bij
zonderheden medegedeeld uit het rapport der
Staatscommissie tot het instellen van een on
derzoek naar de bezoldiging van burgemeesters,
ambtenaren en werklieden in dienst der gemeen
ten. In aansluiting daaraan kunne wij nog mede-
deelen, dat door de Staatcommissie aan verschil
lende economisten antwoord is gevraagd óp de
volgende drie vragen
le. In hoeverre beheerschen de Engelsche
groothandelsprijzen de groothandelsprijzen
hier te lande
2e. Welk verband bestaat er tusschen het
verloop van de kosten van levensonderhoud en
dat der groothandelsprijzen hier te lande, even
tueel ook met dat, uitgedrukt in de Engelsche
indexcijfers
3e. Welke waarde is te dezer zake te hechten
aan de cijfers van het Amsterdamsch Statis
tisch Bureau ten opzichte van het levensonder
houd
Antwoord kwam binnen van de heeren prof.
Bruins, prof. Verrijn Stuart, mr. Methorst, F.
M. Wibaut en D. Keesing.
De adviezen dezer economisten zijn in een bij
lage aan het rapport der Staatscommissie toe
gevoegd.
Prof. Mr. G. W. J.Bruins zegt, datin nor
male tijden het indexcijfer van de „Economist"
evenals dat van de „Statistist" en enkele an
dere op soortgelijke basis berekende index
cijfers inderdaad geacht worden op voldoend
nauwkeurige wijze den algemeenen loop der
groothandelsprijzen in de wereld te weerspie
gelen en dus ook voor ons land te gelden. De
gevoeligheid echter, waarmede in normale tij
den de verschillende centra, die aan het we
reldverkeer deel hebben, reageeren op inter
nationale prijsverschuivingen, is thans belang
rijk geringer. Hooge vrachten en Regeerings-
ingrijpen kunnen leiden tot belangrijke, vroe
ger ongekende verschillen. Daarnaast be
hoort, wil men voor ons land aan de Engel
sche cijfers waarde hechten, in ieder geval een
verrekening plaats te vinden in verband met
den loop der wisselkoersen.
Tusschen den loop der groothandelsprijzen
en de koersen van levensonderhoud is een ze
ker algemeen verband uiteraard niet te ont
kennen. Echter wanneer het gaat om een
cijfermatige uitdrukking van de stijging van
bij verliet
van een
wqsvinger
bg
verliet vnn
eiken ande
ren vinger
Maar lieve hemelnu huilt ze alweer.
Wat zou haar toch schelen zeide mevrouw Mar
tinus, terwijl zij bezig was haar groote reti
cule met boeken en een breikous te vullen.
Met een zucht verliet de eenigszins corpulente
dame daarop het huis, na nog een half geëer-
gerden, half medelijdenden blik, te hebben
geworpen op haar nichtje, dat met roodge
weende oogen voor het venster stond en onver
schillig keek naar hare tante, die naar een kof-
fiekransje ging. Zij had er daarvan vijf in de
week. Onderweg ontmoette mevrouw Martinus
de kleine juffrouw Geiger, die hetzelfde voorne
men had als haar deftige vriendin. Stel het
toch eens voor, liefste, zeide mevrouw Martinus,
op bedrukten toon tot de juf fro uw,sedert giste
ren weent mijn nicht Edith onophoudelijk,
ze eet niet, ze spreekt niet en loopt maar in den
ronde,
Heimwee kan het toch niet zijn, want ge
durende devier weken dat Edith bij ons geweest
is, was ze altijd zoo vroolijk als een hoentje
en trouwens, ze kan immers naar huis terug-
keeren als ze wil.
Misschien heeft zij liefdeleed, fluisterde
de juffrouw.
Liefdeleed, och watbromde de oudere
dame. U zoekt ook overal liefdeleed achter.
Dat komt alleen omdat u nooit gehuwd bent ge
weest ik verzeker u,als u een man had gehad
zooals ik, dan zouden de liefdesgedachten u
wel uit het hoofd zijn gegaan. En waar zou mijn
nicht nu opeens liefdeleed vandaan halen
Wel wie weet wat voor dwaasheden zij zich
in het hoofd heeft gehaald, ze is zoo verschrik
kelijk gek.
—Gisteren vroeg ze mij of ik iemand kende, die
de kosten van levensonderhoud, kan op de
c ij f e r s van den groothandelsindex stellig
geen beroep worden voldaan.
