Baronielaan op 7, 14 enz. Nov. 12, 29 Dcc.
Vlissingen H. Jacobus de Meerdere op 8 enz.
Oostburg, (Zeeuwsch-Viaanderen) op 9 enz."
Op dat van het Decembernummer „Cursus
voor andersdenkenden. Rotterdam (in de
kerk van het Boschje) 12, 16 Oct. 9, 23 Nov.
7, 20 Dec. Dordrecht18 Oct. 1, 15, 29 Nov.
enz. enz. Nijmegen (vervolgcursus op verleden
jaar) 31 Oct. enz. Leiden in het Universi
teitsgebouw op 9, 16, 30 Nov. enz. enz. Den
Haag Da Gostastraat, te beginnen op 12 Jan.
1922 en eindigend 30 Maart d.a.v. Amsterdam
Sint Dominicuskerk, iederen Woensdag te
beginnen op 19 Nov. 1921 en eindigend 19 April
1922.
Niet waar 't Is om er duizelig van te worden
en het is zaak mijne opsomming nog meer in
te krimpen. Ik wil er u dus verder alleen maar
even aan herinneren, dat het nummer van Janu
ari cursussen voor andersdenkenden aankondigt
te Amsterdam, in het gebouw van Geloof en
Wetenschap té Hilversum in het Hof van
Holland en te Tilburg in het lokaal der KI.
Academie. En dat van Februari te 's-Graven-
hage, ook nog in de kerk Bezuidenhout 155,
op 16 enz. en te Schiedam in de kerk L. Haven.
Rest nog het Maartnummer Zwolle, Domini
cuskerk, eiken Maandagavond 8 uur Rotter
dam, Provenierssingel op 24 Febr., 3, 10 enz.
Bussum 23 Febr., 2 enz. Dokkum (behalve
Nes op Ameland, de eenige Friesche parochie
boven Leeuwarden gelegen), 27 Febr., 6, 13,
20, 27 Maart, 3 April. En toevallig over die
conferenties schrijvend aan een Zuid-Holl. pro
testant, vernam ik van hem, dat ook in zijn
dorp gedurende den winter door een der E. E.
kapelaans wekelijks apologetische cursus ge
geven werd. Niets duidt er op, dat dit alleen
in die parochie geschiedt integendeel meen ik
to kunnen verzekeren, dat men op vele kleinere
plaatsen des winters geregeld voordrachten van
geloofsverdediging pleegt te houden.
Het wil mij dus voorkomen, en naar alle
waarschijnlijkheid aan u ook, waarde lezer,
dat in de jongste wintermaanden de olie der
prediking van Gods woord ook voor onze anders
denkende broeders niet weinig gevloeid heeft,
ja, ook in grasmaand nog, hier en daar aan
't vloeien is. Dank en lof zij God, van wien alle
goede gave en alle volmaakte gift is (Jac. I, 17),
en eere zij den onvermoeiden redenaars en con
ferenciers, die voor een gehoor, tot hetwelk zij
toch niet gewoon zijn het woord te rich'ten, op
uitmuntende wijze de leer van ons heilig Geloof
uitlegden en door tal van argumenten staafden
Eere ook aan hen, wier onbaatzuchtige hulp
het geven dier conferenties en cursussen moge
lijk maakten.
En hoe zoo'n conferentie of cursus wordt
bijgewoond Nemen we tot voorbeeld de con
ferenties in het door en door Protestantsche
Dokkum, waar, met inbegrip der ongeveer
honderd kerkdorpen, die tot de parochie Dok
kum behooren, niet meer dan ruim 300 commu
nicanten gevonden worden. Ziehier wat de Z. E.
