„Sint Paulus". Zaterdag 12 Febr. 1921. TWEEDE BLAD No. 12961. Onder de hooge auspiciën van Z. 1). li. den Bisschop van J ïaarlem, Monseigneur Gallier, is de vereeniging, wier naam hierboven staat, in de in de laatste maanden van het vorige jaar in het leven geroepen. Ofschoon de jongste nj harer katholieke medezusters, wil zij een ter rein van sociale actie gaan betreden, dat behoort tot de belangrijkste van het katholieke open bare leven. Zooals artikel 3 van de Statuten aangeeft, is namelijk haar doel ,,de oprichting en uit breiding van de Rooinsch-Katholieke pers, op de voornaamste plaats van de gewestelijke en locale pers te bevorderen en hare levensvatbaar heid en haar bloei te verhoogcn." Een doel dus, dat voor de ontwikkeling van het katholicisme m ons vaderland van de grootste beteekenis moet worden genoemd. W ij zijn ons bewust van den ontzaglijken^in vloed, dien de Roomsche pers reeds jaren lang op den uitbouw van het Roomsche leven in ons land heeft uitgeoefend. Het godsdienstige, so ciale en politieke vereenigingsleven zou nooit zulk een hooge vlucht genomen hebben, indien de katholieke pers niet zulk een machtigen steun verleend had. En daarom zijn wij overtuigd, dat het tijd wordt om den dank, dien wij haar daarvoor verschuldigd zijn, te toonen door klin kende daden tevens daarbij wetende, dat al les, wat ten bate van onze pers gedaan wordt, weer honderdvoudig aan het Roomsche leven ten goede komt. Hoe nu wil „Sint Paulus" haar doel trachten te bereiken Niet door propaganda te maken tot vermeer dering van het aantal abonné's op onze katho lieke bladen. Propagandaclubs zijn en blijven voor die actie de aangewezen lichamen. Nog minder zal sprake zijn van het kiezen van een bepaalde partij. Artikel 4 zegt kort en klaar, dat de nieuwe vereeniging „haar doel tracht te l'ereiken door het bijeenbrengen van een fonds." Dat fonds zal worden aangewend om, waar het noodig blijkt, nieuwe bladen te helpen op lichten, of wel om aan reeds bestaande couran ten de noodige uitbreiding mogelijk te maken. Het verleenen dus van financieelen steun zal de taak zijn der nieuwe vereeniging. Het behoeft wel niet uitdrukkelijk te worden gezegd, dat het geenszins de bedoeling kan zijn om couranten, wier financieele uitkomsten een tekort aanwij zen, zonder meer van steun te voorzien. Het is immers niet ondenkbaar, dat de minder goede uitkomsten eener courant veroorzaakt worden door het feit, dat zij in een bepaalde plaats of gewest overbodig worden genoemd, en dat dus haar verdwijnen of haar samensmelten met een ander blad een eisch zou zijn van verstandige politiek. In zulk een geval zal de nieuwe veree niging nimmer tot het verleenen van steun over gaan. Alleen dan, wanneer na ingevvonnenin- formaties met zekerheid gebleken is, dat een blad werkelijk in een behoefte voorziet, wanneer dus de levensvatbaarheid kan worden aange toond, kan een beroep op het fonds worden ge daan. De'Doorluchtige Stichter der vereeniging is uitgegaan van de overtuiging, dat, wanneer een dergelijke courant niet tot voldoende ont wikkeling kan komen door gebrek aan geld, de katholieke belangen ten zeerste zullen worden gebaat, wanneer uit een daartoe bestemd fonds de noodige hulp kan worden geboden. De vereeniging is bereid om, zoo het mogelijk is en gewenscht wordt, hare medewerking te verleenen aan de katholieke pers in al haar ge ledingen. Het is