j Laat stoomen, verven, wasschen en strijken bij de JE PHOENIX", Telef. No. 15. I A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel. 580 A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel. 580 I A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel 580 A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel 580 Gemengd Nieuws. Brand. Ten gevolge van het in brand vlie gen van een kan vet is de molen van den polder Meerkerksbroek te Noordeloos tot den grond toe afgebrand. Ongelukken. Gistermiddag zijn de ge broeders C. uit Meerssen gezeten op een motor fiets, te Gulpen aangereden tegen de auto bus, die naar Vaals rijdt. Een werd gedood, de ander zwaar gewond. F a b r i e.k gesloten. Bij de firma Van de Waal, fabriek van gouden en zilveren wer ken, te Schoonhoven, is een staking uitgebroken. De werknemers verlangden een loon van 65 cent per uur de firma heeft daaraan voldaan, maar vier werklieden ontslagen, omdat zij die zelfs het oude loon niet waard achtte. De overige werknemers namen met dit ontslag geen genoege en stelden zich in verbinding net het bestuur van den Alg. Nedrl. Metaalbewerkersbond. Deze stelde den eisch 85 cent voor werknemers boven 23 jarigen leeftijd en voor minderjarigen een evenredige verhooging; bij niet inwilligen zou het personeel den arbeid neerleggen. De firma v. d. Waal bood het bestuur aan in zage van haar boeken, om zich te overtuigen, dat geen bijster groote winsten werden gemaakt, doch wenschte wel te confereeren over het ont slag van de 4 werklieden. De conferentie achtte de firma v. d. Waal overbodig. Eaar geen over eenstemming werd verkregen, heeft de firma haar personeel ontslagen en haar fabriek voor goed gesloten. Oproer in een rijksopvoedings- gesticht. Eenigen tijd geleden heeft de heer J. G. Duburg als directeur van het Rijksopvoe dingsgesticht Veldzicht te Balkbrug ontslag genomen wegens 'zenuwziekte, en een tijd lang bleef de vacature onvervuld, wat niet bevor- delijk was voor de tucht, tot de nieuwe directeur de heer Bernard, in functie trad. Met strenge hand nam deze de teugels van het bewind, en de jongens kwamen daarin verzet. De belhamers vormden een vereeniging, De Zwarte Hand, en het plan werd beraamd, Zondagmorgen j.l. om 7 uur de bewaarders te overvallen, neer te slaan, uit te breken en de plaat te poetsen. Een der jongens evenwel verried het plan, en Zaterdag kwamen er eenige bewaarders uit andere plaatsen. Zondagmorgen 6 uur werden de belhamers uitgenoodigd uit hun slaapkooien te komen. De een was in het bezit van een scher pen beitel, een ander had een groot scherp mes en bedreigde den bewaarder. Men was er op voor bereid, de bewaarders waren met re volvers gewapend. „Schiet me maar dood, dan ben ik meteen uit dit pesthol bevrijd" zeide de jongen met het mes. Hij werd met een bankje tegen den muur gedrukt, tot hij het mes liet vallen. Zaaar geboeid hebben Maandag rijks veldwachters uit Zwolle de zes belhamers naar Alkmaar overgebralht Een klein tenger jonge tje was de aanvoerder. Nog moet de rust niet weergekeerd zijn, en alle bewaarders zijn gewapend. Groote koffieuitvoer. Men schrijft uit Maastricht aan het N. v. d. Dag Waren het in de jaren van de oorlog de groen tedrogerijen, die de menschen uit den slaap hiel den, thans zijn het de koffiebranderijen, die de bewoners in de omtrek op hun geuren gedurende den nacht vergasten De uitvoer van koffie naar Duitschland aan de grens bij Kerkrade heeft zulke reusachtige afmetingen aangenomen, dat dag en nacht wordt doorgewerkt, ten spijt van den 8-urigen wekdag. De eene vrachtauto met balen koffie is nog niet weg of een anderen wordt weer opgeladen. Ons werd verzekerd, dat een firma uit Amster dam eiken dag 6000 kilo koffie afleverde naar Nu, wat dan nog. Mijn zuster is werkelijk een beeldschoone vrouw. Hoe kunt u mij zeggen dat zij valsch en leelijk is. Dat is nu ook iets j dat had haar man moeten hooren Haar man. Maar, maar is zij dan ge trouwd? de grens. Hoeveel dit anntal hier in de stad bedraagt, is