De Draaf en zijn Dochter. FEUILLETON. ren wordt getroffen, berust op een misverstand Deze industrie wordt mede getroffen door de verhoogde inkomstenbelasting, de overwinst be lasting en de extra-winstbelasting. De Regeering becijfert daarna breedvoerig de hoeveelheden uitgevoerde en hier gebruikte oliën. Het denkbeeld, om aan het voorstel terugwerkende kracht te verleenen is onuitvoer- baaiwijl de exporteurs afrekenen met den dou anedienst, waaronder gezagvoerders, die Indië reeds hebben verlaten. De Regeering beschikt niet over gegevens ter beantwoording van de vraag, of het olieuitvoerrecht kan worden ge heven volgens een glijdende schaal. De uit- voerrchten zullen niet belemmerend werken op den afzet. De mogelijkheid, dat de petroleum industrie de verhoogde uitvoeirechten op de scheepvaartmaatschappijen afwentelt, dient te worden afgewacht, alvorens kan worden over wogen, welke maatregelen daartegen moeten worden getroffen. Prins Hendrik. Naar het „H.bld." verneemt, zal Prins Hen drik vanochtend ongeveer 10 uur een vliegtocht maken vanuit het vliegkamp Schellingwoude, met luit. ter zee Bakker als bestuurder. Prinses Juliana. De Koningin heeft, naar den ,,Rotterd." ver neemt, aan den heer L. ,A. van Andel, leeraar aan de Chr. H. B. School te Alphën aan den Rijn opgedragen, aan Prinses Juliana onderwijs te geven in de Duitsche taal. Viseh voor Engeland. Ingaande heden zijn vischverzendingen naar Engeland vrijgesteld van de verplichting tot bijvoeging van certificaten van oorsprong. Zegelwet. Ingediend is een wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van de ZegelweL 1917. Op het voetspoor van de bestaande wet zijn twee in de Zegelwet op te nemen nieuwe hoofd stukken ontworpen, het eene betreffende de pakhuisceelen en volgbriefjes en het andere be trekking hebbende op de cognossementen,vracht brieven en vrachtlijsten en de bewijzen van ont vang van vervoerde goederen, waarin in enkele artikelen zijn opgenomen de voorschriften, gel dende voor de zegeling van de in ieder hoofd stuk omschreven stukken. Verder heeft de minister van financiën gevolg gegeven aan een reeds meermalen door zijn ambt genoot van justitie geuit verlangen, de verzoek-, schriften om goedkeuring van statuten ter be- koming van erkenning eener vereeniging en de verzoekschriften om wijziging dier statuten met een zegelrecht te belasten, ten einde den staat eenige vergoeding te bezorgen voor de kosten der administratieve bemoeiingen, aan het onderzoek dier verzoekschriften verbonden. Verschillende bepalingen zijn voorgesteld om ontduiking van het zegelrecht tegen te gaan. Voorgesteld wordt deze aanvullings- en wijzi gingswet in werking te doen treden met ingang van 1 Juli 1921. Militie-onderzoek der lichting '16 en '19. Naar men verneemt ligt het in de bedoeling van het Departement van Oorlog om dit jaar in de maand Juni een onderzoek te doen houden o- ver de verlofgangers der militie-lichtingen 1916 en 919, de laatste met uitzondering van de Octo- berploeg der cavalerie en der bereden artil lerie. Zij die door ziekte verhinderd worden zich aan dit onderzoek te onderwerpen zullen in November of December worden onderzocht. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Mgr. Dr. A. Szeptyeki. De metropobet van Lemberg (Gal:c;ë), mgr. dr. Andreas A. Graaf de Szeptyeki, vertoeft op't oo- genblik in Rotterdam, waar Z.D.H. conferenties houdt over de missie onder de Russische schis- matieken. Vrijdagavond 8 uur zal Mgr. Szeptyeki in de kerk van den H. Johannes den Dooper, Lange Haven alhier, een rede houden in de Duitsche taal over bovengenoemd onderwerp. Vooraf zal de secretaris van Z.D.H., de zeer- eerw. pater Jos. Schrijvers C.s.s.R., vice-visitator van de provincie der Paters Redemptoristen in (Naar het Duitsch). 