DE AMERIKAAN. DAGBLAD VOOR SCHIEDAM OMSTREKEN. FEUILLETON. 45ste Jaargang. Donderdag 23 November 1922. No. 13498. B— .KOEMARKT*.- 85. - Mta. 38. Abonnementen per 3 maanden ƒ2.per week 15 cent, franco per Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. toegezonden. Incassokosten worden berekend. V Steeds naar omlaag. Dat het protestantisme meer en meer naar het ongeloof afzakt, bleek weer eens uit een arti kel, hetwelk wij onlangs lazen in de „Blijde We reld." Dat blad schreefTegen de benoeming van onzen partijgenoot D. May van Zaandam als ouderling waren bezwaren ingebracht wegens zijn lidmaatschap der S.D.A.P. Volgens het kerkelijk reglement moeten de ouderlingen onberispelijk in belijdenis en wandel zijn. Ortho doxe en zelfs vrijzinnige lidmaten waren van oordeel, dat deze onberispelijkheid door het toetreden tot de S.D.A.P. verloren gaat en daarom maakten zij bezwaar tegen de benoeming van May en kon deze in zijn ambt niet bevestigd worden. Hooger bestuur moest eerst dit be zwaar onderzoeken en er uitspraak over doen. Het classicaal bestuur van Haarlem heeft thans over het bezwaar tegen partijgenoot May als ouderling uitspraak gedaan. Het verklaart geen aanleiding gevonden te hebben om de toelating van den heer May te verhinderen. In zijn uitspraak is vooral deze zin opmerkelijk „Wat de motiveering van sommige der bezwaar schriften betreft, dat het Christendom en de S.D.A.P. elkander zouden uitsluiten, heeft het classicaal bestuur van Haarlem als zijn meening uitgesproken, dat deze bewering in haar alge meenheid zeker niet juist is." Te meer opmerkelijk is deze uitspraak, omdat het classicaal bestuur van Haarlem bijna geheel uit stevig-orthodoxe mannen bestaat. Aldus geknipt uit de „Voorwaarts." Wat ons betreft, wij verwonderen ons niet over deze uitspraak. Als men reeds verschillende vol-bloed socialistische dominees beroept, waar om dan ook geen rooden ouderling. We hebben echter niet veel respect voor de orthodoxie van Haarlem's classicaal bestuur die is er een van elastiek en zal zoolang uitgerekt worden, tot zij alle fut verliest. Dan is gelukkig de roomsche orthodoxie toch een geheel andere deze is er een van hou-vast. En gelukkig ook anders ware er bij ons ook een verslapping en verval waar te nemen, zooals die bij de protestanten te betreuren is. W. Buitenlandsch Nieuws. DE VREDESCONFERENTIE. De eerste commissie van de conferentie, die de grenzen van Turkije en militaire kwesties behandelt, begon gistermorgen half elf haar be raadslagingen in het hotel du Chateau. Ismet Pasja, die door de commissie vas uit- genoodigd, een uiteenzetting van de Turksche territoriale eischen in Europa te geven, stelde dienaangaande voor, de Turksche grens te herstellen, zooals die werd bepaald in het in 1913 te Constantinopel gesloten verdrag tus- schen de Porte en Bulgarije. Turkije zou daar door niet alleen Oost-Thracië herwinnen, maar ook ten Westen van de Maritza, Demo- tika, Mandra en Tsjirmen, terwijl de Turk sche grens zou komen tot binnen diie mijl afstand van Ortakeuf. Ismet Pasja gaf ook te kennen, dat de Tur ken het bezit van West-Thracië noodig achten voor een behoorlijke verdediging van Con stantinopel, en hij stelde voor dit gebied een volksstemming voor, teneinde de bevolking- in staat te stellen, haar wenschen kenbaar te maken. Venizelos antwoordde namens Griekenland uitvoerig op de rede van Ismet Pasja. Hij zette uiteen, waarom de Grieken er niet op in kun nen gaan, verder terug te trekken dan de Turksch-Bulgaarsche grens van 1915. 