Dagblad voor Schiedam en Omstreken. MUMiiuiiiiTiNfci f5118 sk fSO sis, tun .«u 44ste Jaargang. Donderdag 14 April 1921. No. '13011. De Graaf en zijn Dochter. F EU 11 L Postbus: 39. Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Abonnementen per 3 maanden ƒ2.per week 15 cent, franco pei post ƒ2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiën: 1—5 regels 1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. Incassokosten worden berekend. De veneberini werft |eweerbei|« lee» de Helhurfeeha Aliewteie Veneheile|«baeh le lehlej—. k| vetHei klQ vetllei vau een wQavlniei M verllei fa eiken unie* ten viniet Buitenlandseh Nieuws. DE ARBEIDERS EN DE WERKGEVERS IN ENGELAND. Het, besluit van de zoogenaamde Triple Alliantie, om morgen (Vrijdag) in staking Le gaan, is in de volgende bewoordingen aan Lloyd George door Thomas medegedeeld „Waarde eerste minister, Mij werd opgedragen u in kennis te stellen met het eenstemmig genomen besluit van den national en bond van spoorwegpersoneel en de federatie van transportarbeiders om Vrijdag avond 10 uur de staking te proclameeren. Dit besluit werd genomen, na een volledig rapport van het federatiebestuur der mijnwerkers dat in bijzonderheden de hoofdpunten van de on derhandelingen en de gegevens voor een basis voor een oplossing aangaf." Ofschoon het stakingsbesluit vast staat, ver wacht men, dat de onderhandelingen spoedig zullen worden hervat, door bemiddeling van arbeiderslevers buiten het Drievoudig Verbond. Men koestert nog de hoop, de staking te vermij den. Indien de staking doorgaat, zullen de spoor wegmannen, transportarbeiders enz. deelnemen aan den strijd. De Nationale Bond van Spoorwegpersoneel, de organisatie van Thomas, heeft thans meer dan een half millioen ledem De federatie bestaat uit 35 afzonderlijke vak bonden van transportarbeiders, waaronder a de dokwerkers, 60.000 man trampersoneel. 30.000 bestuurders en conducteurs, van auto bussen, 30.000 voerlieden en eenige taxichauf feurs. 'in het geheel heet de federatie een half millioen arbeiders te omvatten. Het gansehe leger van 't drievoudig verbond bestaat uit ongeveer 2 millioen arbei- d r s, allen onmisbaar voor het publieke leven. Het conflict. Over de oorzaken van het conflict meldt de Tel." de volgende bijzonderheden Gedurende de conferenties tussehen de mijn eigenaren en mijnwerkers werd hoofdzakelijk hel woord gevoerd door Evan Williams namens de mijneigenaars en door Frank Hodges, de secretaris der mijuwerkersfederatie, namens de mijnwerkers. Beide partijen zijn het vrijwel eens over de beginselen van een standaard van minimum loon voor de mijnwerkers en een miminum winst voor de mijneigenaars. Hierbij valt echter op te merken, dat de eigenaars er mede instem men, om van de steenkoolopbrengst allereerst het standaardloon te beLalen en daar de heer Williams betoogde, dat de aangeboden loonen met de tegenwoordige steenkoolprijzen de op brengst zoo goed als geheel uitputten zouden de standaardwinsten niet v-ee.1 meer zijn dan een vogel in de lucht. Beide partijen zijn het niet eens over het percentage van de betaalde loonen, dat de .standaardwinst zal vormen, of over het percen (Naar het Duitsch). 54 Was het verraad van Musdemon Musdemon had hem overgehaald persoonlijk bij den ban diet te gaan, doch welk belang had hij in die trouweloosheid Had de roover wellicht op een zijner slachtoffers papieren gevonden, be trekking hebbende op het plan van den kan selier Zijn zoon Frederik en Musdemon wa ren de eenige wezens op de wereld, die in zij ne plannen ingewijd waren, en de eerste was in garnizoen te Munckholm,ten minste zoo meende de kanselier. Een der beste hoedanigheden van den graaf was zijne tegenwoordigheid van geest. Toen hij zijn naam hoorde noemen door den kleinen man, kon hij een kreet van verwon dering niet onderdrukken, doch dadelijk her stelde hij zich weer. Ja zei hij ik wil openhartig met u zijn ik ben'inderdaad de kanselier. Spreek ook 10 Een schaterlach van den andere deed hem ophouden. Heb ik u ook gevraagd, wie gij zijt Zeg mij, hoe gij wist, wie