Baronielaan op 7, 14 enz. Nov. 12, 29 Dcc. Vlissingen H. Jacobus de Meerdere op 8 enz. Oostburg, (Zeeuwsch-Viaanderen) op 9 enz." Op dat van het Decembernummer „Cursus voor andersdenkenden. Rotterdam (in de kerk van het Boschje) 12, 16 Oct. 9, 23 Nov. 7, 20 Dec. Dordrecht18 Oct. 1, 15, 29 Nov. enz. enz. Nijmegen (vervolgcursus op verleden jaar) 31 Oct. enz. Leiden in het Universi teitsgebouw op 9, 16, 30 Nov. enz. enz. Den Haag Da Gostastraat, te beginnen op 12 Jan. 1922 en eindigend 30 Maart d.a.v. Amsterdam Sint Dominicuskerk, iederen Woensdag te beginnen op 19 Nov. 1921 en eindigend 19 April 1922. Niet waar 't Is om er duizelig van te worden en het is zaak mijne opsomming nog meer in te krimpen. Ik wil er u dus verder alleen maar even aan herinneren, dat het nummer van Janu ari cursussen voor andersdenkenden aankondigt te Amsterdam, in het gebouw van Geloof en Wetenschap té Hilversum in het Hof van Holland en te Tilburg in het lokaal der KI. Academie. En dat van Februari te 's-Graven- hage, ook nog in de kerk Bezuidenhout 155, op 16 enz. en te Schiedam in de kerk L. Haven. Rest nog het Maartnummer Zwolle, Domini cuskerk, eiken Maandagavond 8 uur Rotter dam, Provenierssingel op 24 Febr., 3, 10 enz. Bussum 23 Febr., 2 enz. Dokkum (behalve Nes op Ameland, de eenige Friesche parochie boven Leeuwarden gelegen), 27 Febr., 6, 13, 20, 27 Maart, 3 April. En toevallig over die conferenties schrijvend aan een Zuid-Holl. pro testant, vernam ik van hem, dat ook in zijn dorp gedurende den winter door een der E. E. kapelaans wekelijks apologetische cursus ge geven werd. Niets duidt er op, dat dit alleen in die parochie geschiedt integendeel meen ik to kunnen verzekeren, dat men op vele kleinere plaatsen des winters geregeld voordrachten van geloofsverdediging pleegt te houden. Het wil mij dus voorkomen, en naar alle waarschijnlijkheid aan u ook, waarde lezer, dat in de jongste wintermaanden de olie der prediking van Gods woord ook voor onze anders denkende broeders niet weinig gevloeid heeft, ja, ook in grasmaand nog, hier en daar aan 't vloeien is. Dank en lof zij God, van wien alle goede gave en alle volmaakte gift is (Jac. I, 17), en eere zij den onvermoeiden redenaars en con ferenciers, die voor een gehoor, tot hetwelk zij toch niet gewoon zijn het woord te rich'ten, op uitmuntende wijze de leer van ons heilig Geloof uitlegden en door tal van argumenten staafden Eere ook aan hen, wier onbaatzuchtige hulp het geven dier conferenties en cursussen moge lijk maakten. En hoe zoo'n conferentie of cursus wordt bijgewoond Nemen we tot voorbeeld de con ferenties in het door en door Protestantsche Dokkum, waar, met inbegrip der ongeveer honderd kerkdorpen, die tot de parochie Dok kum behooren, niet meer dan ruim 300 commu nicanten gevonden worden. Ziehier wat de Z. E. Heer pastoor mij schrijft „Van vriend N. vernam ik, dat U gaarne eenige inlichtingen hadt over de conferenties voor niet-Katholieken alhier Met genoegen vol doe ik aan Uw verzoek, vooral omdat ik U kan melden, dat de eerste proef schitterend ge slaagd is. Waren wij eerst nog ietwat bezorgd, of er in zoo'n klein stadje, waar de menschen elkander haast te goed kennen, wel voldoende belangstelling voor de Katholieke Kerk, leer en gebruiken zou bestaan, om een Roomsche Kerk te durven binnentreden, en te gaan luiste ren naar een Katholiek Priester, die zorg ver dween al heel spoedig, toen na de eerste bekend-: making in Dokkummur, Kollumer Krant en Friesch Dagblad, van den Protestantenbond het verzoek kwam, of de eerste conferentie niet kon verzet worden, wijl dienzelfden