kan eerstgemeld artikel met 7458,33 en laatst
gemeld artikel met 14787,51 worden vermin
derd.
Overigens kan niet worden toegegeven, dat
het achterwege laten van de vestiging van een
aantal nieuwe inspecties der directe belastin
gen aan de schatkist zou ten goede komen.
Het instituut der buitengewone kommiezen
aan de grens vormt een onderdeel van de, in
verband met de tijdoomstandigheden, in het
leven geroepen organisatie Voor de grensbe
waking. De uitgaven voor bedoeld instituut,
welke ten laste van den crisisdienst komen,
zijn belangrijk, immers van 4.000.000 tot,
1.500.000, teruggebracht. De vraag, of de
zooeven bedoelde organisatie en daarmede het
instituut der buitengewone kommiezen voor
verdere inkrimping vatbaar is, is in onder
zoek.
Het bedrag van het totaal aan huurwaarde
van de in de personeele belasting betrokken
perceelen beliep over 1919 213.326.881.181/.,
en over 1920 235.021.931. De Vermindering
naar art. 13, 1, der wet beliep over 1919
66.099.60ö, en over 1920, ten gevolge van de
wettelijke Verhooging van de bedragen van
aftrek 94.497.231. Hieruit volgt, dat het be
drag waarover het percentage der belasting
berekend is, over 1920 minder heeft bedragen
dan over 1919. Bovendien wijzen de getallen
uit, dat de stijging der belastbare huurwaarde
niet bovenmatig, immers slechts ongeveer tien
ten honderd is geweest.
Voor zoover het zich thans laat aan
zien, zal de Tabakswet op 1 Maart 1921 kun
nen worden ingevoerd.
Het is niet juist, dat bij de voorbereiding
van de uitvoering der wet zou zijn gebleken,
dat daarvoor een groot aantal nieuwe ambte
naren zal moeten worden aangesteld. Vermoe
delijk zal kunnen worden volstaan met het
geven van eenige uitbreiding aan het bestaan
de aantal kommiczen.
De opbrengst der speelkaartenbelasting
bedroeg in 1920 vanaf de invoering op. 1 Augus
tus 136.341.75 en over de eerste tien maanden
van 1921 55.489.25. De hooge opbrengst in den
eersten tijd is te verklaren uit het feit, dat de win
keliers hunne voorraden moesten laten stempe
len. Dat de opbrengst daarna in buitengewone
mate is teruggegaan, behoeft niet te verwonderen,
daar voor de invoering der belasting het publiek'
zich ruimschoots heeft voorzien van ongestem
pelde kaarten, zoodat de afname van gestempel
de kaarten in den eersten tijd abnormaal laag
zal blijven. Eerst nadat de belastingwet eeni-
gen tijd zal hebben, gewerkt, zal het mogelijk
zijn zich omtrent de baten die daaruit zijn te
wachten, een juist oordeel te vormen. Dat de
perceptiekosten van deze belasting een niet
onbelangrijk bedrag vertegenwoordigen, kan
niet worden toegegeven.
Ook de minister is van meening, dat een
technische herziening van het tarief van in
voerrechten noodzakelijk is. Hij vreest deze
met binnen een half jaar te kunnen tot stand
brengen, maar vertrouwt, wanneer niet ook
op dit punt het betere de vijand van het goede
zal blijken te zijn, binnen afzienbaren tijd
onder voldoende medewerking deze hervor
ming haar beslag te zullen doen krijgen.
Voor de meening, dat het invoerrecht op
vleesch wijziging behoeft, omdat dit niet in
een juiste verhouding staat tot den accijns
op het geslacht, moge grond hebben bestaan
toen de prijs van bevroren rundvleeseh, dat
hier te lande wordt ingevoerd gemiddeld hooger
was dan ƒ60 per 100 K.G., sedert die prijs
lager is, overtreft het de invoerrecht ad ƒ6
per 100 K.G. de som, die als geslachtsaccijns
zou moeten worden betaald. Bij een verdere
daling van den prijs van bevroren vleesch,
die niet kan uitblijven nu de prijzen van slacht
vee hier te lande terugloopen, zal het invoer
recht automatisch zelfs eenigszins bescher
mend gaan werken.
