DAGBLAD VOOR SCHIEDAM ER OMSTREKEN.
feuilleton
ïïrS— X-
De Diamantenschat
45ste Jaargang.
Vrijdag 12 Mei 1922.
No. 13335.
SJEy^ r| '"yJ Advertentiën: 1-5 regels f 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
Bureau - K 0 F M VU K T Telefoon Intercommunaal 80. PostbusJ». ^Jggr,^ plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeehngen 75 ct. per regel.
A bonnen, enten per 3 maanden f 2—, per week 15 cent, franco per gVKHNMv Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
TAVEEDE ÜLAD
De salaris vermindering.
Uit Weltevreden d.d. 8 Mei
Medegeceeld kan worden, dat, toen in de
vergadering van directeuren ter sprake kwam cle
verdeeling van de 10 millioen, die op de begroo-
ting uitgetrokken Aaren om lagere ambtenarenna
intrekking van den d nar te-bij slag tegemoet te
kunnen komen, de betrokken departementschef
ernstig bezwaar bleek te hebben tegen werkelijke
vermindering van het inkomen voor het mindere
personeel bij Oorlog, Marine en Politie. Bij
eventueele intrekking van den duurte-bij slag
zouden de inkomens van alle Inlandsehe amb
tenaren benevens den bestaanspeil komen. Be
sloten werd, dat de chefs van de Departementen
zouden trachten een nieuwe oplossing te vinden
waarna dan spoedig een nieuwe vergadering
vzn directeuren zal worden gehouden.
Allerwegen zijn vergaderingen gehouden van
militaire bonden om te protesteeren tegen intrek-
van den duurte-toeslag. (Aneta).
Luchtvaart.
In zijn memorie van antwoord op het voorloo-
pig verslag der Tweede Kamer, over de bégroo-
tingen van 1921 en 1922 deelt de Minister van
Waterstaat mede, dat z.i. de toeneming der in
komsten van de koninklijke Luchtvaart Maat
schappijen daarnaar de vermindering der uit
gaven, voor de eerstvolgende jaren nog zal voort
duren
Naar de Minister vernam, zou het nog niet
vaststaan, dat de Belgische maatschappij zou
moeten liquideeren, doch zou de kans daartoe
groot zijn, indien zij van de Regeering van haar
'and niet zeer krachtigen steun zou ontvangen.
Daaromtrent zijn thans onderhandelingen gaan
de.
In hoeverre het wenschelijk is, het nieu
we contract weder voor een jaar te sluiten en niet
voor vier jaren, zal nader wonden overwogen.
Inkomstcnbclas ti ng
Blijkens het voorloopig verslag over bovenge
noemd wetsontwerp werd ernstig over de late
indiening van het ontwerp geklaagd. De moei
lijkheden, waartoe de tenuitvoerlegging van de
wet van 30 Dec. 1920 leidde, waren reeds lang
bekend. De soberheid van de memorie van toe
lichting gaf bij sommige leden Lot ontstemming
aanleiding. Voor aanbieding van dit ontwerp op
termijn voor het uiteengaan van de Kamer
schijnt men weinig reden te vinden.
Bij verscheidene leden is de indruk gewekt, dat,
bij de samenstelling het streven heeft voorgezeten
voor de gerezen moeilijkheden de voor de Rijks-
belastingadministratie gemakkelijkste oplossing
te vinden. Met de belangen der gemeenten wordt
in het geheel geen rekening gehouden.
Verscheidene leden meenden, dot met dit
ontwerp, nog lang niet alle moeilijkheden zijn
opgelost, welke in de praktijk zijn gebleken aan
de regeling der forensen-belasting te zijn verbon
den. Zij meenden op spoedige indiening van voor
stellen'tot herziening van de bepalingen betref
fende de forensenbelasting te moeten aandringen.
Sommige leden verzochten de regeering de
noodige maatregelen te treffen ten ein 0 t vom
komen, dat de gemeente besturen schade zu en
lijden door renteverlies ten gevolge van den
achterstand, welke bij de rijksadministratie
bestaat.
Gevraagd werd ofer eenige waarboig t
dat de gelden, welke ten gevolge van ontheffing
van den aanslag moeten worden terugbetaald,
binnen een redelijken termijn aan den belasting
schuldige worden uitgekeerd.
