Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
firafis-OngevaHenverzekering
44ste Jaargang.
Dinsdag 1 Februari 1921.
No. 12951
Haar Dochter.
FEÜILLET
Borean: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden f2.per week 15 cent, franco per
post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaateen wordt 2 maalMberekend. Ingezonden mededeelingen 75Jet. per regel.
Speciale conditiën voor [herhaaldelijk|g adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
bq fnUii
levenslange Ij9 ftflfl vevllef van
geheels I 1114 een hand,
Invaliditeit^ I# veel af eog j «J Iff I U U duim
De verzekering weidt gewaarborgd doe» de Hellandsehe Algemeeie VsraekerlagiMnh lehledaat.
bQ veilles
van een
wijsvinger
hQS
vevflei van
eiken ande*
ven vingen
Buitenlandseh Nieuws.
DE OPPERSTE RAAD DER
GEALLIEERDEN.
De besluiten der conferentie gepubliceerd.
Het bedrag der schadevergoeding. Controle
op den Duitschen export. Het Duitsche leger
en het oorlogsmateriaal. De opinie in Ouitseli-
land.
De Parijsche pers publiceert den volledigen
tekst van de Besluiten der conferentie van den
Oppersten Raad der geallieerden te Parijs. Aan
dit document is het volgende ontleerd
WatDuitschlandmoetbetalen.
Ait. 1 Ten einde te voldoen aan de ver
plichtingen, welke de artikels 231 en 232 van
het verdrag Duitschland opleggen, zal dit
land, behalve de restituties, welke het heeft te
doen, overeenkomstig artikel 238, en alle an
dere verplichtingen van het vei drag, moeten
betalen
le. Vaste annuiteiten, waarvan de helft be
taalbaar is, aan het einde van elk half jaar.
Deze annuiteiten zijn aldus vastgesteld
a. Twee annuiteiten van 2 milliard goud
marken van 1 Mei 1921 tot 1 Mei 1923.
b. Dr;e annuiteiten van 3 milliard goud-mar
ken van 1 Mei 1923 tot 1 Mei 1926.
c. Di ie annuiteiten van 4 milliard goud-mar
ken van 1 Mei 1926 tot 1 Mei 1929.
d. Drie annuiteiten van 5 milliard goud-mar
ken van 1 Mei 1929 tot 1 Mei 1932.
e. Een-en-dertig annuiteiten van 6 milliard
goud-ma;ker> van 1 Mei 1932 tot 1 Mei 1963.
2e. Twee-en-veertig annuiteiten, beginnend
van 1 Mei 1921 af, gelijk aan 12 var de waar
de van den export van Duitschland, van de op
brengst van den export geheven en betaalbaar
in goud, twee maanden na den afloop van elk
semester.
Ten einde de volledige tenuitvoerlegging
van de hierboven genoemde paragraaf 2 te ver
zekeren, zal Duitschland aan de commissie van
herstel alle faciliteiten verleenen om het bedrag
van den Duitschen export te verifieeren en de
noodzakelijke contröle uit te oefenen.
Art. 2De Duitsche redering zal onmid
dellijk aan de commissie van herstel bons aan
toonder ter hand stellen, betaalbaar op de ver
valdagen, vastgesteld in artikel 1, paragraaf 1
van deze regeling en waarvan het bedrag gelijk
zal zijn aan de halfjaarlijksche betalingen te
storten, overeenkomstig genoemde paragraaf.
Er zullen instructies worden verstrekt aan
de commissie voor de schadeloosstelling, ten
einde het den mogendheden, die het verlangen
daartoe te kennen geven, gemakkelijk te ma
ken, het deel, dat haar ingevolge de tusschen
haar bestaande overeenkomsten toekomt, roe
rend te maken.
Art. 3 Duitschland zal zich te allen tijde
van tevoren kunnen kwijten van het vastge
stelde deel zijner schuld.
De vervroegde betalingen, welke het even
tueel zal doen, zullen in mindering worden ge-
49
„Hoe zoo, vroeger
„Wel, toen zou je trouwen al was zij dan
hier gebleven als huishoudster, dan had niemand
er iets in gevonden. Maar nu flkan zij dat on
mogelijk doen zij is jong, knap en zeer be
schaafd."
„Ja, dat is zij
„Dus, dan begrijp je wel, zonder dat ik het
je verder uitleg, dat er geen sprake kan zijn
van haar intrekken hier - bij een ongehuwd
heer. Neen 't is verreweg het beste, dat Therese
met Verploeg trouwtDan is zij goed gebor
gen."
„Maar als zij nu niet van hem houdt
„Zij kan hem achten. En daar zij beiden bra
ve, godsdienstige menschen zijn, kan het toch
in alle opzichten een heel gelukkig huwelijk
worden."
