Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Gratis-Ongevallenverzekering
feuilleton
Virginia's levensloop.
44ste Jaargang.
Vrijdag 15 Juli 1921.
No. 13086
Het Museumwezen.
BureauKoemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus39.
Abonnementen per 3 maanden f2.per week 15 cent, franco per
post ƒ2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën: 15 regels ƒ1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteéren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
M
2*
wriitt" Vsn
- t»..,
M
Itvnulufla
|«hull
InvnlidlleU8 1»^^* vaat af «a|j
Da vanakarlni «aait |a«uvbav|i 4aa» da Halleaiaaka Aif
k) vavltaï
aan duin
Vanahaifn|ib»s3i ka BaMatun.
kg vavllai
van aen
wQaviniai
hi
vatlle* van
alken nnda»
van vts|ar
Dit nummer bestaat uit twee bladen
n
De Leidschc M u s e a.
Wat het Museum van oudheden in Leiden
betreft geldt dit behalve voor werken uit de
klassieke oudheid, bovenal ook voor eenige on
vergelijkelijke scheppingen der Egyptische kunst
die vroeger vrijwel uitsluitend voor de bescha
vingsgeschiedenis van belang werden geacht,
doch die men thans tot de allerhoogste overleve
ringen der beeldhouwkunst rekent.
Hetzelfde kan van de exotische kunst inliet
Ethnographisch museum gezegd worden. Het
besef van de hooge schoonheid bijvoorbeeld der
voor-Aziatische meesterwerken is ten onzent,
eerst laat ontwaakt. Maar het zou thans een
verregaande achterlijkheid moeten heeten, de
aandacht voor die werken uitsluitend aan de
ethnologic te wil'en overlaten. Zeker, deze kunst
is ook uiteenoogpuntvanbeschavingsgeschiedenis
van groot be ang- Doch het, Lam Gods der Van
Eycken, Miehei Angelo sculpturen en Rembrandt
schutterstuk zijn dit in niet minder mate. Toch
betwijfelt niemand, dat zulke hooge-uitingen in
de eerste plaats tot het domein der kunst belmo
ren. Meende men een eeuw geleden nog, dat b.v.
de Japansche graphiek en plestiek, waarvan
het Ethnographisch museum zoo uitnemende
specimina bewaart uitsluitend uit een oogpunt
van volkenkunde belang inboezemen, thans
zou niemand dit meer kunnen volhouden.
Ook wat de kunst van onzen Archipel be
treft, is men "algemeen tot een gansch andere
waardebepaling gekomen. Deze uitingen van
elementaire, maar volstrekt zuivere schoonheid,
zijn door ons al te lang aan de oogon der kunst-
minnenden onttrokken, en dat nog wel, terwijl
zij in Nederland minder dan ergens ter wereld
miskend zouden mogen worden.
Dit alles overwegend meent onze commissie,
dat wanneer naast een keuze van schilderijen,
hoofdzakelijk uit het rijksmuseum een beperkt
aantal kunstwerken van zeer voorname orde uit
het tegenwoordige Museum van geschiedenis
en kunst, de musea van oudheden en ethnogra
phic en het Prentenkabinet wordt saamgebracht,
daarmede een synthese van wereldkunst kan
worden verkregen, van welke, door haar gees
telijke eenheid, een machtig cultureele werking
zal kunnen uitgaan.
Inderdaad zal aldus, wanneer zonder stoor
nis van bijbedoelingen een aantal der meest
sprekende uitingen van schilderkunst, beeld
houwkunst, gebruiks- en sierkunst en teeken
kunst van vele landen en geslachten gegroepeerd
zijn, de werkelijke liefde voor en het nauwe be
grip van de beeldende kunst bij uitnemendheid
worden verruimd en veredeld.