Heer pastoor mij schrijft
„Van vriend N. vernam ik, dat U gaarne
eenige inlichtingen hadt over de conferenties
voor niet-Katholieken alhier Met genoegen vol
doe ik aan Uw verzoek, vooral omdat ik U
kan melden, dat de eerste proef schitterend ge
slaagd is. Waren wij eerst nog ietwat bezorgd,
of er in zoo'n klein stadje, waar de menschen
elkander haast te goed kennen, wel voldoende
belangstelling voor de Katholieke Kerk, leer
en gebruiken zou bestaan, om een Roomsche
Kerk te durven binnentreden, en te gaan luiste
ren naar een Katholiek Priester, die zorg ver
dween al heel spoedig, toen na de eerste bekend-:
making in Dokkummur, Kollumer Krant en
Friesch Dagblad, van den Protestantenbond het
verzoek kwam, of de eerste conferentie niet
kon verzet worden, wijl dienzelfden avond een
cursus over de Kath. Kerk, uitgaande van dien
Bond en gegeven door Prof. Lindenboom van
Groningen, gesloten werd. Verschillende niet-
katholieken wilden deze laatste les nog bijwonen,
en tevens al de conferenties in onze kerk, dus
ook de eerste. Daarom is de eerste conferentie
gehouden op 28 Febr., door Pater Gijlswijk,
Prior te Zwolle, over Roomsch leergezag en
gewetensvrijheid. De kerk was dien avond prop
vol met allerlei slag van menschen, voorname en
niet voorname, geletterde en ongeletterde men
schen. Een 500-tal niet-katholieken vulde ons
mooie kerkje en luisterde onder ademlooze
stilte naar dezelfde leér, weleer ook aan hun
voorvaderen verkondigd door den H. Boni-
facius en zijn Gezanten.Zou dit geen opvallend
teeken zijn, dat de grond, weleer gedrenkt met
het bloed van den H. Bonifacius en Gez. weer
vruchtbaar is geworden, slechts wachtend op
het goede zaad De boekjes van de Apol. Ver.
Petr. Can., helaas te weinig, en wat getal en wat
verscheidenheid betreft, waren na de eerste
conferentie op een paar na, alle weg. Vandaag
6 Maart is de tweede conferentie over Rome en
den Bijbel door Pater Otten O. P. Naar wij ver
nemen zal de opkomst nu nog grooter zijn".
En over deze tweede conferentie luidt het in
een brief, dien ik den llen Maart van denzelfden
ijverigen priester mocht ontvangen „Ik deel
U mede, dat de tweede conferentie even schit
terend is geweest. Er waren nog meer deelnemers,
ofschoon er zelfs één Dominé zijn geloovigen
gewaarschuwd had die conferentie toch niet
meer bij te wonen. Wij hadden voor 50 plaatsen
meer gezorgd, en wederom moesten er velen
met een staanplaats zich tevreden stellen. Er
was groote aandacht en ademlooze stilte
Verba volantscripta mamenl (woorden ver
vliegen, schriften blijven), is een oud Latijnsch
spreekwoord, en daarom worden, gelijk we zoo
even uit den aangehaalden brief van den Dok
kumer pastoor vernamen, „na afloop van deze
conferentie", lees ik in Sint Maarten van 24
febr., „gratis brochuren verspreid, zooveel moge
lijk over de behandelde stof, welke brochuren
door „Petrus Canisius" aan den conferencier
of aan den pastoor der kerk, waar de conferen
ties worden gegeven, gezonden zijn. Het behoeft
geen betoog, dat de lezing der brochuren onder
den invloed van het gesproken woord veel nut
sticht niet enkel bij den bezitter, maar ook bij
de huisgenooten, familieleden en kennissen.
Maar de grootere propaganda heeft de
financiën van P. C. geheel uitgeput. De nog dit
jaar te innen bijdragen van beschermende leden
(10 gulden) en donateurs(trices) 5 of 2.50)
en begunstigers 1), zijn te zamen nauwelijks
voldoende de schuld van 2000 te vereffenen.
Komen dus geen nieuwe beschermende leden,
donateurs, begunstigers en wel in grooten
getale opdagen, dan moet P. C. haar propa-
ganda-arbeid stopzetten".
Wij staan hier derhalve voor eene herhaling
van hetgeen in het huis dier Joodsche weduwe,
van wie bij het begin van dit artikel gesproken
werd, voor bijna drie duizend jaren plaats vond.
Ach, uit tal van steden en dorpen klinkt de
bede wij hoorden haar zooeven op de lippen
van Dokkums Eerwaarden herder Breng
mij nog een valzend meer apologetische
boekjes. En de Canisius-Vereeniging moet met
den zoon der weduwe antwoorden „Ik heb er
geen meer
En wat zijn daarvan de gevolgen
„Voor de conferenties binnenkort, dit werd
geschreven half Februari, te houden in 8 groote
steden, kan de secretaris geen enkele brochure
zenden, ondanks de dringende aanvrage der
conferenciers".
