DAGBLAD WGOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
FEUILLETON.
De Diamantenschat.
45ste Jaargang.
Zaterdag 25 Februari 1922.
i\o. 13271.
Bureau KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus39.
Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertent iën: 1—5 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
en een Geïllustreerd Zondagsblad.
TWEEDE BLAD
Middelbaar en hooger Onderwijs.
Blijkens het voorloopig verslag over het wets
ontwerp tot wijziging van de wetten op het mid
delbaar en hooger onderwijs, spraken verscheide
ne leden er hun teleurstelling over uit, dat de
wijziging van de subsidieregeling voor het mid
delbaar en voorbereidend hooger onderwijs
uit het wetsontwerp tot reorganisatie van dat
onderwijs in haar geheel is gelicht en als af
zonderlijk ontwerp is ingediend. Ofschoon zij
bereid waren hun medewerking tot deze ge
wijzigde subsidieregeling te verleenen, merkten
zij op, dat een reorganisatie in haar geheel van
dat onderwijs evenzeer urgent is. Zij hadden daar
om gaarne gezien, dat de gewijzigde subsidie
regeling verbonden was gebleven aan de voor
gestelde reorganisatie. De "samenkoppeling van
die regeling met de reorganisatie van het middel
baar onderwijs had ertoe kunnen leiden, dat
ook laatstgenoemde reorganisatie spoediger tot
stand zou komen. Is de gewijzigde subsidierege
ling tot stand gekomen, dan bestaat er gevaar,
dat de reorganisatie van het M.ü. blijft rusten.
Andere leden kwamen tegen deze beschouwin
gen op. Zij vestigden er de aandacht op, dat de
reorganisatie in haar geheel van het M.Ü. en
voorbereidend hooger onderwijs toch niet meer
vóór de verkiezingen in behandeling kan komen.
Zij juichten het daarom toe, dat de subsidie
regeling uit dat ontwerp is gelicht, opdat deze
althans vóór dien tijd tot stand kan worden
gebracht. De drang om de reorganisatie in haar
geheel tot stand te brengen zal volgens de hier
aan 't woord zijnde leden door aanneming van
het onderhavige wetsontwerp geenszins ver
vallen.
Sommige leden zouden gaarne de kosten weten
die dit ontwerp, tot wet verheven, met zich mede
zal biengen.
Verscheiden leden vestigen er de aandacht op,
dat de subsidieeiing van het gemeentelijk en het
bijzonder onderwijs niet op dezelfde wijze is
geregeld. Ze spraken den wensch uit, dat eenige
verschilpunten zouden worden opgeheven.
Opgemerkt werd, dat hetwoord, „gemeente
hoogere burgerschool" soms wel en somsniet
met een koppel teeken wordt geschreven.
Gevraagd werd, waarom een gemeente, in
welke geen gemeente-H.B.S. is gevestigd, niet
tevens wordt verplicht een bijdrage te verleenen
in de kosten van een bijzondere van Rijkswege
gesubsidieerde H.B.S., tot welke leerlingen zijn
toegelaten, die in de bedoelde gemeente wonen.
Sommige leden drongen aan op verhooging
der Rijkssubsidie in de bouwkosten.
Andere leden konden zich echter met de
voorgestelde regeling wel vereenigen en waar
schuwden ertegen nog verder te gaan met het
oog op den toestand van 's lands financiën.
Verscheidene leden hadden overwegend be
zwaar tegen de bepaling, waardoor elke uitbrei
ding van het bijzonder middelbaar en voorbe
reidend hooger onderwijs gedurende 2 jaren
wordt stopgezet. Zij achtten deze bepaling zeer
bedenkelijk, omdat met de oprichting van Rijks
scholen en van gemeentelijke scholen zal worden
Voortgegaan, waardoor de openbare scholen
voor middelbaar en voorbereidend hooger onder
wijs een grooten voorsprong zullen krijgen boven
de bijzondere.
De afwatering van den Scliieboezem.