Bij de beantwoording van de onder het
hoofd „lage stand der geldeenheid" weer
gegeven opmerkingen, stelt de minister
voorop, dat het, naar zijn meening, minder
juist is, uitsluitend het oog te vestigen op den
stand van de Nederlandsche geldeenheid ten
opzichte van den dollar. Het geldt niet een
Nederlandsch, doch een Europeesch probleem
Amerika bevindt zich tegenover geheel Europa
in een bijzondere positie en onder de Euro-
peesche landen neemt Nederland in dit op
zicht een zeker niet ongunstige plaats in De
vraag, waarop het ten dezen aankomt, is of
onder de bestaande internationale omstandig
heden op korten termijn maatregelen zouden
getroffen kunnen worden, welke een duur
zaam herstel van de- positie tusschen den
gulden en den dollar verzekeren. Van deze
vraag hebben de leden die de opmerking maak
ten zich blijkbaar niet voldoende rekenschap ge
geven, waar zij als bewezen aannamen, dat de
prijzen in guldens hooger zijn, „dan het geval be
hoefde te zijn." Het zal, zegt de minister, wel
geen betoog behoeven, dat de beoordeeling van
deze aangelegenheid, in de eerste plaats tot de
competentie behoort van de directie der Neder
landsche Bank. Dit neemt niet weg, dat de regee
ring zich rekenschap had te geven van de juist
heid van het door de bankdirectie ingenomen
standpunt en zulks zoowel wegens het algemeen
belang, bij de zaak betrokken, als wegens de ver
antwoordelijkheid, welke zij ten opzichte van de
goud-politiek droeg door het handhaven van
het uitvoerverbod van goud. De van de heeren
mr. G. W. J. Bruins, mr. F. S. van Nierop,
dr. A. Plate en mr. M. W. F. Treub destijds
ontvangen adviezen leidden haar tot de slot
som, dat de goud-politiek der Nederlandsche
Bank als juist moet worden gerekend.
In deze adviezen werd de vraag of het in
het algemeen belang wenschelijk zou zijn tot
afgifte "van goud op groote schaal te besluiten
zonder uitzondering ontkennend beantwoord.
De regeering is derhalve van oordeel dat er
voor haar geen aanleiding bestaat tot het ne
men van maatregelen. Met de bankdirectie en
met vorengenoemde deskundigen meent zij dat
ten deze met groote voorzichtigheid en onder
het sparen van onze goudreserve, moet te werk
worden gegaan, om tot deflatie en tot herstel
van de pariteit tusschen gulden en dollar te
geraken. Inderdaad heeft de Nederlandsche
Bank in het boekjaar 1920/21 een belangrijke
winst op hare buitenlandsche wisselporte
feuille gemaakt, in hoofdzaak sproot die winst
voort uit liquidatie van credit saldi in Ame
rika. Deze saldi vonden niet haren oorsprong
in den uitvoer van goud uit Nederland naar
Amerika. Het is der regeering niet duidelijk
op welken grond zij er bezwaar tegen zou kunnen
opperen, dat deze winst door de bank werd
gemaakt. Hierbij dient ook in het oog te worden
gehouden, dat in vorige jaren voor de bank uit
de depreciatie van andere valuta's tegenover den
gulden verliezen zijn voortgevloeid en voorts,
dat de winsten der Bank voor het overgroote deel
in s Rijks schatkist vloeien. Van de totale winst
over het boekjaar 1920—1921 ad 27.413.007.46
kwam niet minder dan 22.322.665,08 aan den
staat ten goede.
