Wijnhandelaar en de componist.
.ar
es-
ifll
e»
in-
ire1
er"
iet
in
2ll|
tel
}n
rd-
i. 1
je-
ren
uit
MET DERTIEN AAN TAFÉL.
Re,rje uwuarsungen van ae ütna.
■0ui 9e uitbarstingen van den Etna, de beruchte
^'spuwende berg op het Italiaansche eiland Sicilië,
du iVl Gntzettende verwoestingen aangericht. In de
iv en hebben onze lezers de rampen kunnen
9even hier erikele afbeeldingen dezer
hij' t o!e' sind' 1911 niet meer voorgekomen. Een
s< gedeeltelijk verwoest en door den lavastroom
bedolven.
De sterkste vijand van het bijgeloof is de humor. Al de
vrees voor geheimzinnige machten houdt op, zoodra het
gelukt is, de zaak .belachelijk te maken. Ook ten opzichte
van het „met dertienen aan tafel zitten" hebben satirische
invallen niet ontbroken. Overbekend is het-gezegde van de
practische huisvrouw, die er alleen iets tegen had, met 13
gasten aan tafel te zitten, als er voor 12 was ingekocht.
Aan een galadiner ten hove nam een beroemd geleerde
deel, wiens eenige fout daarin .bestond, dat hjj niet van
adel was. Een hofdame bespeurde tot haar schrik, dat er
dertien personen aan tafel zaten.
„Stel u gerust," troostte de naast haar gezeten kamer
heer; „burgermenschen tellen niet mee!"
In een klein logement zaten 13 gasten aan de table
d'hote. Men drong den logementhouder nu, een der aan
wezigen in een andere kamér geheel alleen te laten eten.
Op den ledigen stoel sprong nu, door den geur der spijzen
gelokt, een groote kater.
„Die moet sterven!" spotte een grappenmaker.
En zoo waar, de waard greep den indringer en wierp
hem in de keuken. Den volgenden dag had men op het
menu gebraden haas.
„Met dertien aan tafel is toch wel gevaarlijk!" meende
een reiziger; „ik heb 't bij eigen ondervinding. Ik ging
aan een table d'höte en merkte het onrustbarend feit op,
maar ik besloot mij er niet om te bekreunen."
„Ja? En is u niet gestorven?" vroeg er een.
„Neen," was 'het antwoord; „ik kwam er met een lichte
verkoudheid af."
De vrees voor het getal 13 gaat zoo ver, dat in de straten
van enkele steden dit huisnummer geheel ontbreekt; reizi
gers zullen niet stappen in een coupé, die dit onheilspellend
nummer heeft; evenmin in een hotel kamer no. 13 wenschen
te betrekken.
Maar volkomen consequent zijn die ibijgeloovigen niet
want zooveel ons bekend is, heeft nog nooit iemand bezwaar
gemaak om dertien gulden in ontvangst te nemen!
j OP GOEDEN GROND.
h°t jaar 1820 stond te Lyon een bejaard
g6 1schman terecht, omdat hij in een vroolijk
Vra ichap het schrikbewind geroemd had. Op de
ha/8 Van den rechter> waarom hij dat gedaan
Saf hij ten antwoord:
"Uit dankbaarheid, omdat het rnjj het hoofd
"en romp heeft gelaten!"
din6n ,WÖ "-handelaar, van wien men wist dat hij
Pon'T^n veljvMschte, zeide eens tegen den com-
gij 131 Sacchini: „Mijn hemel, heer kapelmeester,
u zult u nog dood drinken."
ho'a i yriend>" was het antwoord, „gij zult mjj
eomponeeren."
k KINDERLIJK.
'ein Elsje: „Opa, druk uw oogen eens toe."
Jaj „Waarom, liefje?"
Wj i: "^a ze' gisteren, afs u uw oogen had
gedrukt, zou zij geld genoeg hebben."
Vluchtelingen.
De gloeiende lavastroomen, soms een K.M. breed, hebben verschillende plaatsen verwoest; de bewoners
der bedreigde streken vluchtten naar veiliger plaatsen.
DE MEERDERE HEEFT ALTIJD
GELIJK.
Het bataljon heeft een velddienst-oefe
ning gehouden. De kapiteins worden door
den luitenant-adjudant opgeroepen om de
critiek van den bataljons-commandant te
vernemen.
Met den noodigen ernst begon de majoor
zijn bespreking, toen op eens zijn vos
onrustig begon te worden, met den achter
poot heftig op den grond sloeg en van tijd
tot tjjd naar het paard van den naast zijn
chef staan den adjudant beet.
Hij ibraeht zooals dit gebruikelijk is
de verstoordheid over zijn paard op den
berijder van het andere over, door dezen op
scherpen toon te verzoeken, zijn paard wat
terzij_ te stellen.
„Neem me niet kwalijk, majoor wilde
de adjudant antwoorden.
„Ik verzoek u, mij niet in de rede te
vallen," beet de chef hem heel onvriendelijk
toe.
De vos werd echter ook nu niet kalm,
maar voortdurend onrustiger en plotseling
sloeg hjj de beide achterpooten in de lucht,
zoodat zijn niets kwaads vermoedende
ruiter uit het zadel vloog en met een kleine
salto mortale neerkwam.
„Beroerd beest!" riep de majoor. „Wat
scheelt den rakker?"
„Ik wou uwe aandacht er op vestigen,
dat er een horzel op den vos zat," merkte
de adjudant aan; „maar u legde mij het
zwijgen op!"
►!•*-*—
t/n Een lavastroom.
een twaalftal scheuren sjouwde de Etna zijn lava over de aan zijn voet liggende, vruchtbare streken. De
aangerichte schade is ontzettend.