Staten-Generaal.
Binnenland.
J. P. De Hoog. -f-
leis te Nicco, een mooie en historische heuvel-
stad ten Noorden van de hoofstad.
Verder zal een bezoek worden gebracht aan
Kyoto en de groote industrieele stad Osaka.
ALLERLEI.
Harmsworth, onderstaatssecretaris voor bui-
tenlandsche zaken, heeft in het Engelsche Lager
huis medegedeeld dat op de conferentie van
vertegenwoordigers der successsiestaten te Parijs,
waar over de betaling van 'n apanage aan keizer
Karei beraadslaagd wordt, de vraag is opgewor
pen of de geallieerde mogendheden daartoe willen
bijdragen. Aan den Engelschen gezant teParijs
is opdracht gegeven het duidelijk te maken, dat
de Engelsche regeering niet van plan is eenigen
last daarvoor op zich te nemen.
Reuter meldt uit Sjanghai, dat twee Ko-
reanen een moordaanslag hebben gedaan op
Tanaka, den gewezen Japanschen minister van
oorlog, bij zijn aankomst in Shanghai. Tanaka
bleef ongedeerd maar mevr. Snijder, een Amèri-
kaansche, is door de revolverschoten gedood,
terwijl vier andere personen werden gewond,.
De daders zijn in hechtenis genomen.
Dinsdagavond heeft er op het Quirinaal een
diner plaats gehad ter eere van het Belgische
koninklijke paar en van den hertog van Brabant.
De Italiaansche en de Belgische koning hebben
getoast op de vriendschap tussc.hen België en
Italië.
Een Belga-bericht uit Funchal op Madei
ra dd. 28 dezer bevestigt, dat keizer Karei ern
stig ziek is. Hij lijdt aan broncho-pneumonie.
Naar Reuter uit Washington seint, heeft
de Senaat het Vlootverdrag zonder voorbe
houd of amendementen met 74 stemmen tegen
één goedgekeurd.
Uit Rome verneemt de ,,Msb." De Belgi
sche soüvereinen hebben den Paus een zeer rijk,
artistiek kruisbeeld van ivoor en kostbaar hout
ten geschenke aangeboden.
TWEEDE KAMER.
Zilling van Woensdag 29 Maai t.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter stelt voor aan de agen
da eenige ontwerpen toe te voegen, w.o. de
Vlootwet en aan den heer van Ravesteijn toe
te staan de volgende week Woensdag zijn inter
pellatie over de conferentie van Genua te houden.
Spr. stelt in verband met zijn voorstellen
voor de volgende week Dinsdag en Donderdag
's avonds te vergaderen.
De heer D r i o n (V. B.) begrijpt niet waar
om zoo'n haast wordt gemaakt met de Vloot
wet, die 3 November is ingediend en waarvoor
alle tijd tot studie heeft ontbroken in verband
met de conferentie te Washington. Het wets
ontwerp is slecht voorbereid, ook buiten de Ka
mer en bijv. in Indië waar nog pas in spoedver
gadering de zaak nader is beschouwd. Spr. stelt
voor de Vlootwet niet aan de agenda toe te voe
gen.
De heer Hugenholtz (S. D.) heeft ook
bezwaar tegen de plaatsing der Vlootwet op de
agenda. Hij acht het tijdstip daarvoor thans
niet geschikt, omdat wij staan voor een nieu
we richting in zake de bewapening en vóór de
verkiezingen, waarbij de kiezers over een on
derwerp als dit zich kunnen uitspreken. Wij
staan voor de vraag van een nieuwe bewape
ning, terwijl onze vloot vrijwel verdwenen is.
De verkiezingen zijn ditmaal bijzonder belang
rijk omdat alle vrouwen zullen meestemmen.
De Voorzitter verzoekt niet in bespre
king van het ontwerp te treden.
De heer Hugenholtz (S. D.) zegt dat
hij in de wet moet aantoonen dat de behande
ling niet gewenscht acht.
