Terecht is daarover gejuicht en Gode brach ten wij dank. Ware het geen ramp, als nu door een slechte salarieering van den onderwijzer de vruchten van de gelijkstelling goeddeels teloor zouden gaan En toch dat staat te gebeuren Wat is er in het laatste jaar geschied Oorspronkelijk was Z.Exc. de Minister van Onderwijs van plan de onderwijzerssalaritering in artikelen der L. O.-wet vast te leggen. Voor jaar 1920 lichtte Z.Exc. de desbetreffende ar tikelen uit het ontwerp van wet, om de salaris sen bij Koninklijk besluit te doen regelen. Vooraf werd gehoord de Centrale Commissie voor Ge organiseerd Overleg, een lichaam van advies, waarin de onderwijzers niet zijn vertegenwoor digd. De onpartijdigheid van deze Commissie staat dus boven allen twijfel. Des te grooter waarde moet er aan haar advies worden toegekend. En zij adviseerde den Minister een salarisregeling voor den volledig-bevoegden onderwijzer, loo- pende van 2200 tot 4500 gulden per jaar, vna welke bedragen voor de niet-bezitters der hoofd akte 300 zou worden afgetrokken. De Onderwijsraad, ook een adviseerend li chaam door den Minister benoemd, kwam tot slechts weinig lagere cijfers. Vreugde bij de onderwijzers en hoopvolle verwachtingen, nog versterkt, toen geheel de Nederlandsche pers, de katholieke niet het- minst, de genoemde getallen 2200 4500 redelijk en billijk achtte. Eindelijk dan zou de oude, grievende achter stelling een einde nemen. En wat doet nu de Regeering Al de adviezen legde zij blijkbaar naast zich neer, en publiceerde de vorige week een plan van salarieering, dat in geen enkel opzicht aan de terecht gewekte verwachtingen beantwoordt. In plaats van een aanvangswedde van 1900, door de Commissie van Georganiseerd Overleg aan den onderwijzer zonder hoofdakte toege dacht, meent de Regeering met 1450 te kunnen volstaan waarbij nog komt, dat dit bedrag geldt voor de allergrootste plaatsen en voor verreweg het meerendeel der gemeenten in ons land met 8 wordt verminderd, waardoor het daalt tot 1340 per jaar. Het maximum-salaris, volgens de Commissie aan den onderwijzer niet-hoofdaktebezitter toe komend, wordt verminderd van 4200 tot 2600, een verschil van niet minder dan 1600. De cijfers voor de bezitters der hoofdakte loopen in plaats van tusschen de 2200 en 4500 gulden, van 1900 tot ƒ3300. Voor de ongehuwden worden deze, toch al zoo teleurstellend lage maxima door de Regee ring nog weer met 400 verminderd. Is het wonder, dat wij van een ramp hebben gesproken Het meest gedupeerd zijn wel de onderwijzers zonder hoofdakte, die, hoewel zij de wettelijke bevoegdheid bezitten, om in alle klassen, tot zelfs de hoogste der lagere school onderwijs te geven, met 400 minder worden betaald dan de onderwijzeressen A, die slechts tot les-geven in de drie laagste klassen eener school bevoegd zijn. Tot 700 toe wordt dezen collega's voor he niet-bezit der hoofdakte afgetrokken, waar vroeger op het behalen dier akte een premie van slechts 100 was gesteld, zoodat zij onge huwd in de grootste steden een maximum be reiken van slechts 2200, een bedrag, door de C. v. G. O. als aanvangssalaris voor den onder wijzer geadviseerd. Oogenschijnlijk heeft het regeeringsplan ook betere cijfers. Zoo wordt de beginwedde van ƒ2200 toegekend aan die onderwijzers, door wie een opleiding krachtens de nieuwe L. O.- wet zal zijn genoten. Maar dit is slechts toekomstmuziek en heeft voor de onderwijzers van thans absoluut geen beteekenis, daar niet voldaan is aan den wensch der C. v. G. O., die de hoofdaktebezitters onder de onderwijzers met de nieuw-opgeleiden gelijk wilde stellen. Is het noodig, de fouten in het Regeeringsplan nog duidelijker te belichten Is het nog noodig aan te toonen, dat de vaak groote onderwijzers gezinnen van deze salarissen absoluut niet kun nen bestaan Men vergelijke dan de bovenge noemde cijfers, minima en maxima, met de sala rissen en loonen, die door andere categorieën van ambtenaren en door werklieden worden ontvangen. Is dus het voorstel der Regeering noodlottig voor de onderwijzers, ook het onderwijs be dreigt het met groote schade. Er is al een schro melijk