DAGBLAD VOOR SCHIEDAMOMSTREKEN. 44ste Jaargang. Zaterdag 17 December 1921. No. 13213. Bureau KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal «5. Postbus39. Abonnementen per 3 maanden 2.—, per week 15 cent, franco per post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. 1 A d v e r te n 11 n 1—5 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per resel Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraae toegezonden. Incassokosten worden berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen TWEEDE BLAD. B I n o e n i a u «- Wijziging posttarieven. Met 1 Januari a.s. worden o.a. de volgende wijzigingen gebracht in de posttarieven en -be palingen Binnenland. Frankeering bij abonnement kan geschieden van a. gedrukte stukken in den vorm van perio dieke uitgaven, welke ten minste eenmaal per maand verschijnen en bij ten minste 100 ex. tegelijkertijd ter post worden bezorgd b. de overige gedrukte stukken, welke bij ten minste 2000 met elkander overeenstemmende ex. gelijktijdig ter post worden bezorgd c. Nieuwsbladen in den zin der postwet, welke bij ten minste 100 ex. gelijktijdig ter post wor den bezorgd. Op het port der gedrukte stukken, waarvan de frankeering bij abonnement geschiedt, wordt een korting toegestaan van 10%. Braillcdrukwerkenhet port wordt 1 cent per 500 gr. of gedeelte Van 500 gr. Monsters, maximum gewicht wordt 500 gram. Op aangeteekendc stukken zonder aangege ven waarde, mag het adres met inktpotlood ver meld worden. De korting, welke de uitgevers moeten ver- leenen op den abonnementsprijs van nieuwsbla den, welke door tusschcnkomwt der posterijen worden geleverd, bedraagt ten minste 10%. Buitenland. Maximum gewicht brieven wordt 2 K.G. ma ximum afmeting 45 c.M. langs elk der zijden. Bij Verzending ;n rolvorm 75 bij 10 c.M. Maximum gewicht van op voet der gedrukte stukken verzonden gedrukte boekdoelen en voor alle braille-drukwerken is bepaald op 3 K.G. Dat voor alle andere drukwerken op 2 K.G. De verkoopprijs hier te lande der antwoord coupons is dertig cent. Verkoop en inwisseling ten behoeve van denzelfden persoon is beperkt tot 10 per dag. De bestaande antwoord-coupons (nominale waarde 25 centimes), blijven geldig met dien verstande, dat deze coupons slechts ingewis seld kunnen worden tegen een frankeerzegel van 10 cent. Adressen van aangeteekende stukken (zon der aangegeven waarde), mogen met inktpot lood geschreven worden. Voor elke Verreken- zending is behalve het port en aanteekenrccbt nog verschuldigd een vast recht wegens ver rekening van 5 cent. Het recht wegens invor dering van het verrekenbedrag is verhoogd van 5 op 71/2 cent. Het recht voor een bericht van ontvangst direct aangevraagd bij de verzending van een aangeteekend stuk, bedraagt 20 cent, vooi een later aangevraagd 40 cent. Voor brieven en doosjes met aangegeven waarde zal verschuldigd zijn a. voor een gewicht tot en met 200 giam een port van 40 centvoor elk gewicht van 50 gram of restend gedeelte van 50 gr. 10 cent, en voorts b. het gewone aanteekenrecht c. het recht van verzekering, gelijk aan dat voor brieven met aangegeven waarde. Voor inklaring en vrijmaking van doosjes met aangegeven waarde, zal hier te lande geheven worden een recht van 25 cent per doosje. Het maximum bedrag van postwissels naai Nederland is gebracht van /480 op 500. Een bericht van betaling aangevraagd bij de storting van een postwissel kost 20 ct., een la ter aangevraagd 40 cent. Het invorderingsrecht