„Au bon Marché" aan onze clfêntèle. Zie de étalage. L BOSCH, Boterstraat 63, Tel. 580 men bedenkt, hoe iedere diplomatieke verbin ding uit dezen hoofde van gewicht kan zijn, dan acht de minister zich verantwoord de vraag te stellen, of het thans de tijd is, om zich uit diplomatieken kring, waarin men e.ene plaats heeft en aanzien geniet, terug te trekken, en dientengevolge een positie en een gelegenheid tot waarneming prijs te geven, die anderen ten dienste blijven staan. De minister, gelet op de belangen, die hij heeft te behartigen, kan niet anders dan deze vraag bepaald ontkennend beantwoorden. Het voorafgaande klemt te meer nu de diplo matieke kring bij het Vaticaan in verband met het aantal staten, dat zich daar doet vertegen woordigen, in beteekenis toenemende is. Men kan zeggen, dat de overgroote meerder heid der staten bij het Vaticaan vertegenwoor digd zijn. Het is een centrum van diplomatiek verkeer, dat in belang misschien zelfs andere plaatsen overtreft, waar door Nederland ge zantschappen worden onderhouden. De verte genwoordiging bij het Vaticaan biedt dienten gevolge niet slechts de gelegenheid om van de actie van den Heiligen Stoel en van zijne be trekkingen tot andere staten op de hoogte te blijven, maar ook om algemeene informatie op te doen, welke voor het land van groot nut kan zijn. Het nationaal belang dat hierbij is betrok ken, is in de afgeloopen jaren duidelijk geble ken en het zal zich ook in de toekomst doen ge voelen. Dat, gelijk sommige leden schijnen te mee- nen, de politieke kring die zich heeft gevormd om den Heiligen Stoel niet slechts een centrum van politieke informatie, maar ook van poli tieke reactie zou zijn, is den minister niet ge bleken en moet hij voor rekening van de leden laten. Verhooging van den bieraccijns. Volgens deNieuwe Ct. is binnenkort de indiening bij de Tweede Kamer te verwachten van een wetsontwerp tot verhooging van den bieraccijns met 100 procent. Prima SIROOP van Punch. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Vergadering uan Dinsdag, 21 December. M a r i n e-b egrooting. De heer Ter Hall (N. P.) opent de alg. beschouwingen met een woord van hulde aan onze marine, die reeds vele diensten heeft ge- praesteerd en welke bij 'n eventueele oorlog nog onschatbare diensten zal kunnen bewijzen. Spr. heeft tegen klein materiaal geen bezwaar, mits onze zeegaten maar voldoende verdedigd blijven. Eerste vereischte voor een goede instandhouding der vloot is, dat onze bevolking vertrouwen krijgt in de marine. Door meer democratische verbeteringen in de toestanden moet de geest onder het personeel verbeterd worden. De heer v d. Laar (Chr. S. P.) verklaart zich voor afschaffing der marine. De heer v. d. Bilt (R. K.) wil het hoog- noodige voor de marine toestaan. De heer Hugenholtz (S.D.) is voorstan der van een spoedige militaire ontwapening. De heer A. P. Staalman (C. D.) acht be houd van Onze marine nutteloos. De heer Oud (V. D.) zal tegen de begrooting stemmen De heer V. d. V o o r t v. Z ij p (A. R.) legt den nadruk op de behartiging der belangen van het personeel. Voorts bestrijdt spr. de heeren Oud en Hugenholtz. De heer Snoeck Hen- kemans (C. H.) wijst er de sociaal- en de vrijzininnig-democraten op dat zij door tegen de marine-begrooting te stemmen, het verlies der koloniën in de hand werken. Deministervan Marine a.i. de heer Pop, zegt dat het onderhouden van een met onze middelen ën krachten overeenkomende marine, evenals van een leger, behoort tot de noodzakelijke plichten van een souvereinen Staat Naar deze middelen en krachten.moet de regee ring haar maatregelen nemen. Daartoe heeft zij ingesteld een departementale commissie, welke de plannen van de regeering uitwerkt en waarbij wel degelijk de lijn van de regeering wordt ge volgd. Wat betreft hetiekort aan personeel waarover gesproken is, wilde minister opmerken, dat dit tekort lang niet zoo groot is, als wordt voor gesteld. Ten aanzien van de