Het cijfer van het Amsterdamsche Bureau
mag, volgens prof. Bruins, beschouwd worden
als een ernstige en geslaagde poging de alge-
meenc kosten van levensonderhoud voor de
middengroepen der arbeidende klasse te Am
sterdam tot uitdrukking te brengen. Alles
samen genomen, ziet prof. Bruins geen bezwaar
alleen op het Amsterdamsche cijfer af te gaan.
Prof. V e r r ij n Stuart is van meening,
dat het antwoord op de beide eerste vragen
een omvangrijk vergelijkend onderzoek zou
vereischen, waarvoor hem ten eenenmale de
tijd ontbrak. Hij verwijst voor dat onderzoek
naar het Centraal Bureau voor de Statistiek
of het Amsterdamsch Bureau.
De cijfers door 't A'damsche Statistisch Bureau
nopens de prijzen der levensmiddelen verza
meld, komën prof. Verrijn Stuart voor, met veel
zorg te zijn bijeengebracht en bewerkt. Hij
vestigt er echter de aandacht op, dat aan deze
cijfers echter slechts de opgaven voor 20 ar
beidersgezinnen ten grondslag gelegd zijn. Bo
vendien zijn verschillen geconstateerd in de
levenswijze der bevolking, zelfs van twee
groote steden als Rotterdam en Den Haag. Een
ander maakt het, volgens hem, niet onbeden
kelijk uit de Amsterdamsche cijfers ook voor
andere plaatsen geldende conclusies te willen
trekken. Het schrijven van prof. Verrijn Stuart
wordt besloten met een ongevraagd advies om
trent de principieele vraag nopens de aanpas
sing van de geldloonen, aan den loop der prij-
sen van artikelen van algemeen gebruik. Waar
de tegenwoordige prijsstijging ten deele van
gelddepredicatie de uitdrukking, ten deele van
toegenomen schaarschte het gevolg is, zal de
Nijging van de feldinkomens niet aan de prijs
stijging evenredig moeten zijn, doch daarbij ten
achter moeten bijven. Dat deel der prijsstijging
hetgwelk van meerdere schaarschte het gevolg
is, kan enkel door toeneming van de voort
brenging worden verholpen.
Mr. H. W. Methorst merkte op, dat' de
gegevens, die nauwkeurig aangeven in welke
mate de kosten van het levensonderhoud se
dert 1911 zijn gestegen, voor Nederland ont
breken. De eenige gegevens, die ter beschik
king staan, zijn de index-cijfers van het Amster
damsch Statistisch Bureau, berekend vol
gens een methode, die, volgens mr. Methorst
alleszins betrouwbaar is.
Aan de Engelsche Indexcijfers is, naar de
meening van mr. Methorst het bezwaar ver
bonden, dat de berekening slechts loopt over
een beperkt(44J, hoewel met zorg gekozen ar
tikelen, terwijl bij de berekening geen rekening
Alma heet. Natuurlijk zeide ik mijne vriendin
de ontvangersvrouw.
En weet u wat dat domme nest me toen ant
woordde Och, neen, zoo'n oude bedoel ik
niet.
Verschrikkelijk, fluisterde juffrouw Gei
ger.
Ja, dat heb ik haar ook gezegd en ik be
weerde nog dat er Alma's genoeg in de wereld
zijn, dat de jongste dochter van prof. Helm-
rich ook Alma heet en toen werd het kind rood
tot achter haar oogen, stond op en liep huilend
de kamer uit. Wat zegt u daar nu van
Het kleine juffertje zeide heelemaal niets
zij zag slechts met haar groote blauwe oogen
medelijdend haar vriendin aan eii later vertel
de ze onder de koffie aan haar vriendinnen van
het nichtje van mevrouw Martinus, dat was.
en daarbij wees ze beteekenisvol met den vinger
naar het voorhoofd.
Terwijl tante onder het genot van koffie en
koek in den kring harervriendinnen hetweenende
nichtje trachtte tevergeten zatEdithindenruimen
ouderwetschen tuin, die rondom het kleine
huis van haar tante was aangelegdmet
lagen haar handen in den schoot, zij droomde,
droomde met open oogen dezen stillen zoelen
zomerdag een sprookje, zooals dwaze, jonge
men schen zoo gaarne droomen.
Sedert gisteren geleek het alsof het sprookje
dat tot dien dag zoo mooi was geweest, eindigde
in een donkeren somberen weg. De held van dat
sprookjewaswel geen prins op een huppelend ros
geweest, doch een student, wien, in bereikbare
nabijheid, de doctorstitel reeds toelachte. En
een doktor heeft in zoo'n vroolijk verhaal altijd
een doktersvrouw en een gezellig tehuis noo-
dig en hoe het er daarbinnen uit moest zien
dat wist Edith Martinus al heel nauwkeurig.'