Sommige leden wezen erop, dat door de wet
van 30 Dec. 1920 Dij de beroepsrechtspraak in
belastingzaken Ged. Staten te ©enenmale werden
uitgeschakeld. Thans wordt onder'het motto
decentralisatie" een regeling aangediend, waar
in aan Ged. Staten wederom een rol in de be
roepsprocedure wordt toebedeeld. Zij achten
dit een zonderlinge en weinig principieel© han
delwijze.
Gevraagd werd, op welke wijze de belangheb
bende gemeenten van de voorgelegde aanslagen
op de hoogte worden gebracht.
Sommige leden gaven, wat art. II betreft,
als hun meening te kennen, dat de met inacht
neming der billijkheid meest eenvoudige oplos
sing deze zou zijn, dat werd bepaald, dat de
ontheffingen en nieuwe aanslagen, tot stand
gebracht in het belastingjaar 19211922, alsnog
zullen worden herzien en geregeld volgens de
voorschriften, welke in de betrokken gemeenten
te dezen aanzien op 30 Dec. 1920 van kracht
waren.
Enkele leden verklaarden de opneming in het
ontwerp gewenscht te achten van een artikel,
waarin wordt bepaald, dat de in plaatselijke invor
deringsverordeningen voorkomende verwijzingen
naar artikelen der Gemeentewet geacht zullen
worden betrekking te hebben op den tekst dier
artikelen, zooals deze na de invoering van deze
wet zal luiden.
Andere leden zouden zich tegen de opneming
van een zoodanig artikel verzetten. Zij meenden
dat een bepaling als dc bedoelde, waardoor fei
telijk bij de wet wijziging in gemeentelijke veror
deningen zou worden gebracht, niet toelaatbaar
is.
Verscheidene leden achtten het gewenscht, dat
de inwerkingtreding der wet, behoudens dc in
art. IX vermelde uitzonderingen, samenvalt
met dun aanvang van een nieuw belastingjaar
en zagen gaarne haar inwerkingtreding op 1
Mei 1922, in plaats van op den dag na dien van
haar afkondiging.
De drinkwatervoorziening van Maassluis.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid Ier
Hall betreffende verbetering van de drinkwater
voorziening van Maassluis, luidt het antwoord
van den minister van Arbeid als volgt
Het is den minister bekend, dat sedert het
door hem aan den heer Ter Hall op 24 Januari
1921 gegeven antwoord op diens vragen in zake
een verbetering van de drinkwatervoorziening
van Maassluis, nog geen verbeteringen in de
drinkwatervoorziening dezer gemeente zijn ge
bracht.
Het is den minister eveneens bekend, dat de
waterleidingswerken van de Maassluische Wa
terleidingmaatschappij op 1 April jl. aan de ge
meente zijn overgegaan en dat plannen om tot
verbetering te komen nog niet bij den raad zijn
ingediend.
Wel ligt het in het voornemen van B. en W.
dergelijke plannen bij den raad aanhangig te
maken, doch deze plannen strooken niet met
hetgeen dezerzijds meermalen aan het gemeen
tebestuur is kenbaar gemaakt als den eenig
juisten weg om een afdoende oplossing van het
waterleidingsvraagstuk te verkrijgen, n.l. het
betrekken van water uit Rotterdam door aan
sluiting aan de te maken transportleiding van
Rotterdam naar Hoek van Holland.
De ingebruikstelling van een chloorgasinstal
latie, waartoe de hoofdinspecteur van den
Volksgezondheid en de directeur van het Rijks
bureau voor Drinkwatervoorziening na grondige
studie van deze hier te lande nog niet toegepaste
wijze van waterzuivering adviseerden, bleef,
naar gebleken is, tot nu toe achterwege. Het
Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening heeft
de onderhandelingen voor de aanschaffing van
zulk een installatie met twee daarvoor in aan
merking komende firmanten gevoerd en als ge
volg daarvan werd aan B. en W. van Maassluis
een ontwerp-overeenkomst aangeboden. De ge
meente Maassluis heeft overeenkomstig dit ont
werp een overeenkomst afgesloten. Deze over
eenkomst bevat een bepaling, volgens welke de
leverancier tijdig voor de montage een montage
rekening ter beschikking van B. en W. van Maas
sluis zal stellen en bovendien voor, tijdens en na
de inbedrijfstelling alle door genoemd college
newenschte inlichtingen en aanwijzingen be
treffende de montage en het bedrijf zal verstrek-
ktHet wekt daarom bevreemding, thans te ver
nemen, dat de leverende firma in gebreke bleef
hieraan te voldoen en nog meer bevreemding
wekt het, dat B. en W. van Maassluis hebben
nagelaten den directeur van het Rijksbureau
hiermee in kennis te stellen en zijn tusschen-
komst in te roepen, niettegenstaande hij zich
op 19 Februari j.l. na van B. en W. ontvangen
bericht, dat de installatie te Maassluis was aan
genomen, uitdrukkelijk bereid verklaarde, verde
re voorlichting te geven.