vraag, of de officiers opleiding ook kan geschieden uit de bemanning zegt, de Minister, dat dit nader zou kunnen wor den overwogen. Teneinde de geest onder t personeel te verbe teren, heeft o.a. spr. maatregelen genomen voor een betere geestelijke verzorging. De Minister ver klaart zich bereid, zooveel mogelijk tegemoet te zullen komen aan de verzoeken over de belangen van dit personeel De alg. beschouwingen worden gesloten. Bij art. 51 neemt de Minister een amendement van de Comm. van Rapporteurs over om een bedrag van 100.000 toe te staan voor de slacht offers der mobilisatie bij de marine. De stemming over de begrooting zal morgen plaats hebben. Gemeenteraad. GEMEENTEBEGROOTING. Algemeene beschouwing en. (Vervolg). Weth. Houtman zegt, dat de leden van het college Van B. en W. allen in democratische richting de gemeente besturen. Weth. is over tuigd, dat ook hij, door in democratische rich ting werkzaam te zijn, medewerkt, om de be langen van deze in hoofdzaak uit arbeiders be staande stad te bevorderen. Er zijn credieten van vele millioenen in den laatsten tijd verleend, waardoor de werkgelegenheid vermeerderd is. Het is geen kunst om de productie stop te zet ten zooals men dat in Rusland doet, maar het is de kunst om met het aanwezige kapitaal in het belang van de geheele maatschappij werk zaam te zijn. De opmerkingen van den heer Collé aan het adres van weth. Van Velzen waren phrases en verdachtmakingen. Weth. Van Velzen doet zijn uiterste best om in den woningnood te voorzien. Wat de mogelijkheid van een uitsluiting in de bouwvakken betreft, weth. verwacht een der gelijk conflict niet. Om in het woningtekort te voorzien zou het raadzaam zijn, indien de heer Collé de bouwvak arbeiders aanspoorde, in plaats van 45 uren, gedurende eenige jaren 50 uren per week te gaan arbeiden. De arbeiders moeten ook eens wat voor hun medearbeiders over hebben. Over den bouwrijpen grond zegt weth., dat dit een moeilijk vraagstuk is, aan welks oplos sing men ijverig bezig is. Het is geen kunst om complexen grond duur aan te koopen, maar men heeft er ook voor te zorgen den grond op de meest productieve manier aan te wenden voor woningbouw. De woningdienst kan voorloopig voldoende bouwen. Gemeentewerken kan de noodige bouwgrond beschikbaar stellen. De bebouwing van den Nieuwl. polder zal spoedig ter hand kunnen worden genomen. Het rapport van den woningdienst is de vo rige week bij B. en W. ingekomen. Den laatsten grond hebben wij nu in den Nieuwl. polder ge kocht en thans wordt er uitgewerkt, hoe die grond op de beste wijze benut kan worden voor de volkshuisvesting. Alle plaatsen welke nog beschikbaar zijn, zullen worden volgebouwd. Verder worden er onderhandelingen gevoerd, waardoor, wanneer ze slagen, een groot complex voor woningbouw beschikbaar zal komen. Het verwijt, dat er geen bouwgrond beschik baar is, moet weth. derhalve afwijzen. Het is z.i. moeilijk met beperkte middelen een begrooting sluitend te maken en het zal in de toekomst zeker nog moeilijker worden om de gemeente-financiën te beheeren. De partij van den heer Collé houdt zich slechts met allerlei phrases bezig. Gelukkig is het dan ook, dat er nog mannen zijn, die met kracht de productiemiddelen bevorderen en de touwtjes vasthouden. In iedere maatschappij moeten er onderofficieren, kolonels en generaals zijn. Spr. is er van overtuigd, dat in Schiedam nog geen arbeidsveld is voor den heer Collé. Hij mag tevreden zijn met, de besprekingen in dezen Raad. Het plan-,,Vrede" verkeert in een vergevor derd stadium van uitvoering. De afschrijving op het Ziekenhuis acht weth. voldoende. Als men in aanmerking neemt, dat het ziekenhuis in Dordrecht, op 4 ton geraamd, thans 2 millioen kost, dan is Schiedam nog ge lukkig te noemen. Het ziekenhuis hier ter stede heeft 7 ton gekost en er is niet in den duursten tijd gebouwd. Weth. B o d d e s zegt, dat B. en W. niet alleen de belangen van één partij, maar aller belangen hebben