„Moeder, u is toch niets sentimenteel," zei
Robert met een gedwongen lach. „Me dunkt,
Therese is nog veel te jong, om zooals juffrouw
**n Zon b.v., alleen een huwelijk te doen uit
erekening#"
En een oogenblik later zeide hij
bracht van de vaste annuiteiten, zooals deze
zijn bepaald krachtens paragraaf 1 van arti
kel 1 deze annuiteiten zullen dan als volgt in
rekening worden gebracht
8 tot 1 Mei 1923, 6 van 1 Mei 1923 tot 1
Mei 1925 en 5 later dan 1 Mei 1925.
Art. 4 Duitschland zal, direct noch in
direct, een crediet-operatie afsluiten buiten
zijn grondgebied, zonder de toestemming der
commissie voor de schadeloosstelling. Deze
bepaling is Van toepassing voor de regeering
van het Duitsche rijk, voor de regeeringen der
Duittche staten, voor de provinciale of gemeen
telijke autoriteiten in Duitschland alsmede voor
de maatschappijen of ondernemingen, welke
door genoemde regeeringen en autoriteiten wor
den beheerd.
De douanegelden.
Art. 5 Krachtens artikel 218 van het ver
drag var Versailles zijn alle bezittingen en in
komsten van het Duitsche rijk en de Duitsche
stator betrokken bij den waaiboig vooi de al-
geheele uitvoering der bij de ondeihavige lege-
ling getroffen bepalingen door Duitschland.
De opbiengst der Duitsche douane, zoowel
ter zee als te land, met inbegrip van de opbrengst
van alle in- en uitvoerrechten en van alle bij
komende rechten, vormt een bijzondere waar
borg voor de uitvoering der onderhavige over
eenkomst.
Geen enkele wijziging, we ke de opbrengst
der douanerechten zou kunnen verminderen,
zal, zonder de goedkeuring der commissie voor
de schadeloosstelling, in de Duitsche wetge
ving of in het Duitsche douanereglement wor
den aangebracht.
Het totaal der Duitsche douanegelden zal,
voor rekening van de Duitsche regeering, in
ontvangst woiden genomen door een hoofd
ontvanger der Duitsche douane, die benoemd
zal worden door de Duitsche regeering met goed
keuring van de commissie voor de schadeloos
stelling.
Ingeval Duitschland in gebreke mocht blij
ven ter zake van een der betalingen welke in
de onderhavige regeling zijn bepaald.
le. Zal het totaal of een deel der Duitsche
douanegelden bij den hoofdontvanger der Duit
sche douane in beslag kunum worde^ genomen
door de commissie voor de schadeloosstelling
en besteed kunneh worden voor de afdoening
der schulden, in de bepaling waai van Duitsch
land te koit is geschoten. In dat geval zal de
commissie voor de schadeloos .telling, indien
zij zulk noodig oordeelt, het beheer en de ont
vang t der douanegelden zelf in handen kun
nen nemen.
2e. Zal de commissie voor de schadeloos
stelling de Duitsche regeering last kunnen ge
ven tot een verhooging der douanerechten of
tot het nemen van andere maatregelen, die de
commissie voor de verhooging der inkomsten
noodzakelijk mocht achten.
3e. Indien aan deze lastgeving geen gevolg
wordt gegeven, zal de commissie de Duitsche
regeering in gebreke kunnen stellen en de ie-
geeringen der geallieerde en geassocieerde mo-
„O ja, 't is waar ook, Vierman vertelde mij
van middag, dat mevrouw Manteghem hem
geschreven had, dat zij met Constance naar
Indië ging, bij een van haar zonen inwonen."
„Goede reiswenschte juffrouw Van Ber
ken met oprechte hartelijkheid.
,,'t Is onbegrijpelijk, hoe onverschillig zij mij
geworden is," ging Robert voort, „alle dagen
dank ik God, dat ik dit ongeluk ben ontkomen"
Den volgenden morgen uit de kerk komende,
haalde Robert, een weinig voorbij de laatste
huizen van het dorp, Therese in, die haar ge
woon Zondagmorgen-bezoek bij zijn moeder
bracht.
„Juffrouw Therese," sprak hij, „wat loopt u
vlug. Ik heb met mijn oude beenen moeite u
in te halen.
Zij lachte even.
„Oude beenen 't Is goed dat u het zelf zegt 1"
„Enfin 1 zij zijn in elk geval minder oud dan
uw vader, en ik hoor, dat hij nog zulke jeugdige
plannen heeft."
