DAGBLAD
SSHiEDAM EK 'N.
mm
Katholieke landgeoootesi
45ste Jaargang.
Donderdag 14 December 1922.
No. 13516
Euitenlandscli Nieuws.
BE CONFERENTIE TE LAUSANNE.
Statcn-Generaal.
NIEUWE
COURANT
m „K t.o,„q Advertentie n|: 15 regels 1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maa'
Bureau: KOEMARKT 4 Telefoon Intercommunaa o. &f&£plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel-
Abonnementen per 3 maanden 2.per week 15 cent, franco per Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Bij of krachtens wetten of verordeningen voor
geschreven en andere offieieelo af- en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
Ter algemeene kennis wordt gebracht dat bij
besluit van Gedeputeerde Staten dezer Provincie
dd 4 December 1922 no. 162, de jacht op klein
wild, met uitzondering van die op houtsnippen,
wordt gesloten op Zaterdag 30 December e.k.
met zonsondergang terwijl het schieten van hout
snippen en het in art. 15 sub. litt. 9 der wet van
13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87) bedoeld jacht
bedrijf, van het vangen van houtsnippen met
laat-, war- of valflouwen blijft toegelaten tot en
met 31 Januari 1923.
Na een geweldigen strijd van ruim 'n halve
eeuw is de wensch en de bede van de Door
luchtige Bisschoppen, uitgedrukt in het Mande
ment van 1868 vervuld: „Gij zult (aldus
het Mandement) ook niet nalaten Uwe vurigste
gebeden met de onze te vereenigen, opdat
de Heer onze pogingen ter verbetering in den
toestand van het onderwijs gelieve te zegenen
en den Katholiek de gelegenheid worde vergund,
om in de opvoeding zijner kinderen volgens den
geest en de voorschriften van zijn H. Geloof te
kunnen voorzien."
Immers door de Wet op het Lager Onder
wijs 1920 is de grootste geldelijke zorg voor
de Katholieke scholen van Lager Onderwijs ons
van de schouders genomen, terwijl de* ver
schillende wetten op Voorbereidend Hooger-
Middelbaar- en Nijverheidsonderwijs de hoog-
noodige oprichting van dusdanige Katholieke
scholen belangrijk hebben vergemakkelijkt.
Met dankbaarheid jegens den goeden God
voor zijn zichtbaren zegen, zien wij allerwegen
de Katholieke Scholen voor lager onderwijs, in
al zijn geledingen verrijzen, en ook de Lycea,
Gymnasia, IJoogere Burgerscholen, Handels
scholen, Nijverheidsscholen enz., zijn of worden
in zoo groote getale opgericht, dat een goed
deel van ons Katholiek volk in de gelegenheid
gesteld is of zal komen, Katholiek onderwijs,
dat boven het lager uitgaat, te genieten.
Is aldus de groei en bloei van het Katho
liek Onderwijs in hooge mate verblijdend, het
vormen van uitstekend Katholieke leerkrachten
voor Katholieken is een zaak, die voortdurend
de aandacht vraagt en met den dag meer zorg
eischt.
Het kan niet ontkend worden, dat, toen de
R.K. Leergangen de opleiding van dergelijke
bevoegde leerkrachten ter hand namen, een daad
van ver-strekkende gevolgen voor het Katho
liek onderwijs gesteld werd.
Dankbaar herinneren wij ons, dat tien jaar
geleden het Doorluchtig Episcopaat van Ne
derland zijn hooge goedkeuring aan de oprichting
der R. K. Leergangen hechtte en deze onder
Zijn krachtige bescherming nam. Het strekt
ons dan ook tot bijzondere voldoening te
mogen vaststellen, dat de R.K. Leergangen zich
breed ontplooiden en een belangrijk stoot
aan de ontwikkeling van ons volk in Katholieken
geest hebben gegeven.
Katholieke Middelbare scnolen en Gymnasia
zijn onmogelijk, indien wij niet over een vol
doend aantal Katholieke leeraren kunnen be
schikken met wettelijke onderwijsbevoegdheid.
Ook onze Katholieke Kweekscholen van on
derwijzers en onderwijzeressen hebben geheel
bijzonder belang bij het bezit van leerkrachten
met middelbare bevoegdheid.
De groote plaats, die de R. K. Leergangen in
de organisatie van ons Bijzonder Onderwijs
innemen, blijkt klaar uit het steeds aangroeiend
getal studenten, dat de vijfhonderd reeds ver
heeft overschreden, terwijl een steeds stijgena
aantal akten en diploma's te boeken val!