Vier weken geleden had het jonge meisje
wordt gehouden met de mate van verbruik
Wel bevatten deze cijfers zonder twijfel sympto
matische waarde voor de kennis van de objec
tieve koopkracht van het geld, doch als graad
meter voor de stijging van de kosten van het
levensonderhoud van gezinnen met beperkte inko
'mens zijn zij minder bruikbaar.
In hoeverre de Engelsche groothandelsprij
zen de groothandelsprijzen hier te lande be
heerschen, waarbij uiteraard dan nog tekening
te houden is met de wisselkoersen, is bij de on
volledigheid van de Nederlandsche Statistiek,
volgens mr. Methorst, niet na te gaan. Evenmin
is met eenige nauwkeurigheid te beantwoorden
de vraag, welk verband er bestaat tusschen
het verloop van de kosten van levensonder
houd en dat der groothandelsprijzen hier te
lande.
De heer F. M. Wibaut heeft een grafische
voorstelling doen maken, waarop 4 lijnen zijn
te vinden 1 en 2 de Engelsche groothandels
prijzen volgens de indexcijfers van de „Econo
mist", a. het Pond Sterling gerekend tegen
den normalen koers van 12 gulden, b. gere
kend tegen den werkelijken koers van op het
tijdstip der vergelijking.
3. De indexcijfers van kleinhandelsprijzen
van levensbehoeften te Amsterdam van de
centrale commissie voof de Statistiek.
4. De cijfers van de kosten van levensonder
houd van het Amsterdamsch Statistisch Bureau
aan de hand der arbeidersbudgetten.
In zijn toelichting der grafische voor
stelling merkt de heer Wibaut op, dat uit deze
grafische voorstelling blijkt, dat het een groo
te fout zou zijn te zeggen dat de kosten van het
levensonderhoud in Nederland geheel beheerscht
worden door de Engelsche groothandelsprij
zen met name de indexcijfers van de „Econo
mist". Van den anderen kant staat vast,
dat er verband tusschen deze twee prijzen be
staat, Dezelfde oorzaken, die op de Engelsche
groothandelsprijzen in het bijzonder van voe
dingsmiddelen, invloed hebben, oefenen dezen
invloed ook op de groothandelsprijzen van voe
dingsmiddelen in Nederland uit en langs dien
weg ook op de kleinhandelsprijzen, en dus op
de kosten van het levensonderhoud. De betee-
kenis van deze verhouding treedt volgens de
meening van den heer Wibaut, in de grafische
voorstelling, zeer goed aan het licht.
Wat nu vraag 3 betreft, de heer Wibaut is van
oordeel, dat de cijfers van het Amsterdamsch
Statistisch Bureau, dat op den voet van de
arbeidersbudgets de kosten van levensonderhoud
uitdrukt, de best beschikbare maatstaf aan de
hand doet voor het volgen dezer beweging.
De heer D. Keesing constateert, dat in
normale tijden in het algemeen een nauw ver-
van Kalk, Cement, Zand, Grint, Stéen
Pannen, Buizen, Tegels en verdere
Bouwmaterialen. 15384 ia
het landgoed van haarvader met het huis van
tante verwisseld en weldra was van alles wat
de stad te zien gaf haar het beste bevallen een
zekere student, die bij haar tante inwoonde.
Merkwaardig dikwijls was Editq op haar wande
ling Meinhardt Lork tegengekomen en tante
was in de-wolken dat haar huurder zoo dikwijls
naar den staat harer gezondheid kwam infor-
meeren. Ach, en nu was plotseling in Edith's
schoone sprookje _de booze fee verschenen en
had alle heldere toekomstbeelden met den
gelen sluier der jalousie bedekt.
Alma, zuCntte het blonde meisje en pluk
te een bloem uit elkaar.
Daar kwam op het breede met geschoren
boompjes afgezette middenpad een bevallig
in het wit gekleede jonge dame aan die reeds
van uit de verte met haar parasol zwaaide
en vroeg
Is tante uit
Edith Martinus knikte, stom, met het hoofd
en zag verdrietig naar het naderende meisje.
—Wel Edith, liefste, wat scheelt er aan, je
zieter uit als een kat die in den regenbak ge
vallen is.
De vroolijke opmerking en het gulle gelach
waarvan ze vergezeld ging, konden Edith slechts
een flauw lachje ontlokken en terwijl ze het kopje
langzaam naar beneden boog, zeide ze met
een matte stem
Niets.