Reeds langen tijd was de afwatering van Delf
land onbevredigend. Plannen tot verbetering
Gerard hield er van zichzelven tot. de over
tuiging te brengen, dat hij alles op dezen aardbol
beoordeelde uit het oogpunt van onderwerpen
Voor „kopij dat hij, wat er ook op dien aard
bol gebeurde van den val eener dynastie tot
de eerste opvoering van een nieuw tponeelstuk,
eenvoudig beschouwde als stof voor meerder of
tuinder knappe artikelen voor „De Steenwerper"
geleverd door den onpartijdigen, stoicijnschen
Wijsgeer Gerard Aspen. Toch was hij geenszins
de deftige filosoof, dien hij zich wijsmaakte te we-
Ken. Integendeel, hij was een flink, gezond jong-
hiensch, overvloeiend van levenslust en met een
Uangeboren talent voor journalistiek. Hoewel hij
Voorgaf weinig lust te hebhen om de middag-
'eceptie bij Lady Scardale te gaan bijwonen, was
bij in de diepte van zijn hart vereerd en verheugd
dat hij op het feest tegenwoordig mocht zijn.
zÜn geestesoog zag reeds een kolom zoetvloeiende
b°py, vol van fraaiklinkende namen van be
roemde grootheden op allerlei gebied. Daarenbo
ven zou hij kennismaken met Fidelia Locke.
Opeens werd zijn aandacht van de invitatie-
*Uhrt afgewend door het binnentreden van een
Persoon, die weifelend bij de deur bleef staan
besluiteloos in de volle zaal rondzag. Het was
kwamen niet tot uitvoering doordat het beheer
van den Schieboezem, waarlangs de afwatering
plaats heeft, gedeeltelijk onder Delfland, gedeel
telijk onder Schieland ressorteerde.
Nadat door wijziging van de reglementen der
beide hoogheemraadschappen het beheer van den
Schieboezem geheel in handen van Delfland was
gelegd, heeft op 24 November j.l. de vereenigde
vergadering van Delfland in beginsel besloten Lot
uitbreiding der boezembemaling over te gaan.
Déze zaak is voorbereid door een rapport, het
welk onder dagteekening van 14 December 1921
in opdracht van dijkgraaf en hoogheemraden van
Delfland, aan haar college is uitgebracht door
den heer A. C. Kolff, ingenieur van Delfland.
Aan dit rapport is het volgende ontleend
Op den Schieboezem, ter grootte van 400 H.A.
slaan uit rond 29,000 H.A. polderland, terwijl
rond 600 H.A. boezemland daarop afwateren. De
loozing van den boezem geschiedt zoo mogelijk
langs natuurlijken weg (suatie), door een tiental,
sluizen tusschen Rotterdam en Hoek van Hol
land uitwaterende op Nieuwe Maas, Scheur en
Nieuwe Waterweg, alsmede door de zeesluis te
Scheveningen.
Bij goeden sluisgang wordt per etmaal ruim
2,000.000 M3. water uit den boezem verwijderd
waardoor blijkens de ervaring op bevredigende
wijze in de behoefte aan afstrooming wordt voor
zien, doch reeds een geringe verhooging van het
buitenwater door opwaaiing van den zeespiegel
of hoog opperwater opjle groote rivieren maakt
de natuurlijke loozing onmogelijk. Men is dan
op bemaling aangewezen en wel door het stoom
gemaal Van der Goes te Vijfsluizen en het elec-
trisch gemaal te Scheveningen.
De gezamenlijke capaciteit der gemalen (840
M3. per minuut) is onvoldoende en wordt veel
al verre overtroffen door den afvoer van polders
en bezemlanden waardoor het maalpeil op den
boezem (0,15 M. -f- D.P.) spoedig wordt bereikt
en de polders hun water niet meer kunnen uit
slaan. Bovendien zijn aan het stoomgemaal Van
der Goes nog andere bezwaren verbonden, als
niet onmiddellijke bedrijfsvaardigheid, te gerin
ge opvoerhoogte (tot 1.80 M. D.P.) en sterkte-
afneming van de capaciteit bij stijgende opvoer
hoogte.
Wil men in de toekomst don boezem volledig
beheerschen, dan is na te gaan hoeveel water
daarop kan worden gebracht.
Deze hoeveelheid bedraagt voor alle polders en
het boezemland gezamenlijk 4640 M3. per mi
nuut. Over het volle etmaal berekend kan deze
hoeveelheid lager worden gesteld in verband met
perioden van windstilte (voor de windmolens),
spertijden (voor de electrische gemalen) e.d., en
op verschillende gronden is af te leiden, dat met
een afvoer van 3300 M3. per minuut en over het
volle etmaal uitgeslagen de watertoevoer onder
alle omstandigheden kan worden beheerscht,
waarmede dus een vrije boezem voor Delfland
zou verkregen zijn.
