L BOSCH, Boterstraat 63, Tel. 580 f Binnenland. I)e boeren en de economische cris>s. Uit Leeuwarden méldt men Hot. contract, tussehen de Friesehe Boerenbon den en deZuivelfabriokbesturen met de arbeiders omtrent de loon-en arbeidsvoorwaarden voor 1921 is nog steeds niet gesloten. Ten gevolge van de malaise is de boer zeer huiverig geworden een bindende overeenkomst aan te gaan. Terwijl de arbeiders oordeelen dat van geen loonsver laging sprake kan zijn, willen de boeren zich niet verbinden 'n gelijk loon of 'n hooger loon dan in 1920 te betalen. En zoo niet men dat de georganiseerde werkgevers in het boerenbe drijf tegenover de georganiseerde arbeiders staan. Het hier en daar gepleegde overlég leidde niet tot een resultaat.. Daar de werkgevers niet, alle eischen der arbeiders wilden inwilligen, aanvaarden deze niet de voorstellen tot. hoo ger loon en korteren werktijd. Met algemeene stemmen besloot toen de werkgeversorganisatie de voorgesleldo ver beteringen in te trekken en tevens af te wijzen het verzoek om een duurtetoeslag. In andere gemeenten wenschen de georga niseerde werkgevers geen contract af te sluiten met de moderne georganiseerde arbeiders zij wenschen geheel vrij te blijven en te handelen naar omstandigheden in ve-band met de resul taten, die haar bedrijf dit jaar zal opleveren. Waar zich flinke werkkrachten tegen een weekloon van 23 a 25 gld, aanmelden meest ongeorganiseerde werklieden daar oordee len de werkgevers niet gehouden te zijn in te gaan op hoogere loonen, die georganisecr- den vragen. In de Zuid-Westhoek der provincie hebben sommige veehouders met hun arbeiders gecon tracteerd tegen een loon van 28 gld per week doch dit is geen contract tussehen organisatie. Ook in het zuivelbedrijf gaat het met de loonregeling niet vlug. Ook daar zien fabrieks besturen de toekomst niet rooskleurig in. Bovendien heerscht hier een gespannen ver houding, die er tussehen de cooperatiev" en speculatieve fabrieken bestaat. Van de zijde der georganiseerde zuivelarbei- ders streeft men naar versterking der organi satie óók aan speculatieve fabrieken. De organisatie vraagt dan ook in de collec tieve arbeidersovereenkomsten vast te leggen de invoering van verplicht lidmaatschap °van het personeel bij de bestaande vakorganisatie. De crisis-instellingen. De Minister van Landbouw heeft een specifi catie gegeven van de voordeelige en de nadeelige saldi der verschillende crisisinstellingen Hieruit blijkt dat het totaalbedrag der voordeelige saldi f 219,51°, dat der nadeelige saldi 3.471.319.71 bedraagt. Het totaal voordeelige saldi bedraagt alzoo ruim 8.500.000.' Omtrent bet, Hijkskantoor voor kleedingvoor- ziening deelt de Minister het volgende mede Het financieel resultaat dezer voorziening kan nog niet worden bepaald. Wel kan worden medegedeeld, dat tegenover het totaalbedrag der credieten ad 13.600.000, waarover ten dienste van de financieering der onderneming ten laste van 's Rijks schatkist, is beschikt een vordering staat pp de Republiek Polen ten bedrage van 17.800.620.40. Deze vordering spruit voort uit d< levering aan Polen van bijna den geheelen voor raad kleedmgstukken waarover het Rijkskan toor na beëindiging der kleedingdistributie de be=chikkmg had. Deze verkoop is op krediet geschied. De schatkistbiljetten welke uit hoofde dezer levering van de Poolsche regeering zijn ontvangen, zijn inwisselbaar op 2 Januari°1922. De hoofdsom der vordering bedraagt 15.759.362 bij welk bedrag is opgeteld een som van f 2.041.258.36 we gens berekende rente over het tijdvak van 1 Julil919 tot 31 December 1920. Reconstructie van de vloot. De interdepartementale commissie, die met betrekking tot de reconstructie van onze vloot door den minister van Marine ad interim werd ingesteld is met haar arbeid gereed gekomen De vruchten van deze arbeid maken thans een onderwerp van overleg tussehen de daarbij be trokken departementen uit. Na afloop hiervan zal omtrent het dan aanvaarde plan het advies dei Indische regeering worden ingewonnen, in verband