we willen in de heilige Sacramenten terwijl in
Zijn verborgen tegenwoordigheid in het Taber
nakel, Hij dagelijks audiëntie verleent om al
onze klachten en zorgen en zuchten te verne
men. Zijn persoonlijk bezoek aan ons, zoo dik
werf we willen, in de H. Communie moet een
voortdurende bron van hooge geestelijke vreug
de blijven voor ons. Zoo is dus onze godsdienst
geen versombering van -ons leven, zooals onze
vijanden trachten voor te stellen, maar ze is
de zon die ons levenspad beschijnt door haar
licht en warmte ons koestert en bezielt en in
den akker van onze ziel levengevend werkt en
wel voor den oogst der eeuwigheid. Denken we
daar wel genoeg aan Geldt ook ons niet het
verwijt van Johannes aan de Joden „Midden
onder U staat Hij, Dien gij niet kent?" Zeker
theoretisch kennen wij onzen God wel, wij weten
wel wat van onzen godsdienst, maar practisch
moesten velen onder ons Hem veel beter ken
nen, en doordrongen van de zaligheid „Roomsch
te zijn", veel meer dat leven laten beheerschen
door die Roomsche beginselen, die te midden
van alle ellende des levens ons gelukkig doen
zijn, zooals St. Paulus eenmaal zeide „Ik vloei
over van geluk te midden van alle bekomme
ring".
Laten we dan vandaag over den Zondag henen
zien en te midden van de vreugde, die het
office vandaag in ons tracht op te wekken ons
herinneren hoeveel vreugdedagen onze dierbare
godsdienst ons heeft bezorgd te midden van
wéreldschen zorg en kommer, dan zullen wij
gemakkelijk het besluit vormen daar altijd
troost te gaan zoeken waar we zoo dikwijls
reeds gesterkt werden. Daartoe mogen we allen
vandaag met bijzonderen nadruk bidden dat
de komst van Christus met Kerstmis voor ons
een blijvende vreugde moge zijn Wil, zoo smee-
ken wij, o Heer, Uw oor neigen naar onze ge
beden, en de duisternissen van onzen geest(onze
aardsgezindheid, die ons de waarde van ons
geloof doet vergeten) door de genade uwer be
zoeking verlichten".
Gemengd Nieuws.
De prijsdaling in de Ver. Staten.
In een beschouwing van den Nederlandschen
handelsattaché mr. Andreae, te Washington, in
„Handelsberichten" over den algemeenen eco-
nomischen toestand van de Ver. Staten wijst deze
erop, dat de sedert Juli ingezette algemeene
prijsdaling verderen voortgang maakt. Einde
Augustus was een gemiddelde daling in de groot-
handelsprijzen te New-York van 25 tot 35 pet.
waar te nemen, vergeleken met de maximumprij
zen 1919/1920, en dit niet alleen voor voedings
middelen, als tarwe, aardappelen, mais, rijst,
vleesch, koffie, kaas maar van andere algemeene
consumptieartikelen als leer, wol, vlas, katoen,
katoenzaadolie, spijkers en rubber.
De prijsdaling van citroenen, aardappelen en
zijde bedroeg 77, 71 en 70 pet. Vergeleken met
Juni was de prijsdaling voor Juli blijkens of-
ficieele gegevens in den groothandel voor manu
facturen 5V2 pet, voor voedingsmiddelen 4
en voor landbouwproducten 2.9, zijnde de prijs
voor de eerste twee genoemde artikelen nog 12.4
en 24.1 pet. hooger dan die in Juli 1919. Echter
drong in den zomer de daling nog langzaam
door in den detailhandel, waar men met groote
voorraden zat, die moesten worden opgeruimd
en tegen hooge prijzen waren ingekocht, zaadat
b.v. de prijzen van 22 voedingsartikelen in den
detailhandel van 15 Juni tot 15 Juli 1920 in
32 steden zelfs nog zijn gestegen en slechts in
17 steden zijn gedaald.