niet te benaderen want nr zijn verschillende koffiebranderijen en alle werken onafgebroken voort. De koffie wordt gebracht naar en verkocht te Kerkrade en vandaar gaat ze dan de grens over. Of voor den uitvoer van al die koffie consent gegeven wordt, betwij felen we. Het zijn dikwijls tusschenhandelaars die hier de koffie koopen en ze in Kerkrade van de hand doen. Engels chehulpindenoorlog. De uitgifte van de Fransche vertaling der leger- berichten van Haig heeft maarschalk Foch in de gelegenheid gesteld te wijzen op de belang rijke diensten van den Britschen opperbevel hebber. Omtrent de operaties in 1918 schrijft maarschalk Foch „Dank zij de bijzondere ac- titiveit van het Britsche commando en zijn juis te opvatting van hetgeen noodig was, konden de 240 Duitsche divisies definitief verslagen wor de door minder geallieerde divisies en was onze verdediging schitterend. Nimmer in de geschie denis voegt hij er aan toe, behaalden de Britsche wapenen grootere resultaten in een offensief dan in den aanval, welke 116 dagen duurde, van 18 Juli tot 11 November." Foch schrijft de eindoverwinning toe aan' de onbaatzuchtigheid van Haig en diens drang naar eenheid van het commando en aan zijn intelligenten, loyalen en energieken wil, die het mogelijk maakte groote operaties uit te voeren. M ij n r a m p in Ch i n a. Men meldt uit Peking Ten gevolge van een ontplofing van een steen koolmijn te Tungshan (provincie Tsji Li) werden 400 personen gedood. De woningnood in Italië. Het Ber liner Tageblatt bevat een brief uit Rome van dr.Hans Barth over den woningnood aldaar. De stadzegt hijdie hoogstens 600.000 menschen bergen kan, heeft nu een bevolking van bijna een millioen een ontzaglijke harington, waarin het haast onmogelijk is zich te bewegen. Wo ningen Een dwaas, wie in Rome een wo ning zoekt. Ook kamers zijn bijna niet te krij gen. Alleen wie bereid is iemands woning voor 10.000 en meer lire sleutelgeld te huren, kan het in Rome van 1920 hopen tusschen zijn eigen vier muren te wonen.Maar wil een vreemdeling zelfs als hij het kan betalen, zich door zulk een offer aan Rome binden? Daar slechts zeer wei nig bijgebouwd wordt, de toestrooming ech ter niet wil op houden, is de toestand inderdaad bedenkelijk geworden. Een reeks groote ho tels in den krijg als oorlogsbureaux gebruikt, is nog steeds door den fiscus in beslag genomen. Wat aan woningen nog over is,hebben de vluch telingen uit Venetië en na hen de tallooze Pes- cicani (O. W.-ers) in de handen gekregen. Zelfs inwoners, die tijdens den oorlog uitgerukt of afwezig waren, zijn niet in staat een, zij het ook bescheiden, woning te vinden en hierdoor komt het, dat die weinige hotels en pensions, die voorhanden zijn, tot op het laatste hoekje zijn gevuld. De oude huurders, die sedert 1915 een wo ning bezaten, hadden het goed. De regeering had een noodwet uitgevaardigd, welke de ver meerdering van den huurprijs alsmede de uitwijzing der huurders door de verhuurders ver bood. Zoo zitten die beati possidentes sedert vijf jaren in hun voortdurende billijke woningen en lachen in 't vuistje, omdat de anderen, die later kwamen, moeten zien hoe zij zich behel pen. En daarbij staan tallooze huizen in Rome leeg. Heele palazzi, die wel geen 11.000 kamers ben, zooals het Vaticaan, maar toch eenige hon derden. Vlak tegenover me staat het paleis van een Russischen prins en kunstmaecenas, die een paar jaar geleden gestorven is. Niemand komt op het denkbeeld het voor woningdoeleinden te gebruiken. Naar het heet, is er te Rome een Ja zeker, reeds sedert acht jaar getrouwd en zij heeft vier kinderen. Vier kinderen Vier kinderen, maar dan is dat niet de goede Alma roep Laura in de grootste ontsteltenis uit. Een niet geringe ver legenheid maakte zich van haar meester, daar zij inzag dat zij zeer voorbarig geweest was en zij rende zoo hard zij kon weg, den jongen man zeer verbaasd achterlatend.. Lieve hemel, mompelde deze hij zichzelf, wat heeft dat nu weet te beduiden. Wat wilde deze kleine dwaze