W itwasscherij.
N.V.DE PHOENIX,
liet lei; bezichtiging stellen van het gebouw, heeft
de minister van justitie geantwoord, dat het
voormalig Provoos'thuis, dat Inderdaad tijdelijk
medé ter opneming van principieele dienst
weigeraars wordt ingericht, naar"'zich laat
verwachten, in den aanvang van Mei a.s. in
gebruik zal worden genomen.
Do minister is gaarne bereid aan degenen,
die hem hiertoe den wensch te kennen geven
en uit kracht van hun betrekking of om eeni-
gerlei andere bijzondere reden daarvoor in
aanmerking' komen, vóör de indfenstStelling
zooveel mogelijk gelegenheid tot bezichtiging
van het gebouw te geven.
Het a.s. R. K. Jeugdeongres.
(Veel wordt er door de katholieken gewerkt
in het belang van de schoolvrije jeugd, en zonder
vrees voor tegenspraak kan gezegd-worden, dat
cle, katholieken, intensief en extensief, het besj.
de belangen der schoolvrije jeugd, behartigen.
Toch is ook van de katholieke schoolvrije jeugd
nog slechts een betrekkelijk klein gedeelte ge
organiseerd, terwijl de actie in het algemeen be-
schoüwd, te veel is gespecificeerd in bijkomstige
werkzaamheden, die niet tot een geheel worden
samengevoegd.
Te veel gaat men nog t,e werk naar eigen in
zicht, zonder rekening te houden met do leer
zame ervaring van anderen.
Te veel wordt gehecht aan den eigen vorm
van Jeugd-beweging, zonder te onderzoeken,
of er aanrakingspunten kunnen gevonden wor
den met de andere vormen van jeugdorganisatie,
en aldus het werken meer vruchtbaar kan
zijn.
De werkzaamheden voor een degelijke op
voeding der schoolvrije jeugd zijn zeer omvang
rijk, en velen kennen niet de middelen, om alles
op een juiste wijze te beginnen of te vervolmaken.
De een weet schitterend een kernvorming te
bewerken, maar staat radeloos voor de organi
satie der massa, een ander kent. de middelen,löm
een massabeweging met vele uitwendige schitte
ring, te leiden, maar kent geen middelen, om
overeenkomstig de behoeften der individueel©
beschermelingen, cle noodzakelijke splitsing in de
organisatie te bewerkstelligen enz.
Als wij de werkzaamheden over de geheele
linie eens overzien, dan komen wij tot de ont
dekking, dat alles, wat voor de vorming dei-
schoolvrije jeugd noodzakelijk is, ten minste
ergens, al is het dan ook gedeeltelijk, wordt
toegepast.
Daar zijn organisaties met degelijk vak- en
teekenonderwijs, methodisch horhalings-, Voort
gezet- of godsdienstonderwijs, huishoudonder-
wijs, beroepskeuze, ontspanningsgelegcnheden,
spaarbanken, bibliotheken en jeugdbladen, gods
dienstige vereenigingen en godsdienstoefeningen,
Missievereenigingen, drankbestrijdersvereenigin-
gen enz. enz., organisaties voor aesthetischeont-
wikkeling, tooncel en zangonderwijs, lichamelij
ke ontwikkeling in al haar vertakkingen. Daar
zijn organisaties voor de massa en kernorganisa
ties, organisaties voor de abnormale, misdadige
en verwaarloosde jeugd.
Andere kunnen als voorbeelden worden aan
gehaald, hoe contact moet worden gezocht met de
ouders, door oudersavond-, rapporten en bezoeken
- alsmede met de patroons en andere verant
woordelijke personenhoe de leiders der jeugd
beweging moeten gevormd worden, de bioscoop
moet worden bestreden en kan worden toegepast,
hoe excursies en propagandadagen worden ge
organiseerd, hoe het jeugdwerk practisch moet
worden geadministreerd, de gebouwen kunnen
zijn ingericht en versierd, enz. enz.