In de laatste week van Augustus liepen de
prijzen van tarwe, haver en rogge en gerst terug
op verminderde exportvraag en buitengewoon
gunstige oogstberichten terwijl ook die van var
kens daalde bij slappe markt en de prijs van run
deren en schapen nog juist kon worden opgehou
den. In de ijzer- en staalindustrie was, behalve
voor rails, een kleine stijging waar te nemen,
waarbij echter in aanmerking moet worden ge
nomen, dat de cokesprijs die week 19 beliep te
gen 6.50 Februari/Maart. De daling van den
katoenprijs had reeds ongekend groote propor
ties aangenomen, maar overigens scheen het
nog, als of de prijzen in het algemeen zouden
kunnen standhouden.
In de derde week van September was de al
gemeene daling der prijzen duid dijker waar te
nemen en werd die ook in den detailhandel ge
voeld en gevolgd. Reeds geruimen tijd waren de
banken niet meer bereid tot het geven van groote
credieten voor het financieren van goederen,
zoodat de gedwongen liquidatie werd verhaast
en geen nieuwe bestellingen werden gedaan.
In dien tijd reduceerden verschillende automo
bielfabrieken, waaronder de Ford, de Franklin,
de Studebaker en de Steward Motor Truck haar
prijzen met 14 tot 30 pet. De meer populaire
restaurants reduceerden de prijzen met 10 a
20 pet. Voor mannenkleeren werd een reductie
van 25 pet. voor herftstbestellingen aangekon
digd. De landbouwproducten daalden, in ver
gelijking met de vorige maand, 10.6 pet. Meel
noteerde 12.60 per vat van 196 pond mais
kwam beneden 1 voor Decemberlevering.
Suiker daalde in één week 25 cent per 100 pond
en schoenen werden met 1 $3 per paar goed-
kooper.
Op 7 October werd gemeld, dat er in 248 ar
tikelen over het geheele land daling voelbaar
was in den detailhandel, dat autobanden waren
gereduceerd van 2.80 per lb. in het begin
1920 tot 1.85, vergeleken met een prijs per
1b. voor ruwe rubber van resp. 0.50 en 0.23
het meel daalde verder tot 11.75 per vat en
prina boter van 0.62 tot 0.60 per lb.
Gedurende de laatste maanden hadden decon-
sumenten zich van inkoopen onthouden in de
verwachting van verdere daling en de tusschen-
handelaar of fabrikant bestelde om dezelfde
reden geen grondstoffen of halffabrikaten Deze
toestand is thans nog dezelfde en men mag aan
nemen, dat een verdere prijsdaling niet ten on
rechte wordt voorzien.
Dat deze gang van zaken niet nalaten kon zijn
invloed op de arbeidsmarkt uit te oefenen, is
duidelijk. De heer Andrae wijst er op, dat in
New Bedford (Mass) de productie in de wol
en katoennijverheid moest worden verminderd
en dat dan ook de eerste loondaling viel waar
te nemen in het genoemde district Massachusets,
voor de werklieden,verlaging van 15 h 20 pet.
accepteerden, en in sommige gevallen zelfs
voorstelden, teneinde aan het werk te kunnen
blijven. Ook in andere takken is de arbeids
markt gemakkelijker geworden. Op 6 October
viel er een belangrijke vermindering waar te
nemen speciaal bij de fabrieken, welke leveren
aan de automobiel-industriezoo bracht de
U. S. Rubberfabriek te Hartford het aantal
werklieden tot op 2/3 terug en werden in de ijzer
en staalnijverheid in eenige fabrieken in Indiana
en Illinois een 2500 man ontslagen.
Op 20 October werd gemeld, dat het „Pennsyl
vania Railroad System" 36.150 man ontslag
had gegeven en de spoorweg-maatschappijen,
welke Chicago aandoen 36.000'terwijl in fabrie
ken in New-York State 100.000 man zouden zijn
ontslagen.
Aldus heeft de algemeene prijsdaling, welke het
het eerst in den groothandel en toen in den de
tailhandel doorwerkte, thans ook de arbeids
markt bereikt en mag worden aangenomen, dat
de loonen, die b.v. bedragen voor ongeschoold
werkrachten in de katoenindustrie 30 per week
zeer belangrijk zullen worden teruggebracht,
wat natuurlijk een verdere daling van productie
kosten en dientengevolge van verkoopsprijzen
ten gevolge zal hebben. Een der voornaamste
reeders van de Pacific Coast zeide eenigen tijd
geleden „Within five years they will be begging
for a job of 2 a day."
