1
lagte&L
3'
m mag nooit in de mi
vdrooad worden
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
Ter Herinnering.
FJEU 1LLETON.
DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ - VLAARDINGEN
46ste Jaargang.
Woensdag 30 Mei 1923
No. 13652.
BureauKOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus39.
Abonnementen per 3 maanden f 2.per week 15 cent, franco per
post 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentiëni 15 regels 1.75 elka regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden ep aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Bij of krachtens wetten of verordeningen voor
geschreven en andere officieele af- en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
ZOMERTIJD.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
brengen ter algemeene kennis, dat de Zomertijd
dit jaar zal ingaan op Vrijdag 1 Juni a.s. des v.m.
2 uur dus in den nacht van Donderdag op Vrijdag
a.s. en dat alsdan de wettelijke tijd met één uur
zal worden vervroegd en de klokken dezer ge
meente een uur vooruit gezet zullen worden,
zoodat het wordt geacht te zijn 3 uur, en noo-
digen de beheerders van openbare uurwerken
uit de onder hun beheer staande klokken alsdan
eveneens'één uur te doen verzetten.
S c hl e d a m, 30 Mei 1923.
Het belang van ons Katholiek Onderwijs in
al zijn vertakkingen en dat van ons Katholiek
Jeugdwerk nopen mij in deze dagen mijnen
Katholieken medeburgers de volgende feiten in
herinnering Le brengen.
Mr. A. I. M. J. Baron van Wijnbergen heeft
als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
onafgebroken zitting gehad sinds het jaar 1904
Aan alle herzieningen der Lager-Onderwijs-
Wet, vanaf die, Welke den 5den Juni 1905 onder
Minister Kuijper tot stand kwam, tot en mét
de jongste van den 16den Februari 1923, nam de
heef Van Wijnbergen hoogst actief deel. Gedu
rende bijna twintig jaren streed hij in de Kamer
en daarbuiten onverzwakt en onverpoosd voor
den groei en den bloei van onderwijs en jeugd-
vorming in Katholieken zin. Wegens gebrek aan
tijd en aanruimte moet ik mij bepalen tot de
meest recente feiten.
De heer Van Wijnbergen vertegenwoordigde
met Mgr. Nolens de Katholieke Kamerfractie
in de Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Be
sluit van 31 December 1913, welke in opdracht
ijciti de unclerwijspaciiicatie voor te bereiden.
De 26 vergaderingen dier commissie werden alle
op twee na door den heer Van Wijnbergen bijge
woond. Bij de opening van het R.K. Centraal
Bureau voor Onderwijs én opvoeding getuigde
Minister de Visser in antwoord op de hulde,
hem door Mgr. den Aartsbisschop gebracht
„Wanneer een naar onze schatting gelukkig
resultaat is bereikt, is dat, wat Uw geestver-
Wanten betreft, te danken aan de voortvarend
heid en het beleid, door Mgr. Nolens en Mr. van
Wijnbergen niet alleen in de laatste jaren ten
toon gespreid. Den mij gebraeliten dank breng
ik bij dezen dan ook op hen terug."
De salariswet 1919, die nog vóór de gelijk
stelling tot stand kwam, een eind maakte aan
de schrijnende achterstelling in salaricering van
den bijzonderen onderwijzer bij diens openbaren
collega, kwam vooral ook door zijn invloed en
zijn krachtige medewerking tot stand.
Elk jaar, vóórdat van de Staatsbegrooting
de hoofdstukken betreffende Onderwijs en jeugd
werk in behandeling komen, stelt de heer Van
Wijnbergen zich nauwkeurig op de hoogte van
alle onderwerpen, die behandeling vragen, en
zoowel uit het voorloopig verslag als bij het open
bare debat blijkt steeds, hoe serieus hij die be
handeling opvat.
