Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
8ratis-0ngevallenverzekering
44ste Jaargang.
Donderdag 12 Mei 1921.
No. 13034.
F SU I L U fe' T OIV.
De Graaf en zijn Dochter.
Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 38.
Abonnementen per 3 maanden ƒ2.per week 15 cent, franco per
post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels ƒ1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
levesalHBflS
geheel*
invell4itti«
feij vcvBei
b«
veiilei ven
een hand,
wrt *1
D* verzekering weidt gewuurbeig' de Helleniieha Aï|tm«eec Venefctiingehanh te leMeina.
vut
duim
IQ verliet
vaa eea
wQavlngei
M
vertier vaa
eiken nade
ren vlager
Buitenlandse!» Nieuws.
DUITSCHLAND EN DE ENTENTE.
De Duitsche antwoordnota op het ultimatum
van de Entente, te Londen, Parijs, Rome, Brus
sel en Tokio onverhandigd, luidt als volgt
De Duitsche regeering is besloten lo. zonder
voorbehoud of voorwaarden haar verplichtingen
na te komen, zooals deze zijn vastgesteld door de
commissie voor de schadeloosstellingen 2o. zon
der voorbehoud of voorwaarden de maatregelen
voor de waarborgen, die door de commissie voor
de schadeloosstelling zijn vastgesteld, aan te
nemen en te verzekeren 3o. zonder voorbehoud
of verwijl de maatregelen voor de ontwapening
te land, te water en te lucht uit te voeren, die in
de nota van de geallieerde mogendheden van 29
Januari 1921 zijn omschreven, waarhij de ach-
terstalligen onmiddellijk en de overigen op de
bepaalde tijdstippen zijn uit te Voeren 4o. zon
der voorbehoud of verwijl de berechtiging van do
oorlogsschuldigen te doen plaats hebben, en de
volgende beschuldigden te doen plaats hebben
en de bepalingen der geallieerde regeeringen van
5 Mei uit te voeren.
Lloyd George heeft gister in het Engelschc
Lagerhuis meegedeeld, dat de nieuwe Duitsche
regeering de eischen van den Oppersten Raad,
die den 5den Mei waren ingediend, volkomen had
aanvaard, en had toegestemd in het uitvoeren
van de voorgeschreven voorwaarden zonder voor
behoud en zonder verwijl.
Een telegram uit Essen meldt
Na het ontvangen van het bericht van het
aannemen van het ultimatum door den Rijles-
dag heeft de bevelvoerende generaal der bezet
tingstroepen de voorbereidingen voor het verder
oprukken der Fransche troepen gestaakt. Of de
ententetroepen de districten Dusseldorp, Duis
burg en Ruhrort verlaten zullen, is nog niet be
kend. Wel erkennen de bezettingsautoriteiten
zelf, dat de inkwartieringslasten in het nieuw
bezette gebied veel te zwaar zijn.
Over de stemming in Frankrijk na het bekend
worden van Duitschlands besluit meldt een tele
gram uit Parijs
Het bericht, dat Duitschland het ultimatum
aannam, was geen verrassing. De voldoening
daarover is dan ook maar gematigd. Men herin
nert zich een reeks Duitsche onderteekeningen
van II November bij aanvaarding van den wa
penstilstand af- Thans gelijkt de toestand spre
kend op 28 Juni 1919,toenteWeimar het verdrag
van Versailles werd goedgekeurd. Ook nu spreekt
men van een gelegenheids- of onderteeken-kabi-
net. Men kan niet zeggen, dat tegen het ministe
rie Wirth wantrouwen bestaat. De nieuwe rijks-
hanselier heeft een goede pers. Hij behoorde im
kers tot de voorstanders van de onderteeke-
ning van het vredesverdrag. Ongeveer een maand
geleden|ried hij de aanneming van de overee-
hornst van Parijs aan. Naar de meening van de
Journal is zijn goede trouw onbetwist. Men ver
acht, - datjrij 'zich tegen de groot industrie zal
kanten en de nieuwe belastingen zal doorzetten
om de oorlogswinstmakers te laten betalen. Ook
zal hij als katholiek vermoedelijk meer vermo
gen tegen het Beiersche verzet op het stuk van
de ontwapening dan de protestantsche Strese-
mann.