te verdedigen. Van dit stand punt beschouwd, kan weth. zich grootendeels vereenigen met hetgeen de vorige weth. heeft gezegd.De heer Slavenburg sprak nogal pessimis tisch. Indien wij met den aanslag bij onze in komstenbelasting moeten gaan van 9 tot 11.4 beteekent zulks zeker geen vooruitgang. Er zijn echter eenige lichtpunten, o.a. het wets ontwerp, beoogend steun aan de gemeenten. Hieruit zal voor Schiedam ongeveer 100.000 meer inkomsten voortvloeien. Het wetsontwerp tot vernieuwing van het gemeentelijk belasting gebied zal eveneens voordeelen voor Schiedam afwerpen. Zoo zullen er dus ter verkrijging van enkele nieuwe bronnen van inkomsten nadere voorstellen bij den Raad komen. Het college zal zich niet wagen aan onvoor zichtige daden op finaniceel gebied. De afschrijving op het nieuwe ziekenhuis komt ook weth. voldoende voor. Men komt er niet 'door in een ongunstige verhouding. De commercieele boekhouding zal ook tot andere takken van gemeentedienst worden uit gebreid. Zoo zal, als de Raad thans geen be zwaar maakt, de commercieele boekhouding worden ingevoerd bij instellingen, welke geen bedrijven zijn, o.a. bij de|Pölitie, Arbeidsbeurs, Zwemplaats, den Algem. dienst enz. Wat de inkomstenbelasting betreft, kan weth. verklaren, dat de kohieren niet tegenvallen. Het gaat goed. Overwerk moet er 's avonds soms worden verricht. Dit is niet te vermijden. Er zal echter voor worden gewaakt, dat zij, die voor overwerk betaald worden, zonder machtiging van B. en W, niet de beslissing in handen zullen hebben over het verrichten van overwerk. De heer Collé repliceert. Tot den heer Din- kelaar zegt hij, dat hij in de fabriek en in de arbeidersbeweging ook wat te doen heeft, en dus niet over alles hier het woord kan voeren. De verwijten van den heer Dinkelaar getuigen van groote onbillijkheid. Hij bestrijdt voorts, dat het gemeentebestuur in democratische richting werkzaam zou zijn en betoogt, dat, als weth. De Bruin zijn eigen verdiensten zit te prijzen, spr. toch wel het recht mag hebben om zeer reëele kritiek uit te oefenen. De heer Houtman heeft gesproken over Rus land, Lenin en Wijnkoop, maar spr. zit hier niet om de communistische partij te verdedigen. Hij heeft tegen de communistische partij stelling genomen. Maar wanneer men soms de S. P. gaat vereenzelvigen met de commu nistische partij, dan is men op den verkeerden weg. Men kan de communistische partij eerder rangschikken onder de S. D. A. P. Ze noemen zich wel communistisch, maar ze zweren bij den bijbel van Karl Marx. In de Tweede Ka mer heeft Troelstra gesproken over de nieuwe economische organisatie. Waar de leidende fi guren der S. D. A. P. met dergelijke nieuwe ideeën komen en ook hier getracht wordt daar aan richting te geven, blijkt er bij de arbeiders toch maar matige belangstelling voor te zijn. De eigen partijgenooten van den heer De Bruin laten hem in den steek. Er leeft onder de arbeiders een geest van het nieuwe. Spr. is nog niet overtuigd, dat de generaals in weelderige woningen moeten wonen en de arbeiders in krotten en stegen. Wat de heer Houtman zei over de bouwvak arbeiders bestrijdt hij uitvoerig. De werkgele genheid, welke de heer Houtman wil scheppen, is niet in het belang van den arbeider, maar van het kapitaal. Hij meent, dat B. en W. geen groote vraag stukken aanpakken. In de zaak-Van Wingerden betoogt hij, dat een oproeping om elkeen te kunnen doen mede dingen naar de betrekking van vroedvrouw ach terwege is gelaten. Verder wijdt spr. nog in den breede uit over evenredige vertegenwoordiging, den intern, boy cot tegen Hongarije, de verdediging van de programpunten der S. D. A. P. door de S. D. A. P.