ik was Heeft men u dan niet gezegd, dat ian tage van de verdeeling van liet surplus, dat na aftrek mocht overblijven. Dit zijn evenwel ondergeschikte punten. Ook geven de mijneigenaars toe, dat de door hen voorgestelde loonsverlaging een groote opoffering van de mijnwerkers vergt, doel, Williams betoogde, dat de huidige toestand van het bedrijf niet meer kan dragen, zonder bankroet te gaan. Het principieele punt betreft de nationale loonregeling, die. alleen mogelijk is door een nationale „pool" of verzameling van geld tot ondersteuning van slechte mijnen, om deze in staat te stellen, het nationale loon te betalen. De heer Williams vatte dit zoo op, dat alleen een deel van de bedrijfswinst van .voorspoedige mijnen in die nationale „pool" zou moeten worden gestort. Hij achtte dit doodend voor een goed, oordeelkundig en energiek mijnbeheer, vreesde, dat de geheele industrie er onder zou lijden, en verklaarde, dat de eigenaars van de mijnen in Yorkshire, die in de gunstigste positie verkeeren, niét bereid zijn, op die wijze de min der voorspoedige of slecht beheerde mijnen bij te springen. Ook merkte Williams op, dat het beginsel van de „pool" in geen enkele andere industrie wordt toegepast, en zoomin bij werk gevers als bij werknemers instemming zou vin den. De rijke fabrikanten zouden hun slecht gesitueerde collega's niet willen helpen, om den arbeiders dezelfde loonen te verzekeren. Daarentegen redeneerde de secretaris der mijnwerkersfederatie Hodges als volgt Het is niet de schuld van de eigenaars of van de werklieden, dat het steenkoolbedrijf in som mige mijnen veel moeilijker is en daardoor minder productief dan in andere mijnen mei dikke, breede steenkoollagen. De laatste ge steldheid is evenmin te wijten aan de eigenaars van die mijnen. Hodges erkende, dat een goed beheer een mijn niet altijd voorspoedig maakt Er zijn goed beheerde mijnen, die minder steen kool opleveren dan slecht beheerde. De gesteld heid van een mijn is een gril van de natuur en het gaat niet aan, daarvoor de be'trokken mijn werkers met lagere loonen te straffen. Hodges gaf vervolgens een heel andere uit eenzetting van de nationale „pool", waartoe zooals hij betoogde, zoowel de arbeiders als de eigenaars zouden medewerken b.v. zou een zeker bedrag per ton geproduceerde steenkool voor de „pool" kunnen worden geheven. Hod ges noemde een shilling per ton, waardoor per jaar 12 millioen pd. st. zouden kunnen worden opgebracht voor slecht-rendeerende mijnen. Dit jaarlijksche bedrag is niet voldoende om het door de federatie verlangde loon voor de mijnwerkers in de slechte mijnen te verze keren, doch de federatie wenschte daarom, dal- de regeering het verschil zou bijpassen. Hodges wil geen permanenten steun en gaf nadrukkelijk te kennen, dat ook de mijnindus trie zichzelf moet kunnen helpen. Hij vond ech ter de subsidie billijk om de mijnindustrie over een moeilijken Tijd heen te helpen. Een sterk punt van Hodges is het volgende_j van IJsland door de bergen ziet? De graaf wilde nog verder aandringen „Ik kom als vriend. Uwe hand, graaf van Ahlefeld zei de kleine man op brutalen toon. Daarna zag hij den kanselier vlak in het gezicht en riep uit. Indien op dit oogenblik onze zielen het lichaam verlieten zou satan aarzelen, al vorens te beslissen, welke der twee die van den roover is. Drijf den spot niet met mij en uwe be langen, neem het opperbevel aan en vertrouw op mijn dankbaarheid. Kanselier van Noorwegen, gij verspilt uw tijd. - Nog eens,-denk na, alvorens mijn aanbie dingen af te slaan. Nog eens, ik, roover, ik zeg u, kanse lier, neen Ik verwachtte een ander antwoord, daar gij mij reeds een gewichtigen dienst be wezen hebt. - Welken dienst vroeg de roover. - Hebt gij dan niet kapitein Dispol son vermoord antwoordde de kanselier. - Dat is mogelijk, graaf van Ahlefeld -ik ken hem niet, wie is cïie man waarover gij spreekt. Hoe, zou het ijzeren koffertje dat hij droeg niet in uw handen gevallen zijn Deze Vraag scheen den roover te doen naden ken. Hij zette uiteen, dat de thans voorgestelde hef- fiiig