Zoover door eenige leden in. herinnering
werd gebrqcht, hebben in het afgeloopen jaar
door de Nederlandsche Bank, goudzendingen
naar Amerika plaats gehad, in totaal ten be
drage van 30 millioen gulden. Ten opzichte
van deze zendingen is toegepast de regeling,
welke vóór de oprichting van de N.U.M. was
getroffen, door de toenmalige ministers van
financiën en landbouw. Deze regeling bestond
hierin, dat voor goudzendingen door de Neder
landsche Bank niet in elk bijzonder geval toe
stemming van den minister van landbouw, nij
verheid en handel zou vereischt zijn, doch
volstaan zou kunnen worden met de machti
gmg van den minister van financiën. De di
rectie van de Ned. Bank heeft principieelc be
zwaren tegen het vragen van consent aan de
N.U.M., zoodat zij ongetwijfeld niet tot de
meerbedoelde goudzendingen zou besloten heb
ben, wanneer deze van een consent van den
N.U.M., afhankelijk waren gesteld. Het overleg
dat de minister omtrent deze aangelegenheid
met de directie der Ned. Bank voert, en dat
naar hij zich vleit tot oplossing ook voor de
toekomst van de gerezen moeilijkheid zal lei-
deja is nog niet beëindigd.
De minister meent op dit oogenblik zich van
nadere inededeelingen te moeten onthouden
Ten aanzien van de Staatsloterij,
merkt de minister op, dat de gewenschte uit
breiding der loterij, welke het bestaan onmo
gelijk zou maken van de particuliere loterijen,
zoo omvangrijk zou moeten zijn en voor den
Staat een zoodanige risico zou meebrengen, dat
daaraan niet valt te denken.
Door de betrekkelijke onschuld der instelling
wordt afschaffing er van niet urgent geacht.
Aangaande de Domaniale m ij n wordt
opgemerkt, dat zoowel vóór het uitbreken van
als gedurende de jongste staking door de Re
geering pogingen zijn aangewend om deze
te voorkomen of te beëindigen. Bij de bespre
kingen, dienaangaande gevoerd, kwam scherp
op den voorgrond het feit, dat de Domaniale
mijn, doordat zij ingevolge het bestaande con
tract een percentage van de bruto-opbrengst
aan den Staat moet uitkeeren in tijden van
dalende kolenprijzen eer neiging vertoont, on
gunstige bedrijfsresultaten te verkrijgen, dan
andere mijnen. In zoover hierdoor voor' haar
de noodzakelijkheid tot loonsverlaging kan
worden geschapen, op een oogenblik, dat of
in een mate waarin zich deze bij andere mij
nen nog niet voordoet, kan feitelijk de figuur
zich voordoen, dat de uitkeering aan den Staat
betaald wordt door de arbeiders.
Teneinde aan dezen toestand een einde te
maken, verklaarde de Regeering in den loop
van September zich bereid, een wijziging van
het contract bij de Staten-Generaal te bevor
deren, waardoor voortaan een percentage niet
van de bruto, doch van de netto-winst aan
den Staat verschuldigd zou zijn, waartegen
over het bestuur der mijn zich verbond tot
een belangrijke concessie in het hangend sta
kingsconflict en tot wederopvatting van het
overleg met de overige mijndirecties in zake
de arbeidsvoorwaarden. Het betreffende wets
ontwerp is nog niet ingediend, doordat omtrent
de vraag, wat als netto winst zal zijn te be
schouwen, nog niet volkomen overeenstem
ming bereikt is. Verwacht mag worden, dat
binnenkort een bevredigende oplossing 'dien
aangaande zal zijn verkregen, waarna de Sta
ten-Generaal in de gelegenheid zullen zijn,
deze te beoordeelen en. bij accoordbevinding
een belangrijken stap te doen tot verzekering
van een even regelmatige exploitatie der Do
maniale mijn als d~e van de over'ge mijnen
m Zuid-Limburg.
op zich zelf uitwijst doch het had alleen de
strekking om, ter voldoening aan de vele tot
het bureau ter zake gerichte vragen, aan be
langhebbenden eenig inzicht in deze materie te
geven, waarhij niet is nagelaten op het globaal
karakter der verstrekte cijfers te wijzen.