Hierbij mag met nadruk worden opgemerkt,
32
„Geen woord meer, als het u belieftzei
zij, en schouderophalend voegde zij er bij
„En waarom zou ik mij daarover behoeven te
schamen Mr. Amyott is familie van mij
tenminste eenigszins. In het Bois-de-Boulogne
ontmoette ik een dame, die mij, naar ik dacht,
vrij scherp aanzag," zei zij met een blik van
verstandhouding. „Als ik aan haar denk, vind
ik dat zij veel op u gelijkt."
„Goed gezien 1 Zij is m'n moeder."
„Zoo Zij zweeg en scheen in gedachten
verdiept, terwijl zij haar zachte, blèeke wang
op haar fijn gevormd handje liet rusten. „Zoo
En zij vond het dus de moeite waard om u zulke
nietigheden te schrijven."
De jonge man verschrikte en keeg een kleur,
doch antwoordde lachend „Vrouwen zijn ver
zot op dergelijke avontuurtjes.
„Ik heb .er een afschuw van."
„Ik zei het slechts in 't algemeen. Er zijn
natuurlijk schitterende uitzonderingen we
zens van hoogeren rang. Maar toch mag ik
zeggen, dat hm alle omstandigheden in
aanmerking genomen, die mededeeling voor
mij wel eenig belang had," zei Fraser, die zijn
kalmte geheel teruggekregen had. „Want het
dat met het in een kunstmuseum exposeeren.
van een collectie voorwerpenfook uit het Muse
um van Oudheden en het Ethnographisch Mu
seum, de commissie allerminst bedoelt de waarde
van het eigen karakter dezer instellingen te mis
kennen, of aan de rechten der wetenschap te
tornen. Zoozeer zij voor de rechten der geschie
denis opkomt door de voorwerpen van speciaal
historisch belang uit de rijksverzamelingen te
groepeeren tot een historisch museum, zoo min
wenscht zij, door deze voorstellen tot schifting,
de archaeologie en de ethneographic te schaden.
Integendeel, zij meent, dat juist door een ten
toonstellen in het dichtst bevolkte centrum van
een beperkt aantal der schoonste kunstwerken
uit het Archeologisch en het Ethnographisch mu
seum, de aandacht van het publiek op den duur
ook meer naar die speciale verzamelingen zelve
zal worden getrokken.
Had zij aldus het geestelijk beeld van het Al
gemeen Kunstmuseum ontworpen, dan rees voor
de commissie de vraag naar de verwezenlijking
en huisvesting er van.
Een nieuw encyclopaedisoh
m uscu m.
Zij is, bij alle waardeering voor de architec
tonische beteekenis van 't Rijksmuseum, er van
overtuigd, dat het in den eigenlijken zin niet
als kunstmuseum geconcipieerde gebouw redde
loos ongeschikt zou zijn, om er de door kaar
beoogde encyclopaedische kunstcollectie behoor
lijk in onder te brengen. Noch de verlichting,
noch de zaalverdeeling zijn voldoende zonder
ernstige schending der architectuur is de voor
kunstgenot onontbeerlijke rustige omgeving
niet te verkrijgen. De commissie zou de verschil
lende deelen dier encyclopaedische verzameling
dan ook willen zien geordend in een nieuw ge
bouw van bescheiden omvang, waar geen weelde
of pracht de aandacht afleidt van de kunstwer
ken, die er, in uitgelezen nabuurschap, eikaars
schoonheid zouden helpen dragen.
Zij denkt zich dit. Algemeen Kunstmuseum
grooter dan het Mauritshuis en kleiner dan het
Amsterdamsch Stedelijk Museum, opgetrokken
achter de Rijksmuseumgebouwen en daarmede
door galerijen verbonden.
In liet Rijksmuseum blijft, na de keuze voor
het Historisch Museum en het Algemeen Kunst
museum nog een uitgebreid schilderijënbezit o-
ver.
Naar kuiste r u g.