Er is geen reden om deze zaak overhaast te
behandelen omdat men in Washington een
resultaat heeft bereikt. De duikboot-kwestie is
op het oogenblik van het meeste gewicht, en
deze kwestie dient eerst behandeld te worden.
De Voorzitter wijst er op dat de spre
ker weer midden in het ontwerp zit.
De heer Hugenholtz (S. D.) betoogt
dat het volgend jaar de vraag algemeen zal
worden besproken om de duikbooten geheel te
verbieden. Spr. wil die behandeling afwachten,
hetgeen vooral voor een kleine natie van ge
wicht is.
Tenslotte dringt de financieele nood tot de
grootste zuinigheid. De Minister zegt dat de
gansche Vlootwet eigenlijk niets kost. De nood
in Indië is vooral zeer groot, en spr. begrijpt
niet hoe deze Minister aan dat verhaal komt
dat het niets kost. Spr. wil constateeren dat
het doorjagen alleen geschiedt door den drang
van de betrokken militairen die vreezen hun
baantje te verliezen.
De heer Van R a v e s t e ij n (C. Fr.) heeft
bezwaar tegen dit ontwerp en de behandeling
op dit moment. Hij acht zelfs een nieuwe be
handeling in de afdeelingen noodig en doet
daarvoor het voorstel.
De Voorzitter zegt dat de Regeering
hem heeft verzocht dit ontwerp spoedig te be
handelen omdat er een definitieve richting in
het beleid moet zijn, en omdat het personeels
vraagstuk dat eischt. Spr. zou wenschen de
algemeene beschouwingen over dit ontwerp te
houden gelijktijdig met die over de Begrooting
van Marine.
Spr. ontkent dat dit ontwerp wordt doorge
jaagd. Een nieuw afdeelingsonderzoek acht spr.
niet gewenscht, omdat de aangebrachte wijzi
gingen van geringe beteekenis zijn.
De heer Ketelaar (V. D.) begrijpt niet
dat nu maar weer aanstonds gegeven moet
worden wat de Minister vraagt. Hij meent wel
degelijk, dat dit ontwerp wordt doorgejaagd
en hij verzet zich daartegen.
De heer T r o e 1 s I r a (S. D.) voegt aan de
rede van den heer Hugenholtz nog het een en
ander toe. Hij wijst er op, dat deze voorstellen
der Regeering ongerustheid hadden gewekt op
de Conferentie te Genua. Hij zluit zich daarom
aan bij het verzet tegen de behandeling op dit
moment.
De heer A. P. Staalman (C. D.) verzet
zich ook tegen de behandeling. FT ij betreurt
het dat het Kabinet het ontwerp wil doorjagen.
Daarin ziet hij een gebrek aan ernst.
Het voorstel-Van Ravesteijn (om het ontwerp
weer naar de afdeelingen te zenden) wordt ver
worpen met 48 tegen 43 stemmen.
Links tegen rechts. De heer Wijk stemt tegen,
de heeren van Groenendael, A. P. Staalman,
v.d. Laar, echter voor.
Het voorstel-D rion (uitstel van behandeling)
wordt verworpen met 48 tegen 43 stemmen.
De stemverhouding is dezelfde als bij de vorige
stemming.
De heer J. t e r Laan (S. D.) stelt nog voor
om vóór de Vlootwet de Rechtspositie van de
ambtenaren te behandelen.
Dit voorstel wordt verworpen met 56 tegen
35 stemmen.
Staatsbegrooting voor 192 2.
Hoofdstuk VIII (Oorlog)
Aan de orde is de stemming over het amen-
dement-Marchant tot schrapping van den post
van drie millioen voor aanschaffingsmateriaal.
Het amendement wordt verworpen met 58
tegen 33 stemmen.
De heer Van Zadelhoff (S. D.) licht
een amendement toe om den post voor steun
aan behoeftige gemobiliseerden met 1/i millioen
te verhoogen.
De Minister zegt dat hij altijd bereid is
geweest meer geld voor dit doel aan te vragen
als het noodig is. Hij handhaaft echter zijn
standpunt dat alleen in bijzondere gevallen
voor de tweede maal steun verleend mag worden.