Een capaciteit van 3300 M3. per minuut geeft
over het volle etmaal een hoeveelheid van
4,752,000 M3. water, welke in vergelijking met de
hoeveelheid van ruim 2,000,000 M3., dïe thans
bij goeden sluisgang wordt geloosd en dus bevre
digende resultaten geeft, zeer hoog is te noemen
De vraag ligt voor de hand of het scheppen van
een vrije boezem noodzakelijk moet worden
geacht om tot een bevredigenden afwaterings
toestand in Delfland te geraken. Uit de verschil
lende gegevens over den neerslag en de waterber
ging in de polders en het boezemland in Delfland
valt af te leiden, dat wanneer men in perioden
van zeer veel waterbezwaar een maximale
tijdelijke stijging van het water.in slooten en lan
derijen toelaat van 10 c.M. met een afmaling
van 8 m.M. per etmaal, men geheel Delfland of
1950 M3. per minuut kan worden volstaan. Deze
uitkomst wordt in cijfers en grafieken getoetst
I voor de zeer natte wintermaanden Maart 1914
November en December 1915 en vergeleken
een lange, forschgebouwde man, met een breed
gezicht, welks oorspronkelijke roodheid door den
tijd en den invloed van de open lucht tot een
steenrooden gloed was overgegaan. Dit vlammen
de gelaat was gekroond door een weelde van oran
je kleurig haar en omgeven door een zwaren
baard van dezelfde tint. De vreemdeling scheen
een voorliefde te hebben voor kleuren even spre
kendals die van zijn gezicht, want hij droeg een
pak van geel oker, en wat er van zijn blauw over
hemd zichtbaar was, werd nog opgeluisterd door
een donkerroode zij den das,even vuil en nebrnikt
als dat overhemd zelf.
Verscheidene anderen keken evenals Gerard
van hunne borden op en lieten met verbazing den
blik over dezen zonderlingen man dwalen, wiens
groot, goedhartig, vlammend gelaat langzaam
in beweging werd gebracht, terwijl zijne oogen
door de kamer dwaalden om een ledigeplaats te
zoeken. Een der bedienden stond in een oo"en-
blik naast hem, om hem met raad en daad bij te
staan. Toen zag Gerard tot zijn schrik, dat de
roode neus met loggen tred naar het tafeltje stap
te waaraan hij gezeten was. Het was onbeleefd
iemand zoo onbeschaamd aan te staren, doch de
zonderlinge figuur scheen een geheime toover-
macht op hem uit te oefenen en hij had een gevoel
alsof hij den blik niet van hem afwenden kon.
Een oogenblik later werd er een reusachtige hand
op de leuning van den ledigen stoel tegenover
hem gelegd en Gerard zag aan de pink van die
en
met de resultaten zooals die met de bestaande
loozingsmiddelen werden verkregen.
Aanvankelijk zal men dus met een bemalings
capaciteit van 1950 M3. per minuut moeten
rekening houden, waarbij het denkbaar is, dat
men in de toekomst uitbreiding tot 3300 M3.
per minuut wenschelijk zou achten.
Voor de opstelling der nieuwe bemalingswerk
tuigen komt in de eerste plaats in aanmerking
de plaats van het tegenwoordige stoomgemaal
„Van der Goes" aan de Vijfsluizen, doch een
volledige concentratie van alle benoodigde be
malingscapaciteit (behoudens die van het reeds
bestaande gemaal te Scheveningen) is aldaar niet
mogelijk wegens de onvoldoende wijdte der toe
voerkanalen.
Onder aanneming van een grootste stroom
snelheid in de boezemkanalen van 0.40 M. en een
maximaal verval van 0.50 M. leert de berekening,
dat voor Delflands oostelijke boezemhelft aan de
VijfsJuizen een gemaal van 900 M3. per minuut
kan worden opgesteld en het gemaal te Scheve
ningen zoo noodig tot 600 M3. per minuut kan
worden versterkt, terwijl de westelijke boezem
helft voor de naaste toekomst door een gemaal
aan de Boonersluis bij Maassluis met een aldaar
mogelijke capaciteit van 1000 M3. per minuut
voldoende kan worden geholpen.
