Uitstoomerij.
N. Y. DE PHOENIX,
A. BOSCH, Boterstraat 63, Tel. 580
Kwijnende kinderen.
werp ingediend, waarbij een crcdiet wordt aan
gevraagd ter bestrijding van de plaag. Ook de
gemeenten moeten in de kosten bijdragen. Zij
moeten rattenjachten organiseeren en de kosten
uit gemeentelijke middelen betalen.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag, 29 April
D j a m b i-o n t w e r p.
Verschillende leden repliceeren, waarna de
Minister dupliceert.
Het amendement-Albarda op art. 1 uitspreken
de de staatsexploitatie in den vorm van eenN.V.,
wordt verworpen met 55 tegen 24 stemmen.
Art. 1 wordt aangenomen.
Het amendement-Treub, om slechts een deel
der Djambi-terreinen in ontginning te geven,
wordt verworpen met 43 tegen 37 stemmen.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
49 tegen 30 stemmen.
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag
10 Mei.
Telef. No. 15. 1248 9
Gemeenteraad.
Zitting van Vrijdag 29 April.
[Vervolg).
Straataanleg enz.
Aan de orde is
3. Voorstel van B. en W. tot het verleenen
van een crediet van 26.000 op perceel XX van
het Grondbedrijf voor de bestrating van de
Anthony Muysstraat tusschen St. Lidtaina- en
Van Beverenstraat en voor den aanleg van
trottoirs langs uitgegraven gronden aan de St.
Liduina-, Huysmans- en Van Beverenstraat.
Goedgekeurd.
4. Voorstel van B. en W. tot het verleenen
van een crediet van 48.000 op perceel XIX
van het Grondbedrijf voor de bestrating van
de Amalia van Solmsstraateen gedeelte van
de Louise de Collignystraat de voltooiing van
de bestrating van de Stadhouderslaan en het
afmaken van de westelijke straatbaan, benevens
het middenpad van de Willem de Zwijgerlaan.
Goedgekeurd.
5. Voorstel van B. en W. tot het verleenen
van een aanvullingscrediet van 14.000 voor
den aanleg van den waterkeerenden dijk aan
de Hoofdstraat en de ophooging van het daar
achter gelegen land
De heer Van den Tempel ontwikkelt
verschillende bezwaren tegen het gevraagde
crediet en meent, dat de kosten te hoog zullen
zijn.
Weth. De Bruin, vervangende de heer
Houtman als weth. van Gemeentewerken, ver
dedigt het voorstel van B. en W.
De heer H ij m a n dringt aan op aanhouding
van het voorstel, hetgeen door weth. Van
V e 1 z e n wordt ontraden.
Het voorstel van B. en W., in stemming ge
bracht, wordt daarna aangenomen met op één
na algem. stemmen.
Tegen de heer Van den Tempel.
Comptabiliteit.
6. Wijziging gemeente-begrooting, dienst
1920 en 1921.
Een drietal ontwerp-besluiten ten bedrage
van 33.955.28, ƒ5000 en 2671.50 worden
goedgekeurd.
Warenwet.
De voorzitter stolt thans allereerst aan
de orde punt 13 der agenda, omdat dit bepaald
afgedaan moet worden.
Aan de orde is dus nu
13. Voorstel van de Commissie voor de Straf
verordeningen tot vaststelling van een verorde
ning, bedoeld bij art. 6 der Warenwet.
Dit voorstel wordt z. h. st. goedgekeurd.
Belasting.
De v o o r z i 11 e r Wil nu punt 7 aan de orde
stellen (heffing opcenten op de hoofdsom der
Vermogensbelasting).
Weth. B o d d e s acht het gewenscht, eerst
punt 8 der agenda te behandelen.
De voorzitter heeft hiertegen geen be
zwaar.
In behandeling komt thans
8. Voorstel van B. en W. tot wijziging der
verordening tot heffing van een plaatselijke
directe belasting naar het inkomen.
