Schiedams Roem.
V
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Het 50-jarig Priesterfeest van
Z. D. H. Mgr. Gallier.
7 FEUILLETON-
Liefde en Haat.
45ste Jaargang.
Maandag 14 Augustus 1922.
No. 13414-
SsfliPF
D i n s d a g-a vond
NIET VERSCHIJNEN.
Buitenlandscli Nieuws.
ep.mu. XeoehemjT sur
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Bureau KOEMARKT 4 Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 39.
Abonnem enten per 3 maanden 2.per weck 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiën 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Wegens den feestdag van MARIA
HEMELVAART zal de NIEUWE SCHIE
DAMSCHE COURANT, Dagblad voor
Schiedam en omstreken,
A an de Eerwaarde Geestelijkheid en de Geloovigen
in ons Bisdom.
Het zal U niet verwonderen, dat wij, bij het
naderen van het Gouden Priesterfeest van onzen
Hoogwaardigen Bisschop gemeend hebben een
kort woord tot u te mogen richten.
Wij behoeven U niet te herinneren, welk een
Weldaad God ons allen bewezen heeft door nu
reeds bijna negentien jaren aan het hoofd van
ons Diocees te plaatsen eenen Herder, die, vol ver
trouwen op God, in hetminstnietgeaarzeld heeft,
door woord en voorbeeld zich te verzetten tegen
alles, wat schade brengt aan Zijne dierbareKudde
en te bevorderen en op te bouwen, wat tot
geestelijk heil strekt der hem toevertrouwden.
Wanneer dan ook op 15 dezer het priester
goud de slapen zal sieren van onzen Vader in
Christus, dan zullen wij allen medejuichen met
den verheven Jubilaris en uit de volheid onzer
harten dankzeggen aan den Heer onzen God.
Die plicht van dankbaarheid zullen wij op
den jubeldag het best vervullen door meer dan
anders veel en vurig te bidden voor onzen Bis
schap, die, hoe ook met eere gekroond, toch den
zwaren en hoogst verantwoordelijken last draagt
der verzorging van ons aller zielen en die om
dat hij in overheid is gesteld zeer streng door
God zal geoordeeld worden.
Maar hiermede mogen wij ons niet tevreden
stellen als goede kinderen zullen wij behalve
ons gebed ook gaarne nog een stoffelijk geschenk
aanbieden aan onzen Vader op zijn heerlijk feest.
Wij kennen het hartsverlangen van den Gou
den Jubilaris, die, voor zichzelven geen wenschen
koesterend niets vuriger verlangt dan zijn nieuw
Seminarie geheel te kunnen afbouwen.
Met de meeste erkentelijkheid het zij hier
openlijk verklaard herinnert Z.D.IT. de veel
vuldige en grootc offers reeds gebracht velen
uwer zijn ook bij dit jubelfeest in de gelegen
heid gesteld, van hun vrijgevigheid te doen blij
ken. Maar toch weten wij ook, dat lang niet
weinigen nog eene gelegenheid hebben moeten
afwachten, om bij dit eenig Jubilé daadwerke
lijk hunne dankbare liefde te toonen en datbijna
allen gaarne als nieuwe feestgave het reeds ge
schonken offer willen aanvullen en vermeerderen.
Alle deze overwegingen hebben bij ons de
overtuiging gevestigd, dat wij een U allen aan
gename taak vervullen, wanneer wij bij dezen
Voorschrijven
ten eerste, dat op Dinsdag a.s. (het Feest
van Maria's Opnemingten hemel) na degelczene
II.II Missen de Litanie van O.L. Vr. van Lorette
door den Priester met de geloovigen zal gebeden
Worden tot intentie van Z.D.H., terwijl na de
Hoogmis de dankhymne Te Deum Laudamus
zal gezongen worden
ten tweede, dat in alle H.LI. Missen op dien
dag de Imperata pro Episcopo (tamquam pro
re gravi) zal gebeden of gezongen worden en
ten derde, dat in alle kerken van ons Bisdom
on in de Kapellen, waarover een Rector is aange
steld, op 15 dezer eene Collecte met open schaal
onder alle PIJL Missen zal gehouden worden voor
het boven omschreven doel.