Ter bereiking van een totale bemalingscapa
citeit van 1950 M3. per minuut kan met de stich
ting van een nieuw gemaal te Maassluis en verster
king van het stoomgemaal „Van der Goes" wor
den volstaan, terwijl men bij het streven naar
een geheel vrijen boezem, bovendien naast ver
sterking van het gemaal te Scheveningen nog
tot stichting van een gemaal van 800 a900 M3.
per minuut in het Westland zou moeten beslui
ten in aansluiting met een aldaar te graven
ruim toevoerkanaal. De aldus opgestelde gema
len zullen het boezemwater onder normale
omstandigheden moeten oppompen tegen een
dagelijks voorkomende vloedhoogte van 1.50
M. D. P., welke hoogte veelal wordt overtrof
fen en zelfs bij den hoogsten, bekenden storm-
^v.oedstand tot o.90 M. -j- D, P. is gestegen, m-
tusschen kan de grootste opvoerhoogte der ge
malen ter besparing van kosten of ter vermijding
van onnoodige complicaties zonder bezwaar tot
3 M. -f D.P. of zoo noodig zelfs tot 2.50 M.
D.P. worden beperkt, wegens het zeldzaam voor
komen van hoogere buitenwaterstanden.
Van de aanvankelijk noodig geoordeelde wer
ken, met name de stichting van een nieuw gemaal
aan de Boonensluis en de versterking van het
stoomgemaal „Van der Goes", zal de uitvoering
van het eerste aan die van het laatste moeten
voorafgaan, teneinde reeds over een versterkte
bemalingscapaciteit te beschikken, wanneer door
de verbouwing aan de Vijfsluizen, het gemaal al
daar tijdelijk buiten bedrijf moet worden gesteld.
Voor de pompen komen in aanmerking centri
fugaal en schroefpompen, terwijl voor drijfkracht
een keuze kanworden gedaan uit stoommachines,
verbrandingsmotoren en electromotoren.
Waar onmiddellijke bedrijfsvaardigheid der
gemalen voor Delfland's kleinen boezem van
overwegend belang moet worden geacht, zal
stoombemaling moeten vervallen.
Tegenover electromotoren bezitten oliemoto
ren de voordeelen, van niet aan speruren te zijn
gebonden en onder de tegenwoordige omstan
digheden veel geringere bedrijfskosten op te le
veren, doch waar de brandstof voor oliemotoren
slechts in beperkte hoeveelheden aan de markt
Wordt gebracht en zeer aan prijsschommelingen
onderhevig is, behoort electrische bemaling fin
hand een kolossalen diamant schitteren en
fonkelen. De gele gestalte boog zich voorover
de groote roode mond in het roode gelaat opende
zich en Gerard bemerkte dat hij werd aangespro
ken.
„Zeg eens, vreemdeling, hebt ge er iets tegen,
dat ik hier bij u kom zitten
Het accent en de wijze van spreken waren
Amerikaansch, maar nog iets meer.
Gerard zag haastig op van de groote hand en
den grootenfonkelenden steen en zeide minzaam,
zij het ook eenigszins verlegen, dat hij er niets
tegen had.
De gele reus was blijkbaar een lid van de club,
ofschoon Gerard hem daar nog nooit gezien had.
Voor de anderen scheen hij evenzeer een vreem
eling te wezen, daar ieder hem even verwonderd
aanzag en het luide gesprek in een gegons en ge
mompel van verbazing was overgegaan, terwijl
c e bedienden zachtjes vragen, tot hen gericht,
beantwoordden.
De vreemdeling had zich vlak tegenover Ge
rard geplaatst en was reeds bezig een bord soep
naar binnente gieten met een snelheid en een hoor
are voldoening, die Gerard onwillekeurig een
gbmlach afdwongen. Zoodra de soep verdwenen
was, begon hij weder
>)Geen kwaad soepje, vreemdeling. Ik heb wel
eens gemeener kost naar binnen gewerkt, terwijl
Q°g dankbaar moest zijn dat ik zulk bocht
kreeg,"
beginsel niet te worden uitgeschakeld.
Waar electrische bemaling besparing aan bouw
kosten geeft, komen voor het nieuwe gemaal aan
de Boonersluis de electromotoren (met schroef
pompen) in de eerste plaats in aanmerking, ter
wijl het te verbouwen gemaal aan de Vijfsluizen
in de toekomst door verbrandingsmotoren met
centrifugaalpompen ware te bedienen.
Er valt alzoo te rekenen te Maassluis op af
braak van de bestaande Boonersluis en het stich
ten daar ter plaatse van een nieuwe sluis met
pompgebouw, onder tijdelijke omlegging van
den Maasdijk.Met deze werken behoort een ver
ruiming der Korte Buurt gepaard te gaan.
