Nieuwe Schiedaimsche Courant0
Bureau: KOEMARKT 4.
:j^D^blad voor Schiedam en Omstreken
VOOR DÊ ',j
^VERKRACHT VAN 13
j nOBBELSTEENEN.
An 5 te staai1-
Het Marine-monument te Den Helder,
i/h' koningin onthult te den Helder het Mar ine -monument, ter nagedachtenis
ae Nederlandsche Zeelieden, die vielen gedurende den wereldoorlog. Rechts ter
zijde Z. K. H. Prins Hendrik.
Jf's "d°^ters" onder de Bechua-
ns'tkf6? v°lksstam op Afrika's
'kt bedienen zich dikwijls
Ka f" soort dobbelstesnen, die
Worden van de gekloofde
))e, e™er kleine antilope-soort.
?ei) dingen hebben dus reëel
?'h onKe waarde, maar worden
Pchts 66r boog geschat, daar
Sten Zeer Wo'n"fi;én weten, hoe ze
Sn Vervaardigd worden; ze
S v ,°or verschillende geslachten
*Ün °P 20011 over- Hoe ouder
i' VpAj f° meer kracht worden
kl in« j®teld te 'bezitten en men
i t dp'13-*' C^'e ze beeft» er slechts
;|>1 Ze lV rste moeite toe brengen,
ejn, deze dobbelsteenen maakt
A>b na,ar Sebruik, als hij den
V, w weten van de een of
Ifjj onderneming.
k"11 dan een gedeelte van
J'tdt fi° j vlak met zijn hand,
t Ser-6 fj°bbelstèenen tusschen de
oW "eweegt de hand eenige
t eh \t en nser en laat za dan
X \v onderzoekt hii zorgvul-
2e zlJf neergekomen en
O'Ki» 3n °P' Ult wijze waarop
Li 6 voV1' Aat Z1J' voorspellen.
Aw* Scndlende teekens der do'b-
C of °n nebben 'klaarblijkelijk de
A6 env,n e bedoeling en wijzen
i Zal 0ngunstigen uitslag uit,
Ohl ,?een Bechuaan het in zijn
te' onderneming toch
c zetten.
De nagedachtenis gehuldigd.
Op de graven van de te Huisduinen begraven slachtoffers werden fraaie kransen
neergelegd, ter dankbare nagedachtenis voor hen die vielen.
Na de onthulling.
H. M. de Koningin in gesprek met den Minister van Oorlog. Links ter
zijde de heer Mr. Houwing, burgemeester van Den Helder, rechts ter
zijde Z. K. H. Prins Hendrik en generaal Snijders, oud-oppei\bevelhebber.
DE SPIERKRACHT WAAROVER
EEN GROOTE SLANG
BESCHIKT.
Een reuzenslang had een steen
geit naar binnen gewerkt, die even.
tjes 74 pond woog. Ten gevolge van
een schrik spuwde de vraat-artiste
dit dier echter weer uit, en om nu
eens na te gaan, in hoeverre het
verzwolgen dier al geknakt was,
werd de geit opengesneden, waarna
nu bleek dat onder meer de nekwer-
vels geheel en al uit hun verhand
waren gewrongen, alle beenderen
waren ontwricht en alle ribben ge_
broken. Levende dieren doodt de
slang zeer snel. Zij grijpt altijd
naar den kop, windt zich bliksem
snel om het lichaam en rukt of
drukt de halswervels los. Met het
verzwelgen begint zij pas, als het
dier dood is; zoolang ze nog eenige
beweging voelt, laat zij haar prooi
niet los, maar houdt die vast om
kneld. Later, bij het inslikken zet de
onderkaak zich uit met ongekende
elasticiteit. Terwijl de slang bezig
is zijn prooi naar binnen te werken,
houdt het die met den staart om
sloten en duwt het op die wijze
hoe langer hoe verder tusschen de -
kaken door.
Maar natuurlijk is er ook veel
gefabeld over de lengte en het
enorme verslindingsvermogen der
slangen.
In den regel kan men er dus wel
wat afdoen; maar vraatzuchtig zijn
en blijven deze hoogst-onsympa-
thieke dieren.