Tweeds [aiiïertieziög.
KUIPER, C. J.
DMG BLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
FEUILLETON.
Liefde en Haat.
45ste Jaargang.
Vrijdag 30 Juni 1322.
No. 1M374.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
EERSTE BLAD.
Op Woensdag 5 Juli heeft de
stemming plaats ter verkiezing van
de nieuwe Tweede Kamer.
Denk er aan, dat ge dien dag aan
de stemming deelneemt.
Ditmaal zijn zoowel de mannen
als de vrouwen kiesgerechtigd.
Men is verplicht ter stembus te
gaan.
Zoek op het stembiljet lijst
Bovenaan op lijst 16 staat de
naam, waarop de R. K. kiezers in
dezen kieskring moeten stemmen
Binnenland.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Bureau KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden f2.—, per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
A d v e r t e n'^t i n 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Bij of krachtens wetten of verordeningen voor
geschreven en andere officieele af- en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
hebben bij hun besluit van den 29 Juni 1922
het verzoek van
lo. de N.V. MAATSCHAPPIJ „OXYGENI-
UM" om definitieve vergunning tot uitbreiding
van de waterstof- en zuurstoffabriek met een
luchtzuurstofinstailatie en een inrichting tot
het comprimeeren van zuurstof en waterstof
in de panden Buitenhavenweg nos. 48-50, ka
daster Sectie L., Nos. 22202221, met 5 elec-
tromotoren van resp. 60, 60, 70, 100 en 100
P.K., drijvende 2 luchtcompressoren, 2 zuur-
stofcompressoren en 1 waterstofcompressor en
2o. J. MAK om vergunning tot oprichting
van een inrichting tot het branden van olie
noten in het pand Groenelaan 103, kadaster
Sectie M. No. 1621, met een electromotor van
3 P.K.,
VERDAAGD, aangezien het desbetreffend
onderzoek nog niet is geëindigd.
Schiedam, 30 Juni 1922.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
hebben bij hun besluit van den 29 Juni 1922
vergunning verleend aan de N. V. DE NEDER-
LANDSGHE ISOLEER-MAATSCHAPPIJ „DE
NIM" tot wederoprichting van de fabriek tot
vervaardiging van isolatiemateriaal in de pan
den St. Anna Zusterstraat 24-26, kadaster
Sectie A. No. 1661, waarin worden geplaatst
7 electromotoren van totaal 56 P.K., drijvende
diverse werktuigen en een stoomketel van
24 vierk. M. verwarmingsoppervlak, dienende
voor verwarming.
Schiedam, 30 Juni 1922.
10
Internationale Justitie.
In de groote rechtszaal van het Vredespaleis
heeft het Permanente Hof van Internationale
Justitie gisterochtend om II uur de behandeling
voortgezet van de kwestie van de benoeming
van den TMederlandschen arbeidersafgevaardig
de op de derde internationale arbeidsconferentie
te Genève.
Thans was het woord aanden vertegenwoordiger
van de Nederlandsche regeering, mr. J. Limburg,
advocaat te 's-Gravenhage, die met den referen
daris in algemeenen dienst aan het departement
van arbeid, mr. A. M. Joekes, die in deze zaak
mede de Nederlandsche regeering vertegenwoor
digde, verschenen was.
Met tal van feiten en cijfers, bewees pleiter
het juiste standpunt onzer regeering.
Wachtgeldregeling voor militair-personeel,
In Den Haag vergaderde de commissie voor
het georganiseerd overleg bij de landmacht,
welke commissie na hare installatie op 15
April jl. nog niet in vergadering was bijeen
geweest.
Aan de commissie was opgedragen voorstel
len aan den minister van oorlog te doen tot
het vaststellen van een wachtgeldregeling voor
het militair personeel van de landmacht, waar
bij de door de regeering voorgestelde wachtgeld
regeling voor de burgerlijke rijksambtenaren
in geen geval enkel opzicht kan worden geacht te
voldoen aan ook maar de meest bescheideneischen
welke voor het militair personeel noodzakelijK
konden worden geacht.