Te Vijfsluizen zal behalve de noodige verbou
wing van het bestaand gemaal wijziging van de
daarnaast gelegen keersluis alsmede ophooging
der voorboezemkaden in verband met de groo-
tere opvoerhoogte der pompen noodig zijn.
Dijkgraaf en Hoogheemraad van Delfland
kwamen met het oog op de belangrijke kosten
welke aan de volledige uitvoering van boven
staand tweeledig plan verbonden zijn, tot de
conclusie, dat het aanbeveling verdient, voor
alsnog te volstaan met de stichting van het nieu
we gemaal aan de Boonersluis, waarvan de re
sultaten moeten worden afgewacht, alvorens
een beslissing wordt genomen, of men tot ver
sterking van het gemaal aan de Vijfsluizen zal
overgaan.
In dezen geest richtte dit college 27 October
1921 zijn voorstellen aan de vereenigde vergade
ring van Delfland, onder mededeeling, dat blij
kens later rapport van den ingenieur van 28
September j.l., de totaalkosten voor de werken
te Maassluis in verband met prijsdaling lager
konden worden geraamd.
Zooals reeds eerder is gemeld, heeft de ver
eenigde vergadering op 24 November inbeginsel
besloten, een nieuw gemaal aan de Boonersluis
te stichten en de in verband daarmede noodige
werken uit te voeren.
Gemengd Nieuws.
De geschiedenis van het Har
monium. Wij zijn altijd gewend van Amerika
nieuwigheden te ontvangen, die óf buitenissighe-
üen zijn ói' van ingenieusen en practischen aard.
In de laatstén tijd waren ze steeds op technisch
gebied tallooze voorbeelden van electri che
wonderen zijn te noemen alles „realAmerican"
d.w.z. geheel in Amerika doorAmerikaanschen
geest uitgedacht.
Hoe stond dit vroeger Hierbij moet direct
opgemerkt worden, dat „Amerika' van 'n halve
eeuw en nog langer geleden, niet die bevolk ng,
niet die groeiende geestelijke elementen bevatte-,
als de laatste decennia. toen de vloedgolven
uit het oude Europa aanstroomden.
Het Amerika van de eerste helft der 19e eeuw
was nog het strenge puriteinsche Engelsche ge
slacht en het had nog niet dien grooten roep
van de vindingrijkheid gekregen. Hetgeen
in dien tijd dan ook „gelanceerd" werd, draagt
dan ook den stempel van het geestelijk leven
dier dagen. Wij bedoelen het Amerikaansche
Harmonium ook wel American Organ genoemd.
Deoorsprong was niet geheel zuiverAmerikaansch
trouwens ook thans zijn veel uitvinders emigran
ten, uit alle deelen van Europa komend, die hier
eindelijk hun ontplooiingsmogelijkheden vinden.
Een arbeidei uit de bekende Haronium-fabrieken
van Jacob d'Alexandre in Parijs die naar Ameri
ka was getrokken, construeerde in 1835 den oor-
sropikelijken vorm hiervoor. Op dezen Jacob d'
Al&candre zullen wij straks nader terugkomen.
Wij willen eerst den oorsprong van het Harmo
nium opsporen. Een voorvader wiens trekken
in het huidige H. bewaard zijn gebleven, was
Een prikkelbaar of kieskeurig man zou zich
misschien aan deze gemeenzaamheid geërgerd
hebben, maar Gerard was in zijn hoedanigheid
van journalist er steeds op uit, typen van allerlei
soort te bestudeeren, en het model dat tegenover
hem zat, scheen hem buitengewoon merkwaardig
toe.
Hij antwoordde dus met een allervriendelijkst
lachje dat het eten in de Toeristenclub over het
algemeen niets te wenschen liet en dat hij zich
overtuigd hield dat hij de vreemdeling dit
met hem eens zou zijn.
Deze had intusschen met verbazende snelheid
een grooten schotel met zalm verorberd en den
achter hem staanden bediende bittergeërgerd on
in verwarring gebracht, door hem den ledigen
schotel te overhandigen, met het verzoek hem
„nog wat van dat goedje te brengen." De bedien
de wendde zich onthutst tot den chef, die hem
beval terstond een tweede portie visch te gaan
halen, welke voor den vreemdeling werd neerge
zet, terwijl deze zijn grooten mond vol brood
had gestopt en, luid smakkende, zijn gesprek
met Gerard hervatte.
„Hoor eens vreemdeling, dit is de eerste
maal, dat ik mijn voeten in deze woudhut
zet."
(Wordt vervolgd)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT