Dagblad voor Schiedam en Omstreketi.
firatis-Ongefaüenverzekering f
111111--,
Stoom ververij.
44ste Jaargang.
Zaterdag 21 Mei 1921.
No. »304l
N.V.DE PHOENIX,
na
BureauKoemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus39.
Abonnementen per 3 maanden f2.—, per week 15 cent, franco per
post f2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 1—5 regels f 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale J conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden opgaanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
Ml iuHii
De verzekering werdl geweerbergl jee» de HeUenirehe Aigemeene Teraeherlngrbenii Ie leldeieni.
Ml
levenelnnge
geheele
InveUMtelt
M
nrliei via
een hul,
veel et neg i
Dit nummer bestaat uit drie bladen
en een Geïllustreerd Zondagsblad.
DERDE BLAD.
Binnenland.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
Op vragen van den heer Albarda, betreffende
den verkoop van het werk van prol'. N. .1. Krom
over den Boroboedoer aan een uitgeversfirma luid
het antwoord van den minister van koloniën
De uitgave van het Boroboedoer-werk is
met regeeringssteun bezorgd door het Koninklijk
Instituut voor de taal-, land- e i volkenkunde van
Nederlandsch-Indië, dat daaraan zelf een be
drag van 5000 heeft ten koste gelegd (vgl. bladz
49/50 der Memorie van Toelichting betreffende
het ontwerp-I dische begrooting voor 1920).
De aanvankelijk toegestane subsidie 44.000)
werd later met de helft verhoogd in verband met
de stijging van loonen en materiaal. Daarbij
werd rekening gehouden (op bladz. 10 van de
Memorie van Toelichting betreffende het ontweip
tot wijziging en verhooging der Indische be
groeting voor 1920Gedrukte .Stukken I weede
Kamer, Zitting 1919—1920, 480, no. 3. —was
van het voornemen daartoe uitdrukkelijk mei-
ding gemaakt) met het bedrag van den verkoop
aan een uitgever van dat gedeelte der oplaag,
hetwelk, na aftrek van de voor de regeering be
schikbaar gestelde exemplaren, voor het debiet
beschikbaar zou blijven.
Verkoop rechtstreeks door het departement
van koloniën is ernstig overwogen, doch daaivan
is afgezien op grond, van de ervaring,in vroegere
overeenkomstige gevallen opgedaan.
Het departement beschikt niet over do aan
een uitgever ten dienste staande middelen, welke
een zoo groot mogelijken verkoop waarborgen,
en het risico, dat ten slotte een belangrijk aantal
exemplaren onverkocht zou blijven, mocht voor
al in tijdsomstandigheden als deze niet worden
aanvaard.
liet aantal exemplaren, waarover door de
regeering is beschikt, bedraagt 35. Deze zijn, zoo
als gebruikelijk, in hoofdzaak geschonken aan
wetenschappelijke instellingen,voornamelijk hier
te lande en in Nederlandsch-Indië, in wier ver
zamelingen het standaardwerk, niet ontbreken
mag, doch van welke het niet vaststond, dat
haar middelen zouden toelaten dit kostbare
werk aan te schaffen. Voor de overige exemplaren
van de Nederlandsche uitgaaf, ten getale van
1651), zijn de uiterste pogingen aangewend, met
behulp ook van het bestuur van voornoemd
genootschap, om voor den afstand daarvan
den hoogsten prijs te bedingen. Gegeven het
feit, dat het afzetgebied voor een uitgave als
deze in de tegenwoordige tijdsomstandigheden
in hooge mate beperkt is en dat het aan den
kooper van het overblijvend gedeelteder oplaag
niet dan in een reeks van jaren wellicht mogelijk
zal zijn genoemd aantal exemplaren met voor
deel geheel van de hand te doen, kan het re
sultaat van due pogingen, welke ten slotte tot
een overdracht voor den prijs van 12.000 heb
ben geleid, bevredigend worden geheeten.
Tegen welken prijs de betrokken uitgevers
firma het' werk aanbiedt en in hoever zij in den
afzet daarvan slaagt, is den ondergeteekende
niet bekend.
Met betrekking tot den detailverkoop zijn geen
voorwaarden gesteld. In aanmerking genomen de
bezwaren, welke in deze zich voordoen, die zeer
beperkte gelegenheid tot afzet van een werk van
dien aard en het daaruit voortvloeiende risico,
dat een gedeelte van de oplaag in jaren, zoo
niet geheel, onverkocht zal blijven is trouwens
duidelijk dat de kooper daarin niet had kunnen
treden. Voor de r ogee ring bestond bovendien
geen reden om ten aanzien van een zoodanig
werk,dat alleen binnen bereik van vermogende
instellingen of particuliere personen valt, haar
bemoeienis daartoe uit te breiden.