52 Hij lag geheel afgezonderd en men weet niet tot welk gebouw hij behoord heeft. Nog hoo- ger op den bergy op een plateau, ontoegan kelijk voor den koensten jager, zag men een steenmassa, die veel geleek op de overblijf selen van eenen kolossalen boog. Die toren en die boog noemden de boeren de ruïne van Arbdr. Men kent evenmin den oorsprong van 't. gebouw. Op een grooten steen, in 't midden van de ei. onde ruimte, zat een kleine man in bees tenvellen gekleed, dien wij reeds meerma len in ons verhaal ontmoet hebben. Hij heeft den rug naar het daglicht gekeerd of liever r aar de schemerng, die de middagzon in den somberen toren werpt. Dit flauwe licht is fiiet voldoende om het voorwerp te onder scheiden, waarover de kleine man zich gebogen houdt. Men hoort een zwak gekreun, men zou zeggen dat het van het lichaam uitgaat, door de zwakke bewegingen, die het van tijd tot tijd maakt. Eensklaps staat hij op. Ik hoor iets in de galerij zou het Galicië, een korte inleiding in de Vlaamsche taal houden over de apostolische taak van den grijzen kerkvorst. Wij vertrouwen, dat de Schie- damsche katholieken zich voor dit grootsche plan tot bekeering van 150 millioen zielen niet onbetuigd zullen laten en den edelen bisschop hier een milddadig gehoor zullen verleenen. Voor den dienst in Nede rl-1 n d i e Is bestemd de heer J. G. Detiger, te Schiedam, om te worden geplaatst bij den technischen dienst van den P.T.T.-dienst. Gistermorge n ree d J. S. wonende Noordvestsingel door verkeerd uitwijken op den Rotterdamschen dijk tegen een bakkerswagen, waardoor hij viel en een bloedende hoofdwonde opliep. In de politiepost aan de Koemarkt werd de jongen verbonden. D e 1 5-j a r i g e C. T., w o n e n d e N i e u w- straat kwam gistermiddag in het Volkspark met zijn rijwiel, in volle vaart in botsing met een boom. De jongen bleef bewusteloos liggen. De heer U. uit Rotterdam, lid der vereeniging E.H. B.O. zag het ongeluk gebeuren en verleende den jongen de eerste hulp, waarna dr.Koene een won de aan een der slapen verbond. De jongen kon te voet huiswaarts keeren. Gemeenteraad. Zitting van Vrijdag 8 April. W erkloozen. Vervolg). Weth. Houtman antwoordt, dat door B. en W. zoo spoedig mogelijk in zake Nieuw- land een beslissing zal worden genomen. Dins dag zal de kwestie in de commissie voor Grondbe drijf worden besproken en Donderdag in „Wo- ningdienst" Daarna kan een advies worden opgesteld en spoedig bij den Raad worden inge diend. Daarmee is echter nog geen werk voor de werkloozen verkregen. Men zal alleen een plan hebben voor stratenaanleg enz., maar Delfland zal o.a. ook nog toestemming voor ver schillen de dingen moeten geven. De kwestie van demping van enkele grachten is ook zoo gemakkelijk niet. Het betreft hier water,waarover ook het betrokken polderbestuur medezeggingschap heeft. Ook hiermee kan men dus de werkloozen niet helpen. In den Raad denkt men over verschillende zaken nogal gemakkelijk. De heer Dinkelaar wil B. en W. voor de oplossing van het vraag stuk spannen. De heer v.d. Toorn wil de kwestie onmiddellijk afdoen, wat nog knapper is. De oplossing van het werkloozen-vraagstuk zal weken, wellicht nog maanden duren. (Op de publieke tribune wordt geroepen Dan meer steun 1) Weth. is van oordeel, dat het vraagstuk he denmiddag niet kan worden opgelost. De heer Dinkelaar wil geld beschikbaar stel len, maar weth. merkt hiertegenover op, dat er geen geldmiddelen zijn. Zelfs een geldleening is niet te plaatsen. Men kan hier gemakkelijk tegen elkaar op bieden, maar geld is er niet beschikbaar. Dit moeten de menschen zelf inzien. Men zal nu een commissie dienen te benoemen om te trachten een oplossing te vinden. Weth. Houtman zegt versteld te staan, dat de heer Van den Toorn, die toch een zakenman is, hier zoo kon spreken als hij zooeven deed. De heer Van der Most zegt, dat het er hier om te doen is om te zien hoe de werkloozen ge holpen kunnen worden, die thans niets krijgen. Ook de' heer Van den Toorn doelde op die men schen. Wil men daarvoor niets doen, dan dient er te worden overwogen of er wederom een steun comité zal moeten worden opgericht. Laten we in elk geval vanmiddag een beslissing nemen. Weth. m r. Van Vel/er. merkt op, dat men maatregelen wil beramen