geenszins hare bedoeling om de groote pers uit te sluiten van hare dienende be moeiingen. Maar zooals uit artikel 3 der statu ten blijkt, komt de gewestelijke en locale pers op de allereerste plaats in aanmerking. De be teekenis juist van die pers voor het medeleven van de breede massa der bevolking met de groote vragen van den dag is zoo duidelijk, dat een na der betoog overbodig mag worden geacht. Al- leen zij gewezen op het bekende feit, dat ook de socialisten hiervan zoozeer doordrongen zijn, dat zij in de latere jaren aan de versterking van hun gewestelijke en locale persbladen de bijzon dere aandacht hebben geschonken, ofschoon zij een dagblad bezitten dat het geheele land be strijkt. De werkzaamheden van „Sint Paulus" zul len ook niet beperkt zijn tot een diocees. De ba kermat ligt wel in Haarlem maar de leden der vereeniging zijn genomen zoowel uit het Noor den als het Zuiden, zoowel uit het Oosten als het Westen des lands. Wij bedoelen dus te zijn een nationale vereeniging, die hare werkzaam- beid zal uitstrekken over geheel katholiek Ne derland. In het vaste vertrouwen, dat de R. K. Pers- veieeniging „hint Paulus", die onder Gods zegen in de toekomst vruchtbaar werk hoopt te ver richten voor de ontwikkeling van de Roomsche pers, zich zal mogen verheugen in de sympathie van allen, die de beteekenis van de pers voor den bloei van het katholieke leven begrijpen, durven wij bij deze een krachtigen oproep doen tot hen allen om tot de vorming van 't Persfond hij te dragen. De wijze, waarop men dit wil doen, hetzij door een gift ineens hetzij door een jaar- üjksche bijdrage, hetzij bij testamentaire be schikking, kan door ieder zelf worden bepaald. De eerste steenen zijn reeds gelegd. Maar wil ^°t ons mogelijk zijn. werk van eenigen omvang p v/jri'lchten, dan zullen wij moeten kunnen dat,rkGn over een fon(*s van beteekenis. En wann 61 ^ornen za', wij twijfelen er niet aan, met bT a"en w'Hen medewerken. Wij doen h'Uoedig vartrouwen een oproep tot allen die sympathie gevoelen voor het groote doel, dat wij beoogen den bloei van de katholieke pers en daardoor van het katholieke leven in ons vaderland. Ondergeteekenden, die de leden uitmaken van de nieuwe Roomsche I'ersvereeniging en die tevens als zoodanig de bestuurders zijn van het Persfonds, zijn gaarne bereid inlichtingen te verschaffen. Giften zeilde men bij voorkeur aan den penningmeester, den heer R. G. A. van Cranenburgh, notaris, Kruisweg 72 Haarlem. •J. D. J. Aengènent, Voorzitter, Warmond W. Kolkman van Gouderak, Vice-Voorzitter, Dordrecht. Th. Westerwoudt, Secretaris, Amsterdam. A. üan Cranenburgh, Mr. R. G KMr. Penningmeester. Haarlem W. van Basten Batenburg, Utrecht. P. Dobbelmann, Nijmegen. A. Gilissen, Rotterdam. O. M. F. Hakfmans, Helden. Mr. J. B. Hengst, 's Hertogenbosch. Mr. Dr. J. W. Schkider, Groningen. M. Smulders, Utrecht. G. Stockmann, Sneek. Mr. Fr. Teulings', 's-Hertogenbosch. A. W. van Thiel, Helmond. Mr. J. A. Veraart, Den Haag. A. Verhei jen, Groningen. Kerknieuws. ONZE LIEVE VROUW TER NOOR. 1905—1920 J. Het was op den 28en December van het jaar 1905, op een der blijde Kerstdagen, waarop onze gedachten, uitgaande naar het Goddelijk Kerst kind, zich ook onwederstaanbaar getrokken voelde tot diens H. Moeder, dat het onzen be minden Bisschop, Mgr. Gallier behaagde een Bissclu^ipelijk Comité te benoemen, dat „zich ten doel zal stellen, de