Het militair personeel dat op wachtgeld zal
worden gesteld heeft immers de zekerleid
nimmer meer als zoodanig in rijksdienst te
zullen terugkeeren, terwijl hunne (militaire),
kennis bij terugkeer in de burgermaatschap
pij waardeloos is geworden.
Op dien grond werd voorgesteld de als leid
draad gezonden wachtgeldregeling terug te
zenden aan den minister van oorlog, onder me-
dedeeling, dat deze door de commissie onvoldoen
de werd geacht.
Waartoe werd besloten.
Hij had geen leven gehoord, maar des morgens
vroeg weer de deur uitgaande, zag hij voor de
kamerdeur van juffrouw Ward een plasje bloed.
Hij vond dit zeer vreemd en riep de juffrouw
maar zij gaf geen antwoord. Hij leunde tegen
de kamerdeur om te luisteren, maar deze week
terug en daarachter vond hij het doode lichaam
van de juffrouw.
Als tweede getuige werd gehoord juffrouw Jud-
kin die verklaarde dat juffrouw Ward twee we
ken lang bij haar gewoond had en dat zij, zoo
als het scheen, een nette vrouw was.
Op de vraag of zij niet opgemerkt had, dat
deze commensaal veel verschilde van hare
gewone klanten antwoordde zij dat zij hierop
geen acht geslagen had. Juflrouw Ward ging
dikwijls uit en ontving zelf nooit bezoek als
op den avond toen zij vermoord werd.
Juffrouw Judkin werd belangstellend aange
hoord, vooral door de Feui-get toen zij deze
mededeeling deed. Overigens wist zij te vertel
len dat slechts twee personen bij juffrouw Ward
waren geweest en op verschillende tijden. De
eerste had niet langer dan een half uur bij de
juffrouw vertoefd. Toen had juffrouw Judkin
gehoord dat zij hardop snikte en dat de man
Bezuiniging aan (le departementen.
Het bestuur van den „Bond van Ambtenaren"
bij het Departement van Algemeen Bestuur en
Googe Colleges van Staat, besprak gisteravond
het stelselloos ontslag der ambtenaren aan 't de
partement van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Op hetzelfde tijdstip dat ambtenaren met tal
van dienstjaren ontslagen worden, worden tij
delijke ambtenaren in vasten dienst aangesteld.
Het bestuur zal zich tot de regeering wen
den over deze willekeurige handeling, die het
in strijd acht met de regeeringsverklaring van
20 Dec. 1921 aan de volksvertegenwoordiging.
De bond zal zich niet verzetten tegen het
ontslag van overtollig personeel, maar wel te
gen het stelselloos ontslag, zooals dit aan het
departement van Landbouw heeft plaats ge
vonden.
Besloten werd a.s. Maandag een protest-ver
gadering te beleggen.
Werkverschaffing in Drente.
Naar „Het Volk" uit Assen verneemt, zal er
naar alle waarschijnlijkheid voorloopig niets
kunnen komen van den aanleg van het nieuwe
kanaal van het Oranjekanaal naar het veen-
gedeelte.
Zooals bekend, zijn er twee plannen: Oranje-
kanaal-Weerdinge (het Noordelijk plan, waar-
verschrikkelijk boos scheen. Zij had echter niets
vernomen van hetgeen er gesproken was omdat
zij geen luistervink wilde spelen. Nadat deze
heer heengegaan was kwam een tweede heer
maar daarna had zij niets meer vernomen.
Op de vraag van den vrederechter of zij
in het geheel niets gehoord had dat op een
twist geleek, werd de getuige plotseling stil
terwijl zij besluiteloos scheen. De vrederechter
merkte dit dadelijk op en vroeg of zij den laat-
sten bezoeker niet gezien had toen hij naar
beneden kwam.