waarmede het voornemen bestaat, een hoofdofficier der marine naar Indië uit te zenden om dit plan nader te kunnen toelichten. Wanneer op deze wijze een vaste grondslag voor de verder te volgen gedragslijn verkregen is, zullen de noodige wetsvoorstellen met be trekking tot het materieel van de vloot worden ingediend. centrale drinkwatervoorziening voor het West- land. In een inleiding lezen wij De drinkwatervoorziening in de Westland- sche gemeenten laat reeds gedurende tal van jaren veel te wenschen. De Westlandsche ge meenten werden opgenomen in de plannen voor de centrale drinkwatervoorziening in Zuid-Hol land, Noord-Holland en Utrecht, waarvan het rapport eenige maanden geleden in druk is verschenen. Tijdens het opmaken van deze plannen be stond niet het vooruitzicht, dat de watervoor ziening van deze gemeenten op andere wijze tot stand gebracht zou kunnen worden. Sedert echter zijn de omstandigheden gewijzigd. De gemeente Delft zal binnenkort het benoodigde drinkwater van de gemeente Rotterdam be trekken, zulks omdat hare tegenwoordige wa- terwinplaats onder Monster en de bestaande transportmiddelen van Monster naar Delft geen voldoende vermogen bezitten, om blijvend te voorzien in de behoeften van die gemeente. Dientengevolge werd de mogelijkheid ge opend, het pompstation onder Monster, dat j dus voor de watervoorziening van de gemeente Delft overbodig zal worden, dienstbaar te ma- 1 ken aan de watervoorziening van het Westland. Het scheen bij voorbaat mogelijk, op deze' wijze op meer economische wijze te voorzien in de behoefte aan een deugdelijke drinkwater- I voorziening van het Westland, dan door aan sluiting bij de centrale drinkwatervoorziening in Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht. Buitendien zou de betrokken streek zoodoende waarschijnlijk veel spoediger geholpen kunnen worden. I Deze omstandigheden waren aanleiding, dat een commissie uit de besturen der Westlandsche gemeenten zich 21 Juni 1919 tot den minister van arbeid wendde met het verzoek, aan het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening mach-, tiging te verleenen een uitgewerkt plan voor de drinkwatervoorziening van het Westland sa-, men te stellen. Aan dat verzoek werd voldaan. Met de bewerking van het rapport werd be last de ingenieur bij het Rijksbureau voor Drink watervoorziening A. P. Enklaar. Bij de uitvoe ring van deze opdracht kon worden gebruik ge maakt van de gegevens betreffende het water- leidingvraagstuk in het Westland, die reeds wa- ten verzameld ten behoeve van de plannen voor de centrale watervoorziening inZuid-Hol-i land, Noord-Holland en Utrecht. De directeur van het Rijksbureau voor Drink-! watervoorziening, de heer W. Hanegraaff, komt in het rapport tot de volgende conclusiën 1. De aanleg van een gemeenschappelijken drinkwatervoorziening voor de gemeenten van het Westland is uit technisch oogpunt alleszins uitvoerbaar. Door gebruik te maken van het eerlang beschikbaar komende pompstation van de Delftsche waterleiding onder Monster en .van een gedeelte van de transportleiding Mon sterDelft kan binnen betrekkelijk korten tijd een zeer doelmatige oplossing Van het vraag stuk worden verkregen. 2. Bovenvermelde werken van de Delftsche waterleiding zijn bijna alle zonder wijziging of uitbreiding geschikt om gedurende een lange reeks van jaren aan de watervoorziening van het Westland te worden dienstbaar gemaakt. Slechts dienen de bestaande stoompompma chines door een zeer moderne pompinstallatie te worden vervangen. Daardoor kan op de bedrijfskosten niet onbelangrijk worden be spaard. 3. Ook van financieel standpunt bezien ver dient bovenvermeldde oplossing alle aanbeve ling, aangezien daarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende, belangrijke, nog in goeden, staat verkeerende werken, die in een goedkoopen tijd gebouwd zijnde,kunnenworden overgenomen voor een bedrag, dat in verhouding tot de thans j geldende bouwkosten billijk kangenoemdworden. 