kapel welke eertijds op de Beevaartsplaats van Onze Lieve Vrouw ter Nood of te Runxputte te Heiloo,had gestaan, we der op te bouwen en de Devotie tot O. L. V. ter Nood te herstellen en te verspreiden. Dat Z. D. H. tot dat besluit kwam, kon geen verwondering baren. Had niet reeds lang de blijde mare de rondte gedaan, dat men op den 20en Maart, van dit jaar te Oesdom, een gehucht onder Heiloo, op den grond der oude Bedevaart plaats van O. L. V. ter Nood, in den volksmond nog steeds „Kapel" geheeten, de oude Runxput, had wedergevonden, welke voorheen voor Ma ria's kapel had gelegen Hoorde men niet overal verhalen, hoe van dat oogenblik af het vrome Kennemervolk weer als van ouds daarheen ter bedevaart toog, om ter eer van God's hei lige Moeder weert" daar „Op te offeren wieroock der gebeden Op 't groen altaer Al had men niet de zekere bewijzen dat de gevonden put de oude Runxput was, welke mcee voorzichtigen terecht eischten, het volk liét zich de heerlijke vondst niet ontnemen, welke het reeds als een kostbare erfenis uit het vroom verleden had aanvaard. Bovendien, het wist zeker, dat ter plaatse waar nog e"en overblijfsel stond van het eiken- boschje, dat men gedeeltelijk gerooid had om overblijfselen van de oude kapel te zoeken, waar van het vinden der put gevolg was geweest, de plaats was, waar de oude kapel had gestaan. En daar kwamen zij samen, de vrome pelgrims en knielden er neer voor het Devotiekruis, dat men er al spoedig had opgericht, daar baden zij en zongen Maria's laf, en herleefd waren zij weer de bijkans vergeten dagen van voorheen, waarvan het oude pelgrimslied verhaalde „God's heylge, heylge Moeder weerd, Die wordt aldaer geëerd Door duysenden gebeden, Om hulp in yders noodt, Want hare hulp is groot Op deze heyl'ge Stede" Dit waren de blijde feiten, die Monseigneur aanleiding hadden gegeven om het Bisschop pelijk Comité van O. L. V. ter Nood te benoe men, bij welke benoeming Monseigneur niet vergat te herdenken de pogingen welke reeds lang door Eerwaarde Heeren Geestelijken en sommige leeken in het werk waren gesteld, om deze aloude Devotie te doen herleven. Tot leden van dit Comité benoemde Z. D. H. Mgr. J. J. de Graaf, de HoogEerw. Pater J. A. F. Kronenburg, C.s.s.R. en de heeren C. J. Gonnet, Jan Stuyt en G. Th. M. v. d. Bosch. In het jaar 1909 voegde Monseigneur den Z.Eerw. heer pastoor C. J. G. Seuter, pastoor van Heiloo, als lid aan dit comité toe, die, in het jaar 1917 ter gelegenheid van zijn benoeming tot Rector te Haarlem, vervangen werd door den tegenwoordigen pastoor van Heiloo, den Z.Eerw. heer B. de Jong. Op den 29en Dec. nu van het afgeloopen jaar, kwamen de leden van het B.-G. bijeen ten huize van hun Hoog Eerw. Voorzitter, om in feeste lijke vergadering, hun derde Lustrum te her denken, en op deze vergadering werd besloten, om door middel van de Katholieke pers, welke het zij hier met groote dankbaarheid erkent, in die vijftien jaren zich nimmer onbetuigd liet om het B.