Weerstandsvermogen.
scheidsgerecht te laten beslechten. De nationa
le vergadering van Panama gaf machtiging tot
het aangaan van een leening van een half mil-
lioen dollar tot bestrijding van de kosten dei-
grensbewaking. De president van Panama
heeft besloten, de twee millioen surplus in de
schatkist alleen te gebruiken voor den aanleg
en verbetering der wegen.
Binnenland.
De omvang der werkloosheid.
Blijkens mededeeling van eten Rijksdienst dei-
Werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
waren op 31 Januari 1921 bij de belangrijkste or
ganen arbeidsbemiddeling (54 arbeidsbeurzen en
correspondentschappen in gemeenten boven
10.000 inwoners) ingeschreven in totaal pl.m.
47.000 mannelijke werkzoekenden van 18 jaar
of ouder.
Van deze pl.m. 47.000 ingeschrevenen behoo-
ren tot de groep diamantbewerkers pl.m. 8000;
bouwbedrijven enz. 8277 houtbewerking enz.
1450 kleeding en reiniging 605 schoen, leder
enz. 440 metaalbewerking enz. 3532 textiel
nijverheid 1446 bereiding van voedings- en ge
notmiddelen (o.a. sigaren) 5428 landbouw enz.
435 visscherij enz. 1423 warenhandel 1219
verkeerswezen 4085 vrije beroepen 1258 ar
beiders zonder bepaalde beroepen 8398.
Rekent men hierbij voor de personen bene
den 18 jaar 10%, dan wordt het aantal pl.m.
52.000. Dit aantal geeft echter niet het juiste
aantal werkloozen aan, en wel om de volgende
reden
a. arbeiders, die een gedeelte van de week
arbeiden, dus in dienst van een werkgever blij
ven, zijn hieronder niet begrepen
b. arbeiders, die niet tegen werkloosheid zijn
verzekerd, laten zich niet steeds als werke-
loozen inschrijven bij werkloosheid
c. onder de pl.m. 52.000 zijn ook personen,
die niet werkloos zijn, doch van betrekking willen
veranderen.
Het aantal werkeloozen bedroeg op 31 Jan.
1819 bij arbeidsbeurzen en bij de correspon
dentschappen uit 23 districten der arbeidsbemid
deling 56319 en op 31 Jan. 19120 bij 30 arbeids
beurzen 2672.
Arbeidstijd.
De Minister van Arbeid deelt in de memorie
van antwoord op het voorloopig verslag dei-
Eerste Kamer in zake zijn begrooting mede,
dat hij krachtens art. 26 der Arbeidswet ver
gunning voor overschrijding van de 45-urige
werkweek heeft toegestaan aan dakpannen fa
brieken, metaalfabrieken, emailleerfabrieken,
brandkastenfabrieken, kachelfabrieken, instru
menten- en uurwerkenfabrieken, seintoestel-
len- en telefoonfabrieken, electrise apparaten-
fabrieken, chemisch-technische industrieën, phar
maceulisehe glasfabriek, de pijpen- en aarde
werk-industrie te Gouda, de speelgoedfabrieken
te Waddinxveen, een borstelfabriek, een picker-
fabriek en een fabriek van melkproducten.
Ook krachtens art. 28 der Arbeidswet zijn
met het oog op de buitenlandsche concurren
tie verschillende vergunningen verleend, deels
om in een twee) en drieploegenstelsol te wer
ken in gevallen, waarin het Werktijdenbesluit
niet voorziet, deels om de 45-urige werkweek
(soms vrij belangrijk) te overschrijden en wel
aan een tapijtfabriek, aardewerkfabrieken,
scheepswerven en machinefabrieken, !t smids
bedrijf te Nieuwkoop, gloeilampenfabrieken,
electro-technische industrieën, weverijen van
metaalgas, een fabriek van kruiwagens, een
cartonnagefabriek, een fabriek van boekdruk
kers- en letterkasten, een snarenfabriek, een
lederfabriek, fabrieken van zilverwerken, olie-
fabrieken. margarinefabrieken, stoomcichorei-
fabricken en stoombleekerijen.