1 Zulks leidt tot aanmerkelijkmindere aanlegkos-, ten, dan bij den bouw van een geheel nieuwe 1 waterleiding het geval zou zijn. 4. Op de beschreven wijze zal het mogelijk zijn, niettegenstaande de zoo sterk gestegen bouw-, kosten, salarissen en arbeidsloonen, een op den duur rendabele onderneming te stichten, zonder dat de tarieven bovenmatig behoeven te worden' opgevoerd en zonder dan tot verhooging van den belastingdruk zal behoeven te worden overgegaan De aanlegkosten worden geraamd op 990.000, waarin is begrepen 190.000 voor overneming van het pompstation der Delftsche waterleiding, een gedeelte der transportleiding pompstation- Delft, enz. Den 8sten Februari komen de gemeenteraden van Naaldwijk, Monster, 's-Gravenzande eii' Wateringen te Naaldwijk bijeen, om het rap port te behandelen. gië, Vereenigde Staten van Amerika, Bulgarije, Brazilië en Griekenland. Enkele andere gezan ten waren door omstandigheden verhinderd. Voorts de zaakgelastigden van Zweden, Oostenrijk, Polen, Luxemburg, Finland, Cuba, den Heiligen Stoel, Columbia, Rusland, Mexico, Japan, Cliili en Italië. Tijdens het diner, dat plaats had in de Gale rijzaal, deed het strijkorkest van de Militaire Kapel, onder leiding van den heer de Boer, zich hooren. Voordat de maaltijd aanving, bestond ge legenheid H. M. en Z. K. II. de gelukwenschen aan te bieden ter gelegenheid der jaarwisseling. Te 9 uur verleenden Koningin en Prins au- diëntie aan alle overige leden der gezantschap pen legatieraden, gezantschapssecretarissen en attaché's. Alle bij dinér en audiëntie aanwezige heeren droegen ambtscostuum. Prima SIROOP van Punch. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Tabaksbelasting. De N. V. A. Hillen's Sigaren-en Tabaksfa briek te Delft klaagt in een adres aan de Tweede Kamer over de verbazende uitbreiding welke de huis-industrie in de sigarennijverheid heeft ge kregen, in hoofdzaak ten gevolge van dé invoe ring an de 45-urige werkweek. Krachtens het collectieve arbeiderscontract in de sigarennij verheid is de huisarbeid verboden, doch er be staan, zoo schnjft adressante, geen middelen, welke het nakomen van die overeenkomst kun nen waarborgen. Zij vraagt aan de Tweede Kamer te bevorderen de spoedige behandeling van de tabaksbelasting, die de minister van financiën nog voornemens is in te dienen. Met een tabaks belasting als door haar bedoeld, zou, meent adressante, niet alleen een fiskaal, maar ook in hooge mate een sociaal belang zijn ingediend. Drinkwatervoorziening voor het Wcslland. Verschenen is een rapport betreffende een Diner ten Hove. Gisterenavond heeft, voor de eerste maal na de buitengewone omstandigheden, die het ge volg van den oorlog waren, wederom een groot diner ten Hove plaats gehad, Ie 7 uur is in het Paleis een diner gegeven, door de Koningin aangeboden aan de hoofden der verschillende bij de Nederlandsche Regee ring geaccrediteerde gezantschappen, met hun echtgenooten. Door de toename in de laatste ja'ren van het aantal gezantschappen, kreeg dit diner een grooteren omvang dan bij vroe gere gelegenheden en telde het 65 couverts. Aan den maaltijd, waaraan met de Koningin ook de Prins aanzat, namen, behalve verschil lende dames en heeren der Hofhouding, deel de Minister van Buitenlandsche Zaken en mevrouw van Karnebeek en de hoofden der navolgende gezantschappen met hun dames Argentinië, Roemenië, Uruguay, China, Turkije, Portugal! Duitsehland, Spanje, Griekenland, Denemarken! Groot-Britannië, Frankrijk, Zwitserland, Bei- Het Handelsregister. Men schrijft ons Mijn voornemen was in dezen brief voort te gaan met de opsomming, wat moet worden opgegeven en in het bijzonder de opgave voor de naamlooze vennootschappen te behandelen. Schrijver van deze opstelletjes geniet het voorrecht veel met zakenmenschen om te gaan. Waar men veel aan denkt voor mij is dit het Handelsregister daar spreekt men ook ge woonlijk veel over, immers waar het hart vanvolis, looptde mondvanover. Verleden week sprak ik een bier in de omgeving bekend koopman er. nadat ik hem het mooie en nuttige van het Handelsregister had uitge