En zal dit ons schrijven Zondag 13 Augustus
45
Ik ben blijde dat je alles gezien hebt en op
hit punt zal je mij dus rechtvaardigen. Een van
°ns moet sterven. Aan mij zal niets verloren zijn.
Aan mijn dochter laat ik eenig geld en deze
v'lla na, zij zal daarvan netjes kunnen leven.
Maar wie haar beschermen zal Ik weet het
liet, maar God zal haar in zijn hoede nemen,
kuister lord Alceston, reeds lang geleden heb
'k zelf een einde aan mijn rampzalig leven
Vóllen maken, maar telkens hield eenonzichtbare
hand mij terug. Ik mocht niet sterven, ik moest
'oven om te boeten voor alles wat ik hier op
Oardé verkeerd gedaan heb. Maar vóór een dier
"ogenblikken, schreef ik u een grooten brief.
Wat die brief bevat, zal ik u niet zeggen. Mocht
•k vallen, Marie zal u den sleutel van mijn schrijf
tafel
geven en daarin zult u den verzegelden
hrief vinden. Ik heb aan Marie een briefje ge
schreven voor het geval dat ik heden nacht niet
Oueer tot de levenden behooren zal. Word ik
gedood dan zal men haar dit briefje overhandigen
Maar ik smeek u, lord Alceston, wees niet te
hard in u,w oordeel over mij, wanneer u, mijn
hrief zult gelezen hebben. Vergeef een zondaai
die in een oogenblik van krankzinnigheid meen
de een hooge plicht te vervullen."
nik begrijp u niet," antwoordde lord Al-
a.s. op de gebruikelijke wijze van den Kansel
worden voorgelezen.
Gedaan te Haarlem, 29 Juli 1922.
M. P. J. Möllmann,
Vicaris-Generaal.
Zooals ons eenige dagen terug uit de dagbladen
bekend werd, gaat ook onze stad zich opmaken
om de activiteit op het gehied van de Missie
meer tot bloei te brengen en zal daartoe een
Missieweek voor Schiedam en Omstreken worden
georganiseerd.
Gedurende zeven dagen gaan wij allen zonder
uitzondering onze volle aandacht wijden aan
het heerlijke werk der bekeering, waaraan zoo
veel van onzen dierbaren, zoovele onzer stadge-
nooten hun geheele leven hebben opgeofferd.
Ach wij moeten het bekennen, dat wij tot
nu toe te weinig aandacht geschonken hebben
aan den arbeid in de verre landen en aan
de arbeiders(sters) in den Wijngaard onzes
Pleeren. Te weinig dachten over het werk, dat
door hen tot stand gebracht is en nog gebracht
wordtofschoon wij toch mogen roemen, dat
Schiedam een groot aandeel in het aantal dezer
„Werkers voor God" heeft opgeleverd.
Te weinig aandacht hebben wij tot nu toe
geschonken aan de opofferingen en moeite, die
zij zich vrijwillig hebben opgelegd. Denken wij
nog met leedwezen aan de slechte opkomst in
den gepasseerden wintertijd, toen over de Missie
op Curagao door een onzer stadgenooten (Mis
sionaris) een lezing gehouden werdt. Dat moet
en zal anders worden. Immers onze Missionaris
sen hebben het recht op onze aandacht en onzen
steun.En hoe gemakkelijk kunnen wij hen helpen.
Helpen voornamelijk door ons gebed. Wij bidden
iederen dag voor de bekeering van ons Vader
land en dan kunnen wij daarbij toch zonder eeni
ge moeite bijvoegen een enkel gebed voor de
bekeering van nog zoovele millioenen in de Tro
pen, die Gods Genade nog niet ontvangen heb
ben en tot wier zieleheil zoovele onzer het
huiselijk erf hebben vaarwel gezegd tot wier
zaligheid zij alle gevaren trotseeren.