Eindelijk zijn aan een groot aantal onderne
mingen couponboekjes verstrekt om zon dei-
vergunning van het districtshoofd gedurende
ten hoogste 24 dagen per jaar te mogen over
werken (art. 29 der wet.)
Naar aanleiding van hetgeen io het Voorloo
pig Verslag omtrent den arbeidsduur ii het
buitenland wordt opgemerkt, wijst de minister
er op, dat in Engeland ingevolge overeenkom
sten tusschen werkgevers en rbeidersvereeni-
gingen in de textielindustrie niet langer dan
48 uren per week, in de metaalindustrie en den
scheepsbouw niet langer dan 47 uur gewerkt
wordt. Ook in Duitschland wordt de 8-urige
werkdag vrij algemeen in acht genomen.
Zij, die van meening zijn, dat de 8-urige ar
beidsdag, zooals die hier is ingevoerd, leidt tot
onhoudbare toestanden, letten te veel op de
wet zelf, te weinig op de toepassing, die daar
aan is gegeven krachtens de artikelen 25-26,
27, 28 en 29. Van generaliseeren is geen sprake.
Uitzonderingsbepalingen voor de kleine be
drijven is de Minister bereid te treff.n, voor
zoover het seizoenbedrijven zijn (b.v. de sme
derijen ten plattelande en het rijwiel- en mo-
torherstollersbedrijf), of door een verlengden
werktijd het algemeen belang gebaat wordt
(b.v. de bevordering van den bouw van volks
woningen) en eindelijk in de zeldzame gevallen,
waarin die bedrijven met de buitenlandsche
concurrentie te worstelen hebben.
Hoezeer dus de Minister een open oog heeft
voor de moeilijkheden, waarvoor verschillende
bedrijven in den overgangstijd komen te staan
en hij steeds bereid was, om, waar inderdaad
noodig, van do hem gegeven bevoegdheden ge
bruik te maken, om langer dan 45 uren per
week arbeid te verrichten, zoo wil hij toch
uitdrukkelijk veiklaren, dat hij niet bereid is
mee te doen aan de reactie, welke zich thans
tegen den 8-urendag openbaart. Hij zou het
zeer bedenkelijk achten, wanneer de Arbeids
wet 1919, kort geleden met vrijwel algemeene
instemming der Sta ten,-Generaal tot stand ge
komen, thans weer aanmerkelijk zou wo.rlon
verzwakt.
Dit zou ongetwijfeld den schijn wekken, als
of zij nrelijk hebben gehad die beweerden,
dat deze wet slechts tot stand kwam uit vrees
voor revolutiegevaar, zoodat, wat toen afge
dwongen werd, thans nu dit gevaar minder
dreigend schijnt, wel meer zou worden terug
genomen. De Regeering heeft steeds met na
druk de valschheid van deze voorstelling be
toogd. Zij heeft hare wetsvoorstellen inge
diend, niet onder dwang, mair uit eigen over
tuiging. Niet ernstig genoeg kan daarom wor
den gewaarschuwd tegen een agitatie, die re
delijken drang mist en, had zij gevolg, onder
de arbeiders rechtmatige verbittering zou wek
ken. Het vertrouwen, dat velen hunner in de
Regeering hebben gesteld, zou er ernstig door j
worden geschokt. Hoewel dus bereid, om ge-
bleken fouten te herstellen en met werkelijke
moeilijkheden rekening te houden, is d" Mi-
nister niet genegen, met. vooistellen, die een
reactionnah' karakter dragen, ti komen.
Nederland en Venezuela.
De bij do Nederlandsche Regeering ge- j
accrediteerde gezant van Venezuela, dr. José
J. Cardenas, is Venezolaansch consul te Barce
lona geweest en te Hamburg.
Hij heeft Venezuela vertegenwoordigd bij
de kroning van Koning George V van Enge
land, te Londen. Verder trad hij in 1913 op
als gezant te Madrid en werd tevens, in 1914,
als zoodanig geaccrediteerd te Parijs en te
Londen. In het loopende jaar volgde zijn be
noeming tot gezant in Nederland.