De Duitsche bewapening baart nog veel zorg.
Op 15 Mei moet Duitschland zijn vliegtuigma
teriaal hebben uitgeleverd, op 30 Juni de politie-
troepen met wapenen ontbonden hebben.
In de „Petit Journal" waarschuwt luitenant
kolonel de Thomassen tegen het gevaar van or
ganisaties gelijk de Orgesch, die het herstel van
de monarchie en de voorbereiding van de mobi
lisatie nastreven. Als Duitschland onder bedrei
ging met bezetting van de Roer toegeeft, betee-
kent, dat niet, dat het voor goed onschade
lijk is. Zijn nagels zijn geknipt, maar deze groei
en weer aan. Duitschland zal pas militair ge
sproken machteloos zijn als het niet meer voor
zijn leger de bedragen kan uitgeven die de be
grooting van 1920 daar nog voor bestemt, name
lijk 1.200 millioen voor veiligheidspolitie, 5 mil
liard op de oorlogsbegrooting, waarbij het jaar-
lijksche onderhoud van een soldaat op de fantas
tische som van 24.000 mark geschat is4 mil
liard voor de zoogenaamde likwidatie van het
oude leger en 2 milliard voor aankoop materieel.
Ook de Duitsche militaire uitgaven moeten dus,
zoo zegt de Thomasson, gecontroleerd worden.
Het kamerlid Le Provost de Launay is nu
van een 14-daagsche reis door het bezette gebied
terug. Volgens hem zal de Roer, indien een nieu
we botsing uitbreekt, het eerste doel van beide
partijen zijn. Beide zullen daarop afstuiven. De
rijksweer, die thans 7 divisies infanterie en 3 di
visies cavalerie omvat, zou in eenige dagen 21
volledige divisies infanterie sterk zijn, waarvan
de hoofdmacht van 10 divisies, ongeveer tot de
tanden gewapend, zou samenkomen in een streek
die hij zou kunnen aanduiden en die aan de Roer
grenst. Er gaan meer stemmen op, die betreuren,
dat de bezetting van de Roer dus voorloopig af
gewimpeld is. De meeste achten dit overigens
slecht uitstel Van executie.Men gelooft, dat het
groote deel van het Duitsche volk de bepalingen
niet wil en dat de regeering ze daarom niet kan
nakomen. De regeering immers beschikt maar
over een zwak gezag.
De commissie van herstel bereidt intusschen
de uitgifte Van de eerste 12 milliard obligaties
voor. Daarop zal staan „schuld van het Duit
sche rijk." In bevoegde kringen acht met het
onnoodig die obligaties tegelijk op de markt te
brengen. Men gelooft, dat Duitschland in 1922
41/2 milliard gouden marken kan storten, waar
van Frankrijk's aandeel ongeveer 6 milliard pa
pieren francs zou bedragen. De Fransche be
grooting voor pensioenen en voor het verwoeste
gebied zal dat zelfde jaar ongeveer 11 milliard
bedragen. Hier schrijft men het omslaan der
Duitsche parlementaire meening grootendeels
aan Amerikaanschen invloed toe. Washington
zou ook, na de geallieerde uitnoodiging tot het
(Naar het Duitsch).
74
Eerbiedig kuste hij de hand van dezen en
gel.
Ik weifel ook niet, Ethel. Gij zoudt niet
gekomen zijn om mij de hand van Ulrika
V;,n Ahlefeld aan te bieden, indien gij wist
door welke reden ik stierf.