De Schoolraad voor R.K. gymnasiaal en mid
delbaar onderwijs koos den heer Van Wijnbergen
ingevolge artikel 4 sub 2o. der statuten als rechts
geleerd Kamerlid". Nauwelijks was op het gebied
van het lager onderwijs de gelijkstellingverkregen
117
Ik boog het gloeiend hoofd en vouwde de han
den en bad, dat mij mijn weg duidelijk mocht
Worden.
„Wolfram heeft nooit opgehouden uw vriend
te zijn. Hij heeft uitstel gecischi na den dood uwer
moeder. Het verloren gaan van Vader's brief aan
den Heer Merlé is oorzaak, dat daaraan geen ge
volg werd gegeven.
Vertrouw Wolfram. Ik ben hem niets.
Margaretha Albrecht."
Weinige woorden, maar in elke letter klopte
mijn hart. Mochten ze de twee her een igen, die
Baron Siegfried zoo liefhad ik had aan hem ge
dacht onder het schrijven, en het was mij als
hoorde ik zijne stem
„Petekindje, je hebt een goed werk gedaan."
Dat vonden Vader en Moeder ook. Ik las het
den volgenden morgen in hun blik.
In Moeder's oogen las ik nog meer bij datik
ben hem niets, een innig meegevoel, eene stille
Vraag, eene bede om vergiffenis. Lief, beBt Moe-
of de heer Van Wijnbergen luidde in couranten
artikelen en op vergaderingen de beweging in tot
verdere emancipatie van het bijzonder middel
baar en gymnasiaal onderwijs. Krachtig bevor
derde hij de verruiming der bestaansvoorwaar
den van dat onderwijs bij de behandeling van de
wetten van 1 Maart 1920 en van 20 Mei 1922.
Niet slechts bij de behandeling van wet of
begrooting, maar ook op andere tijdstippen von
den bedreigde onderwijsbelangen in den heer Van
Wijnbergen een energiek verdediger. De talrij
ke schoolbesturen, die gevaar liepen een kleiner
of grooter gedeelte van hun gebouwenvergoeding
te moeten missen wegens het tijdelijk leegstaan
van localiteit, danken het den heer Van Wijnber
gen, dat het dreigend onweer aftrok. En de heer
Kolkman vestigde er reeds de aandacht op
dat de besturen der R.K. gymnasia en hoogere
burgerscholen aan de schade ontkwamen, die
een verkeerde interpretatie van het departement
op het stuk der gebouwenvergoeding hun dreig
de te berokkenen, was het werk van den heer
Van Wijnbergen. Of de onlangs geopende R.K.
lycea te Breda en te Utrecht er op het oogenblik
zouden zijn zonder de intensieve bemoeiingen
van den heer Van Wijnbergen, staat te bezien
Hetzelfde geldt voor meerdere R.K. nijverheids
scholen.
Dat de heer Van Wijnbergen een zeer groot
aandeel heeft gehad in de totstandkoming van
het R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs en
Opvoeding mag ik evenzeer bekend veronder
stellen, als dat hij vanaf de stichting de functie
van President der Commissie van Beheer en
van Toezicht dier instelling met de grootste toe
wijding vervult.
De heer Van Wijnbergen is voorzitter van het
dagelijksch bestuur dér R.K. Leergangen, be
stuurslid van de vereeniging Katholieke Stu-
diebelangen, lid van de Commissie van Voorlich
ting inzake de stichting van een R.K. Universi
teit.
Den 24en Februari 1923 werd bij Kon. Be
sluit een staatscommmissie ingesteld, die o.m.
heeft na te gaan, hoe de verhouding tusschen
het.openbaar en het bijzonder hooger onderwijs
nader kan worden geregeld, zoodat het bijzonder
universitair onderwijs zich naar zijn aard beter
zal kunnen ontwikkelen, dan op dit oogenblik
het geval is. Met Dr. Hoogveld werd de heer Van
Wijnbergen aangewezen, om in die commissie
de belangen der R.K. Universiteit voor te staan.