Zij antwoordde ontkennend. Ook had zij hem
later in het geheel niet meer gehoord en zij kon
met geen mogelijkheid meer zeggen hoe lang
hij bij juffrouw Ward vertoefd had.
De vrederechter vroeg haar weer of zij zeker
was dat zij haar verklaringen naar waarheid
gaf waarop zij verzekerde dat ze slechts de
waarheid sprak.
Op de vraag of zij een eed wilde doen dat
juffrouw Ward geen ander bezoek dan van die
twee heeren ontvangen had, scheen zij beang
stigd te worden.Daarna aarzelde zij en verschoot
van kleur.
„Ik weet niets daarvan", antwoordde zij
langzaam.
„Het is toch niet onmogelijk dat zij ander
bezoek ontvangen heeft, want als ik kans heb,
verhuur ik de kamer naast die van juffrouw
Ward, per nacht. Dien avond had ik haar
voor reeds jaren geleden een hoogc subsidie
door de regeering werd toegestaan) en Oranje
kanaal— EmmenEmmer Erfscheiderveen (het
zuidelijke plan, waarvoor zich den laatstcn tijd
speciaal ingezetenen van het dorp Emmen zijn
gaan interesseeren).
In de voorlaatste vergadering der Prov.
Staten, waar de nieuwe kanaalverbinding aan
de orde werd gesteld, werd voor geen vanbeide
plannen een besliste voorkeur uitgesproken en
besloten te onderzoeken, of de regeering voor
het zuidelijk plan een evengroote subsidie wilde
toezeggen als zij reeds voor het noordelijk plan
had gedaan.
Het comité voor het zuidelijk plan deelt in-
tusschen mede „Op de door den Minister van
Waterstaat gestelde voorwaarde is de gewensch-
te kanalisatie niet tot stand te brengen." Hetzal
de vraag zijn of een beroep op de ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Arbeid resultaat
oplevert.
Voor het noordelijk plan is de toestand even
min bemoedigend. De totale kosten van deze
uitvoering zijn geraamd op rond f 1.200.000
89 is door toegezegde subsidies gedekt. Er
ontbreekt 11 zijnde ruim 130.000. Dit be
drag zou moeten worden beschikbaar gesteld
door het waterschap Weerdinge, omvattende
de eigenaren der aangelegen gronden. Dit
waterschap wenscht echter niet meer dan 27.000
disponibel te stellen.
Op grond van een en ander stellen Gedepu
teerden thans aan de Provinciale Staten, die
4 Juli bijeenkomen, voor, de onderhandelin
gen als geëindigd te beschouwen en voorloo
pig geen subsidies toe te kennen.
Wat deed minister Aalberse
Kapelaan Goulmy schrijft in de „Msb."
De vraagwat deed Minister Aalberse
zoude voor eenigen tijd eene kwestie geweest
zijn, heel aangenaam, om te beantwoorden. Wij
zouden met het antwoord zelfs algemeen suc
ces gehad hebben. Thans, nu over de Nederlan
den, gelijk over andere landen eene malaise, eene
inzinking van handel en nijverheid kwam, is
het eene moeilijke kwestie geworden, een vraag
stuk, welks beantwoording eene politieke leuze
deed opklinken tegen Aalberse Wij voor ons
behouden onze kalme nuchterheid en wij leggen
vast
Dat Aalberse uitvoerde derhalve niet deed
aannemen de wetten van Minister Talma tot
verzekering van de arbeiders tegen de gevolgen
van Invaliditeit en Ouderdom, welke den stem
pel 1912 droegen, en wij schreven toen 1919.
Hij verhoogde ook met het oog op de daling van
de waarde van het geld de ouderdomsrente en
plaatste naast de gedwongen ouderdomsverzc-
kering eene vrijwillige, door hem later nog voor
personen met hooger inkomen opengesteld.