De voorstellen houden in
lo. in verband met de gewijzigde Gemeente
wet zal het zuiver inkomen worden berekend
op dezelfde wijze als dit voor de Rijks inkomsten
belasting geschiedt. De verordening is daarmede
in overeenstemming gebracht
2o. wordt voorgesteld de aftrek voor nood
zakelijk levensonderhoud (thans ƒ500 voor
oagehuwden en 700 voor gehuwden) te bren
gen op resp. ƒ600 en ƒ800.
Ds verhooging tot 600 geschiedt ter tegemoet
koming aan den wensch van den minister om
inkomens beneden 800 niet aan te slaan
3o. wordt voorgesteld de kinderaftrek, (thans
75 per kind beneden 18 jaar) te brengen op
100;
4o. is de progressieve schaal geheel gewij
zigd met het resultaat, dat de aanslag voor
inkomens beneden ƒ2000 eenigszins zal worden
verlaagd, de inkomens van ƒ2000 tot /4000
nagenoeg gelijk in de belasting zullen blijven,
terwijl de inkomens daarboven geleidelijk zul
len worden verhoogd.
De heer D i n k e 1 a a r stelt voor, dit voor
stel van de agenda af te voeren. Het voorstel
is eerst 27 April, 's avonds laat in zijn bezit
gekomen en hij heeft geen gelegenheid gehad
daarvan voldoende kennis te nemen. Hij wil
het voorstel aanhouden tot de volgende zitting.
Weth. B o d d e s zou tegen uitstel geen
bezwaar hebben, indien er geen moeilijkheden
zouden zijn te vreezen voor de administratie
van de Rijksbelasting. De beschrijving vangt
aan op 1 Mei. Wanneer we na 1 Mei het voorstel
van B. en W. aannemen, zou er stagnatie in
den dienst komen. Het is waar, dat de rond
zending een paar dagen geleden is geschied,
maar het voorstel heeft toch al de geheele week
ter visie gelegen. Er zijn slechts eenige punten,
waarover bezwaren zullen zijn en daarom geeft
weth. in overweging nu reeds met de behande
ling aan te vangen. Het voorstel is al uitgesteld
omdat er op vorige agenda's zooveel andere
belangrijke zaken stonden. Waar de hoofdpunten
toch vaststaan, meent weth. op onmiddellijke
behandeling prijs te moeten stellen.
De heer Dinkelaar meent, dat een paar
dagen te weinig is om zoo'n belangrijk voorstel
behoorlijk te bestudeeren. Dat deze zaak vóór
1 Mei haar beslag behoort te krijgen, wisten
B. en W. toch reeds lang tevoren. Wekenlang
is de zaak bij B. en W. en de Commissie in voor
bereiding geweest, zoodat het hem spijt, dat
hij zoo weinig gelegenheid krijgt om de stukken
te bestudeeren. Hij wil zich echter tegen de
behandeling niet Verder verzetten, doch hoopt,
dat in het vervolg de voorstellen vroeger in
't bezit der Raadsleden zullen komen.
De heer Van der Hoek ontwikkelt ver
schillende bezwaren tegen het voorstel van
B. en W. Hij vindt, dat de inkomens van onge
veer ƒ5000 a ƒ6000 te zwaar belast worden,
terwijl de belasting fvoor inkomens boven de
ƒ2000 thans hooger zal worden dan nu. Met de
ontworpen schaal kan hij^zich niet vereenigen.
Ook heeft hij bezwaar tegen den voorgestel
den kinderaftrek. Volgens het schrijven van
den minister moeten de gemeenten de verorde
ning zooveel mogelijk in overeenstemming bren
gen met de Rijksregeling. Het Rijk begint met
800 te belasten, maar laat een aftrek toe voor
elk kind beneden 21 jaren, terwijl de gemeente
voorstelt 18 jaren. Hij begrijpt niet, waarom
de Rijksregeling niet is overgenomen. Slechts
een klein getal personen zal tusschen de 18 en
21 jaar vallen.