Dit alles nu bijeen te brengen en in beeld en
woord voor te stellen aan de katholieken van
Nederland, ziet daar, wat beoogt wordt door het
a.s. jeugdcongres.
Door het woord van bevoegde inleiders moet
ter kennis worden gebracht het waarom en hoe
der R. K. Jeugdorganisatie, moeten de bevoeg
den hun ondervinding mededeolen aan de onin-
gewijden of slechts ten deelegeroutineerden.
Door het beeld, dat de tentoonstelling biedt
moet een blik kunnen geslagen worden tin de
werkelijke actie. Woorden wekken maar voor
beelden trekken. Het laten zien, wat is, leert de
waarheid, dat het ook kan.
De aanblik van hetgeen door sommigen aan
de jeugd wordt gegeven, moet het medelijden
opwekken voor die jeugd welke van dat nood
zakelijk voedsel verstoken blijft, en een verlangen
doen ontstaan, om tc leeren, hoe voor de niet-
georganiseerde.jeugd een zélfde rijke bedèeling
kan worden begonnen.
Vandaar dat aan 't jeugdcongres een tentoon
stelling wordt verbonden, die modellen te zien
geeft, welke behalve de repraesentanten van een
werkelijk ontplooide actie, te gelijk de gidsen zijn,
hoe aan de vorming vauJhc.t sch.o,olyrije kind moet
worden gewerkt. De organisatie van een R. K.
Jeugdcongres is dus.een grootsche onderneming.
De voorbereidende werkzaamheden zijn dan
ook verdeeld over verschillende secties.
Men heeft een sectie voor de vrije jeugdvor-
ming der jongens, waartoe o.a. behooren
de patronaten, jong studenten, byrgerjongelin-
gen, Jonge Werkman, gezellen enz.
Een sectie voor de vrije.jeugdvorming der
meisjes waartoe behooren patronaten, Jonge
Vrouwenbond enz.
Een sectie voor. de verwaarloosde jeugd,
waartoe o.a. behooren Vincentiusvereeniging,
Bescherming van meisjes, Franciscus'Liefde-
werk, enz.
Een sectie voor de lichamelijke opvoeding
in haar vormen gymnastiek, voetbal, enz.
Een sectie voor de vakopleiding o.a. nijverheid,
landbouw, handel, arbeidsbemiddeling, beroeps
keuze, enz.
Een sectie voor het jeugdwerk met bepaald
godsdienstig, zedelijk of maatschappelijk doel
Eer en Deugd, Drankbestrijding, Vakorganisa
tie, enz.
Eén sectie voor de godsdienstige vereeni
gingen o.a. Congregaties. H. Familie, enz.
Verschillende dezer secties zijn reeds ijverig
aan het werk, doch haar werk kan alleen slagen
door de onverdeelde, krachtige medewerking van
alle plaatselijke R. K. Jeugdvereenigingen.
Die medewerking moet beslaan in het opvolgen
der wenken en uitnoodigingen van het congres-
bestuur en het betrokken scctiebcstuur, opdat
door een' eensgezinde voorbereiding, iedere
plaatselijke vereeniging medewerke, om door
woord en daad het congres, te doen zijn een leer
school voor geheel Nederland.
Iedere plaatselijke .jeugdvereeniging beginne
reeds nu te werken, om modellen te kunnen le
veren voor de-tentoonstelling.
Reeds nu moet de oplossing gezocht worden,
of en in hoever het bestuur van iedere plaatselij
ke jeugdvereeniging aan het congres kan deel
nemen, door b.v. zooals reeds hier en daar ge
schiedt, een reiskas te vormen enz.
Onverwijld worde voldaan aan het verzoek
der financieele commissie, om door ééne bijdrage
van een e.nkol dubbeltje (een keer slechts te
geven) per beschermeling der jeugdvereeniging,
de financieele basis van het congres te vormen.
Einde Augustus wordt een ankertjesdag ge
organiseerd tot steun van het R. K. Jeugdwerk
in Nederland. Een gedeelte echter van deze op
brengst worden besteed voor het congres. De
organisatie van dezen dag zal wederom geschie
den door middel derplaatselijkejeugdvereenigin-
gcn. Ook hiervoor worde dus ijvervolle mede
werking geschonken.