Intusschen zal dezerzijds met B. en W. van
Maassluis en met de leverende firma in overleg
worden getreden om tot een zoo spoedig moge
lijke ingebruikstelling der installatie te ge-
raken.
Blijkens de wekelijksche mededeehngen van
den gezondheidsraad, hebben zich in den loop
van dit jaar tot 22 April twee typhusgevallen
te Maassluis voorgedaan en wel één in de week
van 26 Maart tot 1 April en één in de week van
2 April tot 8 April jl.
Hoewel de minister geen wettelijke middelen
ter beschikking staan om tegenover het ge
meentebestuur van Maassluis dwingend op te
treden, is hij gaarne bereid, bij het gemeente
bestuur er nogmaals krachtig op aan te drin
gen om voortvarendheid te betrachten bij net
brengen van de noodzakelijke verbeteringen m
de Irinkwatervoorziening
te spreken. Het gebed kon door de ontsteltenis
van gemeente en predikant niet ten einde
worden gebracht. Vier mannen is het ten slotte
gelukt den ongelukkige, die zich met reuzen
kracht aan het doophek vastklemde, naar de
catechisatiekamer te brengen. De man ver
klaarde niet te zullen rusten, eer hij den predi
kant had gesproken. Deze begaf zich toen van
den kansel om hem tot bedaren te brengen.
INGEZONDEN.
Gemengd Nieuws.
59 1
Bij de deur van de kruidenverkoopster bleef
hij stilstaan en keek naar binnen, uj
een en ander weder op zijn plaats te legge
zeeman draaide den knop om, cuw e
open en ging vóór haar staan, en ut.
blijdschap ontsnapte haar en zij hep met u
gestrekte handen naar hem oe e J
„Wel, Hiram, ben jij daar? Wanneer zijt gij
teruggekomen
XXII.
Hiram.
Lvdia Borringer hield innig veel van kapi
teKSt jonge meisje beschmiwcbi den
knappen jongman als ook zij was eéfi
zij aanbad en hoog vei et 1 trotseh mocht
meisje, op wier bezit dekap uitsfcekende op_
zijn. Hare moeder had haar w0on mooi.
voeding gegeven en zij was b g
Zij had een eemgszms Spaans yp^ lui;u.
donkere oogen hadden het harten bestu_
minnaar tot op den giond z j - hoven
deerd en zij wist, dat zij in vele opzichten boven
G r a a f' B e n t i n c k. Het besluit van graaf
Bentinck 0111 uit Amerongen naar het buitenland
te vertrekken schijnt thans wel vast te staan
Het bestuur der Vereemging. Een school
met den Bijbel te Amerongen heeft nl. de
schriftelijke mededecliug van hem ontvangen
dat hij wegens vertrek naa het buitenland tot
zijn leedwezen genoodzaakt is te bedanken a s
bestuurslid dezer vereeniging, en het bestuur
van de Vereeniging tot Uitbreiding van het
Gijdsrijk (tevens van de Elisabethschool) heelt
een gelijkluidenden brief gekregen.
Hij is naar Engeland vertrokken en 29 April
uit het bevolkingsregister van Amerongen af
geschreven naar Zwitserland.
Gestoorde godsdienstoefening.