avond een cursus over de Kath. Kerk, uitgaande van dien Bond en gegeven door Prof. Lindenboom van Groningen, gesloten werd. Verschillende niet- katholieken wilden deze laatste les nog bijwonen, en tevens al de conferenties in onze kerk, dus ook de eerste. Daarom is de eerste conferentie gehouden op 28 Febr., door Pater Gijlswijk, Prior te Zwolle, over Roomsch leergezag en gewetensvrijheid. De kerk was dien avond prop vol met allerlei slag van menschen, voorname en niet voorname, geletterde en ongeletterde men schen. Een 500-tal niet-katholieken vulde ons mooie kerkje en luisterde onder ademlooze stilte naar dezelfde leér, weleer ook aan hun voorvaderen verkondigd door den H. Boni- facius en zijn Gezanten.Zou dit geen opvallend teeken zijn, dat de grond, weleer gedrenkt met het bloed van den H. Bonifacius en Gez. weer vruchtbaar is geworden, slechts wachtend op het goede zaad De boekjes van de Apol. Ver. Petr. Can., helaas te weinig, en wat getal en wat verscheidenheid betreft, waren na de eerste conferentie op een paar na, alle weg. Vandaag 6 Maart is de tweede conferentie over Rome en den Bijbel door Pater Otten O. P. Naar wij ver nemen zal de opkomst nu nog grooter zijn". En over deze tweede conferentie luidt het in een brief, dien ik den llen Maart van denzelfden ijverigen priester mocht ontvangen „Ik deel U mede, dat de tweede conferentie even schit terend is geweest. Er waren nog meer deelnemers, ofschoon er zelfs één Dominé zijn geloovigen gewaarschuwd had die conferentie toch niet meer bij te wonen. Wij hadden voor 50 plaatsen meer gezorgd, en wederom moesten er velen met een staanplaats zich tevreden stellen. Er was groote aandacht en ademlooze stilte Verba volantscripta mamenl (woorden ver vliegen, schriften blijven), is een oud Latijnsch spreekwoord, en daarom worden, gelijk we zoo even uit den aangehaalden brief van den Dok kumer pastoor vernamen, „na afloop van deze conferentie", lees ik in Sint Maarten van 24 febr., „gratis brochuren verspreid, zooveel moge lijk over de behandelde stof, welke brochuren door „Petrus Canisius" aan den conferencier of aan den pastoor der kerk, waar de conferen ties worden gegeven, gezonden zijn. Het behoeft geen betoog, dat de lezing der brochuren onder den invloed van het gesproken woord veel nut sticht niet enkel bij den bezitter, maar ook bij de huisgenooten, familieleden en kennissen. Maar de grootere propaganda heeft de financiën van P. C. geheel uitgeput. De nog dit jaar te innen bijdragen van beschermende leden (10 gulden) en donateurs(trices) 5 of 2.50) en begunstigers 1), zijn te zamen nauwelijks voldoende de schuld van 2000 te vereffenen. Komen dus geen nieuwe beschermende leden, donateurs, begunstigers en wel in grooten getale opdagen, dan moet P. C. haar propa- ganda-arbeid stopzetten". Wij staan hier derhalve voor eene herhaling van hetgeen in het huis dier Joodsche weduwe, van wie bij het begin van dit artikel gesproken werd, voor bijna drie duizend jaren plaats vond. Ach, uit tal van steden en dorpen klinkt de bede wij hoorden haar zooeven op de lippen van Dokkums Eerwaarden herder Breng mij nog een valzend meer apologetische boekjes. En de Canisius-Vereeniging moet met den zoon der weduwe antwoorden „Ik heb er geen meer En wat zijn daarvan de gevolgen „Voor de conferenties binnenkort, dit werd geschreven half Februari, te houden in 8 groote steden, kan de secretaris geen enkele brochure zenden, ondanks de dringende aanvrage der conferenciers". Aldus, gelijk we in de boven gekozen Bijbel plaats lazen ,,De olie houdt op". Telken jare hoor ik de