Aldus, gelijk we in de boven gekozen Bijbel
plaats lazen ,,De olie houdt op". Telken jare
hoor ik de geschiedenis, welke 4 Koningen ons
daar verhaalt, in onze Conventsmis door den
lector zingen en nu en dan gebeurt het, dat
ik ze zelf moet lezen aan het altaar des Heeren.
En telkenmale moet ik onwillekeurig denken
„Hoe jammer, dat die vrouw geen grooter
aantal vaten te leen had gevraagd zij "zou tot
grooten welstand gekomen zijn, want nu reeds
kon zij en hare kinderen, van het overschot leven
(v. 7). Ja, ik geloof stellig, dat bij de meesten
van hen, die het door mij in herinnering gebrach
te Eliseüs-mirakel hooren of lezen, dezelfde
gedachte zal opkomen. En inderdaad waren
er toen meer vaten in huis geweest, de olie zou
niet hebben opgehouden te vloeien
De toepassing ook hiervan op de zaak, welke
ons nu bezighoudt, is al heel eenvoudig. Kan
„Canisius" beter voldoen aan de vraag van hen,
die, al is het niet altijd met hunnen naam, toch
zeer zeker met hun hart hare leden zijn, voldoen
en hun een grooter voorraad harer brochuurtjes
zenden, dan zal de olie van de verklaring der
Katholieke geloofsleer ook na afloop der con
ferenties niet ophouden te vloeien. En hoe jam
mer toch zou het wezen, dat, als de redenaar
van den kansel daalt, het woord Gods niet dieper
meer in de harten zou doordringen en zich ook
niet verder zou verspreiden bij hen, die om de
een of andere, dikwijls huiselijke, reden geen
hoorders van het woord konden wezen. En dit
in een tijd, dat de gang naar Rome, waarover
eenige jaren geleden een bekend predikant
meende te moeten klagen, God zij geloofd, bij
velen een ware drang geworden is 1
Gelukkig echter bestaat er een verschil, en
een kapitaal verschil, tusschen het toegepaste
Bijbelverhaal en onze brochurenkwestie. Met
allen goeden wil was het aan de kinderen dier
Joodsche vrouw niet mogelijk hunner moeder
nieuwe vaten aan te reiken, want ze hadden er
geen meer. Het was hun niet mogelijk de olie
weer te doen vloeien, en al zouden ze ook later
andere vaten gebracht hebben, hoogst waar
schijnlijk had zich het wonder toch niet herhaald!
Maar niet alzoo is het gesteld met de zaak,
waarop we dachten dat verhaal te mogen toe
passen. „Canisius" is in staat aan hen, die er
om vragen, nieuwe vaten te reiken en dus den
stroom van olie weer te vernieuwen, als ze door
de Katholieken van Nederland geldelijk ge
steund wordt. Dan toch kan ze nieuwe vlug
schriften laten drukken en reeds geschrevene
doen herdrukken. Onze tijd staat in het teeken
der Missie-actie hier wordt u, Katholieke land-
genooten, wederom de schoonste gelegenheid
geboden om van uwen prijzenswaardigen ijver
voor de Missie blijk te geven, van de Missie,
niet in vreemde landen, maar van de, helaas
zoo lang verwaarloosde en toch zoo noodzake
lijke Missie in uw eigen vaderland. Denkt toch
aan het antwoord, dat eenige jaren geleden,
Rome gaf aan een Hollandschen provinciaal,
die aan de Congregatie der Propaganda verzocht
om zijner Ordesprovincie eenMissie in den vreem
de aan te wijzen Nederland zelf zij uw missie-
veld.
Ik eindig met de woorden, waarmede de schrij
ver van het aangehaalde artikeltje in „Sint
Maarten" zijn dringenden oproep zoo praktisch
sluit
„Lezer, lezeres, geeft u aanstonds op als
donateur, of liever nog, als beschermend lid
van de P. C. en zendt, zoo uwe financiën het
toelaten, spoedig een geldelijke bijdrage aan
Petrus-Canisius.
Adres Aan den Secretaris van Petrus-Cani-
sius, Seminarie Rijsenburg, Driebergen".
