DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN. ~nsoe<"K",per p™- 44ste Jaargang. Vrijdag 30 September 1921. Kn 101 ,n Bureau Abonn eEmeAn^ fj 7 In^rcommunaal 85 Posbus 39. A d v e r t e n t i n 1-5 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal Per "^nden 2.—, per week 15 cent, franco per plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel post 2.5(1 per kwartaal. Afzonderlijke nnmm»™ s Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. TWEEDE BLAD. Binnenland. De economiische toestand. De bestuurders van het verbond van Neder landsche Fabrikanten Vereenigingen hebben zich tot de Kamers der Staten Generaal gewend met een adres, waarin zij aandacht vragen voor eenige beschouwingen, die zij in het algemeen Nederlandsch belang meenen te mogen en te nioeten wijden aan den economischen toestand van de Nederlandsche nijverheid in verband met hen invloed dien de Nederlandsche wetgever en de Nederlandsche regeering daarop hebben uit geoefend en daarop in de naaste toekomst zullen uitoefenen. Er wordt op gewezen, dat door de leiders der mjverheid als geheel, ernstige bezwaren bestaan tegen de Arbeidswet 1919, bezwaren, die gedeel telijk door den Minister van Arbeid blijkens de toelichting tot het voorontwerp tot herziening van de Arbeidswet 1919 thans worden erkend. Ook de ratificeering der verdragen van Washing ton wordt door velen hunner niet vereenigbaar geacht met de vitale belangen van onze nijver heid en dus van ons volk. Met klimmende be zorgdheid volgt men in diezelfde kringen ook de jaar V scdie stijging van de budgetten van rijk, provincie en gemeente, waar een gebrek aan zin nigheid leidt tot ondragelijke, tot de bedrijven vermoordende belastingen. De geweldige lasten, die voor den burger uit de vervulling van de staatszaak met jaarlijks ster ker aanwas voortvloeiden, wordt in niet geringe mate hieraan toegeschreven, dat de overheid zich met het bedrijfsleven heeft bemoeid minder met het oog op de voortbrenging dan wel met het oog op de verdeeling der voortgebrachte goederen, daarbij gedreven door sociaal-ethisch besef er naar strevend, dat in den vorm van hooger loon, korter arbeidstijd en verzekering tegen ver schillende kwade risico's van het rendement der bedrijven een steeds grooter deel zou komen aan hen, wier belangen zonder overheidssteun met voldoende tot hun recht konden komen. kortom, in de laatste jaren heeft het ethisch motief de zakelijke, de economische motieven overheerschtop de zakelijke overwegingen, op e economische functie van het bedrijfsleven is g de meening van het Verbond in de praktijd n wetgever en regeering te weinig gelet, en aardoor is de productieve kracht van heel ons Vo k in gevaar. De bestuurders wenden zich tot de Staten-Ge- ncraal, niet ter bestrijding van het ethische, maar klrv Weer in evenwicbt te brengen met het za- f 'Jke. Zin voor economische realiteit wordt <re- eischt. 1 Dh° LeStuurders van liet Verbond van Neder- en sche Fabrikanten-Vereenigingen gaan dan a' 0e kij de belastingwetgeving en bij de econo- "sche wetgeving, dat uit het oog is verloren, ii et volle erkenning van het recht van den aa om onmaatschappelijk gebruik der econo mische vrijheid aan wettelijke regelen te onder open, meent het Verbond, dat bij alle het be- mijlsleven rakende wetgeving de Staat er zich rekenschap van geven moet, dat welvaart in een (and alleen dan kan bestaan, wanneer de stuwen de working van het eigenbelang gelegenheid be houdt den mensch tot ontplooiing van zijn beste Krachten te voeren. En dit zal geschieden zoo lang zijn arbeid hem vruchten oplevert, en hij verzekerd is die te kunnen behouden. De conclusie van dit deel van het adres luidt Verlichting van den belastingdruk is een drin gende eisch, zij is echter op den duur slechts