Van een onderzoek naar de juistheid van de
gegevens,hetwelk uiteraard in Indië zou moeten
plaats hebben, is weinig heil te verwachten met
het oog op de verschillende factoren, welke zich
bij de beoordeeling daarvan voordoen, zooals
uiteenloopende plaatselijke toestanden, persoon
lijke opvattingen omtrent levenswijze, enz.
Bovendien zijn de gegevens wegens den na de
verstrekking en openbaarmaking verloopen tijd
verouderd, zoodat het boekje hetwe'k alleen op
aanvraag werd uitgereikt, en dus niet in den
handel verkrijgbaar was, thans niet meer wordt
verstrekt.
JjOverigens zal, indien te ecniger tijd opnieuw
tot de samenstelling Van een dergelijke brochure
mocht worden besloten, nauwKeurig worden
overwogen op welke wijze aan geopperde beden
kingen, voor zoover deze niet ongegrond zijn,
kf n worden te gemoet gekomen.
Ontwerp-verdragen van Genua.
Ingediend zijn drie wetsontwerpen, n.l. tot
goedkeuring van het ontwerp-verdrag van
Genua tot vaststelling van den minimum
leeftijd van toelating van kinderen tot arbeid
op zee tot Voorbehoud der bevoegdheid tot
toetreding tot het ontwerp-verdrag van Ge
nua betreffende plaatsing van zeelieden en
tot voorbehoud der bevoegdheid tot toetreding
tot het ontwerp-verdrag van Genua betreffende
schadeloosstelling voor werkloosheid in geval
van verlies van het schip door schipbreuk.
VolgensJde artikelen 1 en 2 van eerstge
meld ontwerp is arbeid van kinderen bene
den 14 jaar aan boord van zeeschepen ver
boden, tenzij aldaar uitsluitend leden van
één gezin werkzaam zijn.
Artikel 2 van het in de tweede plaats ge
noemde ontwerp verbiedt de uitoefening van
arbeidsbemiddeling voor zeelieden door per
sonen, vennootschappen of instellingen als be
drijf, met het doel winst te maken. Terzake
van arbeidsbemiddeling zal geen zeeman ooit
betaling verschuldigd zijn direct noch indi
rect, van eenige persoon, vennootschap of
instelling.
In de memorie van toelichting op het derde
ontwerp wordt gezegd, dat dit ontw«rp-ver-
drag voor de zeelieden gunstiger bepalingen,
geeft dan het Wetboek van Koophandel. Vol
gens de nieuwe regeling van het ontwerp-ver
drag zullen de schepelingen aanspraak op
loon behouden niet alleen wegens de reis, waarop
het schip verging, doch ook daarna gedurende
minstens 2 maanden.
Dat de wettelijke voorschriften betreffen
de de verhouding tusschen reeders en schip
pers enz. algemeene herziening behoeven, kan
niet worden ontkend. De herzieningscommissie,
ingesteld door den minister Van Justitie, in
Maart 1921 had tegen dit ontwerp-verdrag
geen bezwaar.
Deze drie ontwerp-verdragen zijn aangeno
men door de Internationale Zeelieden-Con
ferentie, gehouden in 1920 te Genua.
Gemengd Nieuws.
Misluk t. In den nacht van Zaterdag op
Zondag is ingebroken in do zaak van de Wed.
Kraus aan de Hoogstraat te R'dam. Over het
hek geklommen aan de Kipstraat vernielden de
dieven een ruit van, een deur, welke zij gefor
ceerd hadden, hetgeen de aandacht trok van een
agent en een nachtwaker, waarvan de laatste
op de Kipstraat gekomen, een man zag, die
zich daar tegen den schoorsteen staande, op
hield. Agent en nachtwaker arresteerden dezen
man, die op een desbetreffende vraag antwoord
de gekomen te zijn om schaatsen te halen.
Voorts deelde hij mede, dat zijn metgezel
zich nog in het gebouw bevond. Een met een
inmiddels sterk aangegroeide politiemacht inge
steld onderzoek, leverde geen resultaat op.
Den anderen morgen bleek evenwel, dat.
zich de tweede nog in het gebouw had be
vonden en zich op dezelfde wijze had verwijderd
als hij gekomen was.