om een oplossing te vinden en te trachten de van ondersteuning uitgestotenen eenige ondersteuning te geven. Men moet echter daarbij in acht nemen, dat deze toestand is geboren door toedoen van de vakorganisaties zelf. Zij waren er tegen, dat de niet-georganiseerden ondersteuning zouden be komen. De toestand is dus het gevolg van de politiek der vakorganisaties. De weg, die is aangewezen, om de zaak maar B. en W. te renvoyeeren, acht weth. niet juist reeds de kanselier der twee koninkrijken zijn? Deze woorden werden door een vreeselijken schaterlach gevolgd, die in een wild gebrul eindigde, waarop eensklaps een gehuil .'n de gang antwoordde. Ho, ho hernam de gastheer der ruïne van Arbar, 't, is geen mensch, maar toch in elk geval een vijand 't is een wolf. Werkelijk kwam er een groote wolf onder het gewelf van de gang te voorschijnhij blijft een oogenblik staan, daarna komt hij regelrecht op den man af, terwijl hij zijn in de schaduw fonkelende oogen op hem gericht houdt. Deze stond altijd met gekruiste armen en zag hem aan. Ha, het is de oude wolf met de grijze haren, de oudste wolf uit het bosch van Smia sen. Ha, uwe oogen schitteien, gij zijt uitgehongerd en de reuk der lijken lokt n aan. Wees welkom, wolf van Smiasen, ik heb al tijd verlangd u te ontmoeten. Men zegt, dat ge oud genoeg zijt om te sterven. Morgen zal men dat niet meer zeggen. De wolf antwoordde met een woest ge huil, richtte zich op en wierp zich met een sprong op den kleinen man. Deze week geen voetbreed terug. Snel als de bliksem vatte hij met zijn rechterhand den wolf, die zijn twee pooten om zijn schouders geslagen had en met de linkerhand beschutte Het vraagstuk moet niet alleen door B. en W. maar door breede kringen bekeken worden. In den Raad hebben verschillende leden advie zen gegeven; enkele van deze leden zouden dus in de commissie goed op hun plaats zijn. Weth. is er sterk voor, om de commissie nog heden te benoemen. De vlugheid van werken zal dus geheel afhangen van de commissie zelf. Dan waarschuwt weth. er voor, om die commis sie een blanco crediet en vrij mandaat te geven, daar toch op den Raad en B. en W. de verant woordelijkheid rust voor de gelden. Laat men derhalve er voor zorgen ook het beschikkings recht aan den Raad te houden. Weth. De Bruin komt op tegen de kri tiek, die de heer Gollé aan het adres van den Schied. Bestuurdersbond deed hooren. De heer Collé sprak van zooveel „lef", die de Bestuur dersbond in het adres aan den dag legde, om op verhoogmg van steun aan te dringen. De heer Gollé, die zich daar straks meester maakte van de demonstratie der werkloozen, heeft aller minst het recht om zoo te spreken. De heer Collé mag zich in den steun verheugen van kathol, en christ. zijde, maar van de mo dern georganiseerden moet hij afblijven. Men moet de werkloozen geen dingen wijsma ken, welke men hun niet geven kan. Per slot van rekening zullen die'menschen teleurgesteld worden. Spr. wenscht niet met hun belangen te spelen. Ik aarzel niet aldus spr. te verkla ren, dat er geen enkele aanleiding bestaat voor demonstraties. Weth. is voorts overtuigd, dat er van produc tieve werkverschaffing geen sylabe terecht komt. Als men de onmogelijkheid van productieve werkverschaffing erkent, zal men wel meer steun moeten geven. Wat zijn die werkloozen Van de 1100 werk loozen behooren er 800 in de glasindustrie thuis. Toen het gemeentebestuur er destijds de lucht van kreeg, dat de glasindustrie ineen zou stor ten, heeft het al het mogelijke gedaan om den toestand te redden. Dit is niet gedaan om den fabrikanten een fooitje te geven maar in 't belang der werklie den. De voorstellen, welke B. en W. aan de re geering hebben gedaan, zouden er toe hebben geleid, dat ongeveer 1000 werklieden in de glas industrie ongeveer 1/a jaar aan het werk zouden hebben kunnen blijven. In het kabinet van mi nister Aalberse zijn deze voorstellen door spr. en den burgemeester besproken en de plannen werden zeer serieus opgevat. De plannen zijn daarna in den ministerraad behandeld, maar daar gekelderd. Er zat aan de zaak een risico van 26.000. Nu moet de regeering ongeveer 15.