-Hoe een geheim
Veroorloof mij een geheim voor u te
hebben, beminde Ethel. Ik wil sterven, zon
der dat gij weet, of gij mij dankbaarheid of
haat voor mijn dood verschuldigd zijt.
Wilt gij dan sterven en ik heb geen
menschelijk middel meer om u te redden, Or-
dener, zie mij aan en maak u niet boos over
mijne woorden. Zijt gij er zeker van, geen
gelukkig leven te kunnen leiden aan de zijde
van de vrouw, Ulrika van Ahlefeld.
Wellicht is zij schoon, goed en deugdzaam,
vellicht beter dan zij, voor welke gij wilt ster-
no 11 Wrmd "v hoofd niet af, Ordener. Gij zijt
welk ^0ng en te edel om te sterven' en nog
uwe do°d verban mij uit uw hart en
Eer öpe,7chten Ordener,en laat mij hier alleen.
gelukkio- g!?°tbeid wachten u, wellicht zult gij
zen. h iJJ'
,e® mijn lijden 7.a 1 niet lang we-
weer deelnemen aan den arbeid der internatio
nale lichamen, als eerste voorwaarde de hand
having der eendracht onder de geallieerden heb
ben gesteld.
Nog slechts' enkele Belgische bladen
bespreken het besluit van den Rijksdag. De
katholieke „Libre Belgique" spreekt de ver
wachting uit,dat Duitschland thans zijn belofte
zal nakomen en het blad noemt het aanvaarden
van het ultimatum het begin van den waren vrede
zoowel in economisch als in moreel opzicht. Het
besluit van den rijksdag -zegt hel blad moet
ditmaal niet alseenvodjepapierwordenbeschouwd
Het blad betreurt het, dat de geallieerden niet
al veeleerder veel krachtiger zijn opgetreden en
eindigt met den wensch, dat. de geallieerden
voortaan minder karig ten opzichte van België
zullen zijn dan tot dusverre het geval is ge
weest.
De eveneens katholieke maar nationalisti
sche „XXiéme Siècle" schrijft o.m. „Wij verkla
ren onomwonden, het te betreuren, dat Duitsch
land heeft toegegeven, want wij gelooven niet
aan Duitschlands oprechtheid en zijn overtuigd,
dat de geallieerden bijzonder goed hebben toe
te zien, dat Duitschland niet opnieuw zich aan
zijn verplichtingen zal zoeken te onttrekken.
De Duitsche mentaliteit blijft nog steeds die
van het „vodje papier
Na de ontwikkeling van de Duitsche indus
trie te hebben besproken, zegt het blad o.a.
nog „Een bezetting van het Ruhrgebied zou
geenszins een vernietiging van de Duitsche in
dustrie hebben beteëkend, doch veeleer haar
omvorming tot. plaatselijke industrieën die
niet meer almachtig zouden zijn. Wij betreu
ren het daarom, dat de bezetting van het Ruhr
gebied niet is ten uitvoer gelegd.
De „Nation Beige" staat ook vrij sceptisch
tegenover het besluit van den rijksdag, doch
toont dit blad zich veel gematigder dan de
„XXiéme Siècle."
De „Indépendance Beige" schrijft 0.111. De
Duitsche regeering aanvaardt met het ultima
tum 'bovendien de verplichting om de Beier
sche burgerwachten te ontwapenen. Duitsch
land weet. dat wanneer het thans zijn verplich
tingen niet nakomt, het de geallieerden op
nieuw eensgezind tegenover zich zal vinden,
om het tot de uitvoering vair wat het onder-
teekende te dwingen.
De socialistische „Peuple" verklaart zich ver
heugd over het besluit van Duitschland doch
betreurt het, dat de meerderheid in den Rijksdag
niet grooter is geweest. Het blad verwacht, dat,
indien later blijkt,dat Duitschland ondanks ern
stige krachtsinspanning niet in staat is de econo
mische bepalingen van het verdrag van Ver
sailles na te komen en zich zelf te gronde zou
richten, het in de Entente-landen niet aan
stemmen zal ontbreken om van de geallieerde
regeeringen te verlangen de realiteit beter
onder de oogen te zien.