mogelijk, als op de uitgaven van den staat aan zienlijk wordt bezuinigd. Het tweede gedeelte van het adres behandelt de z.g. sociale politiek der regeering, waarbij de volgende vragen behandeld worden 1 Kan de universeel geldende 48-urige arbeids ,in het algemeen geacht worden voldoende 'e ening te houden met de verscheidenheid der maatschappelijke verschijnselen en behoeften en |'S jn let hijzonder voor ons, bij aanvaarding van ha ontwerP-verdrag van Washington met van laVing va* de 45-urige werkweek, herleving 2 ]01)Ze econ°mische welvaart mogelijk rlnnvf tClj koeren van arbeidsvakvereenigingen vrao-en J9nWeg,e den minister van arbeid bij aan- arbeidswet YftgeVers om van bepalingen van de 3 Is d t Wijken' toelaatbaar arbeidswet ff®"!' dje de nlinister aan de van de ov geeft, door bij het verleenen omtrent hat "^^vergunningen voorwaarden Ten aanz" te Stellen' toelaatbaar. wordt vooronU V9U de d^-urige arbeidsweek nietiging van ,es^e'd' da^ de ontzettende ver productie nasi JÏlaa^schappelijke goederen meer werk, in den Cdenking tegen geopperd, dat over- middelde Van overschrijding van de ge- als Djdelijken Week> al'een wordt toegelaten aan Imitengeworl^1'6^6' ^er tegemoetkoming tl.idelijkekaraktl 0peenilooping Van Werk- Het düt van die moeeim n6n groot bczwaar, maar ook leid tot overwerken geen ge bruik kan gemaakt worden om buitenlandsche concurrentie te bestrijden. Dit maakt het verdrag volslagen onaannemelijk. Zeer gewichtige bedenkingen koesteren adr. ook tegen de wettelijke verplichting, die het trac- taat den Staat oplegt, om over afwijkingen van de 48-unge werkweeK de vereenigingen van werk gevers en werknemers te hooren. De te Washington aanvaarde 48-urige werk week zal gelden, onverschillig of de te verrichten arbeid gevaarlijk of ongevaarlijk, zwaar of licht, eentonig of afwisselend is. Dit is een bedenking, die in het bijzonder in Engeland zeer ernstig is gevoeld en daar te lande zeer sterk tot het besluit om niet te ratificeeren heeft bijgedragen. Het is toch zonder meer duidelijk, dat de arbeid van den mijnwerker en de sigarenkistjesplakker niet op gelijke lijn kan worden gesteld, evenmin als het werk van den portier en den vuurwerker in een machinefabriek. Een regeling, die zulke verschillen negeert moet oneconomisch werken en is in dezen tijd verwerpelijk. Evenmin mag de waarde onderschat worden van de faciliteiten, die aan Japan, Britsch-Jndië en eenige andere landen verleend zijn. Voor de Pwentsche textielindustrie met baar belangrijk afzetgebied in Indië achten adr. het bedenkelijk een tractaat te aanvaarden, dat o.m. Japan toe staat gedurende 57 uur per week te arbeiden en bovendien kinderen beneden den leeftijd van 14 jaren te werk te stellen. Aanvaarding van een voor allen arbeid gelijke lijk geldende maximum arbeidsduur van gemid deld 48 uren per week wordt een daad van kort zichtige economische politiek genoemd, niet in het minst ook, omdat die regeling voor tien jaren bindend zal zijn. Het Verbond stemt in met de gedachte, die eenige maanden geleden door den Engelschen minister van arbeid Mac Namara is geuit, toen hij verklaarde, dat de Engelscho regeering bereid zou zijn, aan een nieuwe conferentie deel te ne men, waarbij een meer soepele regeling dan die van Washington zou worden op den voorgrond gesteld. De Kamers worden uitgenoodigd eveneens in dien geest zich uit te spreken. Als wenschelijk zou dan, naar voren gebracht moeten worden een regeling, die het mogelijk maakt den arbeidstijd tot 56 uren per week op te voeren. Voor schadelijken of zwaren arbeid kunnen bijzonderevoorschriften getroffenworden De gevallen, waarin de overheid vergunningen moet Verleenen, worden tot een minimum terug gebracht en de te treffen regeling gelde in geen geval voor een termijn langer dan 