En met het hoogst ernstig woord, dat „Sint
Maarten van 10 Maart tot de Katholieken der
stad Utrecht richt, als het de conferenties voor
niet-Kathilieken aankondigt, welke te begin
nen op 14 Maart, in de Sint-Dominicuskerk
aldaar, op zes achtereenvolgende Dinsdagen
zullen gehouden worden
„De Katholieken worden verzocht door gebed
en aansporing van niet-Katholieken tot het
welslagen dezer conferenties mede te werken".
De collecte voor de Heilige Plaatsen,
in Palestina op Palmzondag.
Alweer bedelen Ja alweer bedelen En wel
voor het mooiste wat ons katholiek volk op aarde
bezit, nl. voor de heilige Plaatsen in Palestina,
genaamd het H. Land, dat gezegend en geheiligd
is door het leven en sterven van onzen Goddelij-
ken Verlosser, Jezus Christus.
De collecte, door de Pausen over de geheele
katholieke wereld voorgeschreven en meermalen
met grooten aandrang aan bevolen geschiedde
vroeger in de 5 Bisdommen van Nederland op
Goeden Vrijdag de droeve herinneringen aan
hetgeen eenmaal op dezen dag plaats greep,
stemde het christenhart wel tot mildheid, maar
door de ééne godsdienstoefening van dien dag,
die bovendien nog door een betrekkelijk gering
aantal geloovigen werd bijgewoond, scheen hij
toch niet de meest geschikte, om een aanzien
lijke som bijeen te verzamelen.
En daarom hebben Hunne Doorl. Hoogw. de
Aartsbischop en Bisschoppen van ons vaderland,
bewogen en getroffen door de armoede en ellen
de en zware stoffelijke nooden, welke daarginds
heerschen voorgeschreven dat de Collecte
voor de Heilige Plaatsen voortaan niet meer op
Goeden Vrijdag, doch telken jare op Palmzondag
zal gehouden worden.
Menigvuldig inderdaad zijn de nooden en
behoeften, waaraan de „trouwe Bewakers"
zooals de Paters Minderbroeders door de Pausen
waren genoemd, hebben tegemoet te komen. Daar
zijn vooreerst de Heiligdommen, hun ter bewa
king en instandhouding toevertrouwd. De Schis-
matieken en de Turken stelden zoo dikwijls en
stellen nog alle oneerlijke middelen in het werk
om ze den Paters te ontrooven zelfs met geweld
en tot bloed vergietens toe zoo geschiedde met
de Heiligdommen Nazareth, Cana, Sion, het H.
Graf enz. en zij verkochten wat reeds meerma
len was afgekochtde koopsom beliep meer dan
eens millioenen. Dikwijls had de Gustodie van
het H. Land jaren noodig om die schulden af te
lossen, en kloosterlingen werden intusschen in
gijzeling genomen.
Daar zijn verder de s c h o 1 e n, door de paters
gesticht in Palestina en in de missieplaatsen,
welke van Custodie afhankelijk zijn, in Syrië,
Egypte, Armenië, waar duizenden meisjes en
jongens niet slechts het onderwijs kosteloos met
zelfs papier, schrijf en leesboeken en overige be-
noodigheden gratis ontvangen.
Dan heeft men de Weeshuizen met hun
ruime, frissche werkplaatsen, waar de jongens
zich in alle soorten van vakken kunnen bekwa
men. Drukkers en boekbinders zijn daar het
best vertegenwoordigd. Ge kunt de drukpersen
bewonderen met Turksche, Arabische, Grieksche
Italiaansche en Duitsche lettersoorten.
In het H. Land is weinig of geen vraag naar
nijverheidsartikelen het zijn vooral de kara
vanen, de pelgrims die den menschen werk
moeten verschaffen. Vandaar heerscht er zoo
groote armoede en ellende. In Jerusalem bijv.
wordt kostejooze huisvesting gegeven aan alle
Latijnsche Geloovigen, wordt voorzien in de
noodwendige behoeften van weduwen en wee
zen, worden ze gevoed en gekleed.
Bij ziekte verstrekt men de geneesmiddelen
uit de apotheek van het klooster San Salvatore.
Daar is geen nood van kind of jongeling van man
of grijsaard, waarin de franciscaansche liefdadig
heid niet helpt.