Waneeer wij onze gedachten laten uitgaan om
den Missionaris een oogenblik maar te volgen
op zijn levenspad, dan zien wij hem van hier
vertrekken over den Grooten Oceaan, dan zien
wij hem aankomen in het land van bestemming,
wa.ar een temperatuur heerscht, die nauwelijks
te verdragen is en waar in vele gevallen allerlei
gevaarlijke ziekten zijn leven bedreigen. Aan
het eind van zijn reis, voor zoover die met stoom
kracht kan worden bereikt, wachten hem juist
de groote moeilijkheden, die wij ons niet kunnen
voorstellen. Dagen en nachten trekt hij, dikwijls
te voet, verder om de plaats te bereiken hem
aangewezen als het veld van zijn arbeid en God
weet alleen, hoevele malen hij gedurende die
reis door alle gevaren yan verdrinking, aanvallen
van roofdieren etc., bedreigd geworden is.
Wanneer hij dan eenmaal aangekomen is op
een plek waar liij zijn vaste standplaats gaat
vestigen, ach, hoevele moeilijkheden vollen er
dan nog te overwinnen, vooraleer hij zich een
onderdak gebouwd heeft. Wij slaan met klimmen
de verbazing gade, hoe hij, de gewone Priester
welke op het eerste gezicht heusch den indruk
niet geeft van architect, zich een huis bouwt,
hoe bescheiden dat ook zijn moge. Wij kunnen
ons niet indenken de eigenaardige moeilijkheden
waarmede deze Zielenherders te kampen hebben
om het eerste contact tot stand te brengen,
daarover hebben wij nimmer gedacht. Ook niet,
dat het wel eens voorkomt, dat een Missionaris
ceston.
„O, u zult alles hegrijpen, wanneer ge mijn
brief gelezen hebt, dan zal alles wat tot nu toe
in mijn houding voor u onverklaarbaar is, dui
delijk worden. Maar ik hoor de andere hceren en
d'Aubron komen. Ik vrees niets, de dood is
mij welkom, maar ik zal dien d'Aubron, den
ellendigen valschen speler niet sparen, wanneer
ik dat kan."
Gedurende bijna een kwartier had M. de Feur
get het voordeel op zijn hand, toen scheen hij
vermoeid te worden en met minder volharding
te schermen.
Plotseling deed M. d'Aubron een uitval en
voor M. de Feurget den degen kon pareeren,
trof deze hem in de borst en viel hij neer.
M. d'Aubron veegde kalm zijn degen af op
het gras. Mr. De Feurget had zonder een kreet
te uiten, den laatsten adem uitgeblazen.
Allen stonden als vrersteendslechts om
de lippen van d Aubron speelde een demo
nische glimlach en halfluid mompelde hij
„Nooit heb ik mij straffeloos laten beleedigen,
ik ben voldaan."
Hoofdstuk VII.
M. de Feurget was nooit slecht geweest vooi
Marie. Aan hartelijkheid had het hem ontbro-
nog vooraleer hijzijn eigenlijke taak gaat opvatten
reeds door een gevaarlijke ziekte aangetast is en
hij uit het leven wordt weggerukt nog vóórdat
hij zijn arbeid is kunnen beginnen. Is het dan
voor hen zoowel als voor onszelve niet een
heerlijke gedachte wanneer wij elkander helpen
door het Gebed.
Wanneer wij in de Couranten lezen over de
bekeering van vooraanstaande personen in de
Maatschappij dan danken wij in ons binnenste
God voor zijn Oneindige Goedheid en Zegen,
maar bedenken wij wel dat voor God geen onder
scheid bestaat tusschen rijk en arm, beschaafd
en onbeschaafd en hoevele bekeeringen, hoevele
zielen worden er dan in de heidendsche landen
door onze Missionarissen gered.
Wij vragen ons dan af, is het dan geen ver
blijdend teeken, dat de Missie-actie meer en meer
toeneemt Hoeveel temeer moeten wij ons Schie
dammers dan niet verblijden, nu in onze Stad
ook het signaal gegeven wordt om aan te treden,
op marsch naar het groote en grootsche doel n.i.
een intense en immer door blijvende belang
stelling en aandeel in de bekeering van onza
medebroeders en zusters. Dat en dat alleen is
het doel der Missie-Actie.
Een voortdui-ende steun door gebed, een voort
durende hulp door onze finantieele offers. Ook
dit laatste is vooral noodig zoowel voor de vor
ming van de Missionarissen in de Missiehuizen
hier te lande als wel voor het Missiewerk in den
Vreemde.