„Ja," zeide zij op beslisten toon, „vader heeft
gelijk. Ik moet zijn keus billijken. Greta van Zon
is een goede huisvrouw, vroolijk en opgewekt
het zal mij natuurlijk hard vallen, een vreemde
op de plaats mijner moeder te zien, maar als
mijn vader toch tot dezen stap overging, kon
hij moeilijk een betere keuze doen. Ik wil zijn
geluk niet beletten."
gendheden met den toestand in kennis stellen,
die de maatregelen zullen nemen, welke door
haar noodig worden geacht.
De ontwapening.
Door de geallieerden wordt gelast
a) Het in stemming brengen van het ontwerp
der militaire wet (Wehrgesetz), dat thans bij
den Rijksdag is ingediend, te verhaasten, na er
de wijzigingen in te hebben aangebracht, welke
noodig zijn om het in overeenstemming te
brengen met het vredesverdrag, met name wat
betreft da dienstplicht, die afgeschaft moet
worden, zoowel voor elk der afzonderlijke sta
ten als voor het rijk. Deze bepalingen zullen
vóór 15 Maart 1921 genomen moeten worden.
b) Het in overeenstemming biengen der be
palingen betreffende de organisatie van de
rijksweer (leger van honderdduizend man) met
den tekst van het vredesverdrag, met name het
afdanken der overtollige officieien en om-
ployés der centrale administratie. Deze bepa
lingen moeten vóói 15 April 1921 genomen zijn.
Vóór 28 Februari moet het overtollige oor
logsmateriaal zijn ingeleverd. Vóór 30 April
moeten de reserveschepen zijn ontwapend, vóór
30 Juli de burgerwachten ontbonden en vóór
31 Juli alle duikbooten en in aanbouw zijnde
oorlogsschepen vernietigd. De Duitsche wet
geving moet in overeenstemming met het
vredesverdrag worden gewijzigd, en moet ver
goeding gegeven worden voor de in 1919 ver
nielde Zeppelins, Duitschland moet afzien van
de vorming eener luchtvaartpolitie en zich neer
leggen bij de definitie der geallieerden ter
onderscheiding van burgelijk en militair vlieg-
wezen.
Het slot van het stuk luidt
De geallieerde mogendheden hebben herhaal
delijk rekening gehouden met de moeilijkhe
den, welke de Duitsche regeering ondervond
ten opzichte van de verplichtingen, die voor
dit land uit het vredesverdrag voortspruiten.
In deze nota staan zij Duitschland een nieuw
uitstel toe. Zij koesteren de vaste hoop, dat de
Duitsche regeering de geallieerde mogendhe-
cen, die hun vroegere besluiten bevestigen,
niet in de noodzakelijkheid zal brengen om
den ernstigen toestand onder de oogen te zien,
welke zou ontstaan, ingeval Duitschland zou
volharden in de niet-nakoming zijner verplich
tingen.
In Duitschland.
Minister Simons heeft den Rijksdag verzocht
om van heden de besluiten van Parijs op de agen
da te zetten.
Het voornaamste uit een door den minister
afgelegde verklaring is het volgende
Terwijl de beslissing in zake de ontwapening
definitief wordt genoemd, is de beslissing in
zake de schadevergoeding van dien aard, dat
het voor eerst voorstellen zijn, van welke als
het ware met nadruk kan worden gezegd, dat
zij eenstemmig zijn genomen.
Tegelijk zal de Duitsche regeering uitge-
noodigd worden, tegen het eind van Februari
bevoegde vertegenwoordigers naar Londen te
zenden.
In ben niet in staat zoolang de beraadslagin-
„En blijft u dan bij hem thuis
„O neen," antwoordde zij een weinig bitter.
„Vader heeft mij niet meer noodig. Ik ben
weer overtollig geworden."
„Foei," zeide Robert, „heeft u mij dat leelijke
woord nog niet vergeven?"
Zij beet zich op de lippen om niet in tranen
uit te barsten en eerst na eenige oogenblikken
sprak zij met trillende stem
„Ik heb niets te vergeven."
„Maar vergeten is u het nog niet
„Och Hoe kan u toch zoo praten," en haar
stem klonk een weinig geërgerd,,,'t is immers
maar gekheid. Er is zooveel gebeurd in dien tijd.
U heeft zooveel verdriet gehad en ik ook, dat
het dwaas zou zijn, nog aan die kinderachtig
heid te denken."
,,'t Doet mij plezier dat u er zoo over spreekt.
U weet trouwens genoeg, hoe u hier een plaats
in moeilijke omstandigheden heeft ingenomen,
die niemand anders zoo goed had kunnen ver
vullen, U heeft mij gloeiende'kolen op het hoofd
gestapeld, want nooit zal ik kunnen vergeten,
wat u voor mijn moeder heeft gedaan tijdens
haar ziekte, en hoe u nu nog doet, wat ik, haar
eenige zoon, zoo weinig kan haar leven ver
aangenamen en haar ouden dag verlichten."