Voeg bij dit alles de hooggeroemde gastvrij
heid, welke de pelgrims daar genieten en door
Lamartine zoo zeer geprezen werd Onvergete
lijk, zoo schrijft de beroemde dichter, blijven die
kloosters, waar pater Gardiaan U den welkoms-
groet brengt „Siete in casa vestra" „gij zijt
thuis waar de slaapkamers geriefelijk, het
voedsel overvloedig en gezond is, maar menU als
nagerecht opdient een oranjeappel van Jaffa,
een glas wijn van Cyprus, een kop koffie van
Arabië, edelklinkende namen, welke de waarde
dier artikelen veel verhoogen, maar toch over
troffen worden door den glimlach,die deze gaven
vergezelt.
Tot zoover Lamartine.
Meen echter niet, dat de aalmoezen der pel
grims toereikend zijn, want zij dekken ternauwer
nood een derde der onkosten.
Daarbij komt nog de „Valuta Kwestie"
waarvan we zelve de zwaren druk gevoelen.
Vergeet ook niet, dat vele landen, als Frank
rijk, Duitschland, Oostenrijk, Italië, Hongarije
zoo zwaar onder de financieele lasten gebukt
gaan, dat zij heel veel minder aan de Heilige
Plaatsen bijdragen dan vóór den Oorlog.
Maar wat ons christenhart met angst ver
vullen moet en met medelijden voor onze arme
Zusters en Broeders in het Oosten, is, dat de
Schismatieken, protestanten in één woord de
vijanden onze Moederkerk met de handen vol
geld gereed staan om hunne armoede te lenigen,
inzien zij slechts afvallig worden van het Katho
liek Geloof.
Vandaar dat Z.H. Paus Benedictus XV in zijn
consistorierede van 10 Maart 1921 met bloedend
harte weeklaagde
„Wij weten dat niet katholieke vreemdelingen,
„van hoog aanzien en groot fortuin, de verwoes-
„tigen en ellende door den oorlog in Palestina te-
„weeg gebracht misbruiken om hunne leerstel-
„lingen te verspreiden. Maar wij mogen niet
„dulden dat dóar zoovele zielen het Katholiek
„Geloof verlaten en inden afgrond storten waar
„onze Heer Jezus Christus door zijn Kostbaar
„Bloed het eeuwig leven voor hen verdiend heeft.
„Smeekend strekken zij in zoo groote ge-
„varen hunne handen naar ons uit, Beminde
„zonen, en vragen niet alleen voedsel en klee-
„ding, maar bidden ook, dat hun de Heilige
Missiestaties, kerken en scholen door Ons worden
„teruggeschonken.
Zal ik nog als laatste beweegreden voor Uwe
mildadigheid een beroep doen op welbegrepen
eigenbelang.
Welnu, dan moge ik U herinneren aan het
Pauselijk woord van Z.H. Pius VI, die in zijn
Bulle„Inte Coetera" van het jaar 1778 getuigd
en door Paus Leo XIII bevestigd in zijn
Bulle „Haud ita quidem" „Wij door God aan
gesteld als uitdeelers der onuitputtelijke schatten
„der IT.Kerk verklaren dat al degenen die zullen
„bijdragen tot het godvruchtig en heilig werk van
„Palestina, deelachtig worden aan al de
„vruchten en vérdiensten gebe-
„d e n, vasten, b o e t p 1 e g i n g e n, ar-
„beid en bedevaarten niet alleen
„der Franciscanen maar ook van
„alle pelgrims naar het Heilige
„Land die verdiensten en vruchten zullen
„hunne zonden uitboeten en hun vermeerdering
„van glorie verschaffen. Wij durven vertrouwen,
„dat dit alles de geloovigen nog meer zal aan
zetten, om bereidwilliger dan ooit bij te dragen
„tot onderhoud der Heilige Plaatsen.
Bovendien worden de weldoeners deelachtig
aan meer dan 20.000 Heilige missen telken jare
door de Paters opgedragen door heel Palestina.
Onze eerbied en hooge waardeering voor dat
land door de voetstappen des Zaligmakers ge-
teekend, medelijden voor onze arme zusters en
broeders in den Geloove, ver voor het heil der
zielen, en welbegrepen eigenbelang mogen U dan
aansporen om de Palm-Zondagcollecte rijkelijk
te gedenken.
Fr. Augustinus Bulters o.f.m.
Commissaris van het H. Land, Kasuaristraat
50, Den Haag.