van Alma. Peinzend over dit zeker zeer gewichtige raadsel, zwierf hij door de straten der stad en sloeg on willekeurig den weg naar de buitenwijken in. Alma, zeide hij telkens weer bij ich zelf, Alma Ja, wanneer ik wist wat dat te betee- kenen had. Zoozeer was in hij gedachten verdiept, dat hij tegen iemand aanliep, die, evenals hij, eenzame wegen bewandelde. Wat drommel, riep hij toen uit, door den vrij heftigen schok tot zichzelf komende,ben jij dat Meinhardt ?Dat noem ik nog eens toeval en een gelukkig toeval ook. Maar kerel wat zi^je er uit. Je kijkt alsof je morgen examen moet doen. Alma, Alma, zuchtte Meinhardt Lork. Ook gij mijn zoon, zeide Fritz Mas - mann, wat is dat toch voor een onbegrijpelijke krankzinnige historie. Spreek, oude jongen, biecht op, geeft mij mijn rust weder en vertel mij, wie Alma is. Ja, wanneer ik het maar eerst zelf wist, zeide Meinkardt Lork, met een diepen zucht en vertelde daarop aan zijn vriend dat hij dien morgen in den tuin was gaan wandelen en dat Edith Martinus hem niet zooals gewoonlijk vriendelijk tegemoetwas gekomen.Meteensomber gezicht was zij hem zonder groeten voorbij geloopen en op zijn vraag wat haar scheelde woningcommissaris. Eens was er een, die zijn taak ernstig Opvatte en een beroep deed op de rijke heeren, met name de Principi enz., die palazi zoowel binnen als buiten Rome bezitten. Heel beschieden verzocht hij, dat de Signos toch van hun tallooze vertrekken er een paar slechts een paar voor hen ontbeerlijke, afston den. Maar zie, geen enkel van de groote heeren gaf antwoord. Daarop nam de commissaris zijn ontslag. Of tegenwoordig nog een dergelijke commissaris zijn ambt vervult, is mij onbekend. Het is ook nutteloos het te weten, want hij doet toch niets Daar begint op eenmaal vervolgt de schr. de zaak een nieuwe wending te nemen. Plot seling kwam het bericht uit de vorstad San Giovanni, dat daar de bewoners van een huurkazerne, die door den nieuwen eigenaar van van het huis op straat gezet zouden worden, een sovjet gesticht en het perceel in bezit genomen, het „Onteigend" hadden, precies zooals de werklieden hun fabrieken. Weldra kwam het- zelfdevoor in anderewijkenvanRomeenwelzonder dat de politie optrad, want evenals bij de fa brieken werd in het bezit nemen van huizen als een particuliere handeling beschouwd. Intus- schen kreeg de taktiektoch een ernstiger karak ter. Behalve eenige villa's, kloosters, enz. werd ook de door Winckelmann beroemde Villa Al- bani bezet en een aantal lieden, die noch Win- kelmann noch de antieken van het Albanimu- seum op prijs stelden, drong binnen. Ditwas de reden, dat de overheid eindelijk tusschen beide kwam, en de lieden, die met matrassen en huis raad verschenen waren, uit de villa verwijderd. De bezettingstaktiek^der dakloozen of bolsje- wiki heeft echter ernstige gevolgen.Zij heeft den toestand verergerd. Wie waagt het thans nog te bouwen, wanneer elk oogenblik een geweld dadige menigte, ja de bouwlieden zelf, het huis eenvoudig „onteigenen" kunnen Wanneer zelfs het Lateraan,dat aan niemand minder dan den Paus behoort, in gevaar verkeert, bezet te worden lEvenals alle radicale proefnemingen is ook deze niet alleen een misslag, naar boven al een slag voor de armen gebleken. Madeira Selected Dry, Fernando Brothers, Oporto. r CITROEN-JENEVER. I LITURGIE. TWEE EN TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. oo „Geeft derhalve aan den keizer, wat den kei zer toekomt, en aan God, wat Gode toekomt." Uit het eerste deel van deze woorden des Za ligmakers zagen we een vorigen keer, hoe de liturgie van dezen dag ons leert goede vader landers te zijn. We willen vandaag het andere gedeelte beschouwen en uit het officie vandaag afleiden hoe onze verhouding moet zijn tot God. ,Daar zijn er in onze dagen maar al te vele, die uit het oog verliezen,dat we op de eerste plaats Gods kinderen zijn levend hier in ballingschap en verwachtend, „de groote openbaringen Gods in het andere, betere leven." De aardsgezind- heid, de overgroote