3 jaren. Handhaving van de 45 urige werkweek voor Nederland alleen wordt door het Verbond van Fabrikanten Vereenigingen geacht niet te veree nigen te zijn met het algemeen belang, dat voor alles eischt een welvarend bedrijfsleven en goed koope productie. Daarom wordt ook een spoedi ge wijziging van onze Arbeidswet aanbevolen in den geest als hierboven als grondslag voor een nieuwe internationale regeling aannemelijk wordt geoordeeld. Over het hooren van arbeiders-vakvefeenigin- gen door den minister van arbeid bij aanvragen om overwerk e.d. wordt opgemerkt, dat hierin de kiem ligt van de medezeggenschap der werk nemers op de bedrijfsgestie van den individuee- len werkgever. In een uitvoerig betoog wordt dit beginsel der medezeggenschap bestreden. Het verzet gaat niet tegen de wensichelijkheid, dat een onder nemer met zijn eigem arbeider over een voorne men om van ruimere bepalingen der wet gebruik te maken overleg pleegt, maar richt zich tegen een wettelijke verplichting, die noodzakelijk de erkenning van een recht van medezeggenschap in zich sluit. De bestuurders dringen er op aan, dat de Staten-Generaal op krachtige wijze uitspreken, dat het overleg, dat door de overheid ten aanzien van verzoeken om dispensatie van bepalingen der Arbeidswet 1919 met vakvereenigingen thans leeds plaats vindt, en door ratificeering van het vei drag van Washington wettelijk zou worden gesanctionneerd, de grondslagenvan ons produc tiesysteem aantast en mitsdien ontoelaatbaar is. Dat de minister ami den arbeid bij het verlee nen van overwerkvergunningen en andere ver gunningen voorwaarden omtrent het loon stelt, acht adressant niet toelaatbaar. Het adres bepleit r dat het eigendomsrecht na drukkelijk worde geëerbiedigd en beschermd dat de belastingdruk door ingrijpende bezuini ging in land, gewest en gemeente belangrijk wor de Verminderd dat den ondernemer de grootst mogelijke bewegingsvrijheid worde gelaten dat in het algemeen in het beleid van regeering en wetgevei het evenwicht tusschen ethische en economische motieven worde hersteld daardoor een indruk te krijgen van het vreem- delingenbezoek in den afgeloopen zomer. De antwoorden liepen nogal uiteen, wat het bezoek betreft, daar sommige plaatsen druk bezocht schijnen geweest te zijn, terwijl andere zeer klaagden over het slechte bezoek. De algemeene indruk is wel, dat de valuta en passenkwesties de vreemdelingen zeer heb ben afgeschrikt, en voor de Hollanders wat den eersten factor betreft eene aansporing zijn ge weest naar het buitenland, vooral Duitschland en Oostenrijk te gaan. In de meeste plaatsen zijn de pensions goed bezet geweest, terwijl de hotelhouders over het algemeen klagen. In alle antwoorden is de hooge prijs, dien men in de hotels moet betalen, het Leitmotiv. Waar die prijzen, meestal op aansporing van de betreffende V. V. V., verlaagd zijn, is het be zoek gunstig te noemen. Van de plaatsen, die tevreden waren, noemen wij Arnhem, Nes op Ameland, Oosterbeek, Putten, Valkenburg, Wijk aan Zee. Arnhem dat dit jaar veel reclame heeft gemaakt, geelt op, dat in de maanden Juni, namen te vermelden in de opgaven, model 4, over de maand Augustus 1921 (zie hierbij art. 7, derde lid, van het Landstormbesluit). Iu(|cz(tii(|en llededreliuyen. Juli en Augustus 1921, volgens politie-rap- port 13.058 vreemdelingen in de hotels verblijf hielden, terwijl in 1920 dal aantal over diezelfde maanden slechts 7499 was. De door de A. V. V. V. gehouden vreemdelingen-statistiek stelt haar in staat, de fluctuaties in het vreemdelingenverkeer geregeld te controleeren. V reemdelingenbezoek. oor de Algemeene Nederlandsche Vereeni- ging voor Vreemdelingenverkeer te 's-Graven- hage, is een onderzoek ingesteld, bij de verschil lende Vereenigingen voo>r Vreemdelingenverkeer in de