Posterijen en Telegrafie.
De Directeur-Generaal der Posterijen en Telegra-
fievestigt de aandacht op de navolgende voor het
gebruik van briefkaarten geldende bepalingen
le. de afmetingen der kaarten mogen 14
c.M. in de lengte en 9 c.M. in de breedte niet
te boven gaan, noch minder bedragen dan 10
c.M. in de lengte en 7 c.M. in de breedte. De brief
kaarten moeten zijn vervaardigd van karton
of papier van voldoende stevigheid om de behan
deling niet te belemmeren.
2e. De voor de frankeering gebezigde zegels
moeten zooveel mogelijk in den rechterbo
venhoek van de adreszijde worden gehecht.
Het adres van den geadresseerde, en de aan
wijzingen, welke op den postdient betrekking
hebben (aangeteekend, bericht van ontvangst,
enz.) moeten voorkomen op de voorzijde, waar
van ten minste de rechterhelft bestemd is voor
die aanwijzingen.
De afzender beschikt over de keerzijde en
over de linkerhelft der voorzijde.
3e. Uitsluitend in het binnenlandsch verkeer
kan op de adreszijde van briefkaarten eene strook
van ten hoogste lx/a centimeter gemeten van af
den bovenrand over de volle breedte worden
bedrukt met vermeldingen betreffende den af
zender en zijn ambt, beroep of bedrijf.
4e. Briefkaarten welke niet aan de gestelde
bepalingen voldoen worden behandeld als brie
ven.
Gemengd Nieuws.
Kan een so c.-d emoe raat secre
taris van een kamer van koop
handel z ij n Bij de benoeming van een
secretaris stelden de heeren Meijer en baron van
Hardenbroek voor sollicitanten op te roepen
voor de Kamer van Koophandel te Haarlem,
De heer van Hardenbroek dreigde met ont-
slagneming als lid wanneer de tegenwoordige
functionaris, de heer Gerritsz (S.D.A.P.) benoemd
zou worden. Z.i. kan een soc.-democraat de be
langrijke functie van secretaris der Kamer, een
lichaam van werkgevers,industrieelen en midden
standers, niet vervullen.
Na uitvoerige besprekingen is het voor
stel om sollicitanten op te roepen, met 14—10
stemmen aangenomen.
De Spaansche koning en een
telefoon jongen. Een typisch staaltje
van de bekende gemoedelijkheid van koning^
Alfons van Spanje wordt door een der Fransche
bladen gemeld.
In de militaire club te Madrid werd de te
lefoonjongen opgebeld door iemand, die hem
vroeg „Wilt u de goedheid hebben om den se
cretaris aan de telefoon te roepen."
De telefoonjongen, niet gewoon om zoo be
leefd aangesproken te worden, meende, dat
een „collega" een grap met hem wilde uit
halen en antwoordde
„Wacht even, ouwe jongen, ik zal hem gaan
halen." Het geschiedde.
Maar wie schetst de ontsteltenis van den
knaap, toen hij hoorde, dat de secretaris den
persoon, die opgebeld had, met „Uwe Maje
steit" aansprak. In zijn angst maakte hij be
kend, hoe oneerbiedig hij den koning had aan
gesproken. En toen hij kort daarop een bood
schap ontving even ten paleize te verschijnen,
kroop het hart hem in de keel.
Maar de koning, die hem had doen ontbie
den, kwam hem vriendelijk tegemoet en gaf
hem een biljet van 100 peseta's, terwijl hij
lachend zeide „Dat is voor jou, ouwe jon
gen." De jongen mocht verder den middag in
het paleis bij de kinderen des konings door
brengen.
VerkoopRussische kunstschat
ten. Te Weenen loopen geruchten, dat, de
Russische volkscommissaris voor schoone kun
sten korten tijd geleden een lijst heeft samenge
steld van kunstschatten, die de Russische staat
aan het buitenland wil verkoopen. Onder deze
bevinden zich ook schilderijen uit de Eremitage
te St. Petersburg, die een wereldnaam hebben.
De Russische regeering is van plan deze kunst
werken op een verkooping te Moskou te brengen.
Op het oogenblik vertoeven te Moskou Amerika
nen, die reeds aan de Russische regeering aan
biedingen hebben gedaan, doch de regeering
schijnt op een openbare verkooping te staan.