geschiedenis, welke 4 Koningen ons daar verhaalt, in onze Conventsmis door den lector zingen en nu en dan gebeurt het, dat ik ze zelf moet lezen aan het altaar des Heeren. En telkenmale moet ik onwillekeurig denken „Hoe jammer, dat die vrouw geen grooter aantal vaten te leen had gevraagd zij "zou tot grooten welstand gekomen zijn, want nu reeds kon zij en hare kinderen, van het overschot leven (v. 7). Ja, ik geloof stellig, dat bij de meesten van hen, die het door mij in herinnering gebrach te Eliseüs-mirakel hooren of lezen, dezelfde gedachte zal opkomen. En inderdaad waren er toen meer vaten in huis geweest, de olie zou niet hebben opgehouden te vloeien De toepassing ook hiervan op de zaak, welke ons nu bezighoudt, is al heel eenvoudig. Kan „Canisius" beter voldoen aan de vraag van hen, die, al is het niet altijd met hunnen naam, toch zeer zeker met hun hart hare leden zijn, voldoen en hun een grooter voorraad harer brochuurtjes zenden, dan zal de olie van de verklaring der Katholieke geloofsleer ook na afloop der con ferenties niet ophouden te vloeien. En hoe jam mer toch zou het wezen, dat, als de redenaar van den kansel daalt, het woord Gods niet dieper meer in de harten zou doordringen en zich ook niet verder zou verspreiden bij hen, die om de een of andere, dikwijls huiselijke, reden geen hoorders van het woord konden wezen. En dit in een tijd, dat de gang naar Rome, waarover eenige jaren geleden een bekend predikant meende te moeten klagen, God zij geloofd, bij velen een ware drang geworden is 1 Gelukkig echter bestaat er een verschil, en een kapitaal verschil, tusschen het toegepaste Bijbelverhaal en onze brochurenkwestie. Met allen goeden wil was het aan de kinderen dier Joodsche vrouw niet mogelijk hunner moeder nieuwe vaten aan te reiken, want ze hadden er geen meer. Het was hun niet mogelijk de olie weer te doen vloeien, en al zouden ze ook later andere vaten gebracht hebben, hoogst waar schijnlijk had zich het wonder toch niet herhaald! Maar niet alzoo is het gesteld met de zaak, waarop we dachten dat verhaal te mogen toe passen. „Canisius" is in staat aan hen, die er om vragen, nieuwe vaten te reiken en dus den stroom van olie weer te vernieuwen, als ze door de Katholieken van Nederland geldelijk ge steund wordt. Dan toch kan ze nieuwe vlug schriften laten drukken en reeds geschrevene doen herdrukken. Onze tijd staat in het teeken der Missie-actie hier wordt u, Katholieke land- genooten, wederom de schoonste gelegenheid geboden om van uwen prijzenswaardigen ijver voor de Missie blijk te geven, van de Missie, niet in vreemde landen, maar van de, helaas zoo lang verwaarloosde en toch zoo noodzake lijke Missie in uw eigen vaderland. Denkt toch aan het antwoord, dat eenige jaren geleden, Rome gaf aan een Hollandschen provinciaal, die aan de Congregatie der Propaganda verzocht om zijner Ordesprovincie eenMissie in den vreem de aan te wijzen Nederland zelf zij uw missie- veld. Ik eindig met de woorden, waarmede de schrij ver van het aangehaalde artikeltje in „Sint Maarten" zijn dringenden oproep zoo praktisch sluit „Lezer, lezeres, geeft u aanstonds op als donateur, of liever nog, als beschermend lid van de P. C. en zendt, zoo uwe financiën het toelaten, spoedig een geldelijke bijdrage aan Petrus-Canisius. Adres Aan den Secretaris van Petrus-Cani- sius, Seminarie Rijsenburg, Driebergen". En met het hoogst ernstig woord, dat „Sint Maarten van 10 Maart tot de Katholieken der stad Utrecht richt, als het de conferenties voor niet-Kathilieken aankondigt, welke te begin nen op 14 Maart, in de Sint-Dominicuskerk