Dat de Minister de uitkeering der Ongeval
lenwet eveneens met het oog op de daling der
waarde van het geld opvoerde en eene Werk
loosheidsnoodwet 1919 deed aannemen, waar
door werkloozen uit de kassen der gemeenten
en der vakvereenigingen subsidies konden ont
vangen.
Dat eene Landbouwongevallenwet, waarnaar
reeds heel lang uitgezien was, tot stand kwam.
Dat eene Arbeidswet 1919 in het Staatsblad
verscheen, waardoor ingevoerd werden de acht
urige werkdag, de vijf en veertig-urige werkweek
de vrije Zaterdagmiddag. En daardoor werd
Aalberse de oorzaak eener heel hevige agitatie
tegen hem, ook in de R. K. Staatspartij, welke
er even door uiteenviel en nog in haar geheel
er niet mede verzoend is. Wij moeten daarop der
halve wat nader ingaan.
verhuurd aan een vrouw die zich Betsy Urane
noemde. Ik hoorde haar thuiskomen ongeveer
twee uur nadat de tweede heer bij juffrouw Ward
naar boven was gegaan."
De getuige zweeg een oogenblik maar men
kon het haar aanzien dat zij nog meer wist
te vertellen. Eindelijk verklaarde zij dat Betsy
Urane niet alleen naar boven gegaan was maar
dat zij gevolgd werd door een man, maar dat
zij onder eede kon verklaren dat zij den man
niet gezien had, daarna was de vrouw kort
na aankomst weer heengegaan. Zij had deze
niet hooren terugkeeren
Een kleinê pauze werd toen gehouden. De
vrederechter gaf een der agenten fluisterend
eenige bevelen waarop deze zich verwijder
de. Daarna begon hij weer met de ondervraging.
Op de vraag of de man den volgenden mor
gen nog op de kamer van Betsy Urane was,
antwoordde juffrouw Judkin ontkennend. Toen
mocht zij heengaan.
Juffrouw Judkin speelde zenuwachtig met
haar halsdoekje en slaakte een zucht van ver
lichting toen zij zich verwijderde,
De vrederechter maakte nog eenige aan-
teekeningen en wendde zich daarna tot de jury
leden.
„Ik heb die vrouw Urane laten halen," zei-
de hij. „Ik geloof dat u mij wel zult toegeven
dat zij 'misschien gewichtige getuigenis kan
afleggen,"
In Juli 1919 nam de Tweede Kamer de Ar
beidswet aan met 69 tegen 3 stemmen.
Er ontbraken dus in de Kamer 28 leden, wat
al niet op eene hachelijke stemming wijst,
maar op eene, van welke men den uitslag te
voren wist.
Vóór stemden Christen-democraat 1, Chr.-
sociaal 1, Anti-revolutionnair 10, Chr.-Historisch
6, Roomseh-Katholieken 22, Vrijzinnig-Demo
craat 3, Sociaal-Democraat 17, Economische
Bond 2°, Vrij.Liberaal 3°, Unie-Liberaal 2°,
Neutraal 1°, Middenstand 1°.
Tegen stemden Communist 2, Soiali-
tische partij 1.
Onder de v o o rstemmers verdienen zeer
bijzondere vermelding Mr. Treub, Mr. S w a n e,
mr. Dresselhuijs.
Later October 1919, nam de Eerste Kamer
het voorstel zonder stemming aan.
Toen, men mag dat gerust aannemen, voor
zagen de Kamers niet, dat deze wet de ma
laise zoude veroorzaken.
Anders ware de stemming,het niet-houden van
stemming, wel heel onverantwoordelijk geweest.
De malaise spruit dan ook uit heel andere
oorzaken voort, b.v. uit de verarming der we
reld na den wereldoorlog, uit de daling dei-
valuta in de omliggende landen, uit de hooge
valuta in ons eigenland, door welke twee laatste
oorzaken ons land in zijn export belet wordt, enz.