Inc'dent in den Arnhemschen
Gemeenteraad. Gistermiddag te kwart
over twee werd bij de zitting van den gemeente
raad door een zekeren Lantema, photograaf te
Arnhem, vanaf de publieke tribune met een groo-
ten steen naar den burgemeester gegooid.
Deze werd aan het hoofd verwond. De dader
werd door de politie gearresteerd en onder
hevig verzet naar het politiebureau gebracht.
De reden van deze daad is vermoedelijk
gelegen in het feit, dat de photograaf de plaats
niet gekregen heeft, welke hij de vorige jaren
in Sonsbeek placht te bezetten.
Na eenige oogenblikken keerde de burge
meester in de vergadering terug.
Hel leven in Indië.
Antwoord van den minister van koloniën
op vragen van den heer Van Kol betreffende
het door het departement van Koloniën, uit
gegeven boekje: „Een en ander over dekosten
van het leven in Nederlandsch-Indiëin 1920:"
Bij onderzoek is gebleken, dat de gegevens'
voorkomende in het door den heer Van Kol be
doelde boekje door het inlichtingenbureau voor
den Indischen dienst van het departement van
koloniën zijn verkregen van ambtelijke en andere
personen in Nederlandsch-Indië, aan wier goede
trouw in geen enkel opzicht behoeft te worden
getwijfeld.
Het boekje heeft niet de bedoeling gehad een
volledig beeld te geven van de kosten van het
leven in Nederlandsch-Indië hetgeen de titel
De werkloosheidsverzekering.
Gemeld wordt dat de bond van Besturen van
vereenigingen behoorende tot den Handeldrij-
venden en Industrieelen Middenstand te 's-Gra-
venhage in zijn laatst gehouden bestuursver
gadering besloten heeft gevolg te geven aan een
door de Vereeniging van Fabrikanten en Hande
laren te s-Gravenhage tot hem gericht verzoek,
in zake de werkloosheidsverzekering. Bedoelde
vereeniging wees den Bond op de bij den mi
nister van Arbeid bestaande plannen om den
steun aan werkloozen te vcrleenen, alweder
op geheel nieuwen voet in te richten. Naar be
kond is de minister voornemens om dien steun
meer direct door de meest nabij betrokken
werkgevers te doen dragen.
Daartegen nu zal de Bond, ter voldoening
aan gemeld verzoek, bij de regeering optre
den. Een daartoe strekkend adres met toe
lichting werd samengesteld. Aan de 40 Haag-
sche organisaties, leden van den Bond, zal
worden verzocht om het streven om in dezen
ongunstigen tijd het bedrijfsleven nog meer
direct te bezwaren, althans den persoonlijken
werkgever zwaarderen druk op te leggen, mede
te willen helpen keeren.
Spoorwegen.
Naar wij vernemen, heeft de commissie uit
de hoofdbesturen der vier bonden van spoorweg
personeel, dat het ontwerp der wijzigingen in
de diensttijden van de directie der Nederlandsche
Spoorwegen zou onderzoeken, aan de hoofdbestu
ren medegedeeld, dat die verslechteringen van
den arbeidstijd, onaanvaardbaar zijn.
De hoofdbesturen zullen nu nader hun hou
ding bepalen, alvorens op 1 December de
conferentie zal plaats hebben tusschen de di
rectie en de vertegenwoordigers der vier bon
den over de ontworpen diensttijd-verslechterin
?en- (Tel.)
Directeur der Teyler-stichting.
Tot directeur van de Teyler stichting te Haar
lem is gekozen in de vacature van mr. Thöne,
de heer J. C. Tadema.
Een belegering. In zake de belegering
in de buurt van Sprundel, deelt de „Grondwet"
mede, dat de man thans gearresteerd is. Daaraan
is nog heel wat voorafgegaan.
Marechaussée, gemeentepolitie en rijksveld-
wacht hielden dag en nacht den omtrek bezet.