Zoo Lot het vormen van een commissie
tot regeling van deze opleiding wordt be
sloten, zullen de vakvereenigingen van de
ze Commissies deel uit maken moeten,
opdat zij hunnen invloed kunnen aanwen
den bij de opleiding zelf.
e. In gevallen dat plaatselijke en an
dere commissies worden samengesteld
zonder dat daarin de vakvereenigingen zit
ting hebben en voordien gehoord zijn, of
zonder dat met de voorwaarden van de
vakvereenigingen rekening wordt gehou
den, zullen deze zich van alle medewer
king aan de opleiding onthouden.
Nederlandsche-Scandinaafsche nieuwsdienst.
Vertegenwoordigers van de Doensche, Zweeds-
sche, Noorsche en Nederlandsche Departemen
ten van Buitenlandsche Zaken hebben een con
ferentie in het Ministerie van Buitenlandsche Za
ken gehouden ten einde de questie van een ge-
regelden draadloozen nieuwsdienst tusschen
hun landen te bespreken ter bevordering van het
wederzijdsche belang.
Handelsregisterwet en wet op de K.v.K
Naar men verneemt zullen de Handelsregis
terwet 1918 en de wet op de Kamers van Koop
handel 1920 vermoedelijk 15 Maart a.s. in wer
king treden.
Verlaging van den gasprijs.
De Leeuwarder gemeenteraad heeft den gas
prijs van 18 op 13 cent per M3 verlaagd.
Pauselijke onderscheiding.
Z. H. de Paus heeft den heer Frits Caeser
te Amsterdam genoemd tot Ridder in de orde
van den LI. Gregorius den Grooten.
Woningbouw te Delft,
Een wetsontwerp is ingediend, houdende ver
klaring van het algemeen nut de onteigening van
g.onden, noodig voo. den bouw van woningen te
Delft, ter voorziening in den woningnood.
Examen onderwijzer.
De minister van onderwijs, kunsten en weten
schappen brengt ter kennis van belanghebben
den
lo. dat het schriftelijk gedeelte van het exa
men ter verkrijging van de akte van bekwaamheid
als onderwijzer of onderwijzeres, bedoeld in art.
77, onder a, der wet van 17 Augustus 1878 (st.
bl. no. 127) voor het jaar 1921 zal plaats heb
ben op Dinsdag 5 April
2o. dat de mondelinge examens zullen aan
vangen op 13 April
3o. dat de commissiën met het afnemen van
deze examens belast zullen zitting houden te
Roterdam voor de inspectiën Rotterdam,
Schiedam en v.de inspectie Dordrecht de gemeen
ten, die in Zuid-Holland liggen.
Bouwvakarbeiders.
Naar aanleiding van de plannen welke in
verschillende gemeenten reeds in uitvoering of
nog in voorbereiding zijn om werklooze en on
geschoolde bouwvakarbeiders op te leiden tot
geschoolde bouwvakarbeiders in hoofdzaak tot
metselaar en stucadoor kwamen op Dinsdag
1 dezer te Utrecht bijeen de diverse hoofdbestu
ren van bouwarbeidersbonden ter bespreking
van deze plannen en tot het bepalen van het
te dien opzichte in te nemen standpunt.
De bonden, te weten de Algemeene Neder
landsche Bouwvakarbcidersbond. De Landelijke
Federatie van Bouwvakarbeiders, de Neder
landsche Roomsch-Katholieke Bouwvakarbei
dersbond, de Necferlandsche Christelijke Bouw-
arbekdersbond en de Algemeene Nederlandsche
Stucadoorsbond, kwamen tot de volgende con
clusies
a. De vakbonden van bouwarbeiders
verklaren, in prii cipe niet te zijn tegen
nood-opleiding tot geschoolde bouwarbei
ders.
b. Deze opleiding zal zoodanig moeten
zijn, dat de betrokkenen de meest moge
lijke vaardigheid en bekwaamheid in het
vak wordt bijgebracht.
c. In de opleiding zullen als regel on
geschoolde arbeiders uit het bouwbedrijf
moeten worden opgenomen.