-ers bij de gemeentebegrootingen in ver schillende plaatsen enz. Dat er bij den woningdienst hier ter stede iets hapert, gaf de heer Dinkelaar toe. Het pro test van den heer Slavenburg is z.i. geheel on gemotiveerd. Ten slotte bespreekt hij nog de kwestie van ,,Ons Huis" hetgeen den ro orzitter aan leiding geeft op te merken, dat weth. Van Vel zen hierop nader zal antwoorden. De heer Collé hoopt, dat de Raad billijk zal zijn in zijn oordeel jegens hem, zal willen be denken, dat hij hier alleen staat en de overtui ging zal hebben, dat voor het eigenaardig op treden tegenover hem geen aanleiding bestaat. Zitting van Maandag 20 December. De algemeene beschouwingen over de Ge- meentebegrooting worden voortgezet. Weth. mr. VanVelzen krijgt het woord, om de opmerkingen betreffende zijn afdeeling te beantwoorden. Hij brengt allereerst dank aan den Raads- verslaggever,die hem in staat heeft gesteld ken nis te nemen van hetgeen tijdens zijn afwezigheid in den Raad is gezegd en aan de heeren Hout man en Slavenburg voor de woorden, welke zij tot zijn verdediging hebben gesproken. Wat de heer Collé hier gezegd heeft, staat z.i. niet op hoog peil. De kwestie van particu lieren of gemeentelijken woningbouw is door den heer Collé onaangeroerd gelaten. De aanval ten aanzien van de Vereen. „Ons Huis" is nog eens door den heer Collé herhaald. Wat deze laatste betreft heeft weth. slechts te verwijzen naar zijn antwoord bij gelegenheid der inter pellatie gegeven. De heer Collé moet zijn oppo sitie niet richten tot het college van B. en W., maar aannemen, dat de Raad niet wenschte, dat er gebouwd zou worden zooals de vereeni- ging „Ons Huis" wilde. Weth. wil den heer Collé vragen, of deze in het bezit is van een lijst der aandeelhouders van „Ons Huis" en de gestorte bedragen, waar uit moet blijken of de vereeniging aan de ver- èischten voldoet. In een onderhoud met den architect van „Ons Huis" heeft weth. gezegd, dat, als het ontwerp gewijzigd wordt, men bereid is er een gewillig oor aan te verleenen. Over de woningen in de Zuiderstraat, kan weth. mededeelen, dat door den woningdienst een plan is opgemaakt om te maken, dat de bewoners elders onderdak kan worden verstrekt zoodat deze straat weldra zal kunnen worden ontruimd. De indruk is gewekt, dat de woningdienst hier ter stede tekort zou zijn geschoten in ar beidsprestatie. Weth. is bereid de balans van de werkzaamheden van den woningdienst hier te verdedigen. In Sept. bestond de woningdienst nog niet. Sedert dien is er een verordening in hét leven geroepen tegen het onttrekken van woningen aan bewoning, de strijd over verlaging van het stamkapitaal werd uitgestreden, met het géVolg, dat het stamkapitaal der bouwvereenigingen tot 2 kon worden teruggebracht, de veroor- dening betreffende den bouw van middenstands woningen kwam tot stand, de interpellatie- Korpel werd behandeld, de verbouwing van woningen aan de Hoofdstraat werd goedge keurd, het peil voor het uitbreidingsplan werd bij den woningdienst vastgesteld, een uitvoerig rapport is samengesteld over de bebouwing van den Nieuwl. polder. Dit alles is nog wel ge schied, terwijl er eenigen tijd zonder directeur is gewerkt. Eerstdaags kan worden verwacht een voor stel tot het verleenen van een crediet ter ver betering van de Polderstraat en om den woning dienst een behoorlijke huisvesting te geven. De heer Houtman heeft zich bereid verklaard zooveel mogelijk voor bouwrijpen grond te zorgen. Nu stelt spr. de vraag of de heer Collé geroe pen is om kritiek uit te oefenen de heer Collé, die n.b. tegen het plan-,,Vrede" heeft gestemd. De eenige prestatie van den heer Collé bestond in het geven van het advies, om de leegstaande villa's te betrekken. Ingezonden Mededeelingen. Schiedam. SHHBHBHBHHHHHBHHIHHHBHIHHnnBni 10506 15 Weth. meent, dat hij hier met een behoorlijke balans voor den Raad is gekomen. Wat de heer Dinkelaar in het debat heeft gebracht is weth. meer symphatiek. Terecht heeft hij om meerdere gegevens gevraagd. Weth. is thans in staat hem die te geven. In 1919 werd het tekort aan woningen te Schie dam op een 1000-tal geschat. Nu heeft de heer Van Praag volgens een nieuw systeem, n.l. dat van Halle, becijferd, dat er in Schiedam 8727 woningen moeten zijn. Er