Manschappen der brigade Sprundel en Roosen
daal der Koninklijke Marechaussée zijn steeds
op wacht. Zeker meer dan 40 man politie kwa
men in actie. Door de ramen, waarvan ver
schillende zonder ruiten zijn, schoot de man,
zoodra hij een uniform ontwaarde. Somwijlen
kwam hij naar buiten, en ook dan klonken scho
ten. De politie liet dez-; schietpartij niet onbeant
woord.
Ook des nachts scheen de belegerde druk be
zig. Geheel den nacht door brandde er een vuur
in een de vertrekken. Wanneer de man sliep,
begreep niemand. Men zag de zaak donker in
zooals schier overal op het platteland, had de
man voldoende levensmiddelen in huis.
Dinsdagmorgen was de geheele omgeving van
de woning afgezet door een afdeeling mare
chaussee. Af en toe sprong de man achter deur
of raam en joeg dan, hevig tierende, een kogel
door de lucht.
Het bericht van deze merkwaardige belege
ring had verscheidene menschen uil de om
streken op de been gebracht, zoodat de weg ter
plaatse op een gegeven oogenblik zwart van de
menschen zag.
Te ongeveer 10 uur Donderdagmorgen arri
veerde per auto de kapitein der marechaussée,
die met een revolver gewapend, poolshoogte
nam in de onmiddellijke nabijheid van de wo
ning.
Nadien is een volledige kring gelegd om de
woning. Manschappen van de brigade Zeven
bergen, Etten, Roosendaal, Sprundel en Zun-
dert waren hiertoe gerequireerd. In den middag
had de woning een waar bombardement te door
staan van steenen en puin, waarmede een
bende jongens het huis bombardeerde, onder
dekking der marechaussées. De woning zag er
daarop als een volkomen ruine uit. De man
echter bleef niettegenstaande dit alles volkomen
rustig. Onder het hevigste lawaai hoorde men
hem nog kachelblokjes kloppen en bleef hij
lust% doorstoken. Slechts de nadering van een
Uniform, lokte hem uit zijn kasteel.
In den avond heeft de woning onophoudelijk
onder vuur gestaan, en ten slotte is een schot
gelost door een kelderluik naar binnen. Deze
schoten hebben hun gewenschte uitwerking
niet gemist, want nadien is de zonderling blijk
baar bevreesd geworden. Men hoorde niets meer.
Ten slotte heeft hij zich des nachts overgege
ven. ITij had een kruisbeeld omgehangen.
Bij zijn arrestatie heeft hij zich nog hevig
verzet. Men heeft hem op een wagen gebonden
en hem zoo naar het gemeentehuis te Rucphen
vervoerd.
Het blijkt dat de man volslagen krankzinnig
is. Daarom zal hij naar een krankzinnigenge
sticht vervoerd worden.
Het huis is een volkomen runïe.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
W atergebrek. De directie van het Pro
vinciaal Waterleidingsbedrijf in Noord-Holland,
deelt mede, dat de schaarsche en onregelmatige
waterlevering te wijten is 1aan breuken ont
staan in de hoofdtoevoerleidingen naar de Zaan
streek, waardoor veel water verloren is gegaan, 2.
aan de langdurige droogte, waardoor de duin-
waterwinplaatsen bijna uitgedroogd zijn. Daar
om zijn reeds nieuwe putten moeten aangeboord-
worden en hoopt men binnen een paar weken
verbetering in de onvoldoende watervoorzie
ning te brengen,
Volksbadhuis.
In de week van 4—10 Deo. '21 werden geno
men 629 baden.
lste Klasse kuipbaden 47 regenbaden 104.
2de Klasse kuipbaden 51 regenbaden 420;
kinderbaden 7.
Kopen h age n—R otterdam. Tus
schen Kopenhagen en Rotterdam zal in het
voorjaar een luchtlijn geopend worden, welke
een directe aansluiting zal hebben op de boot
naar Londen. De Deensche Luchtvaart-Maat
schappij, (Danska Luftfartsbolkget) die hiertoe
zal overgaan, heeft Rotterdam gekozen, als zijn
de een luchthaven met groote afmetingen en een