legd, maakte hij de nuchtere opmerking „Maar zeg m ij nu eens, wa t kos t mij dat g r a p j e". Nu moet ik eerlijk bekennen, dat ik doordeopmerkingeen beetje uit het veld gedagen was het Handelsregister een grapje. Kwaad worden kon ik ook niet, want wie de psyche van een koopman kent, weet, dat de financieele zijde jran alle nieuwe wetten voor hem het belangrijkste is. Ik heb hem toen het tarief van de Handelsregisterwet uitgelegd, en voldaan is hij weggegaan het viel hem nogal mee. Het onderwerp, wat ik deze keer zal behande len, u kunt hot haast wel raden, is het tarief van de Handelsregisterwet. Aan het inrichten en bijhouden van Het Han delsregister zijn natuurlijk kosten verbonden. Volkomen rationeel is het, dat deze kosten door belanghebbenden worden gedragen. Wie de lusten heeft moet de lasten dra gen. De wetgever is bij de verdeeling van de lasten zeer billijk te werk gegaan. Groote za ken kunnen meer betalen dan kleine zaken. Daarom is hetgeen mon betalen moet, afhanke lijk gesteld van het in de handelszaak gestoken kapitaal. Voor en aleer het tarief neer te schrijven, nog een enkele opmerking. Men moet onderscheiden de kosten bij eerste inschrijving en hetjaarlijks te betalen bedrag. Bij eerste inschrijving zoowel van nieuwe als van reeds bestaande zaken moet onmiddellijk een bepaald hierna te noemen bedrag, worden betaald, terwijl jaarlijk omstreeks Maart een belangrijk kleiner bedrag voor het in stand hou den van het Handelsregister aan de Kamer van Koophandel moet worden afgestaan. Deze bedragen zijn bij een kapitaal van niet meer dan 10.000, bij eerste inschrijving ƒ5, jaarl. 2.50; bij een kapitaal van meer dan 10.000, doch niet meer dan 25.000, 15, 5.— bij een kapitaal van meer dan 25.000, doch niet meer dan ƒ50.000, 50, ƒ10; bij oen kapitaal van meer dan 50.000, doch niet meer dan 100.000, ƒ100, 20; bij een kapitaal van meer dan 500.000, doch niet meer dan ƒ500.000, 250, 30; bij een kapitaal van meer dan 500.000, doch niet meer dan ƒ1.000.000, ƒ500, 50; een kapitaal van meer dan 1.000.000, niet meer dan 2.000.000, 1000, 100 een kapitaal van meer dan ƒ2.000.000,' niet meer dan 3.000.000, 1000, 200 een kapitaal van meer dan ƒ3.000.000, niet meer dan 4.000.000, 1000, 300 een kapitaal van meer dan 4.000.000, niet meer dan 5.000.000, 1000, 400 een kapitaal van meer dan ƒ5.000.000, 1000, 500. Nogmaals breng ik in herinnering, dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken de be voegdheid heeft een handelszaak in een hoogere klasse te rangschikken dan werd opgegeven, wanneer zij roden meent te hebben, de juistheid van de opgave in twijfel te trekken of v a n oordeel is, dat de beteekenis der zaak afgezien van het daarin ge stoken kapitaal, rangschikking een hoogere klasse wettigt. bij doch bij doch bij doch bij doch bij n Belastingvoorstellen B. en Whebben bij den Raad een schrijven ingezonden waarin zij mededeelen, dat zij voor stellen zullen doen, strekkende le.tot verdubbe ling der opcenten der Grondbelasting (thans 40 voor de gebouwde en 10 voor de ongeb. eigendommen). De Straatb elasting zal echter van 5 tot 3 van de kadastrale huurwaarde worden teruggebracht. 2e. een b e 1 a s t i n g in te voeren opb o u w- terreinen. 3e. een zakelijkebelastingop het b e d r ij f te heffen. Hierdoor worden bedrijven met meer dan 10 arbeiders getroffen. 4e. de opcenten op de Vermogens belastingtot lOOop tevoeren. oe. zullen de f o r e n s e n in de werkgemeente (dus te Schiedam) 2/3 in plaats van 1/3 van een voljaarsaanslag hebben te betalen. Bereids hebben B. en W. bij den Raad in gediend ontwerp-verordeningen tot verhooging der opcenten op de hoofdsom der grondbelas ting, heffing en invordering eener belasting op bouwterreinen en van een zakelijke belasting op het bedrijf. Voorstellen tot wijziging der Inkomstenbelas ting en verhooging der opcenten op de Vermo gensbelasting zullen den Raad spoedig bereiken. Hieronder drukken wij het schrijven af, het welk door B. en W. ter toelichting der voorstel len is ingezonden. Nu de