-G. te steunen, een beknopt overzicht te geven van het vele, dat het onder God's zegen en onder bescherming van O. L. V. ter Nood had mogen tot stand brengen, in het vertrouwen, dat ook dit weder veel zal bijdragen tot vermeer dering der Devotie tot O. L. V. ter Nood. Zooals gemeld, was de opdracht door Monseig neur aan het Comité gegeven tweeledig, ri.l. het ■bouwen eener kapel, en het verspreiden en her stellen der Devotie tot O. L. V. ter Nood, en in zooverre het eerste gemakkelijker werd gemaakt door het slagen van het tweede, moge voor het laatste het eerst de aandacht worde gevraagd. Tot aan de benoeming van het B. C. was de Devotie tot O. L. Vrouw ter Nood vrijwel be perkt tot de Parochie Heiloo, en, door een ver keerde opvatting van de beteekenis van den titel, oi> het punt in verkeerde banen te worden geleid. Nadat nu het Comité, na ernstig onderzoek, op onafwijsbare gronden de identiteit van de gevonden Runxput had vastgesteld, zorgde het er voor, dank zij een ernstig onderzoek door zijn Voorzitter, dat de juiste beteekenis van den titel werd vastgesteld, n.m. dat men onder den naam van O. L. Vrouw ter Nood niet moest ver staan, zooals te Heiloo geschiedde „Onze Lieve Vrouw van Smarten" maar 0. L. Vrouw „Troos teres der Bedrukten". Het zorgde door verschil lende publicaties dat de Devotie bekend werd, liet volgens het model der oude Heiloër-Bede- vaartpenning, door den Voorzitter in het Bis schoppelijk Museum gevonden, medaljes slaan, droeg er zorg voor, dat de Devotie tot den H. Willibrordus, welke voorheen steeds innig met die tot 0. L. Vrouw ter Nood vereenigd was, werd hersteld, en stuurde op deze wijze de Devo tie in de goede richting. Het gelukkig gevolg van een en ander was, dat het Comité reeds in het jaar 1909 door zijn medelid Jan Stuyt het ontwerp liet maken van een rijke, luisterrijke kapel, die niet alleen in de toekomst van de dankbare liefde van Roomsch Nederland aan O. L. Vrouw ter Nood, die tot haar volk wederkeerde, zal getuigen maar ook aan Haar eerherstel zal geven voor de smaad Haar eens daar aangedaan. Van die kapel werd in dat jaar de fundeering gelegd en daarop een eenvoudige stichtende voorloopige kapel op gericht. In die kapel prijkt het mooie beeld van O. L. \;r. ter Nood, door den kunstenaar W. Mengelberg z.g. naar 't gegeven der oude Bede vaartpenning, welk beeld in het jaar 1908 door de Amsterdamsche Bedevaart naar O. L. Vrouw ter Nood was geschonken. Na drie jaren kon derhalve het B. G. dankbaar erkennen, dat in letterlijken zin de opdracht van Monseigneur was vervuld voldaan. In dit zelfde jaar zorgde het Comité verder voor de uitgave van een Bedevaartboekje, waar in cene beknopte geschiedenis van de Devotie tot O.L.V. bewerkt naar de oudst bekende bron nen wordt gevonden, zoomede pelgrimsliederen en gebeden, welke eertijds werden gebruikt, ge- vvijzigdvoor deze tijden. Op zijnverzoekwerd door Monseigneur in het jaar 1910 de Broederschap van O. L. V. ter Nood opgericht, welke reeds in verschillende Parochieën bestaat, maar waar van grootere uitbreiding gewenscht is. Het kocht verder twee aan zijn terreinen grenzende stuk ken bosebgrond nadat zij reeds in 1917 een aan zijn terrein grenzènd boerderijtje had gekocht, en bracht daardoor zijn bezit tot een oppervlak te van ruim vier bunders. Toen het Comité in dat jaar zijn eerste Lus trum vierde, was er alle reden tot groote dank baarheid. Van zijn belangstelling in het werk van het B.