Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
firafis-OngevaUenferzekering
44ste Jaargang.
Vrijdag 4 Maart 1921.
No. f2978
De Graaf en zijn Dochter.
m
FEUILLETON.
Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 89.
Abonnementen per 3 maanden f2.—, per week 15 cent, franco per
post ƒ2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
lavnulani*
gehad*
luvallütdi
Advertentiën: 1—5 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk! adverteeren. Tarieven worden op[;faanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
M| vavUaa
van aan
vQavln|at i
M
vavBaa van
alken ania*
van vlngai i
DE CONFERENTIE TE LONDEN.
De Duitse he schadevergoeding.
De gisteren in het St. James-paleis te Londen
gehouden geallieerde conferentie, waarin de be
antwoording der Duitsche tegevoorstellen plaats
had, was zeer indrukwekkend. Engeland, frank
rijk, Italië, België en Japan waren volledig ver
tegenwoordigd.
Een groot aantal militaire bevelhebbers was
er bij tegenwoordig. Behalve maarschalk Henry
Wilson voor Engeland, waren aanwezig de maar
schalken Foch en Pétain en generaal Weygand
voor Frankrijk en generaal Maglinse voor Bel
gië. Naar verluidt, was maarschalk Pétain giste
ren speciaal uit Frankrijk ontboden, om aan
de geallieerde besprekingen deel te nemen.
Van het Britsche kabinet waren aanwezig
Lloyd George, lord Curzon, Bonar Law, Sir
Worthington Evans, de minister van Oorlog
en Chamberlain, de kanselier van de Schatkist.
Lloyd George, de Duitsche tegenvoorstellen
beantwoordend, betoogde, dat de Duitschers
reeds hun verplichtingen hadden verzaakt ten
aanzien van een aantal der belangrijkste, ver
plichtingen, waaronder ook de berechting der
Duitsche oorlogsmisdadigers, de ontwapening,
en de betaling in geld of goederen van twintig
milliard goudmark. De geallieerden hebben aan
vankelijk het vredesverdrag naar de letter op
genomen, daarna uitstel verleend en later zelfs
het karakter van de eischen gewijzigd, doch
telkens zijn de Duitschers de bepalingen niet
nagekomen.
Zij hebben de oorlogsmisdadigers onberecht
gelaten, laat staan gestraft en militaire organisa
ties zijn overal in het land uit den grond ver
rezen.
De Duitsche tegenvoorstellen hebben de ge
allieerden er van overtuigd, dat de Duitsche
regeering niet van plan is, haar verplichtingen
uit het verdrag van Versailles voortvloeiend,
na te komen of wellicht de kracht mist, het volk
de daai'toe noodzakelijke offers af te dwingen.
De geallieerden hebben daarom besloten,te
handelen, uitgaande van de veronderstelling,
dat de Duitsche regeering opzettelijk in gebreke
blijft haar verplichtingen na te komen.
Indien de Duitsche delegatie niet Maandag
te kennen geeft, dat Duitschland of voornemens
is de Parijsche voorstellen te aanvaarden, of
zelf voorstelt, op welke wijze Duitschland aan
zijn verplichtingen zal voldoen, zullen de ge
allieerden, te beginnen met dien datum, over
eenkomstig de bepalingen, daartoe in het ver
drag van Versailles neergelegd, tot het volgende
overgaan
v Duisburg, Ruhrort en Dusseldorp zullen
worden bezet
2e. aan de verschillende parlementen der
geallieerde mogendheden zal worden verzocht,
hun onderdanen te gelasten, om een zeker deel
van alle betalingen voor van Duitschland be
trokken goederen aan hun regeering te
betalen, welk deel dan door deze regeering
afgehouden wordt van het bedrag der door
Duitschland verschuldigde schadevergoeding;
3e. de grens-douane-ontvangsten van de
bezette gebieden moeten aan de Commissie voor
Herstel worden afgegeven. Met de heffing dezer
rechten zal worden voortgegaan volgens het
Duitsche tarief
4e. er wordt tijdelijk een linie van douane
kantoren gevestigd aan den Rijn de grenzen
en de bruggehoofden worden door de geallieer
den bezet. De douane-rechten van deze linie
worden door de geallieerde regeeringen bepaald.
Lloyd George verklaarde, dat de tweede
sanctie een vermindering meebracht van de
koopwaarde van alle door de geallieerden van
Duitschland gekochte goederen.