71 „Integendeel,"antwoordde Marina. „Danella houdt zich altijd stipt aan de maatschappelijke gebruiken." „Wel, dat zoude men toch niet zeggen De voogd stelt voor, den aanstaanden echtgenoot te bezoeken. Dat is tegen de regels. Edwin, gij moet dat niet toelaten." „Gij begrijpt" antwoordde Edwin „Musso en ik waren zulke goede kameraden te Gibral tar. Hij wil nog eens een avondje met mij door brengen, denk ik. Ik heb er tegenwoordig niet zoo veel vrij." „Hebt gij er spijt van, mio adorato vroeg Marina op vleienden toon. „Of ik spijt heb, dat het geluk mij zoo spoe dig wacht of ik spijt heb van mijn leven op de Zeezwaluw en mijne makkers ter zee en te land, terwijl ik u bezitVraag op het oogen- blik vergiffenis voor die leelijke woorden, of Hij trok haar naar zich toe. „Gij vergeet, dat uwe zuster hier is." „Volstrekt niet, Enich zoude zich niet ont zien Burton in mijne tegenwoordigheid te om- Venizelos erkende, dat Griekenland zeer ernstige fouten heeft begaan, waarvoor het thans terdege moet boeten. Hij verzette zich tegen het houden van een plebisciet in West- Thracië en betoogde, dat het lot van deze pro vincie in het geheel niet door deze conferentie diende te worden besproken. Nintsjitsj, de gedelegeerde van Joegoslavië, achtte het wenschelijk, om aan beide zijden van de nieuwe grens een nader te bepalen zone van de Zwarte Zee tot de Aegeische Zee te demilitari- seeren. Ook hij verzette zich tegen het houden van een plebisciet in West-Thracië en hij achtte het raadzaam, iedere verdere wijziging van het verdrag, te Neuilly tusschen de geallieerden en Bulgarijen besloten af te wijzen. De Roemeensche gedelegeerde, Duca, ver klaarde zich met de uiteenzetting van den Joegoslavischen vertegenwoordiger te kunnen vereenigen. In de namiddagzitting bepleitte de Bulgaar- sche premier Stamboelinsky den Bulgaarschen eisch in zake een uitweg naar de Aegeische Zee. Frankrijk, Engeland en Italië verklaarden zich tenslotte ook tegen een plebisciet in West-Thra- cie. Heden zal Ismet Pasja antwoorden. DE CONFERENTIE TE BRUSSEL. De Belgische ministers Theunis en Jasper zijn gisternamiddag om 3 uur naar Parijs vertrokken om aldaar heden een onderhoud te hebben met Poincaré ten aanzien van de kwestie van het herstel en van de conferentie te Brussel. DUITSCHLAND. Rijkskanselier Cuno heeft gistermorgen de leiding der zaken van de rijkskanselarij aanvaard en 's middags de eerste kabinetszitting gepresi deerd, waarin begonnen werd met de bespre king van het nieuwe regeeringsprogram. Heden zal het kabinet de beraadslagingen hierover voortzetten. Zooals gemeld, zal de regeering zich morgen aan den Rijksdag voorstellen. Tot Minister van buitenlandsche Zaken is benoemd, de gezant te Kopenhagen dr. Von Rosenberg. jgDe portefeuille van Binnenlandsche Zaken is aanvaard door den democraat Oeser, voor malig Pruisisch minister voor de Spoorwegen en laatstelijk opper-president der provincie Saksen. Het kenmerkende van het kabinet-Cuno is, behalve het uittreden der vier sociaal-demo cratische ministers, een aanmerkelijk zwak kere vertegenwoordiging van het Centrum, waarvan slechts twee leden, dr. Hermes, (Fi nanciën) en Brauns (Arbeid) in het nieuwe kabi net zitting hebben. FRANKRIJK. De Fransche Senaat heeft met 156 tegen 134 stemmen het door de Kamer aangenomen wets ontwerp betreffendehet vrouwenkiesrecht ver worpen. CLEMENCEAU IN AMERIKA. Vijfduizend personen woondengister in de Me tropolitan Opera te New York de eerste lezing van Clemenceau bij, die met enthousiaste toe juichingen en met de Marseillaise en het Amen- kaansche volkslied werd begroet. De oud-gezant te Londen, John Davis, intro duceerde Clemenceau bij de aanwezigen en verklaarde, dat niemand meer dan hij heeft gedaan om de overwinning te behalen. Daarop nam Clemenceau het woord en zeide o.m. dat hij niet gekomen was met een persoon- helzen." „Welk een ideeIk zou mijnheer Barnes voor niets ter wereld, zulk een vrijheidtoestaan." „Sedert wanneer niet?" „Sinds hij mij dit leelijke bericht heeft ge zonden. Ik wilde hem eens verwonderen en heb hem tegelegrafeerd „Marina is verloofd. Raad met wien. Ik moet haar bruidsjuffer zijn."Hij antwoord de mij „Zend geen cijfers zonder sleutel. Schrijf mij dadelijk, uw berichten hebben mij ongerust gemaakt. Zijt gij dwaas Mooi, niet waar Schrijfjja- delijk en zijt gij dwaas Ik zal hem laten zien, of ik mijn verstand heb, als ik hem een brief"zend." „Ik begrijp er niets van. Gij spreekt van berichten. Wat hebt gij hem de eerste maal gemeld?" vroeg Anstruther. „Toen gij mij beloofd had, met mij naar Enge land te gaan, heb ik hem dit getelegrafeerd „Edwin is hier. Wij vertrekken morgen ochtend naar Londen. Kom mij tot Dover tegemoet." En later, toen gij zeidet ongesteld te zijn, heb ik geseind „Moet hier blijven wegens ziekte. Maak u niet ongerust." Lady Chartris heeft ook een brief voor hem, doch dien kan hij nog niet ont vangen hebben." „Wel het bericht van Barnes is de duide lijk politieke bedoeling noch om van Duitschland kwaad te spreken, maar om een eind te maken aan de lasterpraat, waardoor Frankrijk ah militarist;sch wordt voorgesteld. Hij hermner- de aan de twee opeenvolgende invallen in Frankrijk, dat niemand van militarisme be schuldigde, toen zijn soldaten op het slagveld vielen. Alle bladen roemen de rede van den „Tijger". ALLERLEI. Uit Constantinopel. De inhuldiging van den nieuwen kalief Abdoel Medjid is uitgesteld tot Vrijdag. Gister vlogen vijftig Britsche vliegtuigen boven Constantinopel ten teeken, dat de vre desonderhandelingen te Lausanne zijn begonnen. Deze demonstratie maakte grooten indruk op het publiek. Uit Washington: Peter J. Mc. Swiney heeft de hulp ingeroepen van president Harding ten behoeve van zijn zuster Mary, die in hongersstaking is gegaan in een gevangenis van den Ierschen Vrijstaat. Omtrent de vervanging van Refet Pasja als gouverneur vanConstantinopel door een anderen gouverneur wordt beweerd dat dit, is geschied, omdat Refet Pasja geen doeltreffender maatre gelen heeft genomen tegen de ontvluchting van den sultan en mede wegens zijn tege moetkomende houding jegens de geallieerden. Refet Pasja zal thans naar Oost-Thracië gaan. Uit Frankfort a.d. M.: 400 in Rusland bestel de wagons petroleum, die met een Italiaansch stoomschip naar Triest zouden worden vervoerd, zijn door de Russische sowjet-regeering als demonstratie tegen de fascisten, in een haven aan de Zwarte zee opgehouden. Staten-Generaal. EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag 22 November. Regeling van werkzaamhedenDe voor zitter deelt mede, dat de Centrale afdeeling besloten heeft, morgenochtend te 11 uur in open bare zitting verschillende wetsontwerpen te behandelen. Daaronder dat tot goedkeuring van een overeenkomst met de Koninklijke ITolland- sche Lloyd en de wijziging en aanvulling van de Indische Leeningswet 1921. Bovendien zullen dan behandeld worden de wetsontwerpen, die heden worden onderzocht, voor zoover het eind verslag daaromtrent zal zijn uitgebracht. Niets meer aan de orde zijnde wordt de verga dering verdaagd tot morgenochtend 11 uur. De Kamer begeeft zich hierop in de afdeelingen. TWEEDE KAMER. Avondvergadering 21 Nov.. Voortgegaan wordt met de behandeling van Hoofdstuk Xa (Arbeid). IVe Afdeeling (Volksgezondheid). Hierbij is tevens aan de orde de motie van mevrouw de VriesBruins, betreffende de wijze van bezuiniging op de uitgaven voor de volksgezondheid. De heer Dekkers (R. K.) brengt hulde aan den minister voor diens woning-politiek. Spr. gëeft de voorkeur aan het premie-stelsel boven dat van subsidies aan woningbouw-vereenigin- gen. Hij juicht het toe, dat de minister ook subsidie geeft voor winkelbouw, hetgeen den kleinen Middenstander ten goede komt. De heer Van G ij n (V. B.) kan zich niet in genomen verklaren met de woning-politiek des ministers. Er zijn veel te veel millioenen ge bruikt en een practische politiek had dit niet noodig gemaakt. De overheid trachtte ten slotte de huurprijzen te drukken en dat is nu eenmaal een kwaad stelsel. Met de stijging van de loonen heeft men niet noemenswaard reke ning gehouden. De woningpolitiek lijkt op het vat der Da naïden. Men heeft de zaak achteruitgezet door de prijzen te drukken en de aanbiedingen te bemoeilijken. De grenzelooze royaliteit bij het verleenen van premieën heeft allerlei slechte gevolgen gehad. Niet-belanghebbenden hebben van de premieverleening geprofiteerd en de veel- te hooge loonen van de bouwvakarbeiders zijn er het gevolg van geweest. De minister van Arbeid, de heer A a 1 b e r s e begrijpt, dat vele leden teleurgesteld zijn over de bezuinigingen bij deze afdeeling. In de rede van mevrouw de Vries kende spr. zichzelf hoe hij altijd voor het behoud van de posten heeft gestreden. Men moet de posten als geheel be schouwen en bedenken, dat er op bezuinigd moet worden. Het heeft spr. buitengewoon ge speten, dat hij die bezuinigingen moest aan brengen. Over de motie van mevrouw De VriesBruins betreffende de wijze van bezuiniging op de uit gaven voor de volksgezondheid wordt Donderdag gestemd. Bij enkele artikelen worden nog eenige op merkingen gemaakt. Bij artikel 123.is een amendement ingediend om den post te verhoogen tot 170.000. De onder teekenaars zijn de sociaal-democraten. De Minister ontraadt het amendement. Over dit amendement wordt Donderdag ge stemd. Artikel 150. De heer Boon (V. B. bespreekt de arbeidsbemiddeling en komt op tegen den gel denden loonstandaard volgens collectief arbeids contract. De Minister zegt dat de regeering in het eerstkomende geval niet kan ingrijpen, omdat de Staat dan geen geldelijken steun verleent. Bij het ontwerp op de arbeidsbeurzen dient dit punt behandeld te worden. De begrooting is afgehandeld en de vergadering wordt om half 2 verdaagd tot Woensdag 1 uur. Vergadering van Woensdag 22 November. Voortgegaan wordt met de algemeene be schouwingen over de staatsbegrooting. Minister de Geer verklaart, dat de regee ring de motie-van Rappard tegen opheffing van het departement van landbouw niet kan aanvaarden. Met belangstelling heeft de regee ring de nadere verklaringen van den heer Co lijn aangehoord. Op de technische zijde van het vraag stuk komt hij terug bij de behandeling van de oorlogsbegrooting. De moties-Troelstra tegen pensioen-aftrek en inzake de reclassificatie wijst de regeering af. In de motie inzake de reclassificatie