een opoffering is voor de arbeiders dei- voorspoedige mijnen, die daardoor minder sur plus zouden ontvangen. De mijnwerkers van Yorkshire' zouden zich de grootste opoffering hebben te getroosten. Doch daartoe zou zij be reid verklaarde Hodgcs, om hun minder ge lukkige kameraden der slechte mijnen te hel pen. Kunnen nu de voorspoedige mijneigenaars zich niet op gelijke wijze opofferen, ten gunste van hun minder gunstig gesitueerde collega's Een ander sterk argument van Hodges is, dat de regeering tijdens de staatscontrole alle steenkoolmijnen van het land als een eenheid behandelde en vaste prijze en een gelijke loon regeling voor alle mijnwerkers bepaalde. Het nationale beginsel is aldus door de regeering in gevoerd. Waarom, zeide Ilodges, zouden wij iiet. thans niet vrijwillig kunnen voortzetten Hodges zette verder uiteen, dat de nationale steenkoolraad de heffing voor de „pool" zou regelen en de verzamelde gelden onder de slechte mijnen zou verdeden. Bijaldien door een slordig beheer van zekere mijnen of door slap werk van den kant der arbeiders een ge ringe productie zou ontstaan zoodat- de tons- gewijze heffing voor de „pool" er onder zou leiden dan konden, zeide Hodges de schuldigen terecht worden gewezen teneinde door een beter beheer een bevredigend werken en de produc tie verhoogd te krijgen. Daarentegen voerden de eigenaars aan, dat de ze nationale raad niet alleeA een soort inquisi tie zou uitoefenen, doch zijn taak zonder bin dende macht moeilijk zou kunnen uitvoeren en h.i. maakte een „pool" staatscontrole onver mijdelijk. Een ander merkwaardig verschil is dit de eigenaars willen de vrije concurrentie tussehen de mijnen handhaven, hetgeen zij niet alleen in het belang van de mijnindustrie vinden maar ook geheel in het belang van de nationale nij verheid. Daarentegen wierp Hodges de vrije concurrentie over boord en gaf duidelijk te ken nen, de steenkoolverbruikers te willen laten betalen voor het mijn werker sloon. Volgens Hodges zouden de mijneigenaars kunnen zeg gen wij zijn voldoende georiënteerd om de steenkoolprijzen vast te stellen en wij kunnen altijd een prijs bedenken voor de steenkool van de minstproductieve mijnen, om deze in staat te stellen hun bedrijfskosten te dekken. Niettemin erkende Hodges, dat een nationaal mijnbedrijf en ook de buitenlandsche concur rentie goedkooper steenkool noodig maakt. Met deze kwestie-zat hij vrijwel verlegen. Overi gens was zijn betoog logisch genoeg. Lloyd George wees ook op de nadeelen ver bonden aan een nationale „pool en zeide, .dat het een stelsel was, dat geen andere industrie zou dulden en dat ook de arbeiders ervan zou de! verwerpen. Bijvoorbeeld, zeide hij, de scheepsbouwers van het Noorden van Engeland zouden er hartelijk voor bedanken een deOi van hun loon op te geven ten einde het scheeps bouwbedrijf in Wales voort te helpen. Verder achtte Lloyd George dat het „pool-"stelsel niet mogelijk is zonder staatscontrole. Het was z.i. een verkapte nationalisatie, het heeft er vol gens den premier evenwel alle nadeelen van en mist de voordeelen. Indien de mijnwerkersfe deratie op nationalisatie aandringt, laat zij er dan openlijk voor uitkomen. Lloyd George zette dan het gisteren gedane regeeringsvoorstel uiteen, wat betreft de tijde lijk tmancieele hulp voor slecht-rendeerende mijnen. Herbert Smith, de voorzitter van het federa tiebestuur verklaarde niet bereid te zijn de staking te gebruiken om de nationalisatie van de mijnen af te dwingen, omdat zulks een zui ver politieke kwestie is en bij de stembus be slist, moet worden. Ook denkt het federatie bestuur niet gelijk over nationalisatie. Zooals men weet vertegenwoordigt Smith de mijnwer kers van Yorkshire, die gelijk bekend is, bij het ,,pool-"stelsel zouden verliezen. Niettemin verklaarde Smith nadrukkelijk wij streven naar en houden vast aan een nationale rege ling. Hij ridiculiseerde de opmerking, dat er harmonie in de mijnindustrie zou bestaan. Lord Gainfcn-th had geen hoogen dunk van die har monie gekregen, toen sommige mijneigenaren tijdens de conferentie