Een zeker gedeelte van het geld zal in de
schatkist der geallieerde regeeringen worden
gestort, terwijl de rest met een kwitantie voor
het afgehouden bedrag aan Duitschland wordt
gezonden.
Minister Simons, wien men vroeg, of hij ter
stond hierop wilde^mt woorden, deelde mede,
dat de Duitsche delegatie de documenten, die
hij de mededceling der geallieerden gevoegd
waren, zou onderzoeken, terwijl hij beloofde,
voor Maandag het antwoord der delegatie te
zullen mededeelen.
Hij veroorloofde zich echter reeds thans op
te merken, dat de Britsche premier de Duitsche
voorstellen scheen mis te verstaan. Volgens zijn
meening, zouden de geallieerden dus de sancties,
waaromtrent zij mededeeling hadden gedaan,
niet behoeven toe te passen.
Het is nog niet bekend, wanneer de confe
rentie zal worden hervat.
LUXEMBURG.
Uit Luxemburg wordt gemeld, dat de staking
te Differdange en Rodangc zich thans heeft uit
gebreid tot het geheele mijnbekken van Esch,
tot de fabrieken van Terres Roeges, Arbed,
Rumelangc en Steinfort. Gisteravond is !n hoog
oven te Differange gesprongen, doordat de
arbeiders 't werk in den steek hadden gelaten.
Er wordt een krachtige propaganda gevoerd,
om de staking over het geheele land uit te brei
den.
Nader meldt men
De stakin wordt algemeen. In alle fabrieken
in het mijnbekken wordt gestaakt ze zijn door
militairen bezet. De stad Luxemburg is zonder
licht. De staking zal zich Waarschijnlijk ook tot
de spoorwegen uitstrekken.
(Naar het Duitsch).
21
Aan Ahlefeld zei de gouverneurja,
de zaak is zonneklaar, luitenant Frederik is
op dit oogenblik nog te Munckholm. Beste
Ordener, men wil u aan dit ras verbinden ik
begrijp uw afkeer, mijn zoon
De grijsaard drukte Ordener aan zijne borst.
Jonge man, gij kunt vertrekken mij
ne bescherming zeI uwe beschermelingen niet
verlaten, daar blijf ik borg voor. Ja, ve.trek,
gij doet goed onder alle opzichten. Deze on
deugende gravin van Ahlefeld r hier, dat
weet ge misschien
Mevrouw de gravin van Ahlefeld, zei de
portier, de deur openend.
Dit hoorende ging Ordener werktuigelijk
terug tot achter in de kamer, en de gravin,
die binnentrad zonder hem te bemerken, riep
uit
Heer generaal, uw leerling drijft den spot
met u hij is niet naar Munckholm geweest.
Waarlijk zei de generaal.
Wel, mijn zoon Frederik had gisteren
RUSLAND.
Uit Stockholm wordt aan de „Frankf. Ztg".
gemeld
Over de onlusten te Moskou en Petrograd
komen hier tal van sensationeele berichten bin- j
nen, welke slechts moeilijk als betrouwbaar j
aan te nemen zijn en bovendien geen zuiver
beeld van den toestand geven.
Het volgende schijnt zich toegedragen te
hebben De groote levensmiddelennood en het
gebrek aan brandstoffen, evenals het daardoor
ontstane beperkte verkeer, hebben de Sovjet-
regeering aanleiding gegeven voor lè 2 weken
te Moskou en Petrograd de rantsoenen voor
eenige arbeiderscategorieën in te trekken. Hier
door werd een groot misnoegen veroorzaakt,
dat zich uitte in levensmiddelenopstootjes. De
sociaal-revolutionairen trachtten deze beweging
uit te buiten en door hun propaganda in poli
tieke banen te leiden. Zij gaven het volgende
parool uit Onmiddellijke bijeenroeping van een
nationale vergadering, vrijheid van handel.
Een klein aantal Sovjet-soldaten liep naar
de ontevredenen over, doch het grootste deel
bleef trouw aan de Sovjet-regeering.
De Sovjet-regeering schijnt, met behulp van
de talrijke officieren en door behoedzaam op
treden, te Moskou zeer spoedig, te Petrograd
betrekkelijk langzamer de opstootjes meester
te zijn geworden.
ITALIË.
De Romeinschc bladen vernemen, dat de
Italiaansche regeering zeer strenge maatregelen
heeft genomen, om de wanordelijkhede voortaan
te voorkomen en te onderdrukken. Het bestuur
van de spoorwegen zal de reglementen zeer
streng toepassen op het personeel, dat zich aan
plichtsverzuim schuldig maakt.