voornaamste zomer-verblijfplaatsen in ons land, ten einde geguvens te verzamelen en Het Belgische loodswezen op de Schelde. Men meldt uit Brussel De afdeeling zeeweren van het ministerie van spoorwegen enz.heeft een offieieelemeededee- ling uitgegeven overde herziening van den loods- dienst, op de Schelde, waarmee men nog niet voortgaat. Het zeewezen heeft in Engeland twee- stoomtreilers aangekocht, welke het tot loods- booten heeft laten verbouwen, zoodat de Belgi sche loodsdienst thans 7 stoombooten felt. Dank zij de uitbreiding van materieel, heeft men de twee kruisposten kunnen verdubbelen, die in het Oostgat in December 1920, die in de Wielingen in Februari 1921. Die in het Oostgat ligt ter hoogte van 't baken van Middensteenhang, onge veer in de lijn van de lichtboeien Hoek en Schou- wenbank. In deWielingen kruisen de booten ter hoogte van de lichtschepen West-Hinder en Wandelaar. In het jaar 1920 zijn 8206 schepen de Schelde opgevaren met bestemming Antwerpen, Gent of Brussel, in 1919 waren het er 4955. Vandeze 8206 schepen zijn er 4917 bediend, door Belgische loodsen en slechts 2008 door Nederlandsche, 1221 hebben geen oods gebruikt. Voor 1919 wa ren deze cijfers 2495, 1485 en 987. Vergelijkt men deze cijfers, zoo zegt de meedeeling, dan blijkt, dat naar verhouding het aantal schepen, dat geen loods nam, is verminderd. Voorts was het aandeel van den Belgischen loodsdienst in 1920 percentsgewijze hooger dan i 1919. Het bedraagt ongeveer60pCt.van de inkomende schepen, voegt men hierbij de 83 pCt. van de uitgaande schepen, dan komt men tot een gemiddeld totaal van 71.5 pCt. in 1920 tegen 60 pCt. in 1919. Lichting 1921. Over het onderwerp „sterkte lichting 1921" heeft de minister van Oorlog een schrijven ge richt aan de burgemeesters van den volgenden inhoud Bij de wet van 9 September 1921 (Staatsblad no. 1051) is bepaald, dat uit de wet van 16 Februari 1921 (Staatsblad no. 60) het tweede lid van art. 2 vervalt. In verband hiermede verzoek ik u, aan al degenen, die van u eene kennis geving ontvingen als bedoeld in het voorlaatste lid van den dezerzijdschen brief van 17 Februari 1921 afd. Dienstplicht no. 141 O. spoedig te be- Fchten, dat zij als gevolg van de totstandkoming van eerstgenoemde wet met ter inlijving bij de militie zullen worden opgeroepen. Na hun toe stemming ter inlijving bij de militie, welke door art. 2, tweede lid, der genoemde wet van 16 Februari j.l. voorwaardelijk kwam te vei val len, voor goed is vervallen, zullen zij moeten Worden gerekend te behooren tot de personen, bedoeld in art. 2, eerste lid, onder lo. b der Land stormwet, Vangt de landstormplicht voor der gelijke personen in den regel aan. met 1 December van het jaar, waarin zij hebben deelgenomen aan de loting voor de militie (art. 3, eerste lid, Landstormwet) in dit geval kan deze regel tengevolge van de getroffen bijzondere wettelijke maatregelen geen toepassing vinden en zal als datum van aanvang van den landstormplicht be schouwd behooren te worden die, waarop de wet van 9 September 1921 Staatsblad no. 60) in wer king treedtdat is 9 October 1921. U gelieve, voor zooveel u aangaat, te bevor deren, dat deze personen voor den landstorm worden ingeschreven, althans voor zoover zoo danige inschrijving niet om de eene of andere bijzondere reden (verleende vrijstelling) reeds heeft plaats gehad. Moet hun inschrijving voor den landstorm geschieden in een andere ge meente, dan die waar zij voor de militie zijn in geschreven, dan verdient het aanbeveling hun Gemengd Nieuw*. Mislukte aanval op een kassier Maandag jl. werd, naar wij in de Engelsche bladen lezen, te New-York een poging gedaan om den kassier van de New-York, New Haven en Hartford spoorweg aan het centraal station te berooven. De poging werd te half tien