tegen hem gezegd had den bemoei u met uw eigen zaken Tenslotte verklaarde Smith op zeer bitteren toon Dit is een zeer ernstig conflict voor ons land en wij beseffen het-. De hemel gave, dat wij het hadden kunnen vermijden, doch wij kunnen de thans voorg stelde oplossing niet aanvaarden. Het is erg genoeg, dat onze vrouwen en kinderen er on der moeten lijden. Doch wij kunnen het loon niet laten verminderen. Misschien denken zij ons door honger te kunnen dwingen, maar dat zou evenwel geen vrede in het bedrijf bren gen. Wij zuilenjgdefgevolgen trotseeren, wat deze ook mogen zijn. Uit het bovenstaande kan men opmaken, hoe ernstig de zaken er voor staan, hoe moeilijk de oplossing is en hoe scherp beide partijen tegenover elkaar staan. Ernstige ongeregeldheden. Dinsdagavond' deden 2000 mijnwerkers een aanval op negen seinhuizen nabij Thornton (in Fifeshire) aan de spoorlijn Edinburgh-Dundee Zij gelastten den seinwachters te staken. Dientengevolge staat het verkeer langs die lijn stil. Het goederenvervoer is ernstig ge stremd. De aanvallers hebben verscheidene treinen en werkplaatsen geplunderd. Marine- troepen, die onmiddellijk naar het Looneel der ongeregeldheden werden gedirigeerd, hebben de plunderaars wederom verjaagd. Gistermorgen werd het treinverkeer hervat. Tot dusver zijn 21 personen gearresteerd. DE HEFFING OP DEN DUITSCHEN UITVOER. De Fransche Kamer heeft een aanvang ge- maakt met de besprekingen van hot weisont- Wacht zei hij, ik herinner mij dien man met, dat kistje.. Het was aan 't strand van Ardhtal. Indien ge mij dat koffertje kondt be zorgen, zou mijne dankbaarheid geen gren zen kennen. Zeg mij, wat is er van geworden Is het nog in uw bezit. 2 De kanselier drong hierop zoo sterk aan, dat de bandiet er door getroffen werd. Dat koffertje bezit dus veel gewicht voor Uwe Excellentie, kanselier van Noorwegen Welke is mijn belooning, indien ik u zeg, waar gij het vinden kunt Ik verzeker u een groot vermogen en ik zal uwe genade aan den koning vragen. Vraag liever de uwe zei de roover. Luister, kanselier van Denemarken en Noor- segen, tijgers verslinden geen hyena's. Ik zal u levend uit mijn tegenwoordigheid la ten vertrekken, wijl gij ook slecht zijt en wijl ieder oogenblik van uw leven, iedere ge dachte uwer ziel een nieuw ongeluk ^oor e menschen en een misdaad voor u baart, Maar kom niet terug, want dan zou ik u leeren, dat mijn haat niemand spaart, zelfs geen booswichten. Vlei u niet, dat ik den kapitein voor uw pleizier vermoord heb, evenals dezen ellendeling, die hier ligthun uniform was hun °nDit'zeggende had hij den graaf bij den arm gevat en hem naar het lijk gebracht, dat in den donkeren hoek lag. Het licht der lantaarn viel er op, 't was een lijk in de uniform der of ficieren der scherpschutters van Munckholm. de kanseliei naderde met een gevoel van ont zetting. Eensklaps bleven zijne blikken gevestigd op het ingevallen en bebloede gelaat des dooden. Die loodkleurige en half geopende mond, die rechtopstaande haren, die bleeke wangen, die doffe oogen verhinderden hem met hot ontzielde lichaam te herkennen. Hij stiet, een akeligen gil l,it O HemelFrederik mijn zoon Hoe bedorven en verstokt het hart des graven ook was, de liefde voor zijn zoon ver loochende zich niet, al was zij verborgen ge bleven tot op 't laatste oogenblik. De slecht ste menschen dragen soms die liefde in hun boezem, zonder 't te weten, en wanneer een felle smart ben treft, wordt die liefde een tweesnijdend zwaard, dat hun hart door boort. Dan ontwaakt hunne bedorven na tuur en een zielesmart, die zij waanden niet te kennen, overmant hen. Mijn zoon mijn zoon riep hij in vertwij feling uit. Men hoorde een geluid van voetstappen in de gang en op 't oogenblik dat de roover ver wonderd omkeek, stormden vier groote man nen met blanke sabel de ruimte binnen een vijfde, klein en gedrongen van gestalte, vo g e hen, in eene hand droeg hij een fakkel,in de ander een degen. Hij was gehuld in een bruinen man tel, gelijk aan dien van den kanselier.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 1