Roomsch Nederland is een,omdat het levens
doel een is leven en werken voor Chiistus en
Zijne kerk. Dat Roomsch Nederland t.oone een
te zijn, om ook het toekomstig geslacht onze
R. K. schoolvrije jeugd op te voeden voor Chris
tus en Zijne Kerk.
Het R. K. Jeugdcongres, dat in Augustus 1922
zal gehouden worden, moet zijn een heerlijke
manifestatie van de Roomseh-katholieke een
heid.
Allen dus aan het werk.
Organisaties, die tot heden nog niet werden
aangezocht 0111 dit congres mede voor te berei
den, en om haar jeugdwerk, of haar contact met
de schoolvrije jeugd, haai medewerking zouden
willen geven, kunnen de noodige inlichtingen
vragen hij ondergeteekeude, of bij het congres
bureau, Nieuwstiaat 24, Den Bosch.
G. J. Suètens, R. K. Pn.
Secr. der Inlerdioc. Jeugdcommissie.
Don Rose b, April 1921
Gemengd Nieuws.
'n O u d recht, 't Is al een drietal eeuwen
geleden aldus vertelt de heer W. J. Mets in het
Nederlandsche Zeewezen dat een Friesche
familie, Visser gcheetcn palinghandel dreef
op Londen.
Zelve vervoerde ze de paling in aken en
marktte ze zelve te Londen. Ze hadden dan
ligplaats op de Theems, dicht bij de visch
markt, indien ze daar een plaatsje kon be
machtigen.
't Spreekt vanzelf, dat hoe dichter de schuit
of schuiten bij de vischmarkt lagen, hoe gemak
kelijker ze de koopers tot zich konden trek
ken. Er was dus heel wat behendigheid, en
misschien ook brutaliteit toe noodig om zoo'n
plaatsje te veroveren.
Op zekeren dag breekt in Londen's stra^
ten een brand uit. Visser, die met zijn schuit
weer op de Theems lag, ging ook een kijkje
nemen. Toen hij bij den brand was aange
komen, bemerkte hij al ras, dat aanpakken
en helpen hier de boodschap was om uitbrei
ding der ramp te voorkomen.
Visser gedroeg zich daar zoo kranig, dat
het de aandacht had getrokken van de auto
riteiten. Men wilde zijn kordaat optreden
beloonen, en verzacht hem te zeggen wat
hij verlangde. Visser, die kloek zeeman was en
getoond had in gevaarvolle oogenblikken te
weten wat hij te doen had, was bovendien
ook een handelaar in hart en nieren.
Hij begreep dat een vaste ligplaats vlak
bij de vischmarkt voor hem schatten waard
zou zijn, en hij verzocht, dat hij het recht
kreeg van een vaste meerplaats op de Theems
bij de vischmarkt.
En dat werd toegestaan.
De Engelsche regeering metselde in de
Theems een steenen paal met een daarin be
vestigden ring er om ketting of touw door te
sjorren en kende aan de familie Visser liet
recht toe, dat alleen zij daar haar schepen
mocht meren, doch ook die plaats niet
onbezet mocht laten, daar anders haar recht
zou vervallen.
Daarvoor zorgde de familie.
Maar een later bestuur, dat van die lieele
gebeurtenis niets wist, betwistte het recht
der familie, en wilde haar blijkbaar dit pri
vilegie ontnemen. Doch de familie Visser
had het zwart op wit in haar bezit. Altijd
bewaakte en bewaarde ze met zorg 't perka
ment. Ze ging daar dan ook mee naar En
geland en toonde het den Koning. Deze moest
,het recht erkennen en gaf last, dat aan het
eenmaal bepaalde de hand moest worden ge
houden.
Tot op dezen dag ligt er dan ook altijd
een palingschuit aan den genoemden paal ge
meerd.
In de oorlogsjaren, toen er geen sprake
was van eenigen handel, bleef toch altijd een
schuit daar liggen.