Bij de keuze van de op te leiden arbei
ders dient rekening te worden gehouden
met aanleg en leeftijd, terwijl deze keuze
in overleg met de betrokken vakvereeni
gingen zal moeten geschieden.
d. Indien plaatselijke plannen voor de
ze opleiding worden voorbereid, zal over
leg met de betrokken vakvereenigingen
dienen te worden gepleegd.
De kabel-quaestie Yap-Menado.
Uit Washington seint men
Het is reeds medegedeeld, dat de Nederland
sche regeering aanspraak maakt bij Japan op het
eigendom van de kabel tusschen Yap en Mena-
do. Japan stelde voor dezen kabel als gemeen
schappelijk eigendom te beschouwen. De Neder
landsche regeering herhaalde haar aanspraak
op volstrekt eigendom. De „New-York Times"
zegt dat Frankrijk het standpunt deelt dat Ame
rika in deze internationale kabelkwestie heeft
ingenomen.
In verband met bovenstaand bericht hebben
wij geinformeerd aan ons departement van bui
tenlandsche zaken.
Het is niet juist, dat de Nederlandsche re
geering aanspraak maakt op volledig eigen
dom van de betrokken kabel. Het betreft hier
een kabel van een Duitsch-Nederlandsche Maat
schappij, welke na het sluiten van het vredes
verdrag is verbeurd verklaard.
Hieromtrent heeft de Nederlandsche regee
ring een stap gedaan omdat er ook Nederland
sche belangen bij de bedoelde maatschappij ge
moeid waren. Het betreft hier echter een zeer
ingewikkelde kwestie, doch er is geen sprake
van, dat onze regeering den volstrekten eigen
dom van de kabel beoogt. (Tel.)
voor diens vei trek naar Florence waar hij thans
vertoeft,gesproken heeft. Natuurlijk behoorde de
Mauritshuis-quaestietotde behandelde onderwer
pen. Onze zegsman, die Dr. Bredius jarenlang
kent en dus beter dan een gelegenheidsinter
viewer de waarde van zijn woorden weet te waar-
deeren, had den zeer stelligen indruk dat Dr.
Bredius ten slotte zijn schilderijen wel in het
Maurits-huis zal willen laten indien er een for
mule kon worden gevonden waaruit hem op
overtuigende wijze bleek dat van hoogerhand
zijn groote nationale verdienste wel degelijk er
kend wordt. Na de grievende behandeling die
Dr. Bredius van de zijde van het tegenwoordige
Maurits-beheer ondervonden heeft bestaat er
alle aanleiding om goed te maken wat er goed
te maken is. Onze zegsman meende ook te weten
dat door een lid der regeering stappen bij Dr.
Bredius gedaan waren alsmede dat een der le
den van het Koninklijk Huis op duidelijke wij
ze van groote waardeering voor Dr. Bredius'
levensarbeid heeft blijk gegeven.
Ingezonden Mededeelingen.
Nederlandsche schilderijen naar New-York.
Naar wij vernemen is in samenwerking der Ned.
Amerikaansche Kamer van Koophandel met
de New-York Chamber of Commerce for the
Nederlands etc. een tentoonstelling van moderne
Nederlandsche schilderijen georganiseerd, welke
in de tweede helft dezer maand geopend wordt
in de Andreson Galleries te New-York en veer
tien dagen duurt.
De collectie schilderijen is reeds Zaterdag
jl. per ss. „Gaasterland" van den Kon. Holl.
Lloyd welke maatschappij gratis vervoer
toestond verzonden en bestaat uit werken
van de volgende kunstenaars W. van Knij-
nenburg, J. Toorop, P. van der Hem, Lod. v.
Schelfhout, Jan Sluyters, Van Dongen, Verhoe
ven, Leo Gestel, LIauer, Breitner, Colnot, Thorn
Prikkel, Ernst Leyden, Ten Klooster, L. O.