1). In het bezit van de regeering zijn voorts no
10 stel platen, bestemd c.q. voor de Engclsche
uitgaaf van hef werk, welke in de bedoeling
lag.
B. K. Leergangen.
Ter beoordeeling van de betoekenis der R. K
Leergangen en ter bevordering van de juiste
appreciatie van hetgeen door deze stichting in
het afgoloopen jaar wederom is bereikt, laten
wij hierondervolgen eenvcrgelijkenden staat Lus-
schen de uitslagen der examens, afgelegd in
1920 door studenten der R. K. Leergangen en
de totaal uitslagen derzelfdc examens
Geëxamineerden
Geslaagden
Ncdcrlandsch M.O.
41%
Totaal 39
16
Leergangen 9
5
56%
Geschiedenis M.O.
45%
Totaal 31
14
Leergangen 2
2
100%
Wiskunde K.I.
Totaal 68
34
50%
Leergangen 2
1
50%
Fransch A.
Totaal 203
73
36%
Leergangen 3
2
67%
Fransch B.
Totaal 46
21
46%
Leergangen 3
1
33%
Duitsch A.
41%
Totaal 128
52
Leergangen 4
3
75%
Engelsch A.
32%
Totaal 196
63
Leergangen 2
1
50%
Boekhouden K XII
23%
Totaal 678
154
Leergangen 3
1
33%
Bouwkunde M.O.,Md.
Totaal 129
31
24%
Leergangen 1
2
50%
Bouwkunde Me.
Totaal 22
7
32%
Leergangen 1
1
100%
Engelsch L.O.
52%
Totaal 534
278
Leergangen 1
1
100%
Gemeente-administratie
Totaal 297
10%
Leergangen 27
20
75%
Het gemiddelde percentage van alle geslaag
den in bovenstaande vakken, te zamen genomen
is totaal 38%, Leerhangen 66%.
Uit een en ander blijkt duidelijk, dat bij de
opleiding aan de R. K. Leergangen, ook met het
oog op het afleggen der examens, de juiste metho
den worden gevolgd.
Gemengd Nieuws.
Gobelin bedorven. De Leidsche cor
respondent van de N. R. ct. meldt
Het raadhuis te Leiden staat bekend om de
prachtige antieke Hollandsche gobelins, waarme
de de raadzaal de kamer van B. en W. en de
leeskamer zijn behangen. Vergissen wij o is
niet, dan dateeren deze gobelins uit de 15e
of 16e eeuw. Zeker weten wij in elk geval, dat
zij vroeger de wanden vat' eenige vertrekken van
het oude kasteel Endegeest sierden en eenige
tientallen jaren geleden, toen dit kasteel door de
gemeente Leiden was aangekocht, aan de wan
den van de zooeven genoemde vertrekken van
het Leische raadhuis zijn aangebracht.
Met schrik zullen vele vernomen, dat door de
onachtzaamheid van eer, tijdelijke ambtenaar, op
het bureau van gemeentewerken eenvan demooi-
ste dezergobelins inde leeskamer,dat een taferee'
uit de Romeinsche geschiedenisvoorstelt, en dat
zich bevindt, aan den muur, welke aan de raads
zaal grenst, zeer ernstig is beschadigd.
Boven de leeskamer bevindt zich een vei trek,
dat bij de gemeentewerken in gebruik is voor het
maken van tcekeningenDe zooeven genoemde
ambtenaar, die voor zijn tcekeningen water noo
dig had, heeft, toen hij bemerkte dat er wegens
geringe druk geen water uit de leiding kwam, de
kraan niet dichtgedraaid en dit ook vergeten te
doen, toen hij naar huis ging. Het gevolg was dat
toen ei weei druk kwam, de kraan ging loopen en
het vertrek gedeeltelijk onderliep, waardoor het
water langs de door ons zooeven aangeduide
gobelin sijpelde. Eenige uren later werd ontdekt
wat er aan de hand was, doch toen bleek de
onachtzaamheid van den ambtenaar reeds
ernstige gevolgen te hebben gehad, zoodat thans
het gobelin eenige groote scheuren vertoont,
waarvan een van eenige meters lengte.
Het zal zeer de vraag zijn of de herstelling
zoo kan geschieden, als ieder liefhebber van oude
kunst wel gaarne zou wenschen. Zekerheid
hieromtrent konden wij nog niet verkrijgen.