Ilet is Schiedams Roem zoovele Missionarissen
te hebben opgeleverd moge het gegeven zijn,
dat door ons werk dit aantal meer en meer toe-
neme.
Zeven dagen zal Schiedam en Omstreken haar
aandacht speciaal en alleen wijden aan de Missie.
Zeven dagen lang zal ons de tijd geschonken
worden om de liefde tot het Missie-werk in
te ademen en in ons op te nemen om deze geheel
ons leven door nimmer meer te vergeten. Zor
gen wij dus, dat wij goed zijn voorbereid, dat
wij paraat zijn voor de Missieweek in begin Octo-
ver. Laten wij nu reeds door gebed vragen om
bijstand en hulp voor diegenen welke deze week
hebben georganiseerd, opdat hun werk mogen
worden gezegend en dat God moge geven, dat
onze Schiedamsche Missie-week in zijn geheelen
'opzet moge slagen. Denk er wel aan, ook op
finantieel gebied zal van ons allen veel worden
gevergd en het is goed, dat men daarvan vroeg
tijdig kennis draagt, opdat ook in dit opzicht
wij voorbereid zijnde kunnen medewerken aan
de glorie van het Missiewerk en het eindresultaat
van de Missieweek. Wanneer wij onze gedachten
zoo concentreeren dan twijfelen wij niet of de
roem van het dekenaat Schiedam voor de leve
ring van Soldaten voor Jezus-Christus zal in
lengte van dagen stijgen in aantal en wij allen
zullen daarvoor eenmaal, na dit leven, ons loon
ontvangen. Het zij zoo.
DE LONDENSCIIE CONFERENTIE.
Met de Londensche Conferentie wil het nog
niet erg vlotten. Zaterdag scheen een oplossing
nabij, maar thans komen weer andere, minder
gunstige berichten, waaruit blijkt, dat een over
ig nstemming nog verre is.
Reuter verneemt, dat de commissie van ex
perts geen overeenstemming heeft kunnen be
reiken in zake de controle op de staatsmijnen en
bosschen in Duitschland.De kwestie moet thans
naar de eerste ministers worden verwezen. De
kloof tusschen de geallieerden is thans breeder
dan ooit. De Fransclien staan er op, dat het mo
ratorium 31 December 1922 moet eindigen de
ken, maar behandelde hij haar niet lief, toch had
hij haar nooit harde woorden toegevoegd of
haar doen blijken dat hij lit onaangenaam vond
een kind tot zijn last te -hebben.
Toen hij begraven was, dacht zij over zijn
houding na. Was haar vader een misdadiger
geweest die steeds ellendig leed hij de gedachte
aan hetgeen hij had misdreven. Of was hij een
zenuwlijder die hoewel niet krankzinnig, toch
niet verre daarvan verwijderd was?
Zij kon het raadsel niet oplossen en zij meende
dat met den dood van haar vader dit voor
eeuwig een raadsel zou blijven.
Met weemoed dacht zij ook daaraan dat
zij nooit iets van haar moeder zou te weten ko
men. Raar vader had haar nooit iets van deze
willen vertellen. Zij had steeds naar haar ge
vraagd maar hij bleef weigeren mededeelingen
te doen. Zij moest zich tevreden stelh n met het
weinige dat zij wist en dat was dat haai' moeder
vroeg gestorven was, toen haar eenig kind nog
een zuigeling was.
Maar zij leerde berusten in hetgeen nu een
maal was. Zij had een zoete troost die haar veel
deed vergeten en dat was de gedachte dat Ber
nard Alceston haar lief had. O, zij wist zeker
dat hij haar niet verlaten zou, zijn betuigingen
van liefde waren geen ijdele woorden hij was te
véél gentleman om een jong meisje zoete woor
den in te fluisteren om haar slechts in het ver
derf te storten. Zij hoorde nog de welluidende
klanken, die haar als muziek in de ooren klon-
«SSB^kBK-SS
DE TEERSTE WEEFSELS
BLUVEN ALS MIEUW.
X WA5CHT f
VER.'3 X ZOMDEB JT K
FABRT.
KAMTEN VAM
5UMLIGHT ZEEP
Italianen stellen voor dit te doen geschieden
aan het eind van 1923, terwijl' de Engelschen
en Belgen voor een langere periode zijn.
Poincaré heeft niets van zijn programma
opgegeven. Hij blijft bij zijn meening, zonder
die in iets te wijzigen, dat het moratorium alleeu
dan te aanvaarden is, als Duitschland onmiddel
lijke en productieve panden verschaft.
De Engelsche regeering schijnt liet principe te
hebben aanvaard, niaar de panden, die zij in zijn
tegenvoorstellen voorstelt, schijnen volkomen
onvoldoende aan Poincaré. Er is geen enkel defi
nitief accoord tot stand gekomen.
In tegenstelling met de beweringen van zekere
kranten heeft Poincaré aanvankelijk verzocht,
het moratorium aan Duitschland te weigeren,
overeenkomstig de houding van Louis Dubois, in
de commissie voor de schadevergoeding, maar
volgens het verdrag kan de commissie een mo
ratorium bij meerderheid van stemmen toestaan,
niettegenstaande het verzet van Frankrijk.
Gezien de bedoelingen van de geallieerde regee
ringen was de Fransche regeering verplicht, het
moratorium te dulden, maar zij vraagt, en blijft
vragen, waarborgen. Anders zal zij haar vrijheid
van handelen hernemen.
Sehanzer heef
er
jangedrongen, dat
het vraagstuk der internationale leening zal
samengaan met dat der intergeallieerde schul
den.
In officieele Engelsche kringen werd verklaard,
dat Lloyd George aan Poincaré voorgesteld bad,
de punten, waarover men liet niet eens werd,
aan den Volkenbond voor te leggen.
De Engelsche kabinetsraad heeft met algemee-
ne stemmen zijn volledige steun aan Lloyd
George gegeven, met betrekking tot de onderhan
delingen voor het moratorium voor Duitschland,
en heeft besloten, die aangelegenheid geheel aan
hem over te laten.
Heden zal weer een zitting der conferentie
plaats hebben.
RUSLAND.
De „Izwestia" bericht, dat de cholcra-epide-
mie in Zuid-Oost Rusland zich steeds uitbreidt.
In het Dondistrict zijn in de laatste week van de
Juli maand 1800 ziektegevallen vastgesteld, in
het Koehano-Tsjernomoryski-distreeL 1789, in
Odessa 391 en Astrakan 49 gevallen. Te Omsk,
Barnaul en andere steden van Siberië neemt de
ziekte steeds toe.
Afgaande op mededeelingen van hot volkscom
missariaat van gezondheid zijn van 1 Januari
tot 25 Juli 27.345 ziektegevallen vastgesteld^
ken, toen hij haar aan zijn borst drukte en haar
zijn liefde bekende. Zij zou met hem naar Enge
land gaan en daar zou zij trachten alles te ver
geten van ht ellendig leven dat zij zoolang ge
leid had. Zij zou in haar nieuw vaderland ge
lukkig zijn met hem, dien zij ook zoo hartstochte
lijk liefhad.
Een week was sedert de begrafenis verloopen
en op een zoelen morgen ging zij uil haar kamer.
Zij gevoelde zich veel beter en sneller klopte haar
hart toen zij uit het venster starende, weer de
blauwe zee voor zich zag.
De golfjes zongen weer het oude lied dat zij
zoo dikwijls gehoord had, dat haar in bange
dagen moed in sprak en haar vertelde van be
tere tijden. Nu scheen het haar toe dat de wind
den naam van haar geliefde fluisterde en vol
verlangenzag zij naar hem uit of hij nog nietkwam
Hij liet, heel lang op zich wachten en blijde
schiterden zijn oogen, toen hij zag dat het
blozende meisje bijna geheel hersteld was.
„Marie," zeide hij zacht, „je vader verzocht
mij op den avond voor zijn noodlottigen dood,
aan je te vragen mij den sleutel van zijn schrijf
tafel te geven, indien hij kwam te vallen. In
een der laden bevindt zich een brief aan mij ge
richt. Je vader zeide mij dat ik daarin zeer
belangrijke dingen zou lezen. Ik heb echter
een soort vrees om den brief te lezen, maar dat
is dwaascheid en trouwens 't was de wil van den
doode dat ik met den inhoud kennis zou maken.
Wil je mij den sleutel geven (Wordt vervolgd.)