-C. had Monseigneur, op verschillende wijzen blijken gegeven, Z. D. H. deed dit in dit jaar, door het Liefdewerk der gesloten Retraiten in zijn Diocees te stellen onder de bescherming van O. L. Vrouw ter Nood. In het tweede tijdvak, dat ingetreden was,, zag het comité de toevloed van pelgrims steeds grooter worden, en begon zich de behoefte te doen gevoelen aan het bezit eener groote Bede- vaartskerk, waarvoor voorbereidende plannen werden gemaakt, zoomede voor een grootsche aanleg van het uitgestrekte terrein, om daarop op waardige wijze Processie te kunnen houden. In het jaar 1912 werd een aanvang gemaakt met dezen aanleg,in het bestaande bosch wer den paden aangelegd, en een gedeelte van het kreupelhout door nieuw, fraai plantsoen ver vangen. Hierbij werd tevens een stukje oude ge schiedenis hersteld. Het was n.l. bekend, dat van ouds de pelgrims gewoon waren samen te komenop een plek, in de nabijheid van „Kapel", „de Kruisberg" geheeten, waar voorheen waarschijnlijk een Kalvarieberg was geweest. Het comité kreeg nu vergunning van Monseig neur op het terrein een Kruisweg op te richten, en zorgde er nu voor, dat er in de nabijheid der bedoelde plek een fraaie Kalvarieberg van rots steen werd opgericht, met bijna levensgroote lijdensgroep deze kon dienen als Xlle Statie, de overige Staties waren voorloopig houten krui zen. In dat jaar verkreeg het comité ook Ver gunning van Monseigneur, om bij gelegenheid van Bedevaarten het PI. Sacrament in de kapel te bewaren, en in de processies rond te dragen de bedevaart van Scliagen maakte van dat voor recht op den 22en Mei van dat jaar het eerste gebruik, Voor de Kruiswegstaties ontwierp ons medelid Jan Stuyt eenvoudige, in de omgeving passende kapelletjes en al spoedig werd door de Beverwijksche Bedevaart de Parochie Beverwijk welks naam naar men wil ontleend is aan de Devotie tot O. L. V. ter Nood (Bedevaarts-wijk) de eerste dier Staties geschonken sinds dien zijn alle Staties voltooid, dank zij de vrijgevig heid van tal van particulieren, Broederschappen en Vereenigingen. De lijdenstafereelen, op te gels gebakken, zijn van den kunstschilder Jan Oosterman van Blaricum. (Slot volgt). Binnenland. Zilver bons. Na 1 Maart zal niet meer als betalingsmiddel geldig zijn de zilverbon van één gulden zon der achterdruk. Er zijn thans twee soorten zil verbons van één gulden in omloop de bruine zonder achterdruk, en het laatste model met achterdruk en aan den voorkant ter linkerzijde in den rand het borstbeeld van de koningin en profiel. Dit laatste model-éénguldens zilverbon blijft geldig. Het oude model zal van 1 tot 31 Maart inwisselbaar zijn bij den Agent van het Ministerie van Financiën, aan de kantoren der betaalmeesters, en van de ontvangers der di recte belastingen. Buitenlands che paspoorten. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft ter kennis van de gemeentebesturen gebracht, dat de voorschriften betreffende hernieuwing van paspoorten binnen een geldigheidsduur van 3 dezer af zijn vervallen. Tot intrekking dezer voor schriften is besloten in verband met de omstan digheid, dat verscheidene vreemde staten een pasvisum voor reizen gedurende een jaar ver leenen, doch tevens bepaald hebben, dat de-duur van het visum den geldigheidstermijn van het paspoort, waarop het gesteld is, niet mag over schrijden. Beschrijving ter provinciale griffie van namen van landen in afgegeven paspoorten blijft ook voor het vervolg geoorloofd. Gemengd Nieuws. Prijsdaling in Duitschland. Zoo als bekend, publiceert de „Frf. Ztg.!' sedert eenigen tijd indexcijfers betreffende de beweging der prijzen van een groot aantal goederen. Uit haar jongste indexpublicatie blijkt, dat een daling der prijzen in Duitschland is ingetreden. Bij een basis