Dit, wat het R.K. bijzonder onderwijs betreft,
van het lager tot en met het universitair.
Ook in het groote werk der opvoeding onzer
leerplichtvrije jeugd staat de heer VanWijnbergen
in de rijen der werkers vooraan. Toen den 18en
Juni 1917 bij Kon. Besluit een staatscommissie
werd ingesteld tot „onderzoek naar de ontwikke
ling van jeugdige personen van 13 tot 18 jaar",
werd de heer Van Wijnbergen tot voorzitter dier
Commissie benoemd. De omvang en de iii-
lioud van het verslag, door die coni-
missie uitgebracht, en van de verzameling
van rapporten, die het vergezelde, bewijzen,
hoe vruchtbaar onder zijn leiding gewerkt is.
Het lag dan ook voor de hand, dat, toen dén
len April 1920 een Centrale Jeugdraad voor
Nederland werd ingesteld, het voorzitterschap
werd opgedragen aan den heer Van Wijnbergen.
En wanneer thans een, zij het nog bescheiden,
begin gemaakt is met de hoog noodige subsidiee-
ring van het jeugdwerk, dan weten onze Katho
lieke patronaten en andere jeugdinstellingen,
aan wien zij dat in de eerste plaats te danken
hebben.
Het is wel. Mij bepalende tot het mij aange
wezen terrein van werkzaamheid, rekende ik
mij verplicht, dezen staat van dienst alleen reeds
op het gebied van onderwijs en jéugdvorming
dertje, zij zou mij zoo gaarne bezorgd zien Er zal
immers een tijd komen, dat Vader en zij er niet
meer zijn en ik alleen zal staan
Ik verborg mijn hoofd aan hare borst, toen wij
alleen waren.
„Hebt gij daar zekerheid van gekregen
vroegen hare om mij heen gestrengelde armen
met hun innigen druk, en haar kus op mijn voor
hoofd zeide „Moed, mijn lieveling laat de
smart zich niet tegen u keeren en bitterheid in
uw hart strooien."
„Kon ik Wolfram maar helpen en gelukkig
zien Ik Wensch niets anders."
Moeder keek mii aan alsof zij heel iets anders
cn veel meer voor mij Wensclite, maar zij zeide
niets en kuste mij de tranen van de wangen.
19 November.
Veertien dagen wachtte ik in spanning ant
woord op mijn brief. Het kwam in den vorm van
een brief aan Vader
WelEdelGeslrenge Heer,
„Door Zijne Excellentie den Stadhouder van
Westphalen en door een brief van Dr. Wolfram
Wilbrant, ben ik onderricht van de pretentiën
van dezen laatsten, pretentiën, welke allereerst
^^>!g de LU X methode en
Uw wol zal niet krimpen.
U kunt Uw wollen goed be
derven met verkeerd drogen. Nog
erger is verkeerd wasschen.
Wrijf geen harde zeep op
wollen goed want dan vernielt U
de fijne schubbetjes waaruit het
bestaat. Z
Fabrikanten van TWINK en LIFEBUOY.
aan mijne Katholieke medeburgers ter herinne
ring voor te leggen.
Dr. Th. Verhoeven, pr.
Buitenlandscli Nieuws.
DE DEUTSCHE NOTA.
Dc partijen der burgerlijke arbeidsgemeen
schap hebben gister te Berlijn in een gemeen
schappelijke bijeenkomst het politieke en het
financieele deel van het nieuwe aanbod, dat de
Duitsche regeering binnenkort aan de geallieer
den zal doen toekomen, goedgekeurd, zoodat de
inhoud van de nieuwe nota thans in groote trek
ken vaststaat.
In een gister gehouden gemeenschappelijke
zitting van het bestuur en de commissie van het
Reichsverhand der Deutschen Industrie werd het
garantie-aanbod der industrie aan de regeering
met groote meerderheid- van stemmen goed-
ter kennis hadden belmoren gebracht te worden
van mij, Land- en Gerechtsheer op Wisburg.