voor kwitanties en wis sels is van 5 op 71/, gebracht, daarenboven is verschuldigd een recht van 10 cent voor elke aangeboden, doch onbetaald gebleven waarde. Pakketpos t. Maximum gewicht blijft 5 K.G. Maximum aangegeven waarde wordt gebrac op 1000 (voor zoover andere landen dit be drag toelaten). Bericht van ontvangst: direct bij de ver zending gevraagd 20 ct., later aangevraagd 40 cent. Voor navragen omtrent verzonden pak ketten is 40 cent verschuldigd. Het recht van 1272 cent> dat bij de ter pos bezorging van vrij uit te reiken pakketten wórd geheven, zal vanaf 1 Januari 1922 niet meer ge vorderd worden. De nieuwe reizigers tarieven. Op 1 Januari 1922 treden de nieuwe reizigers- tarieven op de Nederlandsche spoorwegen m werking. De prijzen van gewone plaatsbewijzen wor den gebracht op 6.5 cent voor de le kh, 4.87o cent voor de 2e kl. en 3.25 cent voor de 3e ui Kilometerkaarten worden met in gang van 1 Januari 1922 niet meer afgegeven e ge digheid van het terugreisgedeelte dei ooi 1 Januari 1922 afgegeven kilometerkaarten ondergaat geen wijziging. De afgifte van gezelschapsbiljetten voor vol wassenen wordt hervat deze gezolschapsbil- jetten zullen echter niet in de maanden Jpü Augustus en September afgegeven worden.De aandacht wordt er op gevestigd, dat de van een gezelschapsbiljet gebruik makende personen zoowel de heenreis als de terugreis gezamenlijk afleggen moeten. Plaatsbewijzen voor buurtverkeer worden Voorloopig niet afgegeven. Ongewijzigd blijven de prijzen van de tien- rittenboekjes Utrecht--Baarn, UtrechtBiltho- ven, Utrechtden Dolder en UtrechtZeist, evenals de prijzen der rijwielkaarten. De prijzen der Algemeene Abonnements kaarten, groepkaarten, trajectkaarten, scho- lierkaarten en ambachtsschoolkaarten worden eenigszins verhoogd. Voor de verlenging van den geldigheidsduur van reeds vóór 1 Januari 1922 afgegeven abon nementskaarten, worden de bestaande tarieven toegepast. Voorts worden met ingang van dien datum werkmanskaarten niet meer afgegeven, doch ingevoerd maandkaarten en halve maandkaarton ■3e klasse, welke voor iedereen en zonder beper king van den afstand op de stations en informh- tiebureaux verkrijgbaar zijn. De maandkaarten zijn van den eersten tot en met den laatsten dag eener maand geldig, tusschen de twee op elke kaart genoemde sta tions. De halve maandkaarten zijn van den 16en tot en met den laatsten dag eener maand gel dig, tusschen de twee op elke kaart genoemde stations. De kaarten zijn persoonlijk. Zij zijn slechts geldig, indien daarop door den geabonneerde met inkt zijn handteekening geplaatst is. De prijzen der algemeene abonnementskaar ten bedragen I. II III 1 maand 96 72 48 2 maanden -160 - 120 - 80 3 -224 - 168 - 112 4 -288 - 216 - 144 5 352 - 264 - 176 -6 -416 -312 -208 7 -480 - 360 - 240 8 -544 -408 -272 9 n -608 - 456 - 304 10 -673 - 504 - 336 10 - 672 - 504 -336 11 -736 -552 -368 -800 -600 -400 De prijzen der groepskaartcn zijn I. II. III. 1 maand 80 60 40 2 maanden - 140 - 105 - 70 3 - 200 -150 -100 4 -260 - 195 - 130 5 -320 - 240 - 160 6 -440 -330 -220 7-500 - 375 -250 8 - 500 - 375 - 250 9 -560 - 420 - 280 10 -620 -4655 -31 11 -680 -510 -340 12 -740 -555- 370 De prijzen der trajectkaarten - bedragen per tariefkilometer: I. II. III. 1 maand 2.1.50 1. 2 maanden - 3.80 - 2.85 - 1.90 3 - 5.40 - 4,05 - 2.70 4 - 6.80 - 5.10 - 3.40 5 - 8.— - 6.— - 4. 6 - 9.10 - 6.82 - 4.55 "7 -10.10 - 7.57 - 5.05 8 -11.—- - 8.25 - 5.50 9 - 11.80 - 8.85 - 5.90 10 - 12.50 - 9.37 - 6.25 11 - 13.10 -9.82 - 65. 