IERLAND.
De „Times" meldt, dat er onderhandelingen
worden gevoerd over een wapenstilstand in
Zuid-Ierland voor het houden der verkiezingen.
De verkiezingen zullen waarschijnlijk den 24sten
Mei worden gehouden, en datgene, wat thans
nog gedaan moet worden, dient dus zonder uit
stel te gebeuren. Sinn Fein wenscht den wapen
stilstand, en de vertegenwoordigers dezer bewe
ging hebben te Londen een onderzoek ingesteld,
hoe deze wapenstilstand verwezenlijkt kan wor
den. Zij hebben voorgesteld, dat de troepen en
hulptroepen tijdens de verkiezingen zouden
worden teruggetrokken. De regeering heeft in
antwoord hierop gevraagd, welke waarborgen
er gegeven zullen worden, dat de wapenstil
stand niet zal worden gebruikt als een gelegen
heid voor de reorganisatie der strijdmacht van
de Sinn Feiners.
Dit is ongeveer de huidige stand van de aan
gelegenheid, doch de openbare méening is hoop
vol gestemd, en er is in ieder geval kans op,
dat de verkiezingen vreedzaam zullen verloopen.
Het afkondigen van een wapenstilstand zou
een uitstekend voorteeken zijn voor het begin
ven een tijdperk van zelfbestuur voor Ierland.
Datgene wat bekend is van het onderhoud tus-
schen sir James Craig en De Valera, bevestigt
de hoop, dat er na afloop Van de verkiezingen
een gezamenlijke poging tot oplossing van de
lersche kwestie zal worden gedaan. Het zal
deze onderhandelingen zeer vergemakkelijken,
wanneer zij kunnen beginnen tijdens een lang-
durigen wapenstilstand. Velen koesteren de
verwachting, dat, wanneer het lersche volk
door middel Van den wapenstilstand de zege
ningen van wet en orde weer zal leeren waar-
deeren, het niet zal gedoogen, dat zijn veilig
heid "opnieuw in gevaar wordt gebracht door
een hervatting der vijandelijkheden.
In sommige kringen beschouwt men de po
gingen tot het aanknoopen van onderhande
lingen, welke aan de zijde der Sinn Feiners wor
den gedaan, als een bewijs, dat men heeft af
gezien van den eisch in zake een lersche repu
bliek.
Zij hield op, hare stem verstikte in tranen-
-Ethel, spreek daar niet van. Dat op dit
oogenblik geen andere namen over onze lip
pen komen, dan de uwe en de mijne. Met vreug
de zal ik het schavot voor u beklimmen, doch
met afkeer zou-ik een andere naar het altaar
geleiden. Spreek daar niet meer van gij be
droeft en beleedigt mij. Geloof mij Ethel, er
is minder schande in den dood,dan in het leven,
hetwelk gij mij aanbiedt.
Op dit oogenblik bemerkte Ordener een
grijsaard in kerkelijk gewaad, die in de deur
der gevangenis stond.
Wat verlangt ge vroeg hij.
Heer, ik ben met de bode van de gra
vin van Ahlefeld gekomen. Gij hebt mij niet
bemerkt en ik heb gewacht, tot uwe oogen
op mij zouden vallen."
Werkelijk had Ordener slechts Ethel gezien
en deze had den priester vergeten.
Ik ben, vervolgde de grijsaard, de pries
ter, belast.
Ik begrijp u, zeide de jonge man. Ik ben
gereed.
De priester naderde hem.
God is gereed om u te ontvangen, mijn
zoon.
Waarde priester hernam, Ordener, uw
gelaat is mij niet onbekend. Ik heb u ergens
gezien.
De dienaar Gods boog.