tekort aan onderwijskrachten. Opleidings inrichtingen worden reeds bij gebrek aan aspi rant-onderwijzers gesloten. En aanzienlijk is het getal vooral onder de jonge onderwijzers, wien in handel en industrie een betere positie wordt geboden, en die de school daardoor verlaten. Zou_dus onverhoopt het Regeeringsplan on verbeterd worden ingevoerd, dan zal er over weinige jaren in de behoefte aan onderwijskrach ten op verre na niet kunnen worden vóórzien en zal een zorgelijk bestaan de dan nog trouw gebleven onderwijzers beletten, zich met volle toewijding van geheel hun persoon aan hun grootsche taak, de vorming van het volkskind, te geven. Een onvoldoend, door zorgen gekweld en on tevreden onderwijzerscorps zal onvermijdelijk een ramp voor het volksonderwijs en dus voor Kerk en Maatschappij, blijken te zijn. Gelukkig is die ramp nog te keeren. Nog zijn de Regeeringsplannen geen wet. Vrijdag a.s. wordt de stem onzer Tweede Kamer leden er over gehoord. Op hen is onze laatste hoop gevestigd. Zij mogen er in slagen, in samenwerking met de Regeering het middel te vinden, om door een voldoende salarieering der onderwijzers de dreigende gevaren af te wenden. Kennende de liefde van velen hunner voor onderwijs en onderwijzer, vertrouwen wij, dat dit beroep op hun medewerking niet tevergeefs wordt gedaan. Een goede oplossing zal offers vragen, wij weten het, maar waarvoor zou een volk die met meer liefde brengen dan voor zoo'n hoog belang, als het onderwijs zijner kinderen is? Waarvoor zou het katholieke volksdeel zich die liever getroosten, dan voor de instandhouding en bloei van een onderwijs, waarvoor onze voor vaderen jaren lang millioenen hebben geofferd Die geest van offervaardige liefde voor zijn hoogste belangen moge in deze dagen krachtig leven in ons volk Dat zal de thans onder grievende teleur stelling lijdende onderwijzers bemoedigen en hen, die hier helpend kunnen optreden, de laat ste aarzeling doen overwinnen, om de daad te stellen, die noodig is Katholieken, laat uw symphatie en steun zich luide uiten en kracht schenken aan onze actie bij de Regeering. Roomsch Nederland, wij rekenen op U 1" Oorlogshejjrootinjj 1921. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer over hoofdstuk VIII (Oorlog), is het volgende ontleend Verschillende leden gaven uiting aan hun instemming over den gang van het militair be leid der regeering. Herhaalde borsingen met de Tweede Kamer hadden tengevolge dat twee mi nisters van marine en één minister van oorlog zich verplicht zagen hun ontslag aan te vragen. Regeering en Staten-Generaal bleken op dit stuk op gespannen voet te leven. Achtte men deze herhaalde wisseling van bewindslieden reeds op zichzelf zeer betreurenswaardig, nog droevi ger vond men het, dat hieruit geen opklaring van den toestand is voortgekomen. Nog steeds beheerscht een vaag gevoel van wantrouwen de Kamer ten opzichte van de militaire politiek der regeering. Dit kon anders zijn, indien de regeering zich slechts liet leiden door het richt snoer, dat haar geruimen tijd geleden reeds werd gegeven toen de Kamer zich vereenigde met de motie-Bomans, die reorganisatie en bezuiniging vraagt. Zij doet dit echter niet. Eenige van de hier aan het woord zijnde leden meenden op deze gronden alleen reeds hun stem aan de begrooting te moeten onthouden. Sommige echter wilden dit niet zoo uitdruk kelijk en vroegtijdig uitspreken, doch maakten hun stem afhankelijk van de definitieve en uit gewerkte plannen, welke men nu eindelijk van het departement tegemoet ziet. Mochten wij evenals vorige jaren wederom niets dan eenige platonische verklaringen ontvangen, dan zouden ook zij niet aarzelen deze begrooting te helpen verwerpen. Van andere zijde werd hiertegenover betoogd, dat, gelet op de moeilijkheden van het militaire vraagstuk, de regeering geenszins in gebreke kan worden gesteld. Immers, wel degelijk heeft zij ernstig naar reorganisatie en bezuiniging ge streefd. Dat zij inderdaad vergaande reorgani satie wil, moge blijkt uit de memorie van toe lichting op het wetsontwerp, houdende tijdelijke afwijkingen van de Militiewet, dat onlangs