Wenckebach, S. Jessurun de Mesquita, Dijssel-
hof, Voerman, Isaac Israels, Vincent van Gogh,
(Gauguin), Arondeus, C. de Nerée tot Babberich,
Stanhart, Holda Crop, J. Rhedecker. L. Zijl,
W. C. Brouwer, Agatha Wegerif en J. Akkringa.
(Tel.)
De zieke mensch is voor zijn genezing afhan
kelijk van zijn weerstandsvermogen. Slaagt hij
erin, dit te versterken, dan is de eerste schrede
op den weg der genezing gedaan.
Weerstandsvermogen wordt verkregen door
krachtige voeding. In toestanden van zwakte
moet men zich voeden met geheel aan het
organisme ten goede komende voedingsstoffen.
Daar deze echter onder de gewone spijzen niet
voorkomen, moet men zijn toevlucht nemen tot
een middel dat wel aan deze eischen beantwoordt.
Meer dan 21.000 medici hebben schriftelijk
als het beste versterkingsmiddel het bekende
Sanatogen aanbevolen.
Een van Europa's beroemdste geneesheeren,
Prof. Dr. Von Noorden, heeft schriftelijk ver
klaard „Een bijzonder dankbaar veld voor de
toepassing van Sanatogen zijn voorzeker alle
ziekten, waarbij men het lichaam rijker aan
eiwit tracht te maken."
In alle apotheken en en drogisten is Sana
togen in verpakkingen vanaf f 1.verkrijgbaar.
730 27
Staten-Generaal.
De bijslag op den melkprijs.
Zooals wij onlangs meldden, ontvingen de
melkinrichtingen, welke dit seizoen in aanmer
king kwamen voor bijslag op den melkprijs, van
het zuivelkantoor bericht, dat de overeenkomst
destijds tusschen de inrichtingen en genoemd
bureau in zake dezen bijslag getroffen, opgezegd
werd tegen 12 Maart e.k., doch dat nog nader
overwogen zal worden, of nog tot 19 Maart of tot
26 Maart e,k. met de uitbetaling van den bijslag
zal kunnen worden voortgegaan. Naar wij thans
vernemen moet definitief besloten zijn om den
bijslag na 12 Maart e.k. niet meer toe te kennen.
Muntwezen.
Verschenen zijn de verslagen opgemaakt door
de commissie voor het muntwezen betreffende
hare werkzaamheden over de jaren 1919 en 1920.
i Dat over 1919 betreft de bevindingen der com
missie bij het onderzoek der monsters genomen
van de in den loop van 1918 nieuw vervaardigde
en door de daartoe bij de wet aangewezen ambte
naren goedgekeurde partijen munten. De commis
sie had te onderzoeken: 240 25-centstukken 800
10-centstukkon, 600 2 ^-centstukken, 1000 1-
eentstukken, benevens 784 1/10-guldenstukken
Ned.-Indië.
De onderzochte munten verschilden, zoo in
gewicht als in gehalte', niet of bijna niet van de
normale.
In het verslag over 1920 wordt medegedeeld,
dat in 1919 plaats hadden aanmuntingen van
ƒ4.000.000 aan 1/2 guldens'; ƒ1.000.000 aan 25-
centstukken; ƒ1.000.000 aan 1 O-centstukken
50.000 aan 2^-cent-stukken ƒ60.000 aan
1-centstukken 1.500.000 aan 1/4-guldens Ned-
Indië 1.720.00 aan 1/10-gulden Ned-Indië
en ƒ200.000 aan 1-centstukken Ned.-Indië.
i Do commissie onderzocht 640 halve guldens,
160 kwart-guldenstukke i, 400 stukken van 10
c.ent, 300 21/2 centstukken, 60 1/4 guldens
Ned.-Indië, 416 1/10 guldens Ned.-Indie, en
1670 1 centstukken Ned.-Indië. Voorts werden
door de commissie onderzocht 200 10-centstuk-
kon en 500 272-centstukken uit de circulatie
hier te lande,
j Ook deze onderzochte munten verschilden,
zoo in gewicht als in gehalte, niet of bijna niet
van de normale.