Ik herken u ook, mijn zoon. Het was in
den toren van Vigla. Toen hebben wij ge
zien hoe weinig de woorden der menschen
zeker zijn. Gij hebt mij de genade der twaalf
veroordeelden beloofd en ik geloofde niet in
uwe woorden, daar in niet wist, dat gij de
zoon van den vice-koning waart; gij, heer,
gij maaktet staat op uwe macht, toen gij mij
die verzekering gaaft.
Ordener voleinde de woorden van Athanasius
Munder.
„Ik kan geene genade meer verkrijgen,
zelfs niet de mijne, gij hebt gelijk, waarde
priester. Ik rekende niet op de toekomst en
ben er voor gestraft de macht van God gaat
boven die der menschen.
De priester boog het hoofd. „God is machtig
- doch Hij is goed, voegde hij er bij.
Luister, ik wil de belofte houden, die ik
u in den toren van Vigla gegeven heb, hernam
Ordener. Wanneer ik dood zal zijn,ga dan nam
mijn Vader te Bergen, den vice-koning van
Noorwegen en zeg hem, dat het laatste veizoe
van zijn zoon was, de vrijstelling uwer twaalf
veroordeelden. Hij zal ze u geven, daar ben ilc
zeker van.
De oogen van den grijzen Athanasius wer
den vochtig.
„Mijn zoon, gij moet een edel hart bezit
ten, want ik heb uwe woorden gehoord Hoe
is het mogelijk, dat gij u hebt kunnen plichtig
maken aan de misdaad, voor welke gij ver
oordeeld zijt.
Vader, deze engel heb ik het met ge
zegd, doch u kan ik het zeggen
Ik verzeker
HONGARIJE.
In de Nationale Vergadering gaf de minister
van buitenlandsche zaken, graaf Banflv, een
overzicht van Hongarije's buitenlandsche poli
tiek, die, naar hij verklaarde, moet worden be
schouwd als een consequentie van den onverzet-
telijken wil der Entente, alle bepalingen van het
vredesverdrag van Parijs ten volle uit te voeren.
Hongarije moet al zijn krachten concentrce-
ren op het binnenlandsch herstel. Hiertoe die
nen ook de gesloten handelsverdragen, zooals
dat met Duitschland. Het is de eerste plicht
der regeering, aldus Banffv, te protested en
tegen de onderdrukking der van Hongarije los
gescheurde landgenooten. Het wordt door het
verdrag van Trianon en de daarbij behoorende
mantelnota verplicht, den minderheden op Hon-
u, dat ik geen misdadiger ben, geloof dit.
Hoe, mijn zoon verklaar u nader.
Dring daar niet op aan, antwoordde de
jonge man, en laat mij het geheim van mijn
dood medenemen naar het graf.
Deze jonge man kan geen misdadiger zijn,
lispelde de priester. 7
Hij haalde een zwart kruisbeeld te voor
schijn, plaatste het op- een ruwen steen voor
den gevangene, zette er een ijzeren lamp
naast en zeide
Bid mijn zoon, ik kom binnen eemge
urén terug. Kom, sprak hij tot Ethel, die onder
het o-esprek van Ordener en den priester het
stilzwijgen bewaard had wij moeten den gevan
gene verlaten, de tijd Vervliegt.
Waarde priester, zeide Ethel, ik kan 11.
nog niet volgen zegen eerst Ethel Schumac-
ker en Ordener Guldenlew, haren verloofde,
want God en de dood wachten ons.
Beiden lagen voor den priester neergeknield
en de priester strekte zijne handen zegenend over
hunne hoofden uit.
Ordener Guldenlew, God schenke u
kracht in de naderende uren des doods en u,
Ethel sterke Hij in het dragen van den zwaren
last van uw jeugdig leven. Moge de Heer u beiden
eens Vereenigen in een beter leven.
Het meisje had zich voor den gevange op
de knieën geworpen„Vaarwel, Ordener, ger
mij uwen zegen."
(Wgrdt vervolgd)
mxsw