De commissie meent dat een aantal van
deze schilderijen kan worden teruggebracht
naar de plaats van hunne oorspronkelijke be
stemming en dat stukken van voldoend verte
genwoordigde meesters kunnen worden afge
staan of als ruil-object gebruikt ten behoeve van
die locale musea, in welke die stukken bijzonder
tot hun recht zouden komen.
Wanneer ten slotte een aantal onbelangrijke
werken uit de verzameling naar een depot wor
den overgebracht, blijft er een collectie, welke de
commissie zou willen ordenen als een kunsthis
torische verzameling en plaatsen bijvoorbeeld in
noodlot heeft 'n gruwelijk spel met mij ge dreven,
door mijn vriend Amyott in de gelegenheid
te stelen, een smet op mijn karakter te wer-
pen.
„Uw vriend toch zeker niet, mr. Fraser?"
viel Virginia hem ernstig in de rede.
„Mijn vijand dan, als gij dat liever wilt,
miss Neville. Ik neem den strijd gerust aan.
Er lag zoo iets bizonders in zijn oogen, en
naar zij zich verbeeldde, zoo iets boosaardigs
en dreigends in zijn glimlach, dat zij er onwille
keurig van schrok en heuverde. Zij was over
tuigd, dat hij iets kwaads in den zin had en
hoewel zij een moedig meisje was, overviel
haar plotseling een gevoel van angst.
Intusschen liet. Eraser's werkzame geest hem
niet met rust. Honderden gedachten verdrongen
zich in zijn brein. Zijn zenuwgestel was als dat
der meeste mannen, maar den vorigen avond
had 't 'n geweldigen schok ondervonden,waarvan
het nog niet geheel hersteld was, en zoo kwam het,
dat dit bevallig persoontje, met haar uitdagende
glimlachjes en oprecht karakter, hem vrees
aanjoeg. Zij was waarschijnlijk neen ze
ker een vijand, want zij was een vriend van
Amyott, en zoo iemand in zijn eigen vesting
kon niet anders dan zijn verdedigingswerken
ondermijnen. Het was een gruwelijk spel van
het noodlot. Het plotseling gevaar noopte
hem alles in het werk te stellen om te ver
hinderen, dat zij iets te weten zou komen
van het vermoeden, dat mr. Lethebridge hem
een reeks zalen van het tegenwoordige Rijksmu
seum.
Wat de voorwerpen van het Museum van Ge
schiedenis en Kunst betreft, de commissie, stelt
voor, na een ruime keuze hieruit voor het Histo
risch Museum, en na een beperkte keuze voor
het Algemeen Kunstmuseum, het overblijvende
gedeelte eveneens kunsthistorisch te rangschik
ken in de Oostelijke der zooeven genoemde gale
rijen.
Op die wijze is ook aansluiting van de keur-
collectie met de kunsthistorische verzameling
gewaarborgd.
't L e i d s c h e O u d hede n-M useu m
Ten opzichte van het Museum van Oudheden
te Leiden stelt de commissie zich de klassieke
afdeeling in het Algemeen Kunstmuseum zoo
voor dat in deze zalen wisselende tentoonstel
lingen zullen worden gehouden, uit 't Rijks bezit
aan klassieke kunst, met dien verstande, dat
de voor de Leidschc verzameling duurzaam on
misbare voorwerpen na vijf jaar, of zooveel
eerder als het organisch verband met het Alge
meen Kunstmuseum dit toelaat daarheen terug-
keeren.
En de verhouding van de Exotische afdeeling
in het Algemeen Kunstmuseum tot het Eth
nographisch Mus.euin is aldus bedoeld, dat dooi
de selectie van eminente kunstwerken, evenais
na 5 jaren, of zooveel vroeger als zij in het alge
meen Kunstmuseum gemist kunnen worden,
kunnen teruggaan.
Wat vervolgens het nieuw te stichten His
torisch Museum nader betreft, de commissie
denkt zich dit in drie groote afdeelingen.