aldaar, op zes achtereenvolgende Dinsdagen zullen gehouden worden „De Katholieken worden verzocht door gebed en aansporing van niet-Katholieken tot het welslagen dezer conferenties mede te werken". De collecte voor de Heilige Plaatsen, in Palestina op Palmzondag. Alweer bedelen Ja alweer bedelen En wel voor het mooiste wat ons katholiek volk op aarde bezit, nl. voor de heilige Plaatsen in Palestina, genaamd het H. Land, dat gezegend en geheiligd is door het leven en sterven van onzen Goddelij- ken Verlosser, Jezus Christus. De collecte, door de Pausen over de geheele katholieke wereld voorgeschreven en meermalen met grooten aandrang aan bevolen geschiedde vroeger in de 5 Bisdommen van Nederland op Goeden Vrijdag de droeve herinneringen aan hetgeen eenmaal op dezen dag plaats greep, stemde het christenhart wel tot mildheid, maar door de ééne godsdienstoefening van dien dag, die bovendien nog door een betrekkelijk gering aantal geloovigen werd bijgewoond, scheen hij toch niet de meest geschikte, om een aanzien lijke som bijeen te verzamelen. En daarom hebben Hunne Doorl. Hoogw. de Aartsbischop en Bisschoppen van ons vaderland, bewogen en getroffen door de armoede en ellen de en zware stoffelijke nooden, welke daarginds heerschen voorgeschreven dat de Collecte voor de Heilige Plaatsen voortaan niet meer op Goeden Vrijdag, doch telken jare op Palmzondag zal gehouden worden. Menigvuldig inderdaad zijn de nooden en behoeften, waaraan de „trouwe Bewakers" zooals de Paters Minderbroeders door de Pausen waren genoemd, hebben tegemoet te komen. Daar zijn vooreerst de Heiligdommen, hun ter bewa king en instandhouding toevertrouwd. De Schis- matieken en de Turken stelden zoo dikwijls en stellen nog alle oneerlijke middelen in het werk om ze den Paters te ontrooven zelfs met geweld en tot bloed vergietens toe zoo geschiedde met de Heiligdommen Nazareth, Cana, Sion, het H. Graf enz. en zij verkochten wat reeds meerma len was afgekochtde koopsom beliep meer dan eens millioenen. Dikwijls had de Gustodie van het H. Land jaren noodig om die schulden af te lossen, en kloosterlingen werden intusschen in gijzeling genomen. Daar zijn verder de s c h o 1 e n, door de paters gesticht in Palestina en in de missieplaatsen, welke van Custodie afhankelijk zijn, in Syrië, Egypte, Armenië, waar duizenden meisjes en jongens niet slechts het onderwijs kosteloos met zelfs papier, schrijf en leesboeken en overige be- noodigheden gratis ontvangen. Dan heeft men de Weeshuizen met hun ruime, frissche werkplaatsen, waar de jongens zich in alle soorten van vakken kunnen bekwa men. Drukkers en boekbinders zijn daar het best vertegenwoordigd. Ge kunt de drukpersen bewonderen met Turksche, Arabische, Grieksche Italiaansche en Duitsche lettersoorten. In het H. Land is weinig of geen vraag naar nijverheidsartikelen het zijn vooral de kara vanen, de pelgrims die den menschen werk moeten verschaffen. Vandaar heerscht er zoo groote armoede en ellende. In Jerusalem bijv. wordt kostejooze huisvesting gegeven aan alle Latijnsche Geloovigen, wordt voorzien in de noodwendige behoeften van weduwen en wee zen, worden ze gevoed en gekleed. Bij ziekte verstrekt men de geneesmiddelen uit de apotheek van het klooster San Salvatore. Daar is geen nood van kind of jongeling van man of grijsaard, waarin de franciscaansche liefdadig heid niet helpt. Voeg bij dit alles de hooggeroemde gastvrij heid, welke de pelgrims daar genieten en door Lamartine zoo zeer geprezen werd Onvergete lijk, zoo schrijft de beroemde dichter, blijven die kloosters, waar pater Gardiaan U den