Zondag werd cle godsdienstoefening 111 de
Ned. Herv. Kerk te IJsselstein op droevige
wijze verstoord. De dienst, die om ia ne
begon, werd geleid door den ringpredikant van
Jaarsveld, ds. Schimmel. De dienst zon aan
vangen met het lezen van het Doopformulier,
toen de predikant het formuliergebed uitsprak,
kwam ongemerkt een man de kerk binnen, die
sinds eenige dagen in overspannen zenuwtoe-
stand verkeerde. Hij liep tot vlak onder den
kansel en vroeg met luider stem den predikant
hem stond. Hij was een edelman, maar zij was
in verstand verre zijn meerderen. Doch zij be
minde hem en wist dat zij hem kon vertrouwen.
E11 dit was haar genoeg.
Maar toen die geschiedenis van den moord
van Seth Chickering kwam en de inhoud van de
portefeuille bekend werd, werd Lydia somber en
verdrietig. Toen De Raaf, opgewonden van vreug
de, haar de blijde tijding kwam brenge bemerkte
hij dat het nieuws haar niet in verrukking bracht.
3ij gaf hem met haar zachten ernst, die een van
hare grootste bekoorlijkheden was, te kennen,
dat dit ongedachte geluk meer een buitenkansje
voor hem was dan voor haarzelve. Het was goed
en wel voor De Raaf om Lydia Borringer te
trouwen, toen hij een man was die moeite had
zooveel te verdienen dat Zij stil konden leven,
maar het werd iets geheel anders nu haar vriend
opeens rijk was geworden en in staat was tot de
groote wereld terug te keeren en daar zijn rol
te spelen, met meer kans om in zijn kring te
schitteren. De Raaf betuigde haar zijn dank
voor hare voorkomendheid en zeide toen
„Meisjelief, -k had je bef toen ;k geen pen
mng bezat en je mij zabg maakte door mijn bef-
de te beantwoorden.Denkt ge dat d;e befde op-
ee s :s verdwenen omdat >k een erfenis gekregen
heb
En toen Lydia bleef volhouden dat het
een ander geval werd, zeide hij eindelijk
„Hoor eens, wil je mij te kennen geven dat
Voor de bibliotheek der
Katholieke Universiteit.
Geachte Redactie,
Beleefd verzoek ik U een plaatsje in de „Nieu
we Schiedamsc.he Courant voor het volgende
Gedurende ruim veertig jaren is het mij een
genot geweest bijeen te brengen eene verzameling
boeken. Deze verzameling bestaat hoofdzakelijk
uit werken van en betreffende katholieke schrij
vers zooals Dante, Calderon, Sakespeaie,
Vondel, Le Sage ten Broek, Alberdingk Thijm,
Schaepman, Gezelle, Bold, Brouwers e.a. hene
vens ©en groote menigte kath. tijdschriften en
couranten. Alles wat mij in die. veertig jaren m
handen kwam en mij voor de roomsche zaak nut
tig scheen, heb ik bewaard. Ten einde deze ver
zameling voor de Nederlandsche katholieken van
blijvend nut te doen worden,heb ik in overleg met
mijn goeden vriend pater Bon. Kruitwagen, haar
in hoofdzaak bestemd voor de Bibliotheek van de
komendRoomsche Universiteit. Eenige werken
echter en de duplicaten zijn bestemd voor andere
kath. inrichtingen zooals de „BibliothecaThynna-
na" en de BliLliotheek eener kloosterorde, omdat
ze de bestaande collecties aanvullen en daai dus
beter op hun plaats zijn.
Een gedeelte voor de Roomsche Universiteit
is reeds verzonden, hetwelk op hel Seminai ie te
Culernborg wordt bewaard. Zooals men echter
eenigen tijd geleden in de couranten heeft kunnen
lezen, heeft men daar geen plaatsruimte moeren
trouwens ik heb ook nog een geruimen tijd noodig
0111 het zaakje te sorteeren.
Intusschen ben ik 1 eel ij k in het gediang ge
komen zulk een collectie neemt heel wat plaats
in Gedurende eenige jaren had ik daarvoor geen
zorg, de collectie was goed en wel ondergebracht
in een paklntisje te Schiedam, maar wat zoovelen
in onze dagen als een schrikbeeld voor oogen staat
is ook mij overkomen, de eigenaar van het pak-
huisje heeft mij aangezegd dat hij het voor zijn
bedrijf noodig heeft en als gevolg daarvan:
ik moet verhuizen. Om nu die verzameling voor
de katholieke wetenschap niet verloren te doen
gaan waag ik het een beroep te doen op mijn
geloofsgenooten. Het liefst zou ik de cMlectie
willen bergen in een pakhuisjc of op een zolder
te Rotterdam en is daar geen gelegenheid dan in
een der omliggende gemeenten. Het behoeft geen
kostbaar pakhuis te. zijn, de eenigste vereischte
is maar dat het droog is en niet te hoog inprijs.