In Amsterdam kome het centrale museum
waar onze historische schilderstukken, onze
uitgebreide portretverzameling en de talrijke
documenten van onze beschaving- en zederige-
schiedenis, welke thans in het gedrang komen of
op den achtergrond geraken, hun eigen taal on
belemmerd kunnen spreken. Het zal dan blijken
dat zij veel grooter aantrekkingskracht hebben
dan menigeen thans vermoedt.
De twee andere hoofdafdeelingen zal men
elders vinden de voor- en vroeg-historische
moet te Leiden blijven, daar zij het verband
niet, missen kan met de archaeologische verzame
ling.
De even belangrijke afdeeling der meer eigen
lijke volkskunde, in het bijzonder die van het
platteland, is ontworpen in nauwen samenhang
met het Arnhemsche Openluchtsmuseum.
Evenals voor het Rijksmuseum van Oud
heden meent de commissie ook voor het tweede
groote te Leiden gevestigde Rijksmuseum het
Ethnographische museum een ruim ontwikke
lingsgebied te moeten openen, eenerzijds dooi
de reeds besproken samenwerking met het Alge-
meene Kunstmuseum, en anderzijds doo, de
overbrenging van het geheel naar een sterker
bevolkt centrum.
Na grondige overweging van het voor en
tegen achtte men den Haag daarvoor het meest
geschikt. Slol volgt).
Gemengd Nieuws.
had medegedeeld, want dat liet slechts een
vermoeden was, daarvan had hij zich reeds
overtuigd, doch zoolang het stuk in handen
van den dwazen James Lethebridge was, en
zijn gewetensbezwaren en wanhopige blind
heid voor de belangen en rechten zijner doch
ter hem tot een of ander dolzinnig gebruik
van het document konden aanleiding geven,
kon hij geen oogenblik rust hebben. Hemel,
wat een dwaasheid, om zelf dezen Zaterdag
het stuk niet in bewaring te hebben genomen.
Reeds dikwijls had hij zich om dat gebrek
aan vaardigheid en tegenwoordigheid van geest
verwenscht en nu pijnigde hem dat gevaar meer
dan ooit in de gedaante van Virginia en vervulde
hem met een somber voorgevoelen. Hij haatte
't meisje en zijn levendige verbeelding berekende
reeds alle kansen van het kwaad, dat zij hem in de
toekomst berokkenen kon. Met zijn gewoon
egoisme beschouwde hij haar slechts als een
factor Voor zijn eigen plannen en overwoog
hij, van welke stof zij gemaakt zou zijn van
was, zooals Madeline, om gekneed te worden
of van staal, dat hij tevergeefs zou trachten
te verwerken. Plotseling sloeg hij zijn oogen
op, die hij in de laatste oogenblikken in ge
dachten verdiept op den grond had gevestigd
en bemerkte, dat het meisje haastig haar kleine
benoodigdheden zijde, naalden, mandje en
pantoffels bijeenzocht en op het punt stond om
de vlucht te nemen. Op dat oogenblik greep hij
haar kleine vuisten en hield die stevig vast.
Kwestie over een kostbaren di
amant. Te Martapoera is naar de „N. Soer.
Ct." vernam het volgende geschil aanhangig
Daar berust n.l. on der het beheer van de plaat
selijke autoriteit, een diamant ter geschattewaar-
de van 40,000, waarvan het eigendomsrecht
door een inlander wordt betwist op den man,
die dezen diamant gevonden heeft.
Het eigenaardige nu van het geschil vormen
de bijzondere omstandigheden.
In de streek rond Martapoera wordt, zooals
bekend diamant gedolven. Behoudens twee con
cessies, waarvan de eene, Bandjoeirang, toebe
hoort aan de kongsie van het Eerste Kamerlid
Polak en de andere, Bandjairan, aan den heer
Christoffel, geschiedt de delving van diamant
voornamelijk door de bevolking van kampong
Tjompaka, welke juist op de grens van de dia
mantstreek ligt.
De inlanders „Bandjareezen, krijgen tegen be
taling van eenige guldens van het gouvernement
een pas, welke voor een maand geldig is en tegen
vertoon waarvan zij voor dien tijd het recht heb
ben, vrij te delven naar diamant. Dat doen zij
dan in groepen van twee en drie man en delven
buiten de concessieterreinen, hetgeen geschiedt
op primitieve wijze.
Den eenon keer zijn zij er gelukkig, den ande
ren keer niet. Soms werken zij een maand zonder
resultaat en dan weer vinden zij voor eenige
duizenden guldens aan diamant.
Zij volgen daarbij de gewoonte en hier komt
de adat in het spel om, wanneer zij een put
van eenige meters diepte hebben gegraven en de
gedolven mineralen verwerkt, den kuil weer dicht
te gooien.
Plaatsen zij dan daarop een stok met een soort
vlaggetje, dan beteekent dat, voor andere dia
mantzoekers, dat de put nog in exploitatie is.
De adat gebied dan, dat anderen er met hun
handen afblijven en dat de put tot verdere exploi
tatie behoort aan hen, die er het eerst gedolven
hebben.
Vertoont de toegeworpen put dit kenmerk niet,
dan is zij weer zoo iets van algemeen eigendom
geworden en kan iemand, als hij daarin zin heeft
den grond opnieuw weggraven.
Gewoonlijk wordt dat echter niet gedaan, wijl
een opnieuw opgevulde put tevens beteekent, dat
er niets meer te halen is.
In een reeds bewerkten put nu is bedoelde dia
mant van f 40.000 gevonden. De man, die dezen
edelsteen vond, zegt, dat de put het hooger be
doelde onderscheidingsteeken, als zou zij nog in
exploitatie zijn, miste. Een ander echter beweert
dat hij de put nog in delving had en haar als zoo
danig kenmerkte, weshalve hij aanspraken op
den diamant laat gelden.
Het gevolg van dezen twist intusschen was,
dat de diamant in beslag genomen werd en de
rechter zal hebben te beslissen, wie de eigenaar
is.
Een lastig geval zal het zeker zijn.
„Wat zal het zijn, miss Neville?" zei hij,
min of meer ruw. „Strijd of vriendschap
Virginia werd vuurrood, gedeeltelijk van
vrees en gedeeltelijk van de pijn, die zijn handen
haar veroorzaakten.
„Laat mij los riep zij uit, terwijl zij met
haai' voet op den grond stampte, ,,'t Is onbe
schaamd van u, om mij zoo te behandelen.
Teresa hebt gij ook al weggejaagdvervolg
de zij met een hulpeloozen blik om zich heen.
Die blik en haar toorn brachten hem tot an
dere gedachten en zachtjes liet hij haar los.
„Ik vraag u vergiffenis," zei hij met een
half beschroomden blik op haar handjes, waarop
duidelijk de roode indrukken zichtbaar waren.
Ik had u geen leed willen doen voor de
geheele wereld niet, maar toch zou ik zoo gaarne
antwoord op mijn vraag hebben," zei hij met
een overredend lachje.
„Wat hebt gij mij ook weer gevraagd Zij
wilde blijkbar haar gedachten verzamelen en
tijd vinden om na te denken. „O, ja, nu ben ik er.
Verstaat gij Italiaansch, mr. Fraser Ja Wat
zijt ge knap Nu, ik zal uw vraag met een
Italiaansch spreekwoord beantwoorden II bel
lacer, non e mat sc'reilo. Van vijandschap houd ik
niet, evenmin als van beloften of afspraakjes van
welken aard ook. Wij willen liever op de Voor
zienigheid vertrouwenWat mij betreft, ik
wensch Madeline's sposo niets dan goed toe
(Wordt vervolgd)
VU)
1