SERV1E.
Een telegram uit Cattaro aan de ,,Politika"
van Belgrado meldt, dat de Fransche vloot-
oversten aan de Servische overheid 12 torpedo
booten en twee oud-model oorlogsschepen, de
„Aartshertog Max" en de „Aartshertog Rudolf"
hebben overgedragen, benevens alle forten.
AMERIKA.
Naar de „Matin" uit New-York verneemt,
nam de aftredende president Wilson gisteren
in het Witte Huis afscheid van do leden van
zijn kabinet. In een toespraak roerde hij alle
belangrijke gebeurtenissen aan tijdens zijn presi
dentschap en verklaarde, dat Amerika niet
kon vermijden aan den wereldoorlog deel te
nemen. Hij rechtvaardigde de houding der re
geering bij het deelnemen der Ver. Staten aan
den strijd.
Daarop nam Wilson een voor een van eiken
minister afscheid. Hij verliet, steunend op zijn
stok, het terrein van zijn arbeid.
ALLERLEI.
Naar het „Berliner Tageblatt" uit Hamburg
verneemt, zijn de havenarbeiders te Hamburg-
Altona gisteren in staking gegaan, daar hun
eisch inzake de loonsverhooging van tien mark
per dag is afgewezen. Het havenbedrijf staat
bijna geheel stil.
Havas seint uit Perpignan
Men meldt uit Barcelona, dat drie bommen
ontploft zijn in de nabijheid van de electrische.
centrale, die groote schade hebben aangericht.
De eerste rechtstreeksche trein Parijs-
Berlijn-Warschau vertrekt, naar wij vernemen,
uit Parijs den lóden Maart a.s. Deze trein heeft
aansluiting aan de treinen Londen-Ostende-
Berlijn en Brussel-Berlijn en zal ongeveer 10
wagens sterk (45 assen) zijn. Het vertrek uit
Berlijn in de richting naar Warschau via Posen
heeft plaats des namiddags om 4 uur. Van Ber
lijn uit vertrekt de trein met drie slaapwagens
en ongeveer vijf wagens le en 2e kl. De trein
uit de tegenovergestelde richting vertrekt den
18den Maart uit Warschau.
Binnenland.
Tegep dc Arbeidswet.
Het bestuur van de Coaperatieve Vereeniging
van Nederlandsche Ijzergieterijen meldt
De Coöperatieve vereeniging van Nederland
sche ijzergieterijen te Amsterdam, na kennis
neming van de rapporten van haar leden om
trent de huidige ongunstige bedrijfstoestanden
van de Nederlandsche ijzergieterijen, overwegen
de, dat die ongunstige bedrijfstoestanden in
verband met onoverkomenlijke mededinging uit
den vreemde grootendeels gevolg zijn van
den beperkten arbeidsduur en bezwarende
dagverdeeling, zooals deze geregeld zijn in de
Arbeidswet 1919, welke imrnejs beide onttrekt
aan het vrije overeenkomen tusschen den
werkgever en zijn werknemers overwegende,
dat de ijzergieterij-industrie hier te lande zich
alleen kan staande houden en ontwikkelen door
zeer groote, zelfs uiterste krachtsinspanning van
beide belanghebbende groepen, werkgevers en
werknemers beidenspreekt de wenschelijk-
heid uit, dat de Arbeidswet 1919, zoomede de
ter uitvoering daarvan geldende wettelijke voor
schriften onverwijld gewijzigd worden in dien
zin, dat de strenge en beperkende bepalingen ten
aanzien van arbeidsduur en dagverdeeling ver
vangen worden door meer milde en soepele
regelingen, waarbij aan het vrije overeenkomen
tusschen werkgever en zijn werknemers, naar
gelang van de behoeften van de ijzergieterijbe-
drijven in het algemeen en van elk bedrijf in
het bijzonder, een ruime plaats openblijve ge
lijk in den vreemde reeds het geval is.
Nederland—Zwitserland.