Hij ontraadt dus het voorstel-Van Zadelhoff.
Hij is bereid den post van dertig miUe eeniger-
mate te verhoogen tot honderdduizend gulden.
Het amendement-Van Zadelhoff wordt daar
na verworpen.
Eenige leden maken nog enkele opmerkingen,
welke de minister beantwoordt.
De Oorlogsbegrooting wordt
goedgekeurd met 47 tegen 42
stem m e n, nadat de heer B ij 1 e v e 11 (V. B.)
heeft verklaard, dat hij tegen stemde. De stem
ming is rechts tegen links, behalve de heer Wijk.
Avondvergadering.
Staatsbegrooting 192 2.
Koloniën.
Aan de orde is Hoofdstuk XI van de Staatsbe
grooting voor 1922.
Algemeene beschouwingen worden niet gehou
den.
Art. 139 worden goedgekeurd.
Surinaamse he begrooting.
Bij art. 40 komt aan de orde de begrooting van
Suriname voor 1922.
Bij de algemeene beschouwingen weidt de
heer van Vuuren (R. K.j in den breede uit
over de volgens hem onvoldoende samenwerking
tusschen den minister en den gouverneur. Ver
der wil spr. betere regeling der ambtenaarsfunc-
tie's en wijziging in het bestuur.
Enkele leden klagen verder nog over den slech
ten financieele toestand der kolonie.
Minister de Graaff erkent dit, maar
zegt rekening te moeten houden met de positie
van de schatkist hier. Tot betere regeling van het
bestuur zal eerstdaags een commissie worden in
gesteld.
Verschillende artikelen worden hierna behan
deld en goedgekeurd.
Bij art. 46 wordt de begrooting van Curacao
voor 1922 z.h.st. aangenomen.
De eindstemming over de begrooting zal heden
plaats hebben.
Zonder beraadslaging of stemming wordt daar
na aangenomen het wetsontwerp wijzigingen ver
hooging van de koloniale huishoudelijke begroo
ting van Suriname voor 1920, verschillende on
derwerpen.
De vergadering wordt te 11.15 verdaagd tot
heden.
Standbeeld voor Koning Willem II.
Sedert vele jaren bestaat naar men weet
het voornemen om het standbeeld van Ko
ning Willem II op het Buitenhof te Den Haag te
vervangen door een copie van het fraaie ruiter
standbeeld te Luxemburg van Antonius Mer-
cié en Victor Peter, waarvan de maquette,
eigendom van de Koningin, staat in het Rijks
museum.
Het Comité, waarvan eere-voorzitter is mi
nister Van Karnebeek, en voorzitter de Bur
gemeester, heeft onderzocht of het mogelijk is,
nu, in verband met den aanleg van een nieuwen
verkeersweg, welke het Spui met de Plaats zal
verbinden, het standbeeld niet kan blijven op
de plaats, waar het nu staat en uitvoering te
geven aan de vervanging.
Gebleken is, dat de daartegen aangevoer
de bezwaren zonder veel moeite zijn te over
komen.
In een circulaire wekt het Comité belang
stellenden op, door een bijdrage de oprichting
'van een nieuw monument, op een nader aan te
wijzen plaats, als hulde aan de nagedachtenis
van Konig Willem II, mogelijk te maken.
Penningmeester is de gep. Majoor der artillerie
A. G. Landaal, Balistraat 102 en secretaris Mr.
J. C. Baron Baud, chef van het Kabinet van
den burgemeester, Jozef Israëlslaan 16.
R.K. Politieke Landdag.
Het R.K. Centraal Propaganda-bureau te
Roermond heeft aan alle afdeelingen van den
R.K. Kiezersbond de volgende circulaire ge
zonden
In uw kwaliteit als lid van het dagelijksch
bestuur uwer kiesvereeniging ontvangt U
deze convocatie met het dringend verzoek
onderstaande aan uwe medebestuurderen en
de leden uwer kiesvereeniging bekend te ma
ken en tevens hen aan te sporen mede te wer
ken het groote propaganda-werk. dat wij
gaan aanvangen schitterend te doen slagen.