Hoe het ook zij, door een groote wit linnen doek
is thans de beschadiging aan het oog onttrokken-
Steenkoolontginning op Spits
b c i' g e n. De ontginning der steenkoolmijnen
op Spitsbergen, waarvoor de Nederlandsche
Spitsbergencompagnie concessie heeft verkregen
zal niet, gelijk men wellicht zou denken, be
lemmering van het Poolklimaat ondervinden
Integendeel I Dat leeren we uit het artikel over
die ontginningsplannen, opgenomen in de jong-
fcQ «iiHai
ni mb
wfjivlnger
MI
vmHm vu
elke* iMi*
mb vlagt»
ste Economische Berichten van Buitenlandsche
Zaken. We ontleenen er de volgende bijzonder
heden aan
Tengevolge van den warmen golfstroom,
welke langs de westkust van Spitsbergen trekt,
is er de temperatuur voor een poolland buiten
gewoon hoog. In den zomer bedraagt de gemid
delde temperatuur plus 4 tot plus 5 gr. C., in
den winter gemiddeld .13.6 gr. G. De maxi
mum temperatuur bedraagt plus 13.6 gr. C.
De minimaal temperatuur 65 gr. C.
Het klimaat komt vrijwel overeen met dat
van Noordelijk Zweden, Noorwegen en Finmar
ken, maar is lang niet zoo bar als b.v. in Alaska,
waar toch het mijnbedrijf op groote schaal wordt
uitgeoefend. In de mijngangen wisselt de tempe
ratuur tengevolge van den isoleerenden bevroren
toestand van den bodem zeer weinig. In den
zomer is daar de temperatuur 2, in den winter
-4 gr. C., een ideale temperatuur om in te
werken.
De poolnacht duurt ongeveer 114 dagen;
van 26 October tot ongeveer 10 Februari. Voor
en na dezen nacht heerscht een schemerperiode
van ongeveer 40 dagen. De pooldag duurt van
23 April tot 21 Augustus den overigen tijd
heeft men afwisselend dag en nacht, zooals bij
ons.
In den zomer heeft men vrijwel altijd nevel,
in den winter daarentegen meestal klaar en
helder weer. De neerslag, hoofdzakelijk sneeuw,
is zeer gering en bedraagt niet meer dan 183
m.M. per jaar.
Over het algemeen wordt het klimaat op
Spitsbergen als gezond en versterkend beschouwd
men heeft zelfs voorgesteld er zomer-sanatoria
te bouwen, omdat de reine, 1 acteriënvrije lucht
zeer heilzaam op tuberculoselijders schijnt te
werken.
De gevolgtrekking dat het klimaat op Spits
bergen eerder tot het verrichten van arbeid
prikkelt, dan den arbeid belet, lijkt volkomen
juistdeze indruk Werd overigens door de prac-
tische ervaringen bevestigd.
De door de leiders der expeditie genomen
proef met het invoeren van Westfaalsch.e mijn
arbeiders, gewend aan de hooge temperatuur
in de diepe mijnen in Westfalen, mag als uit
stekend geslaagd worden beschouwd. Het, wer
ken in de veel frisschere atmosfeer op Spits
bergen beviel hun in doorsnee zoo goed, dat zij
bij terugkeer in Westfalen op groote schaal
propaganda maakten voor mijnarbeid op Spits
bergen. Tengevolge daarvan hebben zich niet
minder dan 1500 mijnwerkers tot deelneming
aan de exploitatie voor het volgend jaar aan
gemeld.
Eveneens tengevolge van den golfstroom
wordt het pakijs langs Spitsbergen's Westkust
in den zomer ten Noorden van Spitsbergen
teruggedreven. Zoolang Spitsbergen bekend is,
dus sinds de ontdekking door Barendtsz in
1596, is het gedurende den zomer altijd bereik
baar geweest. In den bloeitijd der walvisch-
vangst aldaar, ongeveer in het midden der 17e
eeuw, gebeurde het meermalen, dat een 300-tal
Nederlandsche schepen tegelijkertijd op Spits
bergen's Westkust aanwezig waren. Wat deze
slecht manoeuvreerbare, niet speciaal voor het
ijs gebouwde vaartuigen vermochten, mag
zeker ook van onze moderne vrachtschepen
worden verlangd.
De praetijk heeft geleerd, dat men gemiddeld
met een afscheepperiode van 100 dagen, aan
vangende in Juni, kan rekenen, dat gedurende
dien tijd de vaart naar Spitsbergen volstrekt
niet als bijzonder gevaarlijk wordt beschouwd,
kan in de eerste plaats worden afgeleid uit het
feit, dat de assurantie-maatschappijen van Juni
t/m 20 September geen hoogere premie dan de
normale verlangen en ten tweede, uit het vrij
lage vrachtcijfer, dat op het oogenblik slechts
7.50 per ton bedraagt voor het vervoer van
steenkolen van de IJsfjord naar Hammerfest-
Tromso, ondanks het feit, dat de schepen meestal
in ballast moeten heenvaren.