Ieder die dan ook zooiets voor mij in huur (of
wellicht te koop) heeft, verzoek ik het eens te
willen berichten. De mogelijkheid bestaat echter
dat zulk een gelegenheid door de omstandigheden
niet te vinden is en daarom zouden ook zij die
gelegenheid hebben een paar kisten te bergen
mij genoegen doen het eens te melden.
U, geachte Redactie, beleefd dank zeggende,
Uw. dw.,
J. A. v. Waardenburg.
St. Liduinastraat 16, Schiedam.
je niet meer van mij houdt Als dat zoo is, wel
nu dan zal ik mij niet aan je opdringen. Maar
als het alleen dit geld is dat scheiding zou maken
tusschen u en mij, dan zweer ik je dat ik geen
penning van de erfenis zal gebruiken en mijn
erfdeel liever aan het een of andere genootschap
zal vermaken."
Daar Lydia moeilijk kon zeggen dat zij De
Raaf niet liefhad en De Raaf blijkbaar meende
wat hij zeide, gaf zij zich gewonnen en wachtten
zij te zamen met blijde den heugelijken dag
af, waarop hij in het bezit van zijne schatten
zou komen.
Op dezen bijzonderen dag voelde de kap-
tein zich bijzonder gelukkig. Terwijl juffrouw
Borringer zicb beneden met Bostock bezighield,
had hij met Lydia zitten praten over de reizen
die zij samen zouden maken als zij gc rouw
waren. Lydia had nog nooit gereisd, en nj vei
heugde zich bij voorbaat op het genot van haar
al de heerlijkheden te laten zien, die
die vreemde landen te aanschouwen zij
Zij luisterde naar hem met de
een Desdomona en de schoons vis
voor hare thans zoo levendig gemaakte ver
""S5 J» hij haar
gaf vaA Cairo, ging de deui opc i gevolgd
Borringer de kamer binnen. Zy werd gcvoiga
d001. een donkerkleurige* man met heldere
oogen, in een zeemanspak.Toen zi dienman
het oóg kreeg, vloog Lydia van haai stoel op,
sloeg hare armen o zijn hals en riep uit: „O,
oom Hiram
Kapitein De Raaf had Hiram Borringer nog
nooit Ontmoet, ofschoon hij door moeder en
dochter veel van hem gehoord had. Hij was nog
heel jong toen Hiram op zee ging en was juist
afwezig, toen de zeeman terugkeerde. Ihan
werd hij aan den beroemden zeereiziger voor
gesteld, die hem hartelijk de hand drukte
Je zijt wel gelukkig, dat je mijn nchtje tot
„Lydia is het liefste meisje dat er maar be-
Dat is zij ook," zeide Hiram.
Hiram was onverwachts teruggekomen van
een eis langs de zuidelijke en westelijke kusten
van Afrika Ofschoon de kapitein veel gereisd
had waren de Zuidwestelijke kusten van Afrika
hem' onbekend en hij had altijd met, veel belang
stelling geluisterd wanneer er brieven van Hiram
uit, die streken kwamen. Nu maakte hij persoon
lijk kennis met den zeeman en hij was terstond
zeer met hem i genomen. Hij was een man die
lokte tot vertrouwen en hij bezat de kloeke onver
saagdheid van lieden, die lang in den vreemde
alleen hebben rondgezworven. Nadat zij een
poosje samen gepraat hadden, stond De Raaf
op om heen te gaan. Hij moest terug naar de
club, aangezien hij daar als secretaris niet zoo
lang kon gemist worden.
(Wordt vervolgd)
I>)S IV iamyauy.|||<|M BHBfc. urn) gni m nag
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Van ingezonden stukken ook al worden ze niet ge
plaatst wordt de Kopy niet teruggeven.
nlpql