Spr. stelt voor, de grens van 18 jaren in 21
te veranderen.
Boven de 2000 moet men thans z.i. al te
veel betalen, zoodat een verhooging wel wat
bezwarend is.
De heer V a n P e 11 (S. D. A. P.) komt ter
vergadering.
De heer K o r p e 1 stelt voor de behandeling
van het voorstel van B. en W. te verdagen. Hij
acht het niet mogelijk 'thans reeds zijn stem
uit te brengen.
De heer Dinkelaar wil den weth. een
pertinente vraag stellen Kan deze verordening
niet worden ingevoerd als we haar nu niet zou
den aannemen
Weth. B o d d e s kan op deze vraag niet
bevestigend antwoorden. Het is op het oogen-
blik dubieus. Weth. wil niet beweren, dat door
uitstel tot na 1 Mei de Rijksadministratie zich
niet meer met de invordering zou kunnen be
lasten. Wel zullen we zeker stagnatie veroor
zaken. Er zullen verschillende hinderpalen zijn,
indien we het voorstel nu niet aannemen.
De discussie is nu begonnen, laten we zien
of we tot een bevredigend resultaat zullen kun
nen komen. Het lag in de bedoeling van B. en
W., om, in geval we hedenmiddag niet gereed
zouden komen met het voorstel, de behandeling
in een voortgezette zitting te vervolgen.
De heer Swartjes onderschrijft het be
toog van den heer Dinkelaar, doch wil voorts
met vreugde constateeren, dat B. en W. in
hun voorstellen zeer tegemoetkomend zijn voor
een zeer groot deel der burgerij door den aftrek
voor noodzakelijk levensonderhoud op ƒ800
vast te stellen. Vooral voor de groote gezinnen
is verder de verhooging van den aftrek tot 100
voor elk kind van veel belang. Hij brengt gaarne
een woord van hulde aan het college voor deze
voorstellen.
De heer K o r p e 1 meent, dat nu eerst zijn
uitstel-voorstel moet behandeld worden.
De voorzitter vindt, dat er toch veel
te zeggen is voor het betoog ran weth. Boddeüs,
die de zaak nu wil afhandelen.
De heer K o r p e 1 zegt, dat hij dan maar
zijn uitstel-voorstel zal intrekken.
De heer H ij m a n brengt een woord van
hulde voor de duidelijke en zakelijke toelich
ting van het voorstel van B. en W. De belasting
druk is zeer groot, vooral voor de grootere in
komens. Waar Schiedam slechts 88 inwoners
telt met inkomens van meer dan 10.000 zullen
de arbeiders en middenstanders in hoofdzaak
hebben bij te dragen aan het kohier, dat hier
reeds tot meer dan 1.125.000 gld. is gestegen.
Aangezien de burgerij zoo zwaar gedrukt gaat
onder deze belasting, hoopt hij, dat B. en W.
de meest mogelijke zuinigheid zullen betrachten
en waar mogelijk, zullen bezuinigen.
De heer Korpel had gaarne gezien, dat
B. en W. een stapje verder zouden zijn gegaan,
door den aftrek voor noodzakelijk levensonder
houd te bepalen op 1000. Voorts wil hij kinde
ren beneden 18 jaren niet aanslaan in de belas
ting.
De heer S w a r t j es ontraadt het voorstel-
Korpel.
Weth. D e B r u i n zegt, dat het voorstel van
B. en W. eerst Maandag 11. bij B. en W. is
ingekomen. Het voorstel is ook in 't college
van B. en W. niet voldoende bekeken. Toch heeft
spr. zooeven nietwillen meewerken om hetvoor-
stel uit te stollen, omdat hij overtuigd is van de
noodzakelijkheid om het af te werken.
!L CHAMPAGNE
„d« Lossy", Reims.
De voorzitter merkt op, dat het voor"
stel in 't college wél is bekeken.
Weth. De Bruin: Ik meen, dat het on
geveer een kwartier in bespreking is geweest.
Het concept is ook niet artikelsgewijze behan
deld.
Ik heb mijn bezwaren telefonisch medege
deeld aan weth. Boddeüs. Over de tekortkomin
gen van het ontwerp heeft de heer Boddeüs
hem gerustgesteld door te verklaren, dat deze
door de Gemeentewet of de wet op de Rijksin
komstenbelasting waren ondervangen. Toch
meent weth. het gewenscht in deze zitting de
verschillende bezwaren, die hij had, even te
moeten opsommen.
Deze betreffen lo. de onbillijkheid, dat
belastingplichtige ongehuwde personen, die roin-
dor dan ƒ800 verdienen, slechts ƒ600 mogen
aftrekken 2o. de nict-handliaving van den af-
tivk voor inwonende ouders, hetgeen in de be
staande verordening was opgenomen en 3o.
de afronding van het belastbaar inkomen ge
schiedt nu bij bedragen boven 1600 naar be
neden., vroeger boven ƒ2000 naar de midden-
eijfors.
Ton slotte mist hij allerlei bepalingen betref
fende vertrek of overlijden en faillissement, ge-
h imhouding, het recht van reclame enz. Hem
is de verzekering gegeven, dat dit alles zal ge
schieden volgens de wettelijke bepalingen. Hij
vindt dit goed, als hem hier dan maar do offi-
cieele verklaring wordt gegeven, dat zulks inder
daad het geval is.
Weth. Boddeüs beantwoordt de verschil
lende sprekers. Den heer Van der Hoek merkt
h» op, dat hij ook in de fin. commissie over de
verschillende punten heeft gesproken. Het is
toen niet gelukt een schaal te ontwerpen, om
dé middelmatige inkomens wat meer te ontlas
ten Allereerst werden enkele hoofdpunten vast
gesteld en o.a. dit, dat 15 het maximum was
waarmee de hooge inkomens konden worden
belast. Er zijn wel 14 schalen ontworpen, maar
dit resultaat werd toch vastgelegd.
Er is naar gestreefd om de laagste inkomens
op de allereerste plaats te ontlasten.
Onmogelijk bleek 't om zonder het percentage
voor de hoogere inkomens aanmerkelijk te ver-
hoogen, den druk voor de middenklassen te
verlagen.
De heer Van der Hoek is met geen eigen schaal
gekomen, die do bezwaren zou ondervangen.
Als anderen in staat zouden zijn, om een andere
schaal te ontwerpen, die de bezwaren onder
vangt, houdt weth. zich daarvoor aanbevolen.
Wanneer we de leeftijdsgrens van 18 op 21
jaren gingen brengen, zou dit tengevolge hebben
dat de middenklassen nog zwaarder zouden
wor&en belast.
Hét is weliswaar geen groot bedrag, dat er
mee gemoeid zou zijn, doch weth. wil het toch
alleen ter wille van de Rijksadministratie niet
prijs geven.
We hebben alles nu zoo geregeld, dat de be
lastinggrens voor Rijk en gemeente dezelfde
is geworden (ƒ800).
Er is geen redelijke grond om kinderen boven
de 18 jaren, die in hun eigen onderhoud kunnen
voorzien en meer dan 800 verdienen, vrij te stel
len van belasting.
Door de belastingadministratie is nog niet
aangedrongen om de leeftijdsgrens op 21 te be
palen, en er zal altijd nog wel gelegenheid zijn,
om deze zaak nogeens onder de oogen te zien.
De heer Hijman heeft instemming betuigd
met het voorstel van B. en W. Zijn wenken zul
len zeker ter harte worden genomen.