Met behulp van ijsbrekers is het waarschijn
lijk mogelijk het afscheepseizoen met 2 3
weken te verlengen, omdat het meermalen
voorkomt, dat de IJszee en de IJsfjord reeds
lang ijsvrij zijn, terwdjl het ijs in de vrij nauwe
fjorden in Green Harbour (het gedeelte van
Spitsbergen waar de concessie der Nederland
sche Maatschappij is gelegen) en Adventbay
nog vastzit. De maand September kan in het
algemeen als de meest ijsvrije maand vvoiden
beschouwd.
Omtrent de exploitatieplannen van de maat-
Telef. No. 15. 1248 9
schappij lezen we o.a. het volgende
De opzet is het mijnbedrijf in Green Harbour
geleidelijk uit te breiden tot een productie
vermogen van 500.000 ton per jaar of, juister
gezegd, tot een verscheping van 500.000 ton
per zomer-seizoen.
Hoewel in Green Harbour met een gemiddelde
afscheepperiode van 100 dagen zou kunnen
worden gerekend en dientengevolge een af-
scheepcapaciteit van 5000 ton per dag (van 24
uur) theoretisch voldoende zou zijn, is het noo-
dig, met het oog op minder ijsvrije zomers
en eventueele stagnatie in het regelmatig aan
komen der stoomschepen, een verladingsstation
te houwen met een vermogen van 500 ton
per uur, d.w.z. met een theoretische dagcapaci
teit van 12.000 ton.
Het voorloopig plan is om de kolen vanaf
een stortreservoir en sorteerderij bij den mijn
gang (op pl.m. 150 M. hoogte) door middel
van een kabelbaan via een depót te voeren naar
een overhangende, volgens het cantilesysteem
gebouwde, 30 M. lange verlaadbrug, waaronder
de schepen tegelijkertijd voor en achter kunnen
worden beladen.
De verladingsbrug wordt overhangende ge
bouwd, om te voorkomen, dat zij gedurende
het voor- en najaar door ijsgang wordt vernield.
Het gelijktijdig beladen voor en achter is nood
zakelijk om tijdverlies door verhalen te voor
komen.
In de mijn zelve zal zooveel mogelijk met
pneumatische en electrische werktuigen moeten
worden gewerkt en zullen pneumatische loco*
motieven in de hoofdschachten moeten worden
gebruikt. Dientengevolge zal in de toekomst
een turbo-electrische centrale moeten worden
gebouwd.
Het plan is, gedurende het geheele jaar, d.w.z.
minstens 250 arbeidsdagen, in de mijn door te
werken, zooals door de andere op Spitsbergen
bestaande maatschappijen reeds jaren zonder
bezwaren wordt gedaan.
Neemt men hierbij de hierboven-beschreven
buitengewoon gunstige ontginningsomstandig
heden in aanmerking de goedkoopere lucht-
verversching, het zeer geringe mijnhoutverbruik,
het wegvallen van waterloozing en opvulling,
dan is het duidelijk, dat alleen om deze redenen
reeds de winningskosten belangrijk lager kun-
inen zijn dan in normale Europeesche omstan
digheden. Voegt men nu hierbij de buitengewoon
gunstige ligging der mijn op 500 M. afstand van
de aanlegplaats der vrachtschepen, waardoor
dus de vervoer- en laadkosten tot een minimum
herleid zijn, de besparing in loonen, die men kan
bereiken door een op uitgebreide schaal hier
mogelijken machinalen afbouw, die de hoofde
lijke productie tot minstens 4 ton per man moet
opvoeren, dan lijkt het niet te optimistisch, als
men de kosten f.o.b. op 8 per ton schat, zoodra
het bedrijf geheel uitgebouwd zal zijn. Hierbij
komen dan nog de kosten voor het vervoer
naar Noord-Noorwegen, welke op het oogenblik
ongeveer ƒ4 per ton bedragen. Ter vergelijking
zij hier het bedrag der zelfkosten over het jaar
1919 in Nederland ad ƒ22.60 en in Groot-Brit-
tanniö ad 10.25 af mijn genoemd.
Valschgeld. Te Mierlo (N.-Br.) zijn, twee
personen aangehouden, verdacht van het ver
vaardigen en uitgeven van valsch geld. Er wer
den gereedschappen en grondstoffen voor het
vervaardigen van valsche munt en valsche
rijksdaalders in beslag genomen. Een dei-
gearresteerden werd te Luik tot 10 jaar gevange
nisstraf veroordeeld wegens bovengemelde prac-
tijken. Ook is hij indertijd hiervan t.e Rotterdam
verdacht geweest.
Alle soorten GEDISTILLEERD
In prima kwaliteiten.
ft. BOSCH. Bntftrstraat 63. Tel. 580
fis