—Niets nu, hoor eens, dat kan me niemand
wijsmaken, niets .zeg me nu maar eens dade
lijk wat dat „niets" is.
Laura Henzen, de vriendin en vertrouw
de van Edith, ging naast deze zitten en zag
haar zóó onderzoekend en tevens met zoo'n
recht medelijden aan, dat Edith de oogen neer- i
sloeg, plotseling in snikken uitbarstte en riep 1
Ach ik ben zoo ongelukkig, ik wou dat ik
band bestaat tusschen de Engelsche groothan
delsprijzen en de groothandelsprijzen hier te
lande en wel in dier voege, dat de groothandels
prijzen in Nederland, meerendeels door die
in Engeland worden beheerscht.
De oorlog heeft echter het nauwe verband
tusschen de groote handelscentra voor een be
langrijk deel te loor doen gaan door in- en
uitvoerverboden enz., zooals de heer Keesing
nader in zijn advies uiteenzet. De Engelsche
groothande sprijzen, zooals zij in het index
cijfer van „The Economist" tot uiting komen,
kunnen derhalve thans niet meer als basis
beschouwd worden voor de algemeene bewe-
g ng der groothandelsprijzen ook in andere
landen. Bovendien is het verband, dat binnen
zekere grenzen in normale tijden tusschen
groot-en kleinhandelsprijzen pleegt te be
staan, thans in vele gevallen geheel verbro
ken. Voor suiker bijv. bestaat een. vaste klein
handelsprijs voor het binnenlandsche verbruik
d:e geheel afwijkt van den groothandelsprijs,
welke laatste verband houdt met den prijs op
de wereldmarkt.
Het indexcijfer van de Engelsche „Econo
mist" is, volgens den heer Keesing, met het
oog op nog verschillende andere, uitvoerig door
hem in zij adv es uiteengez tte bijzondere om
standigheden gedurende den oorlog en de ovor-
ganfsperiode, volstrekt onbruikbaar
voor een berekening der stijging van de kosten
van het levensonderhoud hier te lande.
Anders staat het met de cijfers van het
Bureau van Statistiek der gemeente Amsterdam.
Deze zijn, volgens den heer Keesing met zorg
opgemaakt, terwijl bovendien de tijd van aan
vang dezer statistiek, nl. 1910—1911 ze voor
vergelijkingsdoeleinden bijzonder bruikbaar
maakt. Niettemin kunnen ook deze cijfers voor
het beoogde doel slechts met voorbehoud wor
den gebruikt(beperkt aantal gezinnen, nogal
uiteenloopende inkomens waarvan sommige aan
merkelijk hooger dan die van arbeiders in
andere gedeelten van ons land.)
maar dood was.
j Maar waarom dan toch liefste, is er wat
gebeurd, is er wat met hem
j Edith Martinus knikte, en dan, blij dat ze
haar hart lucht kon geven, fluisterde zij wat
haar deerde. Zij was vreeselijk jaioursch
Memhardt Lork, haar Meinhardt beminde een
ander. Alma heette het afschuwelijke wezen
Gisteren morgen was het gebeurd. Edith had
in de mooie kamer van haar tante stof afge
nomen en toen had ze daarnaast stemmen ge
hoord Fntz Maszman, zijn vriend, was bij hem,
Toevallig louter toevallig natuurlijk had zij
gehoord hoe beiden over zekere Alma spraken.
r f,i ^aar meest getrouwe vereerder,
je liefde tot Alma is bijna bespottelijk, had
Fntz gezegd.
Is dat niet afschuwelijk, zoo vajsch te
njn, snikte Edith uit. En toen een nieuwe
uitbarstende tranenstroom gestremd was, riep
zij snikkend.— Maar zeg toch eens, hoe heet
die Alma verder
Den anderen naani kon ik niet verstaan,
maar tante zegt, dat de jongste dochter van
professor Ileinrich Alma heet. Zij zal liet bepaald
zijn, want hij komt daar immers aan huis.
Niettegenstaande haar oprecht en diepge-
voeldmedelijden kom Laura een ondeugend ge-
gichel niet onderdrukken.
Maar beste meid die is pas drie jaar oud,
riep zij uit.
Edith zag verwonderd op.
Pas drie jaar, herhaalde zij langzaam
Maar wie zou het dan kunnen zijn.
Laura trok het voorhoofd in diepe rimpels.
Ja wie vroeg zij peinzend. Ik ken
maar één Alma en dat is onze waschvrouw.
—Och, riep Edith wanhopig uit, wat kan het
mij toch ook schejen. Ik wou dat ik maar dood
was. Ik kan nooit meer vroolijk zijn.