zijn er 8243, zoodat er 484 woningen tekort zijn. Ongeveer 206 gezinnen moesten een toevlucht zoeken bij anderen. Voegt men bij het tekort van 484 woningen, nog 400 krotwoningen, welke voor afbraak in aanmerking komen, dan kan men het tekort op een 1000-tal woningen stellen. Nu wijst weth. er op, dat men niet meer kan spreken van een Schiedamsch vraagstuk. Door de innige verwantschap van Schiedam met Rotterdam, moet men aandacht schenken aan de wisselwerking tusschen beide steden. Als er 1000 woningen bijgebouwd zouden zijn, moet men niet denken, dat liet vraagstuk is opgelost. Dan nog zal het een tijdelijke voorziening in het tekort blijken te zijn. Of wij ooit uit het woningvraagstuk zullen komen, laat spr. aan anderen ter beoordeeling over. Het zou vermetel zijn, te zeggen, dat men een definitieve oplossing van het woningvraag stuk aan de hand kan doen. Voorts wijst weth. nog op het tekort aan bouwvakarbeiders en andere factoren, welke invloed hebben op den bouw van woningen. Het woningvraagstuk is een kwestie van enormen omvang, welks oplossing buitengewoon moeilijk is. Weth. zet uiteen, hoe het thans in onze stad met den woningbouw gesteld is. In aanbouw zijn de volgende blokken Volkshuisvesting blok G 59 woningen idem blok H 115 woningen bouwvereen. ,,St. Jozef" 25 woningenbouwvereen. „Eendracht" 18 woningen. Totaal 217 woningen. Voorschot is verleend voor den bouw van de volgende woningen Volkshuisvesting blok II 151 woningen idem blok J 125 woningen; bouwvereen. „St. Jozef" 98 woningen bouwvereen. „Vrede" 584 wo ningen. Totaal 958 woningen. Weth. zegt, dat door B. en W. al het mogelijke gedaan wordt om den woningbouw te bevorde ren. Ook om principieele redenen meent spr., dat er reden is tot tevredenheid. De toenemende zedeloosheid enz. maakt het noodig, dat alles gedaan wordt om een einde te maken aan de inderdaad verkeerde toestanden. Weth. verheugt er zich over, dat hij aldus heeft gewerkt in het belang van den arbeider en tot het wegnemen van toestanden, die niet in een goed geordende maatschappij behooren te bestaan. De heer Collé voelt geen lust om te debat- teeren over het peil van het debat. Hij wil slechts de nuchtere feiten naar voren brengen. Wanneer het tegen hem gaat, dan gaat men hem zoo fel mogelijk te lijf. Of de vereeniging „Ons Huis" aan de fin- voorwaarden voldeed, had spr. niet te onder zoeken. Door B. en W. is toch toegestaan om een be paald stuk grond aan te wijzen. B, en W. zullen dus wel hebben onderzocht of die vereeniging aan de gestelde voorwaarden voldeed. Wat de kritiek zelf betreft, merkt de heer Collé op, dat er in de secties is gevraagd om door een bouwmaatschappij te laten bouwen. Spr. meent, dat de gemeente zelf moet gaan bouwen. Mijn grief is geweest, dat de weth. met on juiste mededeelingen in de zaak van „Ons Huis" bij den Raad is gekomen. Ondanks de verzekeringen van weth. Hout man, meent spr, dat er niet voldoende bouwrijpe grond beschikbaar is. Spr. heeft tegen het plan-,,Vrede" gestemd, ómdat hij tegen het woningtype was. Hij stond in deze niet alleen. Zelfs een lid van het college van B. en W. was er tegen en de directeur van 'den woningdienst was gedeeltelijk tegen het plan. Ook de Gezondheidscommissie was er tegen. Verder zag spr. in de zaak een financi- eele transactie van een groot-industrie, van welke hij ongewenschten invloed vreest op de bewoners der woningen. De heer Dinkelaar verklaart, dat hij zich het recht, voorbehoudt nader op het rapport van den directeur van den woningdienst terug te komen. De voorzitter zegt, dat het rapport in afschrift aan de leden zal worden verstrekt. Weth. mr. Van Velzen zegt, dat de op merking over de lijst van aandeelhouders van „Ons Huis" allereerst door mr. Kavelaars is ter sprake gebracht (de heer mr. Kavelaars merkt op, dat de heer Van den Tempel deze kwestie het eerst besprak) en er toen op gewezen Kerstgeschenk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 2