Tenslotte wordt medegedeeld, dat de commis
sie geen aanleiding vindt tot opmerkingen in het
belang van. het muntwezen.
De colIcctie-Bredius.
Men leest in de N. Arnh. Ct. een onderhoud
met een vriend van Dr. Bredius die den
grooten kunsthistorie us een of twee dagen
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag2 Maart 1921.
Staatsbegrooting 1921.
De heer Van Nierop (U. L.) begint de
alg. beschouwingen over de staatsbegrooting.
Spr. dringt aan op de grootst mogelijke bezui
niging met de uitgaven. Spr. acht de uitgaven
op de begrooting sterk opgeschroefd. Spr. juicht
de instelling van een bezuinigingsinspectie toe.
De heer Van Lanschot (R. K.) wijst
er op dat wij in 22 jaar onze crisisschuld aflossen
dat is vlugger dan eenig ander land. Het kabinet
bewandelt hier den juisten middelweg Ook spr.
dringt aan op bezuiniging, vooral bij het departe
ment van Onderwijs. Ten aanzien van de onder
steuning der werkloozen hoopt spr. dat spoedig
een afdoende oplossing gevonden zal worden.
De heer DeVosvanStee nw ij k (C. H.)
critiseert het groote aantal staatscommissies
welke veel geld kosten.
Ien aanzien van de samenwerking der 3
rechtsche groepen, zegt spr. dat de band tusschen
deze groepen nog steeds dezelfde blijkt, niette
genstaande tegenstanders hebben gemeend dat
de gronden hiervoor door het eindigen van den
schoolstrijd verdwenen zouden zijn.
Spr. is overtuigd, dat deze samenwerking is
gegrond op de éénheid in beginsel als uitgangs
punt, n.l. het christelijk beginsel.
Er zal heel wat noodig zijn, om het cement
dat deze éénheid bindt te verbreken.
Spr. eindigt met de verzekering dat hij en zijn
politieke vrienden den grootsten prijs zullen
blijven stellen op een stevige samenwerking der
drie partijen.
De heer Smits (R. K.), sprekende over de
noodzakelijke bezuinigings, zegt dat vooral bij
de gemeentebesturen de drang naar bezuiniging
ontbreekt. De heer Bergsma (U. L.) bestrijdt
de toenemende kartel- en trustvorming en wil
van regeeringswege maatregelen hiertegen ge
nomen zien.
Morgen voortzetting.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag, 2 Maart.
De hoer Gerritson (C. LI.) wordt als
lid der Kamer geinstalleerd.
De heer D u y s (S. D.) krijgt verlof voor
een interpellatie over het beleid van het gemeen
tebestuur van Wormerveer.
Electriciteitsvoorziening.
De heer Van Rijckevorsel (R. K.)
zet zijn afgebroken rede voort. Spr. maant tot
groote voorzichtigheid aan ten aanzien van de
uitvoering der plannen. Exploitatiecontracten
met bestaande centrales acht spr. beter dan
overneming van centrales. Kunnen de toezeg
gingen van den Minister spr. bevredigen, dan
zal hij voorstemmen.
De heer v. d. Waerden (S. D.) hdeft de
indiening van het ontwerp met vreugde begroet.
Spr. betreurt het echter, dat het plan-Lely op
zij is gezet ten aanzien van den organisatievorm,
Hij wil de arbeiders in de bedrijfsleidingvertegen-
woordigen zien. Daarna maakt spr. eenige op
merkingen over het technisch karakter van het
bedrijf. Spr. is voorstander van een staatselec-
triciteitsbedrijf. De vijf ingenieurs in deze Kamer
zijn dan ook unaniem vóór het ontwerp.
De heer B r a a t (P. B.) gelooft niet dat de
Staat goedkoope electriciteit zal kunnen leveren
vooral op het platteland. Spr. zal zijn stem doen,
afhangen van 's Ministers antwoord.