Mijn zaakgelastigde, Dr. Friedrich, zal zich
binnen een paar dagen te Sturmfels aanmelden.
Wil hem ontvangen, behoorlijk in het slot huis
vesten en met uwe kennis ter zijde staan.
Bedank uwe dochter voor hare belangstelling."
Dat was hl Die korte, droge, harde brief was
van Bodo. Hij is gekrenkt, te recht gekrenkt. Wat
liftn dat inroepen van de hulp van den Stadhou
der in zijn oog anders zijn dan een bewijs van wan
trouwen
Dezelfde post, bracht een brief van den Heer
Merlé, waarbij Wolfram cenige regels had in-
g sloten.
Wolfram had Wisburg in groote gemoeds-
beweging verlaten. De komst van den bode, de
opeisching van den Stadhouder had hem ovei-
i'ompeld. Tot schrijven aan Bodo had men hem
geen tijd gelaten. De last luidde den beambte
onmiddellijk te volgen. Ilij had den Heei Kei n
opgedragen zijn leedwezen aan den Vrijheer te
betuigen, dat de zaak buiten hem om zulk eene
wending had genomen, en zijn brief aan Bodo
aan hem ter bezorging gegeven.
Te Munster had de Heer Merlé hem op zijne
kamers ontvangen en gehuisvest.
Reeds den volgenden dag was hij met Wolfram
gekeurd, zoodat dit aanbod aan de regeering
thans is verzekerd.
|De vakvereenigingen zullen zich heden met het
aanbod der industrie bezig houden.
Naar de „Vossische Zeitung" mededeelt, zal de
rijkskanselier heden in de Rijksdagcommissie
voor Buitenlandsche Aangelegenheden een uit
eenzetting geven van den internationalen poli
ticked toestand. De Rijksdag zal spoedig in
voltallige zitting bijeenkomen. De rijkskanselier
heeft gister een aantal vertegenwoordigers van
den landbouw ontvangen. Deze deelden hem me
de, dat de landbouw bereid is, aanzienlijke offers
te brengen op voorwaarde, dat de kwestie der
schadevergoeding thans definitief geregeld zal
Worden.
IN HET BEZETTE GEBIED.
De „Vossische Zeitung" verneemt uit Gelsen-
kirchen, dal de toestand iu het Roergebied zich
bij den Stadhouder op audiëntie geweest.
De Stadhouder had zich Jang met hem onder
houden en naar vele bijzonderheden uit zijne
jeugd gevraagd en hem ten slotte laten weggaan
met een ernstig en nadrukkelijk „Ik heb den
Vrijheer van Sturmfels persoonlijk gekend zijne
eerste vrouw was mijne nicht van moeders zijde
een beroep op mijne tusschenkomst uit haar
naam wilde ik niet ongehoord laten voorbijgaan.
De rechtmatige eigenaar van Sturmfels kan op
mijne hulp rekenen een onrechtmatige eischer
0p eene voorbeeldige straf."
Wolfram had na zijne aankomst te Munster
andermaal aan Bodo geschreven.
De brief van den Heer Merlé meldde ons zijn
aanstaand vertrek naar Londen.
,*Ik heb alle bewijzen voor Wolfram's identi
teit met den oudsten zoon van den Vrijheer in
tegenwoordigheid van den Stadhouder gedepo
neerd. Wilbrant's zuster en Martha Dolme heb
ik laten overkomen en van haar getuigenis is
andermaal proces-verbaal opgemaakt. Nu nog
Wilbrant's bekentenis. Eerst dan is de zaak in
orde. Zonder die bekentenis hangen alle bewijzen
in de lucht en is Wolfram's aanspraak van geene
waarde.
[Wordt vervolgd).
EUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
LUX