Gevaren tussehen Friesland en Engeland met
de palingschuiten werd er echter niet.
Nu voor het eerst weer na den oorlog, ligt
te Nieuwe diep een palingschuit der firma, <1©
W B. 14, in dc haven op gunstige gelegenheid
té wachten, om over te steken naar Londen.
Vermoedelijk zal die tocht echter niet her
haald worden, omdat men thans goedkooper
per boot vja Hoek van Holland of Vlissingen
kan verzenden dan de vracht zelf per schuit
over te 'brengen. De schuit zelf echter blijft
gemeerd aan den meergenoemden paal.
De 84-jarige heer C. van der Sterre, van wien
men deze bijzonderheid vernam, was vroeger
schipper op den „uitklaarder".
Honderden malen heeft hij de palingakcn in-
en uitgeklaard, en had zelfs een paar maal
als „invaller" de reis naar Londen meege
maakt.
^Iij bezit eeh foto van dc Theems,
waarop de schepen, vastgemeerd aan den paal
der familie Visser.
De éooaomis c he vooruitzie h-
t e n va n A r g e n t i r>. i ë.De nieuw benoemde
consul-generaal van Argentinië, de heer Arturo
H. Massa, die dezer dagen zijn post te Amsterdam
aanvaardde heeft eenige inlichtingen, ver
strekt betreffende den economisohen toestand
van Argentinië.
Ik ben pas uit Argentinië aangekomen
aldus de heer Massa en ik kan op grond
van de daar te land opgedane ervaringen con-
stateeren, dat hoewel de werelddepressie zich
natuurlijk ook in Argentinië doet gevoelen, de
economische en financieele toestand van ons
land in vergelijking met die vau de meeste an
dere landen, als gunstig kan worden be
schouwd en dat men, wat den economisohen
vooruitzichten van dit land betreft, geen reden
heeft, orh pessimistisch gestemd te zijn. De
tijdelijke stilstand in den importhandel is een
gevolg van de belangrijke toeneming van den
invoer in Argentinië gedurende dé laatste ja
ren. De oogstberichten luiden zeer gunstig en
men kan een toeneming van den uitvoer 'te
gemoet zien, die ten slotte de herleving van
den importhandel zal kunnen bevorderen. Do
verbetering der Argeptijnsche financiën is een
van de voornaamste resultaten der politiek van
tegenwoordigen president, dr. Irigoyen. Een
groot gedeelte der buitenlandsche schulden
werd in binnenlandsche' schuld omgezet,als ge
volg waarvan in de Argentijnsche betalings
balans een verbetering is ingetreden, omdat,
de renten der staatsleeningen in het binnenlahd
blijven.
Wat de valulakwestie betreft, is het een he
kend feit dat de dollar in Argentinië boven pa
riteit noteert. Dit verschijnsel is een gevolg
van den abnormalen toestand in den handel
tussehen Argentinië en de V.S. gedurende de
laatste jaren. Thans begint echter het agio
van den dollar reeds af te nemen en men is
in Argentinië de meening toegedaan, dat de
depreciatie vair de Argentijnsche valuta in
verhouding met den dollar slechts van tijdelij-
ken aard is. Dit te meer, waar hét percentage
der goud-reserve in Argentinië thans-gunstiger
is dan ooit.
Wat het protectionisme betreft, werd ook in
Argentinië door verschillende groepen van
produce itcn de instelling van beschermende
invoerrechten voorgesteld. Ten aanzien van
de protectionistische beweging in de V.S., is
men in Argentinië van meening, dat men het
verdere verloop daarvan kalm dient af te
wachten. Wij gelooven, dat geen onmiddellijk
gevaar bestaat voor de instelling van een uit
gebreid protectionistisch systeem in Amerika.