Vorderde echter deze gewichtige Stichting
reeds uit haren aard belangrijke offersde
droeve en onberekenbare tijdsomstandigheden
waren oorzaak, dat de inkomsten geen gelijken
tred konden houden met de uitgaven, zelfs
ondanks de groote en hoogelijk te waardeeren
bijdragen van Rijk, Provincies en Gemeenten,
waardoor ook van de zijde van het Burgerlijk
G.ezag het belang dezer instelling op sprekende
wijze werd erkend. De financieel® toestand
van de R.K. Leergangen is thans zoodanig, dat
de noodzakelijke afschrijvingen niet kunnen
plaats hebben, terwijl nog een aanzienlijke cri
sisschuld op de stichting drukt. Daarenboven
kan onmogelijk langer worden gewacht om tot
de oprichting van een eigen gebouw over te gaan
Het Curatorium ziet zich daarom verplicht,
een beroep te doen op Katholiek Nederland,
niet het minst op de Besturen onzer Katholieke
scholen van allerlei aard, om aan deze instel
ling, die voor de volledige ontwikkeling van ons
Katholiek volk zoo hoogst gewichtig is, gel
delijke en stoffelijken sten te willen geven Im
mers het gevaar is niet denkbeeldjg dat zon
der overvloedigen steun van alle zijden de R.K.
Leergangen hun gezegend werk niet in vol
len omgang kunnen voortzetten, ja zelfs ge
noodzaakt zouden worden de meest noodzakelij
ke cursussen op te heffen. Daarmede zou aan
de ontwikkeling en wetenschappelijke opleiding
van ons Katholiek volk groote schade worden
toegebracht, terwijl het bezetten onzer inrichtin
gen met Katholieke leerkrachten en het oprichten-
van nieuwe scholen tevens vrijwel onmogelijk
zou worden.
Overtuigd van het hooge belang, dat bij het
voortbestaan en den bloei dezer noodzakelijke
Stichting betrokken is, wendt het Curatorium
zich vol vertrouwen tot Katholiek Nederland,
opdat dit hetzij door giften ineens, hetzij door
jaarlijksche 'bijdragen het voortbestaan der
R.K. Leergangen helpe verzekeren.
Mogen de Katholieken van Nederland in
edelmoedige offervaardigheid medewerken om
ook dit deel van ons bijzonder onderwijs in
stand te houden en tot bloei te brengen, dan
zulen onder den zegen van den goeden God de
R.K. Leergangen de rijkste vruchten blijven
opleveren voor de Nederlandsche Kerkprovincie.
Het curatorium der R K. Leergangen,
Mr. A. I. M. J. Baron Van Wijnbergen, Utrecht,
Voorzitter.
Ir. M. C. E. Bongaerts, Den Plaag, Onder-Voorzit
ter en Penningmeester.
Dr. P. G. H. Dirckx, R. K. Pr., Bavel (N.Br.)
Dr. P. J. M. van Gils, Roermond, R. K. Pr.
Mr. R. B. Ledeboer, Den Haag.
G. C. van Noort, R. K. Pr., Amsterdam.
Prof. Dr. Th. H. van Oppenraay, R. K. Pr.,
Driebergen.
Mr. Dr. W. G. A. van Sonsheeck, Breda.
Prof. G. J. van Swaay, Nijmegen.
Drs. J. Verhoeven, R. K. Pr., Tilburg.
Mr. Dr. F. Vonk de Both, Tilburg.
Mr. B. J. M. van Spaendonck, Tilburg, Secretaris.
Bijdragen te zenden aan den heer Ir. M. C. E.
Bongaerts, Juliana van Stolberglaan 42, Den
Haag, Postrekening No. 3509.
Bovenstaande oproep wordt in de milddadig
heid der Katholieken van Nederland dringend
aanbevolen.
•Namens het Doorluchtig Episcopaat
De Aartsbisschop van Utrecht,
H. van de Wetering.
Utrecht, op den feestdag van den IJ. Willibrord
1922.