„Ik houd ook zooveel van uw moeder," zeide
Therese, ,,'t is volstrekt geen verdienste voor
mij, en u hoeft er mij niet dankbaar voor te
gen van het kabinet niet zijn geëindigd, nader
op den inhoud van de nota in te gaan en mijn
standpunt uiteen te zetten. Ik zou het ech
ter op prijs stellen, wanneer dit door de re
geling en door mij persoonlijk, en zoo spoedig
mogelijk kan geschieden.
De verontwaardiging die in politieke en par
lementaire kringen is gewekt, kan slechts ver
geleken worden met de uitbarsting van veront
waardiging, die gevolgd is op het bekend wor
den van het verdrag van Versailles. Men hooit
weer dezelfde uitingen van woede en het woord
„onmogelijk" is schering en inslag.
De bladen en politici hebben alle gematig-
lieid uit het oog verloren. Een van de avondbla
den zet met reusachtige letters aan het hoofd
van de pagina „Het doodvonnis van Parijs!'
Als voorbeeld, hoe men in Rijksdagkringen
over de besluiten der conferentie denkt volgen
hier enkele verklaringen van den vroegeren mi
nister van de schatkist, dr. Gothein „In de
kringen van den Rijksdag brengt het besluit
van de Entente over het bedrag der schadeloos
stelling en de verdeeling der kosten over de
verschillende jaren, groote opwinding teweeg.
Natuurlijk moet de oud-minister ook niets
hebben van de 12 percent-belasting op den uit
voer. Hij vreest, dat deze vooi veel ingevoerde
goederen prohibetief zal werken en deze niet
zullen worden ingevoerd. Met deze verklaring
als voorbeeld kan worden volstaan, daar de
uitlatingen van andere afgevaardigden onge
veer op hetzelfde neerkomen.
Eenige voorname personen uit de financieele
wereld en den exporthandel hebben reeds hun
meening over de besluiten te Parijs te kennen
gegeven.
De directeur van de Disconto-Gesellschaft
Urbig, die als deskundige aan de Versailler
vredesconferentie en aan de conferentie te
Brussel heeft deelgenomen, uitte zich als volgt
Sedert men in Boulogne bijeen was geweest
gold als grondslag voor de van Duitschland te
verlangeD schadeloosstelling, een bedrag van
225 milliard gouden marken welke met annui
teiten, 6 rentende gedelgd zou worden. Dit
maakte ongeveer 270 milliard gouden marken,
totaal uit. Daarbij is men gebleven. Men ver
langt jaarlijksche aflossingen, die in 42 jaien
een totaal van 226 milliard mark zouden bedra
gen en legt ons bovendien een uitvoer tol op van
welke men ook een milliard per jaar ve wacht.
Dit maakt te zamen weer ongeveer 270 milliard
doch welk een ve.schil in die cijfers.
Vooreerst de uitvoertol. Ik kan mij wel in
denken, dat het de Engelsche industrie te pas
kan komen, wanneer Duitschland voor zijn
goederen een uitvoertol te betalen heeft welke
in een vreemde kas vloeit. Het aanbod van
Duitsche producten op de wereldmarkt is voor
Engeland en zijn tijdens den oorlog tot ontwik
keling gekomen industrie, welke thans door
werkloosheid bedreigt wordt, onaangenaam.
De heer Doumer spreekt over een Duitsche
exportmogelijkheid van 16 milliard. Lloyd
George betoogt met nadruk, dat men alle ener
gie zal aanwenden om een exporttol te heffen.
In Frankrijk heeft men waarschijnlijk over
„O ja Ik weet het heel goed, dat u niet op
mijn dank gesteld is. Ik heb het voorgoed bij
u verkorven."
Haar handen, die in het mofje staken, pluk
ten krampachtig aan de zijden voering haar
oogen dwaalden naar de met sneeuw bedekte
boomen der laan.
„U beschouwt me niet als. een vriend. Ik heb
dan ook het recht niet, u een raad te geven, maar
toch moet het mij van het hart. Irek niet bij
uw aanstaande tweede moeder in huis, en zorg
liever voor uw eigen geluk."
„Mijn geluk
„Ja, het loopt u immers na. Mijn moeder is
toch zeker niet onbescheiden geweest het mij
ook te vertellen dat u een huwelijksaanzoek
heeft ontvangen, onder alle opzichten hoogst
aanneemlijk. Ik ken Verploeg, ik weet dat hij
alle eigenschappen heeft om een vrouw geluk
kig te maken, en.
„U praat als uw moeder," viel zij hem onge
duldig in de rede. „Wat doet het er toe, of hij
alle mogelijke goede eigenschappen bezit, als
ik niet van hem houd Of is u ook van uw moe
ders meening, dat dit er niet toe doet
(Wordt vervolgd.)
»an
zijn.