Ik ben de hoop toegedaan, dat de handels
betrekkingen tussehen Nederland en Argen
tinië in den loop der komende jaien een uit
breiding zullen ondergaan. De kwaliteit der
Hollandsche goederen staat in Argentinië zeer
goed aangeschreven en indien de Hollandsche
exporteurs bijhunne prijsnoteeringenmet decon-
cui rentievoldoende rekening houden,kunnen zij
op de Argentijnsche markt een belangrijke po
sitie verkrijgen. Hierbij dient in aanmerking
te worden genomen, dat velschillende landen,
vooral Duitschland, in staat zijn uit. den abnor
malen stand der wisselkoersen voordeel te
trekken.
De economische toestand van Nederland en
de grandiose organisatie vari den Hollandschen
handel heeft op mij een groolen indruk gemaakt
en ik ben er overtuigd van, dat Nederland
in de toekomstige ontwikkeling van den we
reldhandel een zeer belangrijke rol zal spe
len.
Telef. No. 15. 1248 7
Kunst en Letteren.
Diepen broek en diens werk.
Verschillende bladen bevatten dezer dagen
in verband met het overlijden van den grooten
toonkunstenaar Alph. Diepenbrock beschou
wingen over zijn persoon en diens werk.
Theo v. d. Bijl schrijft in „De Tijd."
„In zijn Mis heeft Diepenbrock het toppunt
van zijn kunnen bereikt en tevens zijn visioen-
nair lied van de vreugde gezongen. Want wie
deze mis niet kent, kent Diepenbrock niet. En
de beteekenis ervan, de geestelijke zoowel als
de muzikale, is in laatste instante slechts dui
delijk voor hen, die nog leven in het gregori-
aanschen de palestrijnsche muziek.Uit deze twee
is Diepenbrock's mis rechtstreeks voortgekomen
en dit wel zóó .sterk, dat, terwijl de uiterlijke
compositietechniek onder zekeren invloed van
Wagner staat, de geest .van het werk zuiver
Latijnsch is gebleven. Op heel enkele uitzon
deringen na zijn slechts het gregoriaansch en
de palestrina-muziek de eenige richtingen, dit;
tegelijk liturgische en artistieke waarde bezit
ten wel schiepen de groota meesters hun kunst
werken, doch die missen alle liturgische eigen
schappen en terwijl de reactie kwam met mu
ziek, welke eigenlijk alleen gebruikswaarde be
zit, schreef Diepenbrock in ?ijn eenzaamheid en
in een zeer ongunstig tijdperk plotseling de mo
derne mis in een volmaaktheid, waarover men
zich meer verbaast en verheugt, naarmate men
er in den tijd verder van af komt te staan. Het.
is een zeldzaam gebeuren, dat in het kleine Ne
derland de grootste en meest verheven missa
van den modernen tijd moest ontstaan, dat ze
geschreven moest worden door een acteur, die
buiten het kerk-muzikale leven stond en na de
afwijzing voor kerkgebruik van andere werk
jes, o.a. een wondervol Tantum Ergo, zich ook
geheel terugtrok.
En wel zóó, dat hij met eenige verwondering
vernam, hoe na de uitvoering zijner Missa ver
schillende nieuwere composities waren geschre
ven, geinspireerd door zijn stijl en muziek en
dat hij dus, om het rechte woord te gebruiken,
een grooten invloed had op de jongere compo
nisten of wil men anders dat hij school
gemaakt had.
Ik zei, dat hij hierover verwonderd was, en
dat was niet geveinsd, want hij leefde als een
eenzame, als een, die te veel gewond was in de
aanraking met de wereld, omdat zijn geestelijke
gevoeligheid eer toe- dan afnam. De philosoof
in Diepenbrock trachtte de schokkende gebeur
tenissen der laatste rampspoedige jaren te door
peilen, zóó, dat de mensch in hem door droef
heid als het ware verscheurd werd, want degene
die de grootste liefde in zich draagt, zal ook het
meest te lijden hebben. Christen én kunstenaar
zijn betee.kent een dubbel kruis dragen na
tot het bewustzijn komen van genietingen, die
niet voor allen bestaan."