voor middag ondernomen, toen het station gevuld was met duizenden reizigers, die van de voorsteden naar hun werk in de stad gingen. De roovers drongen den kassier in een gang. Een van hen loste een schot op den kassier, dat hem in de zijde trof. De aangevallene liet een zak met 4000 dol lar vallen en sloeg op zijn aanranders in. Een politiebeambte, die den kassier te hulp schoot, kreeg een kogel in den schouder, maar trok zijn revolver en hield die een der bandieten voor. Deze werd gearresteerd. De twee ande ren slaagden erin in het gedrang te ontvluchten. De daling van de mark. Naar aan leiding van de daling van denDuitsche markkoers merkt .de Matin" op, dat de waardeverminde ring van hetDuitsche geldvoor een gedeelte toe te schrijven schijnt aan den indruk, welke de rede van den vroegeren minister van buiten landsche zaken in het buitenland heeft ge maakt. Men zou uit deze rede namelijk willen opmaken, dat Duitschland alle betalingen voor het herstel aan de geallieerden zou willen sta ken. Een verdere verklaring voor de daling is te zoeken in het feit, dat de Duitsche regeering in den laatsten tijd belangrijke credieten heeft afgelost, vooral in Nederland, terwijl tege lijkertijd aanzienlijke bedragen buitenlandsche wissels werden opgekocht, ten einde de noodige grondstoffen en levensmiddelen te kunnen be talen. Sluwe bandieten. Vele winkeliers te New-York zijn het slachtoffer geworden van roo- verijen, waarbij een aardig uitziend meisje een hoofdrol speelde. Zij hield de wacht, terwijl haar medeplichtigen zich beijverden, de geldladen te lichten. De New-\ orksche politie noemde haar miss Alibi en ofschoon zij met haar beide mannelijke compagnons misdaad op misdaad pleegde en niet kon worden gevat, heeft zij door haar harts tocht voor het schrijven van minnebrieven en door de zwakheid van haar minnaar om deze brieven te bewaren, in plaats van ze te vernieti gen, een onweerlegbaar bewijs van haar schuld gegeven. De modus operandi van dit edele trio was de volgendeHet meisje ging den tot doelwit ge kozen winkel binnen op een oogenblik, dat er geen andere klanten waren. Zij bleef dan wat bij de deur staan dralen om de zaken, die in de uitstalkast waren tentoongesteld, eens te bezien, en onderwijl wat bonbons uit haar doos je etend. Zoodoende fungeerde zij in werkelijk heid als uitkijkpost. Haar twee metgezellen kwa men dan na haar den winkel binnen en terwijl een hunner dan den winkelbediende met zijn revolver in bedwang hield, ledigde de ander het kasregister. Deze laatste maakte zich dan snel uit de voeten, gevolg door den eersten die wan neer hij dan het schijnbaar hevig geschrokken meisje passeerde, snel zijn revolver in haar bon bondoosje wierp. In de opwinding van het oogen blik zou niemand deze kleine beweging bemerken en zelfs indien de politie ter plaatse kwam, zou ook deze er niet aan denken, dit kleine meisje te verdenken en eens een onderzoek in haar doosje met bonbons in te stellen. Indien dan een van de mannen werd gepakt, miste men op hem de bewuste revolver en zoo had hij altijd een kans, dat het onmogelijk zou zijn, hem aan te wijzen als de schuldige. Dit systeem ging dan ook goed, net zoolang, totdat een van de mannen, die onder verden king van de detectives stond, in zijn kamer werd gearresteerd en men brieven op hem vond. In die brieven vertelde het meisje hem in geuren en kleuren van haar avonturen, waar- aan zij had deelgenomen en in een van de brie ven zeide zij, dat zij hem de revolver zou terug geven op dezelfde wijze, waarop zij hem zoo dikwijls voor hem had gedragen, n.l. in de doos met chocolaadjes. NIEUWE SCHÏEDAMSÜHE COURANT wordt door 21.000 arTsen erkend als het beste versterkingsmiddel voor Zenuwen en Lichaam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 5