Gister zijn de besprekingen over de kwestie
der minderheden in Turkije voortgezet. Ismet
Pasja is hierin lang niet zoo tegemoetkomend,
als bij reeds eerder behandelde kwesties, hij
schijnt zelfs halstarrig zijn standpunt vast te
houden. Lord Curzon heeft daarom een dreigende
rede gehouden, waarin hij o.m. 't volgende zeide
Met groote verbazing aldus ving de Brit-
sche gedelegeerde aan heb ik kennis ge
nomen van de eischen, door de Turken gesteld
na de verdrijving van het Grieksche patriar
chaat uit Constantinopel. Tot nu toe ging
lord Curzon voort heb ik een andere op
vatting gehad van de door Mohammed zoo aan
bevolen gematigdheid. Ook de eisch, dat slechts
die Grieken in Constantinopel mogen blijven, die
aldaar zijn geboren, kwam lord Curzon voor,
wel heel ver te zijn verwijderd van de leer van den
Grooten Profeet.
Buitenlandsche propaganda in Turkije ha
ten de Turken, volgens hun zeggen, maar zij
hebben niets daartegen in te brengen, wan
neer ze door Sovjet-Rusland wordt gemaakt.
Voorts zeide Curzon, dat hij het verleden
van de Turken ten aanzien van de behandeling
der minderheden, maar niet verder zou uit
spinnen, daar het thans meer nut heeft aan
de toekomst te denken. Het gaat toch niet aan
verklaarde hij de bewering te uiten, dat
de Armeniërs al het leed, dat zij moeten dragen,
aan zichzelf hebben te wijten. En hoe zal men
verklaren, dat van de drie millioen Armeniërs,
die eenmaal in Anatolië waren, nog slechts 130.00
zijn overgebleven Hebben de anderen zelfmoord
gepleegd, zijn zij vrijwillig geëmigreerd of zijn zij
niet veeleer de slachtoffers geworden van een
gruwzamen haat. Hoe komt het, dat de Armeen-
sche kwestie het grootste schandaal van de we
reldgeschiedenis is geworden De wereld kan
zich er niet mede vergenoegen, dat de Arme
niërs als eenigen waarborg de beloften van Tur
kije ten aanzien van Anatolië zullen verkrijgen.
Voortgaande zeide Lord Curzon: Wanneer
wij Lausanne verlaten en het oogen': lik zou
wel eens niet zoo ver af meer kunnen zijn als
gij, mijnheer Ismet pasja denkt en wanneerde
wereld zal vernemen, dat wij hier voor de rechten
der minderheden in Turkije zijn opgekomen en
van de Turken als antwoord niets dan vage alge
meenheden hoorden, dan kan ik Turkije slechts
waarschuwen voor den algemeenen indruk, welke
dit in de wereld zal maken.
Europa en wij'hebben andere dingen te doen
dan slechts de kwestie van het Nabije Oosten te
behandelen. De kwestie der minderheden heeft,
meer dan een der andere hier besproken vraag
stukken, zeer de aandacht getrokken. Men zal
ons niet zoo zeer beoordeelen naar hetgeen wij ten
aanzien der materieele vraagstukken hebben ge
daan, maar vooral naar hetgeen wij op moreel
gebied hebben bereikt. Als de conferentie dooi de
onderhavige kwestie schipbreuk zou leiden
constateerde lord Curzon zal zich geen enkele
stem in de wereld ten gunste van Turkije ver
heffen.
Naar verluidt is alle hoop op een overeenkomst
toch nog niet opgegeven.
DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE.
Uit Moskou wordt gemeld De Poolsche dele
gatie heeft in overleg met de delegaties van
Estland, Letland en Finland aan de Russische
delegatie ter ontwapeningsconferentie een nota
overhandigd, waarin de onmiddellijke ondertee-
kening van het verdrag van non-agressie wordt
geëischt.
Een te Helsingfors uit Moskou ontvangen
telegram meldt, dat de ontwapeningsconferentie
is mislukt, daar de Russen weigerden het verdrag
van non-agressie te teekenen vóór eenige over
eenkomst inzake de beperking der bewapening
welke de Russische randstaten na de onderteeke-
ning van het non-agressieverdrag naar een
speciale militaire commissie wenschten te ver
wijzen.
HET HERSTEL.
De president van de rijksbank, Havenstein en
de staatssecretaris Bergmann zullen nog eenigen
tijd te Londen vertoeven om te trachten het
Duitsche voorstel op verschillende punten te
herzien en uit te breiden en zoodoende voor
Engelanu meer aannemelijk te maken.
BEIEREN.