12 - 13.60 - 10.20 - 6.80 Voor deze drie soorten abonnementskaarter is een waarborgsom van ƒ5. verschuldigd. De prijs der maandkaarten bedraagt ƒ0.50 cent per tariefkilometer; ten minste is een bedrag van 5 verschuldigd. De prijs der halve maandkaarten bedraagt 30 cents per tariefkilometer ten minste is een bedrag van 3 verschuldigd. Voor de maandkaarten en halve maandkaar ten is een waarborgsom van 1 verschuldigd. der te bespreken wijzigingen) aan de gemeenten haar eigenlijke oorlogskosten in voldoende mate vergoed zijn. Het komt den Minister voor, dat de mee ning van die leden welke twijfel opperden, of de aangelegde maatstaf wel als juist kon worden beschouwd, op grond van de omstan digheid, dat aan Amsterdam ruim 14 millioen, aan Rotterdam daarentegen slechts ruim 5 millioen wordt toegekend, geenszins juist is. Financieele moeilijkheden voor gemeenten ontstaan als gevolg van andere omstandighe den, dan die, welke met den oorlogstoestand verband houden, mogen niet leiden tot een nadere uit de opbrengst der Oorlogswinstbe lasting. Deze moeilijkheden zijn onder de oogen gezien bij de behandeling der zoogenaamde nooduitkeering, als gevolg waarvan aan de ge meenten, boven het gezamenlijk bedrag der drie uitkeeringen, nog een bedrag van in totaal 23 millioen zal worden uitgekeerd. Zij zullen boven dien ter sprake komen bij het vaststellen eener definitieve regeling van de financieele verhou ding tusschen het Rijk en de gemeenten. Op de vraag, of het op den omvang der uit- keering invloed heeft gehad, of een gemeente hare tekorten door hooge heffingen van de in gezeten heeft gedekt, of dat zij met lage heffin gen volstond en hare tekorten door leeningen dek te kan worden geantwoord, dat dit verschil in financieele politiek niet den minsten invloed ten voor- of nadeele van eenigc gemeente heeft ge had. Immers alle leeningen, met dat doel geslo ten of fondsen daartoe opgeteerd, zijn omgere kend tot belastingdruk, zoodat alle gemeenten in dezelfde conditie zijn beoordeeld. W apenen voor de Polen. De Berlijnsche „Msb."-redacteur schrijft Onder dit opschrift plaatst het „Bcrl. Tbl. het volgende telegram van zijn correspon dent te Bodenbach In November 1918, kort na de omwenteling zijn, gelijk men zich zal herinneren, Duitsche troepen, die in Vlaan deren stonden, voor een deel op Hollandsch gebied overgegaan en ontwapend. Doör be middeling van het Tsjecho-Slowaksche ge zantschap onderhandelde nu het Tsjecho-Slowak sche departement van landsverdediging met de Hollandsche aurotiteiten, die deze wapenen on der haar berusting hadden, over den aankoop van 60.000 mausergeweren en karabijnen uit deze, zich in Holland bevindende voorraden. De ver tegenwoordiger van het Tsjecho-Slowaksche de partement van landsverdediging, de heer Fritz Steinhardt uit Neurenberg, heeft reeds tot 16 December a.s. een optie op deze wapenen gekre gen. Op dezen wapenhandel wordt in Duitsche kringen in Bohcmen scherpe critiek uitgeoefend, vooral daar verluidt, dat aanbiedingen uit andere landen met hooge valuta afgewezen zijn, en men het voor mogelijk houdt, dat de Tsjechen deze wapenen in 't geheel niet voor zichzelf doch voor hun Poolsche bondgenoo- ten aanschaffen. Deze zouden zich ook in dit geval bediend hebben van de bemiddeling van den bekenden heer Hodac. Tot zoover de correspondent van het „Berl. Tbl." Afgezien daarvan dat de vermoedens van de steeds en overal spoken ziende „Duitsche krin gen in Bohemen" niet van zoo heel veelbeteeke- nis zijn, is de sensationeele vorm, waarin het be richt door het „Berl. lbl." gepubliceerd wordt, misplaatst. Die wapenen immers zijn geen Duit sche wapenen meer, doch belmoren aan Holland dat er hetzelfde mee doen kan als met alle andere Hollandsche wapenen die immers ook voor een deel uit Duitsche fabrieken afkom stig zijn te zijn gestegen, op den duur uitsluitend op de Nederlandsche en Indische markten te dekken Zij acht het derhalve wenschelijk, mede ter verlichting van de Nederlandsche geldmarkt, in een deel dier behoeften te voorzien door het plaatsen van een leening ten laste van Nederl. Indië in Amerika. Uit voorloopige besprekin gen met vooraanstaande Amerikaansche ban kiers is haar gebleken, dat die plaatsing op aan nemelijke voorwaarden zou kunnen geschieden, mits gebruik gemaakt kan worden van de thans op de Amerikaansche belcggingsmarkt gel dende omstandigheden. Eenige bindende toe zegging kon, bij het ontbreken van de vereischte wettelijke machtiging, welke bij dit wetsontwerp wordt aangevraagd, en van elke zekerheid om trent het tijdstip van verkrijgen van die mach tiging van de zijde der bankiers vooralsnog niet gedaan worden. De 1 eg. ziet zich dan ook tot haar leedwezen genoodzaakt op een zeer spoedige beslissing door de Staten-Generaal aan te dringen. Zou het mogelijk zijn, die beslissing binnen enkele dagen te verkrijgen, dan zal, naar de reg. reden heeft aan te nemen, voor een deel van het be drag der leenmg een bevredigende regeling met een consortium van zeer krachtige Amerikaan sche bankiershuizen onverwijld kunnen getroffen worden. Eemeagd Nieuws. De opbrengst der O.-W.-belasting. In zijn memorie van antwoord op het voorloo pig verslag nopens het Wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van het Vilde hoofdstuk B der Staatsbegrootmg voor het dienstjaar 1921. (Derde uitkcering aan gemeenten uit de op brengst der oorlogswinstbelasting), verklaart de Minister van Financiën, dat een recht der gemeenten op het volle een zesde gedeelte van de opbrengst der Oorlogswinstbelasting niet be staat. Wanneer ter voldoening aan de redelijke behoeften der gemeenten met een geringer be drag kan worden volstaan, behoort het meerdere aan het Rijk te verblijven. Hiertegen kan te min der bezwaar bestaan, nu met deze derde uitkce ring (na het aanbrengen van nog enkele hieron- Indische geldlcening in Amerika. De regeering heeft thans bij de Kamer inge diend een wetsontwerp tot het aangaan vaneen ge dleening ten laste van Nederlandsch-Indië m de Vereenigde Staten van Amerika, ter af lossing van vlottende schuld. Daarbij wordt de minister van koloniën ge machtigd tot het te gelde maken in de Vereenig de Staten van Amerika van schuldbewijzen ten laste van Ned.-Indië tot een nominaal bedrag van ten hoogste een honderd millioen dollar. Die te-gelde-making kan geschieden hetzij m eens tot het geheele beloop van dat bedrag, dan wel achtereenvolgens bij gedeelten op de tijdstippen, door den min. van koloniën dienstig geacht. In het laatste geval wordt elke van die gedeeltelijke te-gelde-makingen beschouwd als een afzonderlijke leening ten laste van Nederl. Indië. Deze schuldbewijzen dragen door den minister van koloniën bepaalde rente, welke gemiddeld niet meer mag bedragen dan 772 pet. In de toelichting wordt herinnerd aan het min der gunstige - resultaat van de tweede leening, waartoe verschillende, door den mimster reeds aan