bij de Kamer werd ingediend, en niet het minst ook uit dat ontwerp zelf. Resumeerend vorklaarden de hier aan het woord zijnde leden, dat zij het zouden toejuichen indien bij wijze van overgangsmaatregel bijv. het R.K. Defensie-rapport, meer in het bijzonder waar dit maatregelen tot bezuiniging betreft, geheel of gedeeltelijk gevolgd werd, en dat zij hun steun wilden verloenen aan elke daad van de regeering, die verder gaat dan dit rapport, doch dat, indien de regeering het bij voorstel len tot contingentsvermindering e.d. zou laten blijven, zij dankbaar zouden zijn, doch geenszins voIdaan.Voldaan zouden zij zich in afwachting der algeheele en gelijktijdige ontwapening slechts kunnen gevoelen, wanneer de verminde ring van bewapening óp de boven aangegeven grondslagen zou worden verkregen. Daar zij overtuigd waren van den goeden wil der regeering om naar vermindering van be wapening te streven en zij niet uit haar daden, vooral sedert het optreden van den huidigen minister van oorlog, nog geenszins de gevolgtrek king meenden te moeten maken, dat het door hen begeerde doel niet binnen afzienbaren tijd zal worden bereikt, wenschten zij de regeering te blijven steunen, onder verzoek tot spoedige bekendmaking van har volledige plannen te willen overgaan. Vele andere leden, die verklaarden zich slechts ten deele of in het geheel niet met de bovenstaan de beschouwingen te kunnen vereenigen, meen den echter, teneinde niet in herhalingen te tre den, te moeten volstaan met de opmerking, dat een uitvoerige uiteenzetting van hun stand punt inzake het defensiebeleid der regeering en de reorganisatie onzer weermacht reeds werd opgenomen in de tweede paragraaf van het Voor loopig Verslag betreffende de wetsontwerpen, houdend tijdelijke afwijkingen van de Militie- wet. Intussehen verklaarden verscheidene de zer leden, dat zij niet gaarne zouden zien, datde regeering de oplossing van het vraagstuk der landverdediging zou zoeken in de richting, welke het R.-K. Defensierapport aangeeft. Het rapport opent geen perspectieven voor een legerstelsel op meer democratischen grond- slag. Verscheidene dezer leden vonden ook de motie-Bomans betreffende reorganisatie en be zuiniging vaag, zoodat zij allerminst de regee- ripg tot richtsnoer kan strekken voor haar iffiitair beleid. Niet mag echter worden voorbijgezien, dat het voor de regeering niet steeds doenlijk is 2,ich te schiken naar de verlangen der Volksver tegenwoordiging, welke hoezeer vaak te recht alleen critiseert zonder d earn aast een vast reorganisatieplan aan te geven. Intussehen wezen sommigen van hen, die hier de regeering in bescherming nemen, op het de- fesierapport der R.K. Staatspartij, hetwelk de regeering tot leiddraad had kunnen dienen. Uit de door de regeering aan de Kamer over haar voornemens tot heden verstrekte mede- deeling blijkt hiervan niets. Andere leden stel den er inmiddels prijs op de regeering ook hun eigen opvatting die, hoezeer zij den inhoud van het R. K. Defensie-rapport in vele opzichten toe juichen, daarmede niet geheel in overeen is, te doen kennen.H.i. zoude nieuwe weermacht op de volgende grondslagen behooren te worden opgebouwd a. verhooging van weerkracht nevens sterke bezuiniging. b. reorganisatie in absoluut nationalen zin, c. zoo ruim mogelijk staand leger en dienst plicht. d. geen kazerne, geen loting, geen centra lisatie. Deze leden, zich derhalve stellende op den grondslag van vermindering van bewapening, waren van oordeel, dat de algeheele ontwapening hoe begeeringswaard ook als daad, moet worden voorafgegaan door een wereldmentalitiet, mo gelijk het best aan te duiden als, „bröederheid der volkeren", die op het oogenblik nog aller minst valt waar te nemen. Dezelfde leden moesten het nut van een over gangstoestand erkennen, althans vermochten zij een poging tot het scheppen van een zoodani ge toestand te waardeeren, mits reeds aan het doel,algeheele reorganisatie enaaomerkelijke bezuiniging duidelijk en onomgewonden werd aangegeven en met ernst werd nagestreefd Alle overgangsmaatregelen behooren niet anders te zijn dan een brug om dit doel te