Onder de middelen, tot welslagen der a.s.
verkiezingen, door het bestuur van den bond
gesteld komt o.m. ook voor het houden van een
R.K. Politieken Landdag, waarvan de orga
nisatie aan den heer B. Th. de Wolf, als Directeur
van het R.K. Centraal-Propaganda Bureau werd
opgedragen.
Aanvankelijk op een vroegeren datum ge
steld, meende het bestuur, ook al gedwongen
door de moeilijkheden een goed vergaderlo
kaal te krijgen, dat Dinsdag 18 April (3de
Paaschdag) wel de meest geschikte dag zou
zijn onze aangekondigde R.K. Politieke de
monstratie te doen houden.
Wij zijn geslaagd beslag te leggen op het
groote vergaderlokaal te Utrecht „Tivoli"'
waar dus deze grootsc.he betooging zal wor
den gehouden en te 1 uur precies zal aanvan
gen.
Twee bekwame sprekers zullen er het woord
voeren n.l.onze Veteraan in de R.K. Poli
tieke beweging, de om zijn groote diensten
voor de R.K. Partij, zoo gewaardeerde Oud-
Minister van Financiën Mr. M. C. Kolkman en
de overal in den lande omzijn propagandistisch™
ijver zoo bekend en gewaardeerd zijnde Mr. Jan
Bomans.
Zij zullen ons zeggen wat onze Katholieke
kiezersplicht is en ons aansporen dezen inzet
van den verkiezingsstrijd ten nutte te ma
ken voor hen, van wier politieke plichtsver
vulling het af zal hangen of de a.s. verkiezin
gen ons ten zegen zullen strekken of wel ons
land zullen brengen tot een langdurige parle
mentaire onmacht.
Dit moge in dezen tijd vooral, waarin de
hoogere belangen nog al eens voor het men-
schelijk egoisme moeten wijken, gezegd worden.
Deze R.K. Politieke Landdag moet worden
en uiting van eensgezind willen, een drang
naar het voeren van echte gezonde R.K.
politieke propaganda een willen bestendigen
van onze heerlijke Roomsche eenheid, welke
ons instaat stelde datgene te bereiken in Ne
derland, waarop wij thans met trots kunnen
wijzen een belofte aan elkaar gegeven op
dien propaganda-dag met volle echt Room
sche toewijding ons te geven aan het verkie-
zingswerk, dat ons den Zege brengen moet.
Moge deze geest, in welke de organisatie
van den politieken landdag begonnen is, zich
vaardig maken over u allen en deze Katho
lieke demonstratie ons weder dat heerlijk
beeld geven van Roomsche eenheid, Roomsch
willen en Roomsch enthousiasme, zoonoodig
voor het welslagen van den verkiezingsstrijd.
Deze dag moet ook een beeld geven, dat
de Roomsche Blijmoedigheid ons nog niet vreemd
is geworden.
Echt gezonde opgewektheid diene het stem
pel te drukken op deze vergadering, aan welker
welslagen muziek en zang het hunne zullen bij
dragen.
Laat dus niemand onzer ontbreken en dus
door het geheele land de leuze klinken: Dins
dag 18 April naar T i v o I i"
Utrecht.
Het programma voor den dag zelf zal te
voren in de R.K. pers worden bekend gemaakt.
„51. Raphael."
Maandag 27 Maart had te Utrecht in het Ge
bouw der R.K. Werkliedenvereènigingen een ver
gadering plaats van Hoofdbestuur en afdeelings-
besturen van den Ned. R.K. Bond van Spoor-
en Tramwegpersoneel „St. Raphael." De verga
dering was bezocht door ruim 400 bestuurders
van afdeelingen.