welkoms- groet brengt „Siete in casa vestra" „gij zijt thuis waar de slaapkamers geriefelijk, het voedsel overvloedig en gezond is, maar menU als nagerecht opdient een oranjeappel van Jaffa, een glas wijn van Cyprus, een kop koffie van Arabië, edelklinkende namen, welke de waarde dier artikelen veel verhoogen, maar toch over troffen worden door den glimlach,die deze gaven vergezelt. Tot zoover Lamartine. Meen echter niet, dat de aalmoezen der pel grims toereikend zijn, want zij dekken ternauwer nood een derde der onkosten. Daarbij komt nog de „Valuta Kwestie" waarvan we zelve de zwaren druk gevoelen. Vergeet ook niet, dat vele landen, als Frank rijk, Duitschland, Oostenrijk, Italië, Hongarije zoo zwaar onder de financieele lasten gebukt gaan, dat zij heel veel minder aan de Heilige Plaatsen bijdragen dan vóór den Oorlog. Maar wat ons christenhart met angst ver vullen moet en met medelijden voor onze arme Zusters en Broeders in het Oosten, is, dat de Schismatieken, protestanten in één woord de vijanden onze Moederkerk met de handen vol geld gereed staan om hunne armoede te lenigen, inzien zij slechts afvallig worden van het Katho liek Geloof. Vandaar dat Z.H. Paus Benedictus XV in zijn consistorierede van 10 Maart 1921 met bloedend harte weeklaagde „Wij weten dat niet katholieke vreemdelingen, „van hoog aanzien en groot fortuin, de verwoes- „tigen en ellende door den oorlog in Palestina te- „weeg gebracht misbruiken om hunne leerstel- „lingen te verspreiden. Maar wij mogen niet „dulden dat dóar zoovele zielen het Katholiek „Geloof verlaten en inden afgrond storten waar „onze Heer Jezus Christus door zijn Kostbaar „Bloed het eeuwig leven voor hen verdiend heeft. „Smeekend strekken zij in zoo groote ge- „varen hunne handen naar ons uit, Beminde „zonen, en vragen niet alleen voedsel en klee- „ding, maar bidden ook, dat hun de Heilige Missiestaties, kerken en scholen door Ons worden „teruggeschonken. Zal ik nog als laatste beweegreden voor Uwe mildadigheid een beroep doen op welbegrepen eigenbelang. Welnu, dan moge ik U herinneren aan het Pauselijk woord van Z.H. Pius VI, die in zijn Bulle„Inte Coetera" van het jaar 1778 getuigd en door Paus Leo XIII bevestigd in zijn Bulle „Haud ita quidem" „Wij door God aan gesteld als uitdeelers der onuitputtelijke schatten „der IT.Kerk verklaren dat al degenen die zullen „bijdragen tot het godvruchtig en heilig werk van „Palestina, deelachtig worden aan al de „vruchten en vérdiensten gebe- „d e n, vasten, b o e t p 1 e g i n g e n, ar- „beid en bedevaarten niet alleen „der Franciscanen maar ook van „alle pelgrims naar het Heilige „Land die verdiensten en vruchten zullen „hunne zonden uitboeten en hun vermeerdering „van glorie verschaffen. Wij durven vertrouwen, „dat dit alles de geloovigen nog meer zal aan zetten, om bereidwilliger dan ooit bij te dragen „tot onderhoud der Heilige Plaatsen. Bovendien worden de weldoeners deelachtig aan meer dan 20.000 Heilige missen telken jare door de Paters opgedragen door heel Palestina. Onze eerbied en hooge waardeering voor dat land door de voetstappen des Zaligmakers ge- teekend, medelijden voor onze arme zusters en broeders in den Geloove, ver voor het heil der zielen, en welbegrepen eigenbelang mogen U dan aansporen om de Palm-Zondagcollecte rijkelijk te gedenken. Fr. Augustinus Bulters o.f.m. Commissaris van het H. Land, Kasuaristraat 50, Den Haag. Posterijen en Telegrafie. De Directeur-Generaal der Posterijen en Telegra- fievestigt de aandacht op de navolgende voor het gebruik van briefkaarten geldende bepalingen le. de afmetingen der kaarten mogen 14 c.M. in de lengte en 9 c.M. in de breedte niet te boven gaan, noch minder bedragen dan 10 c.M. in de lengte en 7 c.M. in de breedte. De brief kaarten moeten zijn vervaardigd van karton of papier van voldoende stevigheid om de behan deling niet te belemmeren. 