De door den heer Korpel gevraagde verhoo
ging van den aftrek voor noodzakelijk levenson
derhoud van ƒ800 op ƒ1000 acht weth. niet
mogelijk. Zou men dit doen, dan had het tot ge
volg, dat het zich zou wreken op de kleine inko
mens.
Ook kan weth. er niet toe overgaan om den
aftrek van 100 toe te staan voor kinderen be
neden 18 jaren( die belastingplichtig zijn.
Wat kan er tegen zijn, dat personen boven 18
jaren ook bijdragen in de kosten der gemeente
huishouding
De Gemeentewet staat alleen aftrek toe, wan
neer de kinderen niet zelf zijn aangeslagen.
Dan beantwoordt weth. de opmerkingen
van weth. De Bruin.
Weth. vindt het zoo erg niet als ongehuwde
personen, die ƒ800 verdienen voor 'n 12 in be
lasting worden aangeslagen.
De wet staat alleen kinderaftrek toe aftrek
voor inwonende ouders kent zij niet.
Afronding naar beneden is mede in overeen
stemming met de Rijksregeling. Spr. meent dat
men zich daar gerust bij kan neerleggen.
Het recht van reclame de geheimhouding enz.
dit alles is geregeld in de gewijzigde Gemeente
wet.
De zaak is formeel in orde.
De heer Korpel geeft den wethouder in
overweging de kwestie van verhooging van den
aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud nog
eens ernstig onder de oogen te zien.
Weth. De Bruin blijft het betreuren, dat
de aftrek voor inwonende ouders niet in de ver
ordening kan worden vastgelegd. Hij bepleit
voorts redactiewijziging van art. 4. met het oog
op aftrek voor invaliede kinderen.
Weth. Boddeüs weerlegt nog eens ver
schillende door den heer De Bruin geopperde
bezwaren.
Bij de artikelsgewijze behandeling van de
„Verordening op de heffing van een plaatsel.
dir. belasting n.h. inkomen" worden art. 13
goedgekeurd.
ingezonden Mededeelingen,
Gij maakt U bezorgd over uw jongen, een
zwakkelijk ventje, dat al te bedaard, al te zoet
is. over Uw dochtertje, een stil schepseltje,
bleekjes, met een zwak stemmetje en nerveuse
vingertjes
De kinderen zijn toch nooit eigenlijk ziek.
Misschien wat zwak, wat moe en overspannen
„Flink voeden en flink laten spelen, me
vrouw", oordeelde de dokter.
Flink voeden en flink laten spelen. maar
de jongen kan zoo weinig eten, hot meisje
heeft de grootste moeite om iets naar binnen
te krijgen en de school en het huiswerk laten
bijna geen tijd om te spelen. Ja, 's zomers in
de vacantie knappen ze altijd op, maar nauwe
lijks zijn ze weer een dag of veertien op school
of het oude liedje begint weer. Of er wat tegen
te doen is Zeker, mevrouw Sanatogen geven.
Geregeld af en toe een paar weken achtereen.
Vraagt u maar eens een brochure aan bij het
Generaal-Agen tschapAmsterdam, Stadhou
derskade 156. 3126
De heer V. d. Hoek stelt bij art. 4 voor, de
leeftijdsgrens (voor den aftrek van kinderen)
van 18 op 21 jaar te bepalen.
Het amendement-V. d. Hoek, in stemming
gebracht, wordt verworpen met 12 tegen
8 st.
Tegen de heeren V. d. Toorn, Hijman, L. v.
Belt, Evers, Scheffers, Kavelaars, V. d. Schalk,
V. d. Tempel, J. v. Pelt, De Bruin, V. Velzen en
Boddeus.
De heer Mr. Kavelaars stelt voor, om
om de 3e. alinea van art. 4 te wijzigen in „In
wonende en in gestichten verpleegd wordende
oudere kinderen jonger dan 21 jaren,
die door voortdurende gebreken, niet in eigen
onderhoud kunnen voorzien," enz.
Het amendement-Kavelaars wordt verwor
pen met 11 tegen 10 stemmen.