Later is de Arbeidswet 1919 in overeenstem
ming gebracht met de Internationale Confe
rentie van Washington en werd ingevoerd de
werkdag van acht en een half uur, de acht en
veertigurige werkweek met den vrijen Zaterdag
middag.
Dat buitengewoon veel gedaan werd voor de
leniging van den woningnood, door de bevorde
ring van de woningbouwvereenigingen, het geven
van premies voor middenstandswoningen, enz.
Nu Vrijheidsbond 9.
De wachtgeldregeling.
De volgende nieuwe wachtgeldregeling voor
de burgerlijke rijksambtenaren is door de re
geering ingesteld.
Art. 1 Aan een burger-rijksambtenaar in vasten
dienst wien eervol ontslag wordt verleend we
gens opheffing zijner betrekking of wegens ver
andering in de inrichting van het dienstvak,
waarbij hij werkzaam is, en waardoor zijn werk
zaamheden overbodig zijn geworden, wordt met
ingang van den dag van ontslag, voor zoover
hij alsdan niet uit anderen hoofde in de termen
valt om pensioen te genieten, ten laste van
's rijks-schatkist een wachtgeld toegekend op
den voet der bepalingen van dit besluit,
Een zoodanig wachtgeld kan ook worden toe
gekend aan den burgerlijken rijksambtenaar, die
ontslag vraagt, 't voornemen hem is mee
gedeeld om zijn betrekking op te heffen of de
inrichting van zijn dienstvak zoodanig te ver
anderen, dal, zijn werkzaamheden overbodig
zijn geworden.
Onder burgerlijke ambtenaren verstaat dit
besluit hen, wier bezoldiging wordt betaald uit
's rijks schatkist en geregeld bij 't bezoldigings
besluit, burgerlijke rijksambtenaren.
In vasten dienst wordt mede geacht te zijn de
ambtenaren, die krachtens wet of algemeenen
maatregel van bestuur voor een bepaalden tijd
zijn aangesteld, doch als regel zullen worden her
benoemd.
Art. 2. Met betrekking tot den duur van het
wachtgeld en het bedrag daarvan worden de
burgerlijke ambtenaren onderscheiden in
a. hen, die een ambt bekleeden, hetwelk een
hoofdbetrekking vormt, en uit hoofde van den
De politieagent kwam na eenigen tijd terug
en meldde dat hij er dadelijk in geslaagd was
de bewuste vrouw te vinden. Zij wachtte buiten.
De vrederechter beval dat zij onmiddellijk naar
bimftn zou worden gebracht.
De gebruikelijke vragen werden aan haar
gedaan, waarna zij moest verklaren met welken
man zij op de kamer was geweest. Zij kende hem
niet en had juist in een slijterij met hem kennis
gemaakt, verklaarde zij. Hij had haar gevraagd
om hem mede naar huis te nemen en toen had
zij hem mede genomen naar de kamer van
juffrouw Judkin. Toen zij daar aangekomen
waren, vertelde zij hem dat juffrouw Ward in
de kamer daarnaast woonde. Plotseling zeide
de man haar dat hij haar een goudstuk zou
geven wanneer zij hem alleen wilde laten in
de kamer, omdat hij behoefte gevoelde alleen te
zijn. Zij stemde met vreugde hierin toe, verliet
hem dadelijk en daarna had zij hem niet meer
gezien. Zij kon hem niet goed beschrijven om
dat zij nu vast geloofde dat hij een valschen
baard em valsch haar had. Ook droeg hij kleeren
wraaraan hij niet gewoon scheen. Den vorigen
avond was zij «enigszins opgewonden door
écnige gebruikte glaasjes en toen had zij niet
te veel acht geslagen op hetgeen zij gezien
had.
Daarna werden nog eenige getuigen gehoord
die niet veel bijzonders hadden mede te dee-
'en, (Wprdt vervolgd)