bekrachtiging van het reeds door de heide Kamers der Staten-Generaal aan genomen wetsvoorstel op de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied binnen kort kan worden tegemoetgezien, meenen wij reeds thans uwen Raad ter beoordeeling te moeten aanbieden enkele ontwerpen van ver ordeningen, betreffende onderwerpen welke daar bij zijn geregeld. Die wet zal voor de gemeenten de gelegen heid openen a. tot verhooging van bestaande belastin gen b. tot invoering van nieuwe belastingen, ren aanzien van beide vormen van belas tingvermeerdering is zij zoo geredigeerd, dat, indien voor onze Gemeente werd nagelaten gebruik te maken van haar in 2 bepalingen toegekende bevoegdheid, daarvan in één geval een direct nadeel en in het andere geval een vermoedelijk verlies voor de Gemeentekas het gevolg zou zijn. Wij hebben het oog op de mogelijkheid tot 1. verhooging der opcenten op de grond belasting van 40 voor de gebouwde en 10 voor de ongebouwde eigendommen tot resp. 30 en 20 2. de invoering eener zakelijke bedrijfsbe lasting. Ad. 1. Onze gemeente heeft thans 110 op centen op de Personeele belasting. Volgens de nieuwe wet is echter een heffing van meer dan 80 opcenten op de Personeele belasting slechts toegelaten, indien de opcenten op de grondbelasting tot het maximum zijnop- gevoerd. Alleen reeds om de Gemeente voor ver lies te vrijwaren, zijn wij dus genoodzaakt voor te stellen de opcenten op de grondbelasting tot gemelde maxima te verhoogen. Veel verder dan de afwending van een schade post meenen wij echter te dezen opzichte niet te moeten gaan. Door onze in vergelijking bij andere ge meenten vrij hooge straatbelasting van 5 pCt, der kadastrale huurwaarde, is toch het bezit van gebouwde eigendommen reeds zoo zwaar belast, dat zonder dringende nood zakelijkheid een beduidende verhooging dier belasting ons gewenscht voorkomt. Wij stellen ons daarom voor na de aanne ming der bedoelde verhooging van de opcenten op de grondbelasting u in overweging te geven de straatbelasting terug te brengen tot het per centage waarpp zij vóór de oorlogsjaren werd berekend, n.l. 3 pCt. der kadastrale huurwaar de. De verhooging der opcenten zal voor de Ge meente een bate opleveren van pl.m. 26.500. De verlaging der straatbelasting een verlies van pl.m. 20.000. Ad. 2. Art. 122a. der nieuwe wet zal onder zekere voorwaarden aan de besturen van ge meenten, waarin hier werkende arbeiders hun woonplaats hebben, de bevoegdheid verleenen om van onze gemeente een uitkeering te vor deren, waartegenover onze gemeente hetzeL- de recht kan doen gelden ten opzichte van ge meenten, waarin hier wonende werklieden hun arbeid verrichten. Nu is het aantal werklieden, dat hier werkt en elders woont, aanmerkelijk grooter dan het aantal werklieden, dat elders werkt en hier woonachtig is. Reeds deze omstandigheid, zou er ons toe nopen om de invoering voor te stellen van de z.g. zakelijke bedrijfsbelasting, onder welke benaming de wet toestaat, dat 12 per arbeider wordt geheven van ondernemingen en inrich tingen, waar meer dan 10 arbeiders werken. Wij achten echter bovendien die belasting voor industriegemeenten als de onze als 't ware gemaakt. Evenals indertijd de opcenten op de Divi dend- en Fantièmebelasting, moet zij dan ook met beide handen worden aangegrepen. Deze belasting per arbeider geeft eenige tegemoetkoming in de groote kosten tegenover de weinige inkomsten, die de Gemeente voor arbeiders, die de industriën medebrengen, moet maken. Wij willen hier nog eens aanhalen, wat wij vroeger over de opcenten op de Dividend en fantièmebelasting schreven zie bladz. 236 en 237 van de bijlagen van het gedrukte raadsbesluit van 1918.— „Om te beseffen, van hoe groot belang „dit voor de Gemeenten is, bedenke men, „dat het hier evenals bij de Grondbelasting „betreft een belasting bij de bron. „\oor ons is zij daardoor van bijzonder „gewicht, in verband met het eigenaardig „karakter onzer Gemeente. „Immers, in verband met het betrekelijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 2