Tusschen de Nederlandsche en Duitsche spoor
wegen is een nieuwe dienstregeling getroffen, be
treffende doorgaande goederentreinen van Rot
terdam naar Bazel. Volgens deze regeling kan het
goederenvervoer voor den geheelen afstand
thans in ongeveer 3 dagen geschieden. De
door de spoorwegen getroffen maatregelen
zullen ten doel hebben, het verkeer tusschen
Nederland en Zwitserland zooveel mogelijk te
bevorderen. Men is tevens overeengekomen,
ook in tegenovergestelde richting, n.l. van
Zwitserland naar Nederland, voor goede trein
verbindingen zorg te dragen, terwijl het vee-
vervoer eveneens in ongeveer denzelfden tijd
kan plaats hebben als hier boven reeds aange
duid.
zelf de wacht op de vesting en heeft nie-mand i
gezien.
Zoo, zoo, mevrouw hernam de gouver-
neur.
Dus, vervolgde de gravin met een tri- j
omfeerenden glimlach, behoeft gij uw baron
niet meer te verwachten.
Do generaal Levin bleef koel en afgeme
ten.
Ik verwacht hem niet meer gravin, dat
is waar.
Generaal, zei de gravin zich omwenden
de ik dacht, dat we alleen waren. Wie
is.
De gravin wierp eenen uitvorschenden blik.
op Ordener, die eene lichte buiging maakte
Waarlijk vervolgde zij ik heb hem
slechts eenmaal gezien, maar zonder die
uniform gelijkt hijGeneraal, is hij
de zoon van don vice-koning
Hij zelf mevrouw, zei Ordener opnieuw
buigende.
De gravin glimlachte.
In dit geval veroorloof ik mij, die wel
dra meer voor u zal zijn, u te vragen, waar
gij gisteren geweest zijt heer graaf
Heer graaf? .Ik heb nog niet het
ongeluk gehad mijn vader te verliezen gra
vin.
Zoo was het niet gemeend. Het is beter
graaf te worden door eene vrouw te nemen,
dan door een vader te verliezen.
Het een is beter dan het andere, gra
vin
Het vervoerverbod bij de Duitsche spoorwegen.
Het ten gevolge van de moeilijkheden in het
De gravin zocht hire verbazing te verbergen
door een glimlach.
Kom, kom, die scherts is al te grof. Het
zal wel anders worden, wanneer Ulrika van
Ahlefeld u met den gouden halsketen van
de orde van den Olifant zal <=mukken.
Een ware keten, mevrouw zei Ordener.
Gij zult zien, generaal Levin, hernam
de gravin, wier lach meer en meer verlegen
werd, dat uw onhandelbare leerling den rang
van kolonel niet van eene dame wil aanne
men.
Gij hebt gelijk gravin, een man, die de
sabel draagt, moet zijne epauletten niet te dan
ken hebben aan een dame.
!t Gelaat van de gravin begon er meer be
zorgd uit te zien.
Ho, ho, van waar komt dan de heer ba
ron Is het waar, dat hij gisteren niet te Munck
holm geweest is
Mevrouw, het is mijne gewoonte niet op
alle vragen te antwoorden. Generaal, tot
weerziens.
j Hij drukte den grijsaard de hand, groette
de gravin en vertrok. De gravin was in ver
gelegenheid en de gouverneur veiontwaardigd
over hetgenc hij gehoord had.
i XII.
I We verzoeken den lezer z.ich te verplaatsen
op den weg van Drontheim naar Skongen,
een smallen en steenachtigen weg, die langs
de golf van Drontheim loopt tot het gehucht
Vigla. Daar zal hij weldra de voetstappen
hooren van twee reizigers, die bij het krieken
van den dag de Skongensche poort uitgetrok
ken zijn, en amelijk snel voortgaan op den
weg, die over heuvelen naar Vigla voert.
Beiden zijn in een mantel gehuld. De- een
stapt er ferm op aan met opgeheven hoofd,
het uiteinde van zijne sabel komt onder het
boord van zijn mantel te voorschijn en niette
genstaande de nachtelijke duisternis ziet men
een veer op zijn hoed door den wind wuiven.
De andere is een weinig grooter, maar zijn rug
is licht gewelfd, waarop een bult te zien is, waar
schijnlijk gevormd door een bedelzak, die zorg
vuldig verborgen wordt door een grooteren
zwarten mantel, wiens versleten randen be
wijzen leveren van een langen en trouwen dienst.
Hij draagt geen ander wapen dan een langen stok
die hem bij zijnen listigen gang wel te stade komt.
Indien de lezer door de duisternis verhin
derd wordt de gelaatstrekken der twee reizigers
te onderscheiden, zal hij hen wel herkennen aan
het gesprek, dat een van hen begint na een ver
velend stilzwijgen van een uur.
(Wordt vervolgd)