de Eerste Kamer medegedeelde, oorzaken medewerkten. De reg. is met de door haar geraadpleegde deskundigen van oordeel, dat het bezwaarlijk zal zijn do leeningenbehoeften van moederland en koloniën, welke thans reeds tot groote hoog- Loonen in Duitse h land en Ne derland. Men meldt uit Duitschland d.d. 12 dezer In Nederland kan men zoo dikwijls hooren be weren, dat de Duitsche werkman voor een hon gerloon werkt en dat daarom Duitschland op de wereldmarkt zoo gemakkelijk kan concurreeren. Antwoordt men dan, dat het niet aangaat, de loonen eenvoudig naar den stand der valuta te herleiden, maar dat de grootere koopkracht van de mark binnen de Duitsche grenzen in aanmer king genomen moet worden, dan volgt tien tegen een de met groote belangstelling gedane vraag, hoe veel grooter dan deze bmnenlandschekoop- kracht is. f heoretisch is deze vraag het beste met de hier wekelijks gepubliceerde index cijfers te beantwoorden het lijkt mij echter zeer belang- wekkend om met eenige getallen uit het dagelijk- sche leven deze zoo zeer belangrijke vraag nader te bekijken. Daartoe is het noodig om gemiddelde loonen en prijzen in Nederland en Duitschland aan te ne men. Het is natuurlijk niet mogelijk om algemeen geldende getallen te geVen. De vergelijking ech ter, die op grond der aangenomen loonen en prij zen tot stand komt, ligt zeker niet ver van de waarheid. Neemt men b.v. voor Nederland een weekloon aan van 30 per week en volgende prijzen Huur ƒ3.50 per week, 1 pond boter 1 50 1 pond margarine 0.90, 1 ei 0.25, 1 pond vlees'ch F40, 1 mud aardappelen 8, 1 paar schoenen lo, 1 M3 gas 0.177a cn voor Duitschland een weekloon van 500 Mark en volgende prijzen Huur 800 a 1000 Mark per jaar, 1 pond boter 40 Mark, 1 pond marganire 30 Mark, 1 ei 4.20 Mark, 1 pond vleesch 20 Mark, 1 mud aardappelen 150 Mark, 1 paar schoenen 250 Mark, l M3 gas 2 Mark dan volgt hieruit dat men kan koopen voor het Nederland sche weekloon en het Duitsche 2maanden huur6 h 8 20ponden boter 12 33ponden margarine 17 120eieren 120 22ponden vleesch25 300 K.G. aardappelen 250 2paar schoenen 2 175M3. gas 250 De Nederlandsche prijs voor brood is mij op 't oogenblik niet bekend. Het Duitsche regecrings- brood, het z.g. Schwarzbrot kost 2.10 Mark per pond, waarschiji lijk is dus ook hier dokoopkracht van het Duitsch loon grooter. Wat kleeren aan gaat is een vergelijking moeilijk. Voor goede kwa liteiten, is waarschijnlijk het Nederlandsche loon voordeeliger, omdat de grondstoffen als wol, ga rens enz. in Duitschland ingevoerd moeten wor den, en hier dus met de buitenlandsche waarde van de mark moet worden rekening gehouden. Daarom is ook de koopkracht van het Duitsche loon ten opzichte van margarine veel kleiner dan die van het Hollandsche. Laat men echter algemeene beschouwingen achterwege, dan is men niet ver van de waarde als men uit bovenstaande cijfers de gevolgtrek- kmg maakt, dat de koopkracht van een week loon van ƒ30 inNederland niet al te ver verwijderd is van die van een loon van M. 500 in Duitsch- land. Dat beteekent dus, dat men bij een waarde van de mark op 11/2 cent in Nederland voor 30 on geveer even ver komt als in Duitschland met 500 maal D/2 cent is 7.50, dat dus de koopkracht van de mark in Duitschland 30/7.50 is 4 maal zoo groot als door de valutawaarde der mark wordt aangegeven. Dit verhoudingsgetal is natuurlijk rechtstreeks afhankelijk van den stand der valuta. Eenige

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 5