2e. De voor de frankeering gebezigde zegels moeten zooveel mogelijk in den rechterbo venhoek van de adreszijde worden gehecht. Het adres van den geadresseerde, en de aan wijzingen, welke op den postdient betrekking hebben (aangeteekend, bericht van ontvangst, enz.) moeten voorkomen op de voorzijde, waar van ten minste de rechterhelft bestemd is voor die aanwijzingen. De afzender beschikt over de keerzijde en over de linkerhelft der voorzijde. 3e. Uitsluitend in het binnenlandsch verkeer kan op de adreszijde van briefkaarten eene strook van ten hoogste lx/a centimeter gemeten van af den bovenrand over de volle breedte worden bedrukt met vermeldingen betreffende den af zender en zijn ambt, beroep of bedrijf. 4e. Briefkaarten welke niet aan de gestelde bepalingen voldoen worden behandeld als brie ven. Gemengd Nieuws. Kan een so c.-d emoe raat secre taris van een kamer van koop handel z ij n Bij de benoeming van een secretaris stelden de heeren Meijer en baron van Hardenbroek voor sollicitanten op te roepen voor de Kamer van Koophandel te Haarlem, De heer van Hardenbroek dreigde met ont- slagneming als lid wanneer de tegenwoordige functionaris, de heer Gerritsz (S.D.A.P.) benoemd zou worden. Z.i. kan een soc.-democraat de be langrijke functie van secretaris der Kamer, een lichaam van werkgevers,industrieelen en midden standers, niet vervullen. Na uitvoerige besprekingen is het voor stel om sollicitanten op te roepen, met 14—10 stemmen aangenomen. De Spaansche koning en een telefoon jongen. Een typisch staaltje van de bekende gemoedelijkheid van koning^ Alfons van Spanje wordt door een der Fransche bladen gemeld. In de militaire club te Madrid werd de te lefoonjongen opgebeld door iemand, die hem vroeg „Wilt u de goedheid hebben om den se cretaris aan de telefoon te roepen." De telefoonjongen, niet gewoon om zoo be leefd aangesproken te worden, meende, dat een „collega" een grap met hem wilde uit halen en antwoordde „Wacht even, ouwe jongen, ik zal hem gaan halen." Het geschiedde. Maar wie schetst de ontsteltenis van den knaap, toen hij hoorde, dat de secretaris den persoon, die opgebeld had, met „Uwe Maje steit" aansprak. In zijn angst maakte hij be kend, hoe oneerbiedig hij den koning had aan gesproken. En toen hij kort daarop een bood schap ontving even ten paleize te verschijnen, kroop het hart hem in de keel. Maar de koning, die hem had doen ontbie den, kwam hem vriendelijk tegemoet en gaf hem een biljet van 100 peseta's, terwijl hij lachend zeide „Dat is voor jou, ouwe jon gen." De jongen mocht verder den middag in het paleis bij de kinderen des konings door brengen. VerkoopRussische kunstschat ten. Te Weenen loopen geruchten, dat, de Russische volkscommissaris voor schoone kun sten korten tijd geleden een lijst heeft samenge steld van kunstschatten, die de Russische staat aan het buitenland wil verkoopen. Onder deze bevinden zich ook schilderijen uit de Eremitage te St. Petersburg, die een wereldnaam hebben. De Russische regeering is van plan deze kunst werken op een verkooping te Moskou te brengen. Op het oogenblik vertoeven te Moskou Amerika nen, die reeds aan de Russische regeering aan biedingen hebben gedaan, doch de regeering schijnt op een openbare verkooping te staan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1922 | | pagina 6