bereiken. Zij wiepen ver van zich alle geschrijf, voor een deel ook iii de R.K. pers opgenomen, waar in min of meer bedektelijk, vooral onder verwij zing naar België, en zelfs naar Frankrijk, aange- drongenwerd op versterking onzerweermacht op den ouden voet, alsof er sinds den wereldkrijg rondom ons in het geheel niets veranderd ware, in dit verband juichten zij de Troonrede toe, waar men van geen versterking van weerkracht spreekt en dus geenszins de oude weermacht als te vergrooten object kan bedoeld zijn. Verschillende leden waren teleurgesteld in hun verwachtingen ten aanzien van het beleid van den ministervan oorlog zelf. Zij hadden ge hoopt, dat een zoo hoogst bekwaam man als hij is reeds aanstonds een ingrijpende reorganisa tie van het departement zelf en van verschil lende onderdeelen van het leger zou hebben ter hand genomen. Doch dit is niet het geval geble ken. Alles gaat op den ouden voet voort, waar door vele millioenen onnoodigworden uitgegeven In het vervolg van ditverslag zal nog herhaalde lijk op bezuiniging worden aangedrongen. De minister moge de gegeven wenken ter harte nemen. Hij overwege nauwkeurig de wenschen tot vermindering van uitgaven, welke bij het afdeeleningsonderziek werden geuit, en, zoo eenigszins mogelijk kome hij aan die wentchen tegemoet, opdat niet de Kamer hetgeen zij zonder twijfel ongaarne zou doen tot verla ging van verschillende posten zonder 's minis ters medewerking zal moeten overgaan Enkele leden gaven uiting van hun ont stemming over de weinig krachtige houding, door den minister tegenover de vereeniging „Ons Belang" ingenomen, toen hij een aanvankelijk geweigerde afzonderlijke audiëntie latertoestond. Door verscheidene leden werd het zeer be treurd, dat bij de jongste promotie wederomvele nieuwe titularissen zijn benoemd geworden. Meen meende, dat hier-door zonder eenige nood zaak opnieuw een niet onbelangrijke bezwaring van het oorlogsbudget heeft plaats gehad. Dat nog steeds benoemingen boven de formatie voorkomen, werd eveneens afgekeurd. Het geven van toelagen, ook bij de nieuwe salarisregeling achtte men onnoodig en met den algemeen erkenden eisch van zuinigheid in strijd. Met leedwezen hadden vele leden geconsta teerd, dat het eindcijfer dezer begrooting we derom hooger is dan dat dervorige. Bezuiniging, niet die verkregen door het inkrimpen van mi litaire muziekkorpsen of door het opheffen van de instelling van vrijwillige tamboers, doch fa- langrijke bezuiniaing op groote uitgaven zal het eenige middel zijn om tot verlaging van het eindcijfer te geraken. Stads- en Gewestelijk Nieuws. „Ons Huis" Men zendt ons het volgende verslag De Woningbouwvereniging „Ons Huis" hield Vrijdag j.l. een huishoudelijke vergade ring naar aanleiding van 't feit. dat de le. Voor zitter, de heer G. v. Wingerden, zijn mandaat ter beschikking der vereeniging had gesteld. In het openingswoord gaf de Voorz. nog eens een resumé van alles, wat hij als gemachtigde voor de vereeniging had gedaan, waarbij hij de noodige officieele bewijsstukken overlegde. Daar het hem echter vóórkwam, dat er leden zouden kunnen zijn, die de strubbeling met het bouwplan een motief konden achten, een anderen voorzitter te kiezen, (deze wordt in functie ge kozen,) had hij 't noodig geoordeeld, dien leden daartoe de gelegenheid te moeten geven. Onder leiding van den Vice-Voorzitter, den heer J. v. Bommel, werd een zeer uitgebreide diseussie over dit punt gevoerd, waarna ten slotte bij ge heime stemming met algemeene stemmen werd besloten, het aangeboden mandaat niet te aan vaarden en den len. Voorzitter te verzoeken, in zijne functie te willen blijven. Er werd besloten, een beknopt verslag in de beide plaatselijke dagbladen te doen opnemen, aangevuld met de, eveneens met algemeene stemmen aangenomen motie, welke luidde De Woningbouwvereniging „Ons Huis", te Schiedam in huishoudelijke vergadering bijeen op Vrijdag 19 Nov 1920 in Hotel de Vissche- rij, alhier, gehoord de uiteenzetting en weer legging van den lsten en 2den Voorzitter naar aanleiding van hetgeen door Wethouder van Velzen in de vergadering van den Schiedamschen