Zoover is het nog niet en dat ware in dat land
waar de kosten van levensonderhoud nog altijd
hoog zijn, ook niet wenschelijk. Maar wanneer
men nagaat, dat in de districten der kolenmijnen
vele maatschappijen onlangs garages hebben
moeten bouwen voor de mijnwerkers, die met
hun „car" naar het werk trekken, en dat die
mijnwerkers verdienen 12 per dag bij een
huishuur van 1.50 per kamer per maand (niet
per week, dan is de loonsvermindering in de V.
S. nog zeer wel door te voeren en gezien het feit,
dat de industrie reeds aanstalten maakt om in
vele gevallen stop te zetten, tenzij zulk een loon
daling komt, zelfs waarschijnlijk en in het alge
meen belang te achten.
Omtrent de prijsdaling in de graanproducten
zegt de schrijver, dat hevige, oppositie tegen de
prijsdaling is ontstaan van tweeëerlei zijden.
De farmers van het Westen beweren dat zij de
tarwe niet kunnen leveren dan tegen 3 de
bushel, terwijl de prijs den laatsten tijd naar $2
loopt, wat altijd nog het dubbele is van den
prijs in 1912/1913. Derhalve hebben zij zich ge
wend tot den minister van financiën en gevraagd
om staatshulp ter financiering van hun oogst
doch er is geen sprake van, dat die hulp zal wor
den verschaft Het departement van landbouw
heeft per 1 September den oogst geschat op
770.000.000 bushel.
De prijs daalde voor levering Maart op 9
October in Chicago zelfs tot .1.95. doch liep
in het eind van de volgende week weer op tot
2.12l/2. D> maisoogst werd geschat op
3.131.000.000 bushel. De prijs bedroeg voor le
vering Mei in dezelfde dagen 0.89 en 0.923/4
j De enorme prijsdaling van ongeveer 0.40
a 0.50 per bushel tegen den prijs van enkele
maanden zal zonder eenigen twijfel, indien geen
herstel intreedt, een verzwakking van de koop
kracht der landbouwstaten ten gevolge hebben,
wat onherroepelijk terugslaat op de industrie
districten in het Oosten.
Ernstiger, intusschen is, volgens den heer
Andreae, de toestand in de katoenstaten. Verle
den jaar tijdens de World GottonConference,werd
door de katoenboeren uit het Zuiden die niet
alleen in grooten getale waren opgekomen, maar
ook het meeste leven maakten, met aandrang
betoogd, dat geen katoen kan worden verbouwd
dan tegen 0.50 per lb. Thans is de prijs die toen
0.32 was en in het voorjaar steeg tot 0.40
gedaald tot 0.181/;, voor „futures." De prijs
op 15 October was in 1910 en de volgende jaren
14.90, 9.40, 10.75, 13.50, (1914 is niet op
gegeven) 12.45, 17.55, 28, 32.30, $35.05.
Ofschoon mag worden betwijfeld, dat de kost
prijs meer beloopt dan $0.20 per lb., zooals ver
leden jaar door een deskundige werd medege
deeld, mag men wel aannemen,dat de tegenwoor
dige prijsdaling voor het Zuiden met een cala
miteit is gelijk te stellen. Als in vroeger jaren zijn
de zoogenaamde night-riders" opgetreden, die
onder bedreiging van brandstichting den boe
ren hebben aangezegd om hun katoen niet voor
lager prijs dan 0.40 te verkoopen en waar
aan dat bevel geen gevolg werd gegeven, werden
verschillende ontpittingsmachines in brand ge
stoken.
schieden, indien deze door het verkoopen van
bons onder het publiek de noodige gelden kun
nen verkrijgen buiten het beschikbare bankka
pitaal om enwaar de zekerheid, die door de „Edg
corporation" wordt verkregen, niet anders is
dan vorderingen op het buitenland en het ver
trouwen in zulk een zekerheid bij den belegger
nog niet bestaat en zeker niet zal komen, wan
neer de daling der prijzen een gevolg is van zwak
ke koopkracht der Midden-Europeesche landen
schijnt do verwezenlijking van deze plannen ten
hoogste twijfelachtig.