- perwerklooze uitkeeren, zoodat er perweek 15.000 wordt uitgekeerd waarvoor niets wordt gedaan. Spr. wil geen kritiek leveren op het uitkeeringssysteem, doch betreurt het dat deze zaak zoo geloopen is. Het gemeentebestuur heeft dus niet onver schillig tegenover de werkloozen gestaan. Onder openbare contröle had men de werkverschaf fing ter hand kunnen nemen en het gemeente bestuur zou in staat zijn geweest de ramp ge deeltelijk af te wentelen. Ongeveer 800 h 900 georganiseerden trekken uit de werkloozenkassen. Van de maximum- uitkeering van 18.per week kunnen deze gezinnen onmogelijk leven. Als vaststaande kan worden aangenomen, dat zij naar den kel der gaan, vooral waar er velen onder hen zijn die reeds 3 H jaren tevoren werkloos zijn ge weest. De oplossing van het werkloozenvraag- stuk staat buiten de bemoÉing van het gemeen tebestuur. De werkloozenverzorging is rijkszaak. Mag nu de gemeente daar aankomen De regeering zal onmiddellijk zeggen dat laat ik niet toe. Weth. De Bruin: De gemeente kan niets doen voor de 800 900 personen, die steun trek ken uit de werkloozenkassen. Op werkverschaf fing is weinig uitzicht. De heer Gollé bevestigt dit. Een categorie werklieden die eenigen tijd in de glasindustrie in Engeland gewerkt hebben, was niet lang genoeg lid van de vakorganisatie om in aanmerking te komen voor steun. Voor een 50-tal dezer, personen die in Dec. 1920 uit Engeland hier zijn teruggekeerd, heeft men bereids een oplossing weten te vinden voor hen is een steunregeling getroffen in overleg met de Nederl. Vereen, voor glas- en aardebe werkers. hij zijn gelaat voor den muil van het beest door het bij de keel te grijpen en die zoo te druk ken dat het nauwelijks schreeuwen kon. Wolf van Smiasen, zei de man, gij scheurt mijn buis van berenvel, maar uw huid zal ze vervangen. Op dit oogenblik struikelde hij over een steen, die in de ruimte lag beiden vielen en 't gebrul van den man vermengde zich met 't gehuil van den wolf In zijn geval moest de man de keel van het dier loslaten en hij voelde reeds de scherpe tanden in zijn schou ders dringen, toen de twee vechtenden over een wit harig voorwerp heearolden, dat in 't. donkerste gedeelte van de kamer lag. Het was de beer, die grommend uit zijn slaap ontwaakte. Nauwelijks had hij de oogen geopend of hij viel woendend den wolf aan en verloste zoodoende den man uit het gevecht. De laatste, verre van zich dankbaar te toonen voor zulk een grooten dienst, stond op en gaf den beer een schop tegen den buik, gelijk een meestei aan zijn hond die een fout bedreven heeft. Friend, wie roept je waar bemoeit gij je mee? Pak je weg! voegde de man er woe dend bij. De beer, die tegelijk een stoot van den man en een beet van den wolf ontvangen had. liet een klagend geluid hooren hij boog zijn log hoofd en liet. den wolf los, die zich De derde groep werkloozen bestaat uit lie den, die wegens ouderdom als anderszins niets kunnen trekken. Voor de ongeorganiseerden is het te begrijpen, dat de organisaties zich voor hen niet erg warm loopen. Wanneer er iets voor de ongeorganiseerden zal moeten worden gedaan, staat het nog niet vast, dat dit via de vakorganisaties zal dienen te geschieden. Het is een vaststaand feit, dat de gemeente Schiedam niet kan en ook niet bij machte is om een steunregeling te treffen zooals in 1914. Dit gaat vooral daarom niet, omdat het Rijk zegt wij willen het niet. Toen gaf het Rijk 75 der uitkeering en maakte de gemeente bovendien een crisisschuld van ongeveer 4 ton. De organi saties zijn dus aan een verkeerd adres met hun verzoek om steun voor de ongeorganiseerden en werkverschaffing Nergens hebben er werkloozendemonstra- ties plaats zooals hier ter stede de veen- en mijnstreek uitgezonderd zelfs in Amsterdam niet. (Er wordt op de publieke tribune geroepen Wibaut wil het niet hebben). Weth. DeBruin :'De regeering is de bevoeg de macht waartoe men zich dient