zorgen vooral in onze dagen doen maar al te veel vergeten ,dat wij den Geest ontvangen hebben, in welken wij zeggen mogen tot God „mijn Vader". Als het vertrou wen in Gods Voorzienigheid in ons maar wat grooter was, dan zouden we niet den geheelen dag vullen met klaagliederen over den ongeluk- kigen toestand, maar het „de Heer zal er voor zorgen" zou ons rustig doen uitzien,,naar de bergen (des Hemels) vanwaar ons hulpe komen had zij spottend geantwoord Gaat u maar naar Alma Daarop was zij schreiend weggeloopen. De meisjes zijn gek, bromde Frits meer oprecht dan beleefd,Wat willen ze toch in veedesnaam met die Alma Peinzend staarde hij naar den grond, tot dat hij eensklaps zijn bezoek aan zijn vriend te binnen schoot. Hij sloeg Meinhardt krachtig op den schouder. O, heilige onschuld, riep hij lachend uit Nu heb ik het gevonden. Ik weet het. Je kleine, zuchte blonde Edith heeft geluisterd. Zij heeft voor luistervink gespeeld en zij heeft gehoord Alma O, die dwaze meisjes. Lachend stak hij zijn arm door dien van zijn vriend en deeldehem de oplossingvan het schijn baar zoo zonderlinge raadsel mede. Nog op dienzelfden avond bracht een briefje, dat Laura ontving en dat haar door een half volwassen boodschappenjongen in de hand werd geduwd, haar in de grootste opwinding. In dat briefde namelijkverzochtFritsMaszmann haar den volgenden dag des morgens om tien uur te verschijnen op een plaats, die nauwkeurig in het epistel werd aangegeven. Zij moest haar vriendin EdithMartinus meebrengen en dan zou hij de beide meisjes inlichtingen verschaffen omtrent deze geheimzinnige Alma. De beide meisjes kwamen. Natuurlijk, hoe kbn het ook anders. Zij kwamen trillend van opgewondenheid en hooggespannen verwach ting. Het was nog een kwartier te vroeg voor den vastgestelden tijd, toen zij reeds aan den voet van het monument stonden dat als de plaats van samenkomst was aangewezen. Toen de klok van een nabijzijnden kerktoren tien sloeg, trad Frits Maszmann met een zeer ernstig gezicht op de beide jonge meisjes toe. Hij groette plechtig en boog zich zeer diep om Ingezonden Mededeelingen. zal." Hoe heerlijk bemoedigt ons de H. Paulus in zijn geschrift aan de Philippensen. Deze pas bekeerden meenden dat zij onmogelijk zouden kunnen volharden, nu hun geestelijken Vader van hun was weggenomen en in de gevangenis verzuchtte. Maar neen, zegt de Apostel „wij vertrouwen in den Heer Jezus, dat Hjj, die in U het goede werk (der bekeering) begonnen is, het ook zal, voleindigen tot op den dag van Christus Jezus" (als Hij zal komen om te oor- deelen.) En wat is de grond van dat vertrou wen St. Paulus durft op de Philippensen rekenen, omdat zij niettegenstaande dezen voor hen zoo zwaren slag, toch volgens het Evangelie leven en met onderwerping die beproeving dra gen. Als we nu werkelijk gelooven dan weten we dat de tijdelijke beproevingen veel geringer zijn dan de geestelijke en dat we dus op God kunnen blijven vertrouwen, als we maar niet door die bekommeringen ons laten meesleepen Laten we beginnen met onze strafschuldigheid te erkennen en te belijden. Zoo gij de ongerechtig heden gade slaat, Heer, o Heer wie zal dan be stand zijn maar bij U is verzoening, God van Israël en daarom uit de diepten roep ik tot U o Heer Heer geef gehoor aan mijne stem." Dat is de goede weg, getuigt de Psalmist „Dat zij die den heer vragen,op Hem vertrou wen hun helper en beschermer is Hij." En tot bevestiging diene de smeekbede van Esther voor haar volk Wij kennen die geschiedenis het Joodsche volk in zijn geheel werd met den ondergang bedreigd. Amman wilde ze in den dood leveren en zijn positie als hoogste vertrou weling van Koning Ahasverus maakte den toe stand voor de Joden zeer gevaarlijk. Maar vol vertrouwen wendt Esther, de koningin, zich tot den Heer der Heirscharen„Gedenk mij, o Heer, Gij, die over alle machten heerscht en leg waarheid in mijnen mond, opdat mijn woor den behagen voor het aanschijn des Vorsten." En we weten, hoe haar woorden behaagden voor het