De grondwetscommissie uit den Beierschen
Landdag heeft gisteren het voorstel van de
Beiersche volkspartij behandeld, om de regee
ring te verzoeken zoo spoedig mogelijk een wets
ontwerp in te dienen tot' het stellen van een
staatspresident aan het hoofd der regeering.
De minister van binnenlandsche zaken ver
klaarde dat de regeering in beginsel bereid was
aan het verzoek te voldoen, in dien zin dat een
volksstemming zal worden gehouden over de
instelling van een staats-presidentschap.
Nadat de woordvoerders van sociaal-demo
craten, democraten en boerenbond het plan, dat
h.i. tot een dictatuur zou leiden, hadden bestre
den, werd het voorstel der volkspartij met 15
tegen 4 stemmen aangenomen.
ENGELAND.
Er hadden gister in het Lagerhuis heftige too-
neelen plaats. Het lawaai duurde een minuut
of tien. De Labourleden, die ontevreden waren
over het antwoord van Bonar Law nopens do
werkloosheid, protesteerden verontwaardigd en
bestormden hem met nijdige vragen, ongeacht
het feit, dat de Speaker aan een ander lid het
woord had gegeven om een vraag le stellen over
een ander onderwerp. Een hall' dozijn labour-le-
den stonden samen vragen uit te schreeuwen en
hevig te gesticuleeren. De Spreker stond op maar
de labour-leden bleven staan, hoewel een van
hen verklaarde „Wij vatten den Speaker niet
aan, maar de regeering." Toen bedaarde de storm
even, maar spoedig stak hij weer op, en werd er
weer lawaai gemaakt en geschreeuwd. Ten slotte
gaf Bonar Law een weder antwoord nopens
de maatregelen der regeering tegen de werkloos
heid, en wees erop, dat het hem onmogelijk was,
iets meer te zeggen, waarop de orde werd her
steld.
BELGIE.
Een groot aantal studenten uit Luik, Gent,
Bergen enz. heeft gister te Brussel een betooging
gehouden. De burgemeester had de betooging
voor het eigenlijke Brussel verboden, doch de
studenten zijn toch in de stad doorgedrongen,
hebben ruiten ingeworpen in het gebouw van de
Standaard en zijn ten slotte naar Schaarbeek
getrokken, waar senator prof. Bordet (Brussel) en
prof. Frepont (Luik) gesproken hebben tegen de
vervlaamsching van de hoogeschool te Gent.
ALLERLEI.
Naar de „Zeit." meldt, heeft de Duitsche
rijkskanselier een bespreking gehouden met ver
tegenwoordigers van de Duitsche nijverheid,
waaraan ook Hugo Stinncs heeft deelgenomen.
Deze bespreking heeft eiken twijfel of de Duit
sche industrie bereid zou zijn de regeering bij
te staan bij de oplossing van het vergoedings-
problcem weggenomen.
De algemeene werkstaking, welke de vak-
verecnigi'ngen in Polen Dinsdag hadden afgekon
digd als protest tegen het ongrondwettige optre
den van de nationalisten bij de eedsaflegging van
den nieuwen president heeft een volkomen vreed
zaam karakter gedragen. Gisteren is men weer
gewoon aan het werk gegaan.
Te Havre is de staking uitgebroken. De
bootwerkers cisclien verhooging van de betaling
voor overWerk.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag13 December.
Voortgezet wordt de behandeing van de wijzi
ging van de Lageronderwijswet 1920.
gkJDe heer Van Zadelhof (S. D.) betoogt,
dat nu eenzijdig wordt afgebroken, wat in 1920
gemeenschappelijk werd opgebouwd. Practisch
wordt het zevende leerjaar afgeschaft, wat funes
te gevolgen zal hebben. Spreker betreurt de
houding van den heer Van Wijnbergen, die zich
er over verblijdt, dat hij het eerst de voorgestelde
bezuiniging aanbeval. Spreker vraagt van den
minister een tegemoetkomende houding jegens
de amendementen.
De heer Van der Molen (A. R.) wil geen
steenen werpen op den minister, die een deel van
hetgeen hij heeft opgebouwd, weer moet afbre
ken. Het is de plicht van de regeering, te doen,
wat het tijdsgewricht onverbiddelijk vordert. In
de tegen het ontwerp aangevoerde bezwaren
schuilt veel overdrijving.
Spreker bepleit afschaffing van de Leerplicht
wet. Dit zou veel bezuiniging geven, en het ver
antwoordelijkheidsgevoel van de ouders boezemt
spreker voldoende vertrouwen in.