P. van Westrheene schrijft in „Dc Nieuwe
Arnhemsche Courant"
„Toondichtend wanneer poëzie hem bezielde,
voor geen harer oprechte menschelijkheidsui-
tingen gesloten, ook niet voor oud-Nederland-
sclie volkshumor getuige zijn koor Den Uyl
maar het meest open voor 't goddelijke, heeft
hij, steeds oorspronkelijker, zijn roeping met
reinheid, hoogheid, innigheid en geestdrift ver
vuld.
Al dirigeerde hij wel eens, een eigen werk
uitvoerend, of van Mengelberg een concert over
nemend en dan steeds eerbiedwaardig, hij was
voor ons enkel componist en als zoodanig onze
trots en vreugde.
Dat heeft hem op zijn 50ste jaar een in ons
land ongekende huldiging gezegd. Wij wisten
ook toen in hem een toondichter tc hebben die
naast zijn beste tijdgenooten van alle landen
stond."
In het „Nieuws van den Dag" zegt. J. C. van
Oven
„Diepenbrock was niet slechts ,#de" moderne
Nederlandsche componisthij was de eenige
van waarachtig groote beteekenis. Het is een
persoonlijke meening, welke lüer uitgesproken
wordt, een die voor het tribunaal der geschie
denis onjuist kan blijken, maar zij wordt uit
gesproken met de grootst mogelijke oprecht
heid en met de overtuiging, dat hiermee hem
recht en geen ander onrecht gedaan wordt. Hij
was geen Beethoven, geen Wagner, geen Bach,
geen Mahler ook, omdat hij de breedheid miste
van deze goden der Europeesche muziek, maai
de hoogte van zijn muzikale vlucht was niet
geringer dan die van de allergrootsten. Niet
als een uitgestrekt oerwoud is zijn muzikale
schepping geweest, maar als een kleine groep
ten hemel stijgende populieren.
Ik kan er niet aan denken, hier de beteeke
nis van Diepenbrock als componist, uitvoerig
uiteen te zetten, of zijn ontwikkelingsgang te
schetsen, ben er niet toe bevoegd en heb er ook
de plaatsruimte niet voor, maar wanneer het
hart zoo van dankbare herinnering vervuld is
als bij dit sterven, dan doet het goed te kunnen
getuigen. Want wie jong geweest is in het Am
sterdam van het einde der vorige eeuw, of het
begin van deze en er het muziekleven heeft
meegemaakt,ziet naar de figuurvan Diepenbrock
op als naar een van de lichtende sterren aan den
kunsthemel van die jaren. Dat jonge muziek
leven, dat toen om het concertgebouw opbloei
de moest wel zijn eigen componist voortbren
gen, en al was liet eerst niet het groote publiek
dat hem toejuichte, zoomin als 't dit Mahler,
Debussy e.a. deed, het aantal geestdriftige be
wonderaars steeg toch bij elk nieuw werk. En
mocht al de menigte niet terstond overtuigd
geweest zijn, dat daar groots gewrocht werd op
een bovenhuis nog geen kilometer van het con
certgebouw, de uitvoerende kunstenaars waren
het wel en Mengelberg, mevrouw Noordewier
en vele anderen waren enthousiaste verkon
digers dezer kunst.
Zoo werd dan ook gaandeweg het publiek
gewonnen ofschoon Diepenbrocks muziek nim
mer gemeengoed van allen werd, hetgeen bij
voorbeeld wel bij M«hler geschiedde. Daarvoor
is ze vermoedelijk te gecompliceerd, te indivi
dualistisch misschien, te veel dat wat de eer
ste Nieuwe-Gids-gedichten warenslechts te
verstaan voor gelijkgestemden. Maar voor de
zen dan en dat waren er ten slotte zeer ve
len was zij de bron der zuiverste en hoogste
ontroering en zelfs wie koeler tegenover hgar
stond, werd getroffen door het st re ven-na a r-
omhoog, dat bijna heel Diepenbrocks oeuvre tot
een groote Hymne maakt, een Te Deum, een
lofzang aan het bovenaardsche, de geloofs
belijdenis in tonen van dezen waarachtig reli
gieuzen zoon der katholieke kerk.