Gemeenteraad van 5 Nov. j.l. aangaande „Ons Huis" en haren voorzitter is gezegd protesteert tegen deze uitlatingen hoopt, dat zal blijken, dat deze op misver stand berusten en spoedig een gunstige be slissing zal volgen spreekt met algemeene stemmen haar volle vertrouwen in haren voorzitter, den heer C. v. Wingerden uit keurt zijne handelingen voor de vereeniging ten volle goed en besluit, deze motie te doen plaatsen in de „Schiedamsche"- en „Nieuwe Schied. Courant". DE RECLAMEOPTOCHT. De route voor den reclame-optocht, welke hedenavond van 6 tot 9 uur zal worden gehou den, is de volgende Half 6 opstelling van den stoet in de Dam- laan. Daarna ten 6 ure vertrek door de Kethel- straat, langs Dam, Hoogstraat, Broersvest, Singel, Overschiesche dwarsstraat, Overschie- schestraat, Boterstraat, Groote Markt, Kerk straat, Broersveld, Heerenpad, Broersvest, Koe markt, Tuinlaan, Hoofdstraat, Brouwerstraat, Groenelaan, Hagastraat, Warande, Liduina- straat, Fabristraat, Mariastraat, Nieuwe Haven, Vellevestsingel naar Damlaan, waar de stoet wordt ontbonden. j Naar wij vernemen, heeft de firma Herman Jansen, fabrikant der ,,Valdelis"-eau de cologne, het plan, haar stichter, den markies de Valdelis, uit te noodigen zijn intocht in de aloude veste Schiedam te maken, zittende te paard en ver gezeld van zijn page. Zijn echt-Fransche courtoisie gaat zóó ver, dat hij zijn page flacons van het alom beroemde merkEau de Cologne „Valdelis" aan het publiek zal doen uitreiken. In den afgeloopen nacht is een Ainerikaansch stoker van het in de Wilhelmi- nahaven liggende .s.s. „Flag City" op het hoofd bureau van politie verbonden. Bij een val aan boord van het schip had hij een bloedende wonde aan 't achterhoofd bekomen. Maatschappij Zeeland. In de Memorie van Antwoord op het wets ontwerp voor de verleening van financieelen steun aan de stoomvaart-Maatschappij Zee land, meent de Regeering zich te moeten ver eenigen met het gevoelen der leden, die, waar andere leden bezwaar opperden tegen het over, nemen a pari van de aandeelen van de spoor, wegmaatschappijen, dezen koers niet te hoog achten met het oog op de hooge liquidatiewaar- de der aandeelen. Dat door het overnemen dezer aandeelen het streven om de Maatschappij Zeeland van Vlis- singen naar Rotterdam te verplaatsen bevor derd zou worden, kan de Regeering niet inzien. Dispensatie uitvoerverboden. De Minister van Landbouw heeft besloten met 22 November tot nadere aankondiging dis pensatie te verleenen van het verbocj van uit voer van hanen, hennen en tamme eenden, van het verbod van uitvoer van chloorkalk en na- triumzouten,en van het verbod van uitvoer van bijtende potasch (met inbegrip van potachloog en koolzure potasch) en met 26 November a.s. van het verbod van uitvoer van natronloog. Gistermiddag heeft op de Broers- vest een aanrijding plaats gehad tusschen een motorwagen van lijn 8 en een handwagen, gereden door zekeren N, die hardhoorig is. Eenwiel van den handwagen brak persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. UIT VLAAItDINGEN. De staking der werklieden van de stoom- kuiperijen te Vlaardingen is thans algemeen geworden, daar ook het personeel van de firma C. v. d. Burg het werk heeft neergelegd. UIT VLAARDINGER-AMBACHT. Onder de gemeente Vlaardinger-Ambacht is miltvuur geconstateerd bij een aldaar gestorven rund. Gemengd Nieuws. Verdronken. Zaterdagavond halfnegen is op het Volkerak onder Dinteloord overboord geslagen en verdronken de 30-jarige A. de V., gedomicilieerd te Hoofdplaat. Het lijk is nog niet gevonden. Spoorwegongeluk. Aan het station Braunswajde bij Marienburg (West-Pruisen) heeft zicfrgisteren een ernstig spoorwegongeluk voorgedaan. Tot nu toe zijn 40 dooden gevonden. Een valsch gerucht. De Matin" maakte onlangs melding van het gerucht, dat ex-keizer Wilhelm zich gereed zou maken om Doorn te verlaten en naar Korfoe te vertrekken om het „Achilleion" te betrekken, waarvan hij eigenaar is. Thans deelt de Grieksche legatie te Parijs aan de „lomps" mede dat deze berichten van allen grond zijn ontbloot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 2