De heer Henri Hermans hield een rede over
den economischen toestand. Klaar en duidelijk
werd door den|(heer Plermans den tegenwoor-
digen economischen toestand geschetst en gaf hij
de middelen aan, welke z.i. aangewend dienen
te worden om tot betere verhoudingen te komen.
De Bondsvoorzitter hield een inleiding over
de nieuwe dienst- en rusttijden van het Spoor
wegpersoneel.
Vele bestuurders namen aan de daarover ge
voerde discussies deel. Algemeen was de ver
gadering van oordeel, dat met de nieuwe rege
ling der dienst- en rusttijden de grens bereikt is,
van hetgeen redelijkerwijs van het Spoorweg
personeel kan verlangd worden. Eveneens werd
de verwachting uitgesproken, dat de Directie der
Spoorwegen de nieuwe regeling loyaal zal toepas
sen.
Eveneens werd zeer uitvoerig gesproken over
den noodtoestand, waarin het personeel der N.S.
van Duitsche nationaliteit en gestationneerd op
Duitsch grondgebied, verkeert. Op voorstel van
meerdere afdeelingen werd een motie aangeno
men, waarin o.m. betreurt wordt, dat de vele
door ,,St. Raphaël" gedane pogingen om in den
toestand van het Duitsche personeel verbetering
te brengen tot nu toe weinig tastbaar resultaat
hebben opgeleverd dat krachtig gesteund wordt
het advies ter zake door den Loonraad uitge
bracht en de Directie dringend wordt verzocht
direct een zoodanige beslissing te willen nemen
dat het betrokken personeel uit zijn zeer slechte
positie verlost wordt. De vergadering nam het
besluit dat, indien de Directie weigerachtig bleef
om het Duitsche personeel tegemoet te komen,
de organisatie een steunregeling zal organiseeren
om de Duitsche leden ter hulp te komen.
Veel tegenstand kwam op de vergadering tot
uiting over de in D.O. 892 vervatte regeling
omtrent de controle bij ziekte. De wijze, waarop
deze regeling is tot. stand gekomen vond eveneens
afkeuring en het Hoofdbestuur ontving opdracht
ernstig te trachten in verschillende bepalingen
verbetering te krijgen, alsmede om te bewerken,
dat dergelijke regeling in de toekomst tot stand
zullen komen met daadwerkelijke medewerking
van de organisaties van het personeel.
Verschillende afgevaardigden brachten hulde
aan het H.B. voor de deugdelijke leiding en
voorlichting bij de jongste acties, gegeven, het
geen door de heele vergadering geestdriftig onder
streept werd.
De vergadering, welke uitstekend geslaagd is
en op hoog peil stond werd tegen half vijf met,
een opwekkend woord van den voorzitter ge
sloten.
Domaniale mijnen.
Een wetsontwerp is ingediend tot machtiging
tot het aangaan van een overeenkomst met de
AkenMaastrichtsche Spoorwegmaatschappij
betreffende de Domaniale mijnen.
De tegenwoordige regeling van de verdeeling
der opbrengst der dominiale mijnen tusschen den
staat en de AkenMaastrichtsche Spoorweg
maatschappij, leidt aldus de memorie van toe
lichting tot ongewenschte gevolgen ten opzich
te van de arbeidsverhoudingen.
De bedoelde regeling komt hierop neer, dat als
zuivere opbrengst der mijnen wordt aangemerkt
35 pet. van de bruto-opbrengst der verkochte
kolen en dat de staat ontvangt 5000 van het
geen die zuivere opbrengst meer bedraagt dan
60.000 benevens de helft van het bedrag boven
65.000. De berekening van de zuivere opbrengst
geschiedt derhalve aan de hand van een fictie,
welke zich in den loop der jaren steeds vei'der
van de werkelijkheid heeft verwijderd. De
verhouding tusschen de netto- en de bruto
opbrengst der kolen is in sterke mate gaan afwij
ken van de in 1880 aangenomen 35 pet. Gebleken
is, dat de getroffen regeling voor de maatschappij
nadeelig was. Op zichzelf beschouwd,- zou dit
voor de staat geen afleiding behoeven te zijn,om
tot wijziging van het contract mede te werken.