komen verschillende positieve onjuistheden voor. Het geheele cijfer bijv. van de 20 pet is uit de lucht gegrepen. Ook staatsrechterlijk acht spr. de conclusie van de motie niet te aanvaarden. Hierna komt spr. tot de financieele politiek. Ten aanzien van het gebruik van 10 millioen gulden uit het surplus van het leeningsfonds voor de gewone uitgaven, blijft hij met mr. Patijn in de Economisch-Statistische Berichten van mee ning, dat dit geen gevaar oplevert. Wat de mi- delenraming aangaat, meent spr., dat deze ob jectief juist is. Het belangrijkste gedeelte acht hij voorts de voortgaande versobering. De re- geeiing stelt te dezen aanzien parlementaire adviezen ten zeerste op prijs. In dit verband merkt de minister op, dat ook de rede van den heer Colijn geen nieuwe deuren heeft geopend voor de bezuiniging. De door den heer Colijn voorgestane denkbeelden zullen slechts een besparing brengen van eenige tonnen, lijkheid zelve bij uwe telegrammen vergeleken, juffrouw Nauwgezet. Uw „wegens ziekte" heeft Burton doen gelooven, dat gij ongesteld waart. En daar hij niets weet van de verloving van Marina en mij, begreep hij niet, wat gij er mede zeggen wildet, dat gij bruidsjuffer moest zijn en meende, dat gij wartaal spraakt. Het ver wondert mij niet, dat hij ongerust is „Die goede Burton! Mijn domheid is de oorzaak, dat hij zich bevreesd over mij maakt 0 als hij hier was, zou ik hem omhelzen, waar gij beiden bij staat Dien avond, na het diner trad de graaf Ed win's kamer binnen met een vriendelijkheid, welke misschien wel eenigszins overdreven was om natuurlijk te schijnen. „Anstruther, mijn beste, ik wensch u ge luk Gij ziet, mijn „tot weerziens" te Gibraltar is uitgekomen. Daar zijn wij nu beiden te Monte- Carlo. Laten wij over zaken spreken, mijn waarde niet als mannen van zaken, maar als vrienden." „Ga zitten en steek een sigaar op, Musso," antwoordde Edwin, hem de hand drukkende. 1 ,Maar wat scheelt u Gij schijnt wel tien jaar ouder geworden „Op mijn leeftijd is het reizen in den spoor trein vermoeiend en van Gibraltar naar Monte- Carlo is een heel eind. Deze sigaar is uitmun tend," ging de graaf voort, terwijl hij zich ge makkelijk in een stoel uitstrekte en met scher pe oogen de kamer rond keek. Een oogenblik scheen hij teleurgesteld, doch eensklaps bleef zijn blik met een zonderlinge uitdrukking gevestigd op een leeren valies, met de letters G. A. er op, hetwelk evenwel niets bijzonders vertoonde, dan dat het meer ver sleten en geschaafd was en aan de hoeken meer ingedrukt dan een der andere koffers van mijn heer Anstruther. Gedurende het geheele onderhoud wendde de graaf herhaalde malen het oog naar dat valies, alsof het een geheimzinnige toovermacht op hem uitoefende. „Gij verstaat het reizen, mijn waarde Gerard. Gij laat onderweg niets van uw goed achter." „De gewoonte. Toch had een domme bestel ler te Marseille, het valiesje, waar gij naar kijkt, bijna in den trein van Lyon gezet." „Gelukkig, dat gij het niet kwijt zijt geraakt. En laten wij nu aan onze zaken beginnen. Gij wenscht met mijne pupil te huwen. Ik stem er in toe. Ik zou misschien aan een Franschman de voorkeur gegeven hebben, maar ik ken u en heb achting voor u en Marina, naar ik begrepen heb, wil u of niemand." „Geen Franschman zou haar gelukkiger hebben kunnen maken, want niemand kan haar meer liefhebben dan ik," riep Anstruther uit. [Wordt vervolgd), NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1922 | | pagina 1