van 100 op 1 Januari 1920 luidt voor 5 Februari 1921 het totale indexcijfer 136, ter wijl het op 1 Januari 1921, 150, op 1 December 1920 155 en op 1 November j.l. 154 bedroeg. De diamant uit Kongo. De „Nep tune!' bevat een zeer alarmeerend artikel over don diamanthandel in Antwerpen. Er is aange kondigd, dat er dezer dagen een veiling van diamant u;t Kongo zal plaats hebben, d;e een groote ramp voor den Antwerp sell' n handel drc;gt te worden. Tot nu toe stond de handel ;n ongeslepen d-amant geheel onder controle van het Londensche synd>caat, dat steeds de al te groote dalmgon w'st te voorkomen. De Bel gische regeering wil nu echter op eigen hand de in Kongo gewonnen diamnt verkoopen en dus concurrentie aan doen aan het Londensche syn dicaat. Men voorziet echter, dat de prijzen op deAntwerpsche markt daardoor 40 a 60 pet.zul len dalen, wat in dezen tijd van crisis voor heel wat Antwerpsche huizen den ondergang zou beteekenen. Het blad vraagt, dat de regerring van haai voornemen om de diamanten buiten het syndi caat om te verkoopen, zal afzien, Tot nog toe heb- b'n de diamanthandelaars zich groote offers getroost om de slijpers aan het werk te houden. Er zijn inderdaad 6000 arbeideis in de fabrieken n slechts 4000 werkloozen. Gaat de regeering nu echter een eno.me daling op de diamantmarkt veroorzaken, dan zal een zeer groote uitbrei ding van de werkloosheid sU llig niet uitblijvn. Ten slotte zal er dan meer aan werkloozenonder- steuning uitgegeven, worden dan de veiling in de huidige omstandigheden zal opbrengen. INGEZONDEN. „De Wolf komt Lezer, herinnert ge U nog u:t uwe jeugd het verhaal van d;en herdersjongen, d;c de kudde der gemeente hoedde. Zijn eenton-g werk vervulde hem, en daarom zon hij op stieken. Hij vond eene sensarioneele leuze, on ze sloeg in. „De Wolf komt!Op dien roep kwam er plotseling beweging op de omliggende boerde rijen. Wie loopen kon, greep het eerste wat hij grijpen kon, en snelde in de richting vanwaar het geroep kwam. Een aandrift bezielde allen Nu zal ik mij eens een oogenblik verbeelden, dat ik die herdersjongen ben, ofschoon ik moet erkennen, dat het niet eerbiedig is, om de man nelijke en vrouwelijke Nederlandsche kiezers ook maar een oogenblik met een kudde te verge lijken. Daar deze vergelijking echter niet door mij is uitgevonden, heb ik er ook geen schuld aan. Ook ik roep nu „De Wolf komt!' En op dien kreet komen alle katholieke man nen en vrouwen in beweging. Ze ijlen toe en haastten zich naai de Propagandavergadering. Een aandrift bezielt allen En nu in gewoon Hollandseh Laat ieder toch bedenken, hoe noodig het voor hem of haar is, goed op de hoogte te zijn van alles wat op politiek terrein geschiedt. In de rijen onzer tegenstanders wordt niets na gelaten, wat kan dienen tot vooruitgang dei- partij en derhalve tot nadeel van ons. Dit zij ons eene aansporing om hun voorbeeld na te volgen en onze beste krachten in te spannen. Een der middelen om tot dit doel te geraken is de propaganda-vergadering bij te wonen, en te luisteren naar het bezielend woord van den heer B. Th. de Wolf, van Amsterdam. Dinsdag 15 Februari s'avonds 8 uren. in het Bondsgebouw. Th. J. H. M. nun scimim oomui (Buiten verantwoordelijkheid .'er Redactie), gif* Van ingezonden stukken ook al worden ze niet geplaatst— wordt de kopy n i et ter ugge g e ve n

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 5