Bij een export-hoeveelheid van ongeveer
8.000.000 balen, welke zullen overblijven van
een oogst van 12.000.000 balen, de baal gesteld
op 500 lb., is een verschil in prijs van 40 tof $0.18
per lb. van geen geringe beteekenis en zou wei
eens in het volgend voorjaar ook het Zuiden,
dar gedurende den oorlog een hoogeren loons-
standaard en levensstandaard aannam, aan
koopkracht belangrijk kunnen inboeten.
Een meer pacifieke maatregel was, dat een
delegatie uit het Zuiden met eenige senatoren aan
het hoofd, den minister van financiën om hulp
ging verzoeken, doch de regeering is niet van
zins om voor het financieren van den oogst gel
den uit de staatskas toe te voegen. Secretary
Houston heeft daarvoor vriendelijk bedankt
met verwijzing naar de mogelijkheid om onder
de „Edge Law" vennootschappen op te richten
voor soortgelijke financiering en, naar verluidt,
worden er plannen beraamd om daartoe inder
daad over te gaan.
Het schijnt echter twijfelachtig, dat de
banken hun geld aan deze onderneming
zullen wagen. Trouwens is het algemeene
oordeel, dat financiering op groote schaal
door „Edge corporations" slechts kan ge-
De Chineesche Industrie. Uit
gezonderd enkele mijnbouwondernemingen en
spinnerijen was 15 jaar geleden in China nog
geen sprake van een op moderne leest geschoei
de nijverheid. Dank zij den wil zich onafhanke
lijk te maken van Europa door ter plaatse
te produceeren wat tot dusver in genoemd
werelddeel werd gekocht, ontstond een der
gelijk bedrijf tegen het einde van het Mand-
chu-régime, terwijl na de uitroeping der Re
publiek het enthousiasme voor industrieele
ondernemingen op krachtdadige wijze van re-
geeringswege werd aangewakkerd. Tijdens de
jongste moeilijkheden in zake Chantung open
baarde zich een soortgelijke patriottische ijver
en hieraan hadden verschillende bedrijven hun
ontstaan te dankenkousen- en mutsenver-
vaardiging (bonneterie), zeepbereiding, kaar
sen- en lucifersfabricatie enz. Evenals in alle
nieuwe rijken ontwikkelde de plaatselijke nij
verheid zich op buitengewone wijze en was
zelfs in staat om tijdens den oorlog het tekort
van Europeesche producten te dekken. Ver
schillende artikelen, die men vroeger uit den
vreemde betrok, werden voortaan in de land
streek zelf geproduceerd. Natuurlijk verkeert
men hierbij nog in de aanvangsperiode. Van de
25.749 in het jaar 1915 door het Chineesche
Ministerie van Handel vermelde industrieele
bedrijven, hadden 1921 ondernemingen slechts
7 a 30 werklieden in dienst, terwijl slechls 363
inrichtingen over beweegkracht beschikten met
een jaarlijksch kolenverbruik- van 537.833 ton.
Intusschen telde men 5 jaar geleden reeds
.181 fabrieken, die 500 a 1000 werklieden in
dienst hadden, terwijl bij 54 ondernemingen dit
aantal meer dan 1000 bedroeg en ongetwijfeld
zullen deze cijfers in den laatsten tijd in vrij
sterke mate zijn toegenomen. Rondom Shang
hai, welke plaats bezig is zich op krachtige
wijze als industrieele haven te ontwikkelen,
verrijzen voortdurend nieuwe fabrieken. Hoe
wel in mindere mate geldt hetzelfde van Han-
kéou. De voornaamste centra der nieuwe in
dustrie zijn Tehe-li en Chan-si, gevolgd door
Chan-toung, welke landstreek intusschen be
dreigd wordt door de hooge vlucht, die de Ja-
pansche ondernemingen in Mandchurije hebben
genomen. De katoenindustrie heeft zich waar
schijnlijk, vooral tijdens den oorlog het meest
ontwikkeld. In 1917 telde men 40 fabrieken met
1.266.848 spindels en 6.597 weefgetouwen de
grootste in den omtrek van Shanghai. 6 dezer
fabrieken waren Britsch eigendom (298.076
spindels en 2221 weefgetouwen) 3 Japanneesch
(211.464 spindels en 876 weefgetouwen), ter
wijl de overigen aan Chineezen toebehoorden.