te wenden. Tot den heer Collé zegt spr. U demonstreert en maakt de menschen wat wijs. Als de heer Collé nu maar zijn verwijten aan het adres van B. en W. weer inslikt, zal hij ver der zeggen wat hij nog in 't midden heeft te brengen. De menschen moeten begrijpen, dat in Den Haag de beslissing ligt. Het is weth. persoonlijke overtuiging, dat er van werkverschaffing niet veel terecht komt. Aan de Westerhaven heeft men destijds 80 menschen te werk kunnen stellen. Wat betee- kent 80 op een cijfer van 1100 werkloozen? De werkloozenzorg is en moet blijven rijks zaak. De villabewoners in Gelderland moeten in deze even goed hun lasten dragen als de inge zetenen van Schiedam. De heer Collé komt op tegen het betoog van weth. De Bruin, die hem het recht ontzeg gen wil kritiek uit te oefenen. Men moet vol gens weth. de Bruin van den Schied. Best. bond en de S. D. A. P. afblijven, maar dit zal spr. niet doen. Wie den menschen iets voorschildert wat onbereikbaar is, is de S. B. B., maar niet het P. A. S. noch de Chr. Best. bond en R. K. Volks bond. Weth. D e B r u i n U demonstreert met den R. K. Volksbond. De heer Collé weet wel, dat weth. de Bruin persoonlijk tegen demonstraties is, maar hij is wel voor ^demonstraties. Weth. De Bruin: Wat heb je tegen de werkloozen gezegd De heer Gollé: Hou je gemak maar, dat zal ik je straks wel zeggen (Op de tribune is het zeer rumoerig er wordt geroepen De Bruin stond achter de coulissen De heer G o 11 Ik weet ook wel, dat de werk loozenzorg geen gemeente-, maar Rijkszaak is. Ik ben altijd erg sober, maar wanneer ik hier iets zeg, is dat altijd mijn ware meening. Geen enkel lid van het college van B. en W. heeft verklaard, dat Gollé iets onredelijks of onzinnigs heeft gezegd. Laat De Bruin aantoonen dat ik de menschen iets .voorspiegel wat niet waar is. Ik heb gevraagd om iets voor de ongeorgani seerde werkloozen te doen. (Er wordt herhaaldelijk geinterumpeerd door de socialisten). De heer Gollé eischt, dat men zal aantoo nen, dat hij de menschen iets wijs heeft gemaakt. De beschuldiging van weth. De Bruin vindt spr. laf. De weth. had niet het recht te zeggen, dat hij zich heeft meester gemaakt van de de monstratie die uit is gegaan van den Schied. Bestuurdersbond of van zijne Excellentie den wethouder van sociale aangelegenheden. De heer Dinkelaar: „Hoe kan men ook z'n mond houden ik heb medelijden met die kerels. Het is schandaalpolitiek." De heer Gollé zal aantoonen, dat de men schen, niet door hem zijn opgeroepen voor de demonstratie. De voorzitter verzoekt deze kwestie nu maar te laten rusten. De heer Collé: „Dat had u allereerst den heer De Bruin moeten zeggen. Ik laat me niet verdacht maken. Vandaag zijn er nabij De Beurs met hernieuwde woede op den man wierp. Onder den strijd, die volgde, keerde de beer naar zijn rustplaats terug, en zette zich bedaard neer en zag de strijdenden met on verschilligen blik aan, terwijl hij nu en dan met zijn zware voorpoot.en langs dei grijzen snuit streek'. De kleine man had der» wolf van Smiasen met zulke kracht bij de keel gevat, dat een wit schuim zijn muil bedekte en de oogen schenen uit de kassei te komen. Degene der Hwee vijanden, wiens vleesch- 't meest door de klauwen verscheurd was, was niet de mensch, maar het dier, en hij, wiens gebrul het meest dat van 't dier nabij was niet de wolf, maar de man. Deze verzamelde al zijn krachten, die uit geput waren in de worsteling met den ouden wolf, en drukte den snuit van het beest met zulk geweld, dat 't bloed uit de neusgaten spoot de vurige oogen werden dof en weldra lag de wolf aan de voeten van zijn overwinnaar Nog een rilling en een laatste stuiptrekking en het leven was verdwenen. Op 't zelfde oogenblik verscheen een groo te man in den ingang van de plaats. Hij was in een langen bruinen mantel gehuld en droeg een lantaarn, wier lichtstralen hij in 't gelaat van den kleinen man liet vallen. Deze zat nog altijd met gekruiste armen op den steen. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 2