De heer Bulten (R. K.) dringt aan op
behoud van het zevende leerjaar en waarschuwt
tegen het denkbeeld van den heer Van der Molen.
De heer M o e r e 1 (R. K.) acht het voorge
stelde aantal leerlingen per onderwijzer aan de
scholen voor uitgebreid lager onderwijs te hoog.
Mej. Van Dorp (Lib.) meent, dat het ont
werp alleen is te aanvaarden uit een oogpunt van
bezuiniging. Het systeem van onze onderwijs-
wetgeving deugt h. i. niet. De financieele gelijk
stelling heeft ons onderwijs slechter gemaakt en
maakt bezuiniging moeilijk.
Spr. wenscht voor het onderwijs volledige
vrijheid. Zij bepleit dienstplicht als onderwijze
res voor meisjes.
De heer W ij n k o o p (Comm.) ziet zooals
gewoon in het ontwerp een aanslag van het kapi
talisme op de volksontwikkeling.
De Minister van Onderwijs, de heer D e
Visser zegt, dat de Loon van het debat wel
willend was en het debat zelf zakelijk. De taak
die spr. te vervullen heeft, is onaangenaam en
als spr. zijn eigen neiging had gevolgd, had hij
die Laak liever op de schouders van een ander
gelegd. De tijd noopte tot bezuin'guig.
De begroothig moest met 25 m'llioen gulden
worden verminderd. In werkelijkheid is dat
bedrag van bezuiniging niet bereikt, zelfs niet
met dit ontwerp. Het is onjuist dat het lager
onderwijs het meest wordt getroffen. Van de
150 millioen gulden op deze begrooting zijn 110
voor lager onderwijs. Aan allo takken van onder
wijs wordt bezuinigd en nog steeds gaat dit voort.
Alle nieuw-bouw van onderwijsgebouwen staat
stil.
Bij den tegenwoordigen financieelen toestand
van het land is onhoudbaar uat onderwijs 150
miilioen gulden kost. Spr. stond voor een twee
sprong, of de salarissen van de onderwijzers te
verlagen of hun aantal verminderen.
De Kamer wil van salarisverlaging niet we
ten, dus is de Minister gedwongen het tweede
te kiezen. Er is geadviseerd om op allerlei an
dere zaken te bezuinigen b.v. op het school
toezicht. Juist heeft de Bevredigingscommissie
dit toezicht uitgebreid en duur gemaakt. Of
het oude systeem moet spr. dan terug halen
of de tractementen verlagen. Op de admini
stratie-kosten kan niet veel bezuinigd worden
er is al op bezuinigd wat mogelijk was. Op de
scholen-bouw kan niet bezuinigd worden want
er wordt zoo goed als niet meer gebouwd. Het
systeem van schoolgeldheffing acht spr. niet
bevredigend en hij is bezig een wijziging te
overwegen.
De Minister wijst af het verwijt, dat hij deze
zaak met de rechterzijde heeft afgehandeld. Hij
weet niet hoe de rechterzijde tegenover dit ont
werp staat, want geen enkel accoord is getroffen.
Enkele leden hebben wel eens met spr. onder
handeld en het spijt spr. dat niemand van de
linkerzijde bij hem is geweest om eens te over
leggen.
Onjuist is het ook, dat de last der kosten ge
deeltelijk naar de gemeenten wordt verschoven.
Tal van gemeenten zijn door de wet van 1920
zeer bevoordeeld. In Emmcn bijvoorbeeld be
dragen de kosten van het onderwijs naar 10
pCt. van de gemeentebegrooting. De gemeen
ten moeten de ruggegraat toonen tegenover de
eischen die men stellen wil ten aanzien van het
onderwijs, even goed als het Rijk.
Gezegd is, dat dit ontwerp onuitvoerbaar is.
Natuurlijk komen er moeilijkheden o.a. ten aan
zien van de grootte der lokalen. Bij onderzoek
is al gebleken, dat de meeste lokalen groot
genoeg zijn om er meer kinderen in'te plaatsen.
Ten aanzien van het stelsel der L.O.-wet zijn
wenschen geuit. Spr. wil gaarne een herziening
aanvaarden onder conditie, dat de gchoolvrede
blijft bestaan. Spr. is* onder die voorwaarden
bereid een commissie van onderzoek in te stellen.
Ten slotte zegt spr. dat het Nederlandsche
volk onder het Caudijnsclie juk door moet en