Nog steeds gaat China voort een groot gedeelte
zijner ruwe kantoenproductie naar Japan te zen
den, die zij vandaar terugontvangt in den vorm
van gesponnen garens en weefsels. Intusschen
is op dit terrein reeds een kentering merkbaar.
Vreezende hun cliëntele anders te zullen ver
liezen, zijn de Japanners reeds verplicht ge
weest de kwaliteit van het door hengeleverd
artikel te verbeteren, terwijl de leveranties der
Vereenigde Staten tengevolge van den oorlog
veel minder zijn geworden, hoofdzakelijk ten
gevolge van het feit, dat de Chineesche weef
sels zich specialiseeren in de grove genres
beddetijk e.d. zijnde juist de artikelen, die tot
dusver door Amerika gezonden werden. De
eenige moeilijkheid voor de ontwikkeling der
<cat oenindustrie is, behalve de staatkundige
toestand, de kwaliteit der grondstof. Al be
kleedt China onder de katoenproduceerende
landen onmiddellijk na de Vereenigde Staten
en Indië, de derde plaats, zijn geheele katoen
productie bestond'nochtans uit grove vezels,
die slechts zeer dunne draden leveren. Intus
schen is de zeer uitgebreide clientèle van de
landstreek zelf voor haar kleeding tevreden
met nog grovere weefsels dan te Shanghai wor
den vervaardigd. Verre van te deelen in de ont
wikkeling der katoennijverheid, wordt de zijde
industrie in een harer voornaamste centra
Tche-fou, zelfs bedreigd, doordat aldaar kweek
en haspelingmethodes naar het door de Japan
ners gegeven voorbeeld in de onder hun in
vloed staande provincies, niet zijn verbeterd.
In de omgeving van Tsing-hao hebben de Ja
panners naast tal van andere fabrieken, een
groote zijdespinnerij opgericht, terwijl onder-
de boeren van Ghantoung uitgezochte moerbe-
zieplanten uitgedeeld en laatstgenoemden on
derricht werden in de moderne kweekme-
thodes. Vooral is Zuidelijk Manchurije onder
hun leiding wat zijdeteelt betreft een zeer
belangrijk gebied geworden. Dank zij de nabij
heid van groote steenkool- en ijzermijnen is
An-tong op weg, de groote markt van genoemd
gebied te worden.
melding van het volgende geval, dat gelukkig
zonder ernstige ongelukken is afgeloopen.
Een der vliegeniers van de vliegschool te Is-
tres maakte een vlucht in de omgeving van het
vliegkamp. Op het veld bevonden zich twee
herders, terwijl niet ver van hen een priester en
een vrouw langs een voetpad gingen. Eensklaps
schoot de vlieger van een groote hoogte pijl
snel naar beneden, alsof hij wilde landen. Maar
in plaats van zijn toestel naar een open terrein
te sturen, hield hij recht op de herders aan en
passeerde op drie meter afstand boven hun
hoofden. Deze maakten zich eerst niet bevreesd
in den waan, dat de vlieger 'n weinig verder zou
landen. Groot was hun verbazing echter, toen
zij hem weer zagen stijgen en hij vervolgens als
een adelaar op zijn prooi op den priester en de
vrouw aanstuurde. Wederom passeerde het
vliegtuig op eenige meters afstand boven hun
hoofden.
Er bleef geen twijfel meer over.De vliegenier,
krankzinnig geworden, wilde de ongelukkige
voetgangers onthoofden. Verschrikt vluchtten
zij de vlakte op, waar geen enkele boom was om
hen tegen het dreigende vliegtuig te bescher
men. De vliegenier bleef zijn aanvallen voort
zetten, nu eens op de herders dan weer op de
voetgangers. Dit ontzettende spel duurde meer
dan een uur. Vijftien of zestienmaal stuurde
de vlieger op de ongelukkigen aan. En onge
twijfeld waren zij slachtoffers geworden van
dezen krankzinnige, hadden zij niet de tegen
woordigheid van geest gehad, om bij eiken aan
val plat op den grond te gaan liggen. Tenslotte,
vermoeid van zijn vruchtelooze pogingen, staak
te de vliegenier de jacht, en verdween.
De militaire autoriteiten zijn van het feit in
kennis gesteld en een streng onderzoek is inge
steld.