Tegen de heeren Van den Toorn, Hijman,
L. van Pelt, Collé, Scheffers, Dinkelaar, Van
den Tempel, Korpel, Van Pelt en De Bruin.
Art. 4 wordt nu ongewijzigd goedgekeurd,
evenals de art. 5—9 en de geheele verordening.
De verordening op de invordering van de
plaats, inkomstenbelasting wordt mede onge
wijzigd vastgesteld.
Daarna is aan de orde
7. Voorstel van B. en W, tot heffing van
opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelas
ting.
Voorgesteld wordt te besluiten tot heffing
van 100 opcenten. De opbrengst wordt geraamd
op 35000.
De heer Kavelaars zegt, dat hij liever
had gezien, dat hier met 50 opcenten zou zijn
begonnen.
Weth. B o d d e u s merkt op, dat zulks in
eenige andere gemeenten o.a. in Arnhem, wel
geschiedt, maar indien het hier, waar andere
verhoudingen bestaan, werd toegepast, zulks
van weinig beteekenis zou zijn.
Het voorstel van B. en W. wordt goedgekeurd.
Chr. Bewaarschool.
9. Voorstel van B. en W. tot het verleenen van
een voorschot aan deVereeniging totBeVordering
van Christelijk Onderwijs ten behoeve van den
bouw van een bewaarschool aan den Oostsingel.
Bij dit voorstel handhaaft de heer V a n d e n
T e m p e 1 verschillende bezwaren, meer be
paaldelijk betreffende de beschikking over
het na den bouw resteerend bedrag uit den
verkoop van het oude schoolgebouw aan de
Broersvest.
De heer Van Pelt mefent, dat de vereeni-
ging van het voorstel van B. en W. geen nadeel
zal ondervinden.
Weth. De Bruin gelooft dat het getroffen
compromis vo*r alle schoolbesturen gunstig
zal zijn en acht het goed daarin te berusten.
Nadat nog enkele opmerkingen door den
heerVandenTempelenweth. DeBruin
waren gemaakt over de school, die aan den Oost
singel zal worden gebouwd, verklaarde de heer
Van den Tempel, dat hij 't maar beter
vindt om het voorstel-Kavelaars in een vorige
zitting gedaan over te nemen.
Dit voorstel, in stemming gebracht wordt
verworpen met 13 tegen 7 stemmen.
Tegen de heeren Van den Toorn, Van der
Hoek, Evers, Dinkelaar, Korpel, De Bruin, Van
Velzen, Boddeüs, J. M. Van Pelt en Mevr. Koe
ten-Ooms.
Het voorstel van B. en W. wordt alsnu z.h.st.
aangenomen.
Vakonderwijzeressen.
10. Voorstel van B. en W. tot herziening der
salarisregeling van de Vakonderwijzeressen.
Voorgesteld wordt 100 per wekelijksch les
uur, met 6 tweejaarl. verhoogingen van 5.-
Goedgekeurd.
Woningbouw.
11. Voorstel van B. en W. tot uitgifte in
erfpacht aan de Bouwvereeniging „Eendracht"
van een perceel bouwterrein aan de N.O. zijde
van de Huysmansstraat tusschen de van Beve-
ren- en de St. Liduinastraat, ter groote van 2240
M* met de bedoeling voor aanbouw Van 23 ar
beiderswoningen.
Voorgesteld wordt de canon te bepalen op
94 7/8 ct. p. Ma en de waarde van den grond
op 16.50 p. M2.
Tot uitgifte wordt besloten.
Erfpacht.
12. Voorstel van B. en W. tot vaststelling
Van een model van voorwaarden, waaronder ten
behoeve van inrichtingen Van handel en nijver
heid gronden dezer gemeente in erfpacht worden
uitgegeven.
Goedgekeurd.
B—
iHIIlm IIIM III IIHiillll I— 1M—IMMINM