De zaak komt echter in een ander licht te staan,
wanneer men de gevolgen overweegt, welke de
geldende winstverdeeling oplevert voor een goede
exploitatie van de mijn. Een maatschappij, die
haar aandeel in de netto-opbrengst van dé mijn
in te sterke mate besnoeid ziet, ja zelfs in jaren
van verlies een deel der bruto-opbrengst aanden
staat als deelgerechtigde in de uitkomsten van
het bedrijf moet uitkeeren, zal bezwaarlijk in
staat zijn, nieuw kapitaal in de mijn te steken
ten einde in de toekomst eenwinstgevende exploi
tatie te bevorderen.
Het komt den minister met het bestuur der
maatschappij wenschelijk voor, de te treffen voor
ziening voorshands tè beperken tot een wijziging
van de bestaande winstverdeeling.
Volgens de bij het wetsontwerp behoorende
ontwerp-overeenkomst zal jaarlijks de zuivere
opbrengst worden vastgesteld. Evenals tot dus
ver zal de maatschappij 60,000 praeleveeren,
waarna de staat 5000 zal ontvangen. Het meer
dere zal in 2 gelijke deelen tusschen de beide par
tijen worden verdeeld.
De crcdicten aan Oostenrijk.
Op de vragen van den heer van Ravesteijn
betreffende vorderingen op de Oostenrijksche
regeering, voorkomende in de balans van het
Rijksbureau voor de Distributie van Graan en
Meel (in liquidatie) heeft minister van hJssel-
steijn geantwoord dat dit crediet is verleend op
zijn verantwoordelijkheid.
Van de betreffende posten was 30 Aug. 1921
vervallen 6.200.124, wegens geleverde rogge,
15.242.85, wegens geleverde peulvruchten en
3.842.810.59 wegens geleverde aardappelpro
ducten. De rest ad. 2.555.753.481/s betrof
eveneens de levering van aardappelproducten
en was nog niet vervallen.
Terwijl de vroeger opgemaakte balansen
op het Graanbureau werden opgemaakt, is deze
balans van 31 Mei (geteekend 30 Aug. 1921)
samengesteld door de afdeeling Comptabiliteit
van het Departement van Landbouw, aangezien
deze afdeeling met de afwikkeling van dit bureau
is belast.
Dat de betreffende posten als activa op de
balans zijn gebracht, geschiedde op de volgende
gronden
In de Memorie van Toelichting betreffende
het ontwerp van wet in zake het geven van rente
dragende voorschotten aan eenige Staten van
Midden- en Oost-Europa is medegedeeld, dat
onze Regeering in den loop van 1919 reeds uit
haar voorraden, o.a. aan Oostenrijk, rogge, ge
droogde aardappelen en peulvruchten op crediet
had verstrekt, toen de nood in Oostenrijk zeer
hoog was gestegen en hier de bedoelde goederen
beschikbaar konden worden gesteld. Bij Nota
van Wijziging zijn deze vorderingen op Oosten
rijk tot rond ƒ12.700.000 in het ontwerp gebracht.
Het betreffende wetsontwerp is 22 April 1921
zonder hoofdelijke stemming in de Tweede Ka
mer aangenomen.
De accountant heeft omtrent de betreffende
posten aanmerkingen gemaakt.
Van geen der betreffende posten heeft be
taling plaats gevonden.
In het gebied is ten behoeve van de levering
aan Oostenrijk, aan van Stolk's Commissiehandel
uitbetaald 35.000. Van deze som wordt 30.000
terugbetaald, daar zij provisie betreft over be
dragen, waarvan de betaling wordt uitgesteld.
Wanneer echter later deze betaling zal plaats
hebben, zal deze commissiehandel alsnog op de
betreffende provisie aanspraak kunnen maken.
De consul der Nederlanden te Teheran, de
heer J. P. de Hoog, is op 57-jarigen leeftijd over
leden.
De heer de Hoog werd in 1908 aangesteld