aanschijn van haar vorst" hoe hij onder anderen te voren reeds aan haar toestond, wat zij ook mocht vragen, zelfs al ware het de helft van zijn rijk. We weten hoe niet alleen het volk gered werd voor dit oogenblik,maar hoe kalmte en rust kwam over de Joden omdat hun doods vijand Amman met zijn dood den aanslag op het Joodsche volk moest boeten. Eer. blik in ons eigenleven herinnert ons, hoe ook wij me nigmaal verhooring vonden voor het aanschijn des Heeren Daarom „Ik riep tot U want Gij verhoordet mij; (thans kom ik weer vol vertrou wen tot U),neig Uw oor tot mij en verhoor mij mijne smeeking Gedachtig dus de belofte van den onfeilbare Zoekt eerst het rijk Gods en zijne gerechtigheid en al het overige zal U toe- geworpen worden" laten we onze verhouding tot God nog eens opnieuw regelen, dan zullen Wij ook te midden der gevaren blijven vertrou wen, „Omdat Gij, o God, met ons zijt." den glimlach die op zijn lippen speelde, te verbergen. De meisjes volgden hem aarzelend en ver legen, toen hij met een hem geheel vreemde waardigheid verzocht hem nog een klein eind te volgen, totdat zij voor het universiteitsge bouw stonden. Dames, zeide nu Frits op langzamen plechtigen toon, veroorloof mij dat ik u onzen „Alma Mater" onze „verheven moeder derwijs heid" voorstel, tot wier getrouwe vereerders vooal mijn vriend Meinhardt Lork behoort. Laura gaf een luiden kreeet en werd bloed rood toen zij den glimlach zag die om Frits Maszmann's lippen speelde. Edith'h fijnbesneden gezichtje verbleekte echter en schuw wendde zij zich om, ten einde overhaast de vlucht te nemen. Daar voelde zij echter hoe een sterke arm om den hare geslagen werd en hoorde hoe de wel bekende stem van Meinhardt haar naamnoemde Zij keek om en zag hem in het van vreugde stra lend gelaat. Gewillig liet zij zich door hem lei den, een park in. Kom, juffrouw Laura, laten wij maar links afslaan zeide Frits Maszmann tot het jonge meisje, dat nog blozend voor hem stond, daar ginds zijn nieuwe perken aangelegd, die ik u wel eens zou willen laten zien. Waarom zou den wij onze vrienden volgen Wanneer zij rechts afslaan, kunnen wij gerust links gaan. Juffrouw Laura, het katje, dat anders altijd slagvaardig een antwoord klaar had, kon wonder lijk genoeg op dit oogenblik geen enkel passend antwoord vinden, dat geschikt voor koudwater- straal zou kunnen fungeeren. Zij trok de hand niet terug, die Frits in de zijne nam en sloeg gedwee met hem een pad links in. Want zij was ook voor links, voor den kant waar het hart zat. Alle troostredenen, alle vriendelijke en me delijdende woorden van Laura baten niets. Eindelijk sloeg haar vriendin met een bezwaard hart den weg naar huis in, terwijl zij peinsde over de slechtheid der wereld in het algemeen en der mannen in het bijzonder. Toen zij Frits* Masmann den ontrouwen vriend ontmoette, wierp zij hem een toornigen blik toe en beant woordde nauwelijks zijn groet. Duivels, zeide de jonge man, die de stu dentenpet achter op zij geschoven had, wat heeft dat te beteekenen Hij wendde zich om en liep het meisje dat zeer langzaam voortging na. Toen hij haar had ingehaald, vroeg hij half lachend half vragend Wel, juffrouw Laura, wat heb ik jegens u misdaan De jonge dame stak hoogmoedig het neusje in de lucht en zeide zoo luchtig mogelijk,schoon een verraderlijke blos haar wangen kleurde. Mij niets, heelemaal niets! En met een plotseling genomen besluit vroeg zij op scherpen, bijna dreigenden toon Wie is Alma Alma Dat is mijn zuster Uw zuster x riep Laura diep verontwaardigd uit, o wat valsch, afschuwelijk, leelijk mensch. Maar vergeef mij, juffrouw, wat heeft dat nu te beteekenen. Waarom is u zoo woedend op mijn zuster Die heeft u toch niets gedaan vroeg Frits Maszmann geërgerd. Mij niets, antwoordde Laura op geheim- zinnigen toon. COGNAC, Girard Co. Tonnay Charente. Alle soorten GEDISTILLEERD In prima kwaliteiten. M—«I BIM'IHIIIIIIII I i Wlf il—I» iWBMBBMMWM n ra»»-. - WWMM» W I Iff JT'M— J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 6