Coöperatieve slachthuizen in
deVereenigdeStaten. Zooals algemeen
bekend is, zijn de groote Amerikaansche slacht
huizen in handen van enkele industrieelen, de
bekende „packers", die samen een trust vor
men, waarvan de invloed verbuiten Amerika
merkbaar is, vooral doordat zij zich ook in
Zuid-Amerika gevestigd hebben, en daar het
slachtbedrijf en de export van bevroren vleesch
beheerschen. Het is eveneens bekend, dat deze
vleeschtrust meermalen misbruik van zijn macht
heelt gemaakt, door de prijzen van het slacht
vee te drukken, van de slachtproducten daaren
tegen op te voeren, cn zoodoende ongehoorde
winsten kon maken.
Reeds vele jaren geleden werden door de
Amerikaansche boeren pogingen gedaan zich
aan dezen invloed te onttrekken door zelf het
slachtbedrijf ter hand te nemen: er kwamen
verschillende malen coöperatieve slachthuizen
tot stand, doch steeds was het resultaat een
mislukking. Door tegenwerking van buiten en
door gebrek aan samenwerking onder de boeen
bleek het niet mogelijk het bedrijf voort te
zetten.
Thans schijnt er echter in dit opzicht een
andere toestand te komen Sinds ruim een jaar
is te Fargo in Noord-Dakota de „Eguity coope
rative Packing plant" in werking. Door krach
tige leiding en vooral ook door vertrouwen onder
de deelnemers heeft dit bedrijf zich gunstig
kunnen ontwikkelen. Het beschikt over een
goed ingerichte fabriek, waar dagelijks 1000
varkens en 400 koeien geslacht kunnen worden
en alle slachtproducten op de gewenschte wijze
verwerkt worden.Ook voor den verkoop der pro
ducten is aanstonds een goede regeling getroffen;
daartoe werden afdeelingen gevestigd in enkele
groote steden, zooals Milwaukee, Chicago, Du-
luth, New-York, Boston, die optraden als gros
siers voor den verkoop van vleesch eigen koel
wagens zorgen voor een doelmatig vervoer van
het geslachte vleesch naar de verschillende ste
den In het eerste vereenigingsjaar bedroeg de
waarde van den totalen omzet reeds meer dan
tien millioen dollar.
In Newport, een klein plaatsje nabij St. Paul
(Minnesota) is een dergelijk bedrijf opgericht,
de Farmers' Ferminal Packing Co", genaamd,
dat echter nog slechts enkele maanden inwer
king is, doch ook reeds gunstige vooruitzichten
biedt.
Wellicht zullen deze vereenigingen de groote
macht der „packers" kunnen beperken.
Deensche en buiten1 andsche
koersen. Gedurende de afgeloopen week
is er op de beurs te Kopenhagen een daling ge
noteerd in de buitenlandsche valuta. Deskun
digen op financieel gebied verwachten, dat de
daling zal aanhouden en beschouwen het als
een natuurlijke terugslag op de ontzettende stij
ging van verleden zomer. De invoer is tot een
minimum beperkt en nu aan het meerendeel
van de buitenlandsche contracten voldaan is,
is er weinig behoefte aan buitenlandsch geld
Men is opnieuw begonnen met uitvoer, wat be-
langrijke sommen vreemd geld in Denemarken
brengt.
Kunst en Letteren.
Een krankzinnige vliegenier.
Een „Radio"-telegram uit Marseille maakt
Tournée Charlotte Bara.
De jeugdige danseres CHARLOTTE BARA,
die in t voorjaar 1919 voor de eerste maal in
Nederland optrad, en wier buitengewoon ex
pressieve en diep gevoelde kunst in zulk een
hooge mate de aandacht trok, komt binnenkort
onder directie van Impresario Felix Augustin
een tournée door ons land maken.
Tot heden zijn de volgende avonden vastge
steld 16 December Den Haag Diligentia)
21 Utrecht (stadsschouwburg), 23 Haarlem
(Stadsschouwburg), 3 Januari Amsterdam (Hol-
landsche Schouwburg), 7 Arnhem (Stadsschouw
burg), 10 Nijmegen (Stadsschouwburg), 14 Rot
terdam (Tivolischouwburg).
De pianopartij zal even als de vorig# maal ver
vuld worden door Leo Kok.