m DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN. DITJES EN DATJES. 46ste Jaargang. Zaterdag 11 Augustus 1923. No. 13716 Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. TWEEDE BLAD Binnenland. Gemengd Nieuws. EUWE SCHIEDAMSCHE COURANT Bureau KOEMARKT 4 Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ2.per week 15 cent, franco per post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentiën 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Het sterfbed van prof. Slruycken. In een warm en litterair buitengewoon mooi artikel van prof. Geurts in „De Tijd" over zijn vriend prof. Struycken treffen we de volgende aangrijpende schildering aan van het sterfbed van dezen grooten katho lieke geleerde „De dood heeft hem nu overweldigd. Met al de kracht van zijn machtigen geest en sterken wil heeft hij tegen dien geweldenaar geworsteld. Aan het leven was hij niet zoo zeer gehecht, maar het viel hem zoo ontzaglijk zwaar van zijn hartstochtelijk beminde gade en zijn lieve kinderen, voor wie hij alleen leefde en Werk te, te scheiden! Daarom streed hij tegen de doods- macht, Wel bewust en vastberaden tot het bittere einde. Elke sprank van zijn levens- lustigen geest en elke glimp yan zijn vernuftig glanzend oog moest uitgedoofd, elke aandoening van zijn gevoelig gemoed gesmoord, elke zenuw van zijn taaie lichaamskracht ontspannen, geheel zijn physieke en phychische constitutie ontred- clers en ondermijnd Worden, voordat hij zich lij delijk overgaf aan den doodsvijand, die hem uit het midden der zijnen Wegrukte. Zijn ziek- en sterfbed was bovenmate smartelijk den dood, zoo luide zijn klacht, vrees ik niet, maar zulk een dood te moeten sterven, is verschrikkelijk. Doch het christelijk geloof, dat hij trouw had beleden en voorbeeldig beleefd in zijn daden als knaap en als jongeling, als jonge- en volwassen man, deed hem zegevieren over de verschrikkingen ook van dezen allerpijnlijksten dood en hij sprak gelaten en vcrtrouwvol het heilbrengende en gezegende woord „Uw wil geschiedde Welk een heerlijk voorbeeld voor velen, die met een H. B. 'S .-wijsheid meenen zich van het geloof hunner kinderjaren te moeten ontdoen, omdat het voor den ontwikkelden mensch onbruikbaar is. Struycken, door heel de pers, liberaal en socialist, geroemd als een van onze grootste geleerden, leeft en sterft als een eenvoudige kloosterbroeder, rijk en gelukkig door zijn geloof. Waarlijk een lichtend voorbeeld Voor velen in onze dagen. Arme wetenschap. Als een pendant van bovenstaande citeeren We uit hetzelfde artikel van prof. Geurts het volgen de „Bij zijn geopend graf bracht de oud-professor Van Hamel, secretaris^van den Volkenbond te In kleurendruk-biljetten was het op de muren geplakt't stond geblokletterd in de couranten Gaat dat zien Komt dat hooren Wat was er aan de hand ,Nu, raad eens „De heks van Haarlem?" 'I Lijkt er niet op „De duivel.in Delft" Nog veel erger. Maar spreek toch op wat was het dan wel Welnu, Jan Duys te Rotterdam. Anders niet Bedaar, bedaar, hou jc kallém 't Was een gebeurtenis Jan Duys zou spreken over de Vlootwet, over de s c h a n - de- 1 ij - k e vlootwet. Heeft die ook al verstand van Marine; ze hadden net zoo goed Kokadorus kunnen uitnoodigen. Moet je gelooven 1 Je weet niet wat je zegt! Jan Duys niet bevoegd in Zee- en Marine-zaken, ha ha laat naar je kijken. Een specialiteit eerste klasse is het juistgeen haar meer of minder. Eerst was hij stokersleerling op een sleepboot je (reis naar de Rooze Zee) toen een stemgeluid verworven als een scheepsroeper werd visscher m troebelwater water en wind-redevoeringen daarna de Kamer binnengezeildvervolgens stuurman op de „Zaandam" (schipbreuk op de financieele klippen) dank zij een wachtgeldeiT- z Wem vest aan wal gekomen schaapjes op het droge landhuisje aan de zeekustziet dagelijks van uit zijn strandstoel naar de golfjes aan zijn voeten of neemt, wanneer hij voor anker ligt aan zijn ontbijttafel, levensmiddelen in, terwij; de admiraalsvlag van zijn botervlootje waait 1 kortom 't is een bevaren matroos. Zou zoo'n man nu geen verstand van kruisers, duikbooten eri vlootbassins hebben Wat heeft hij de regeering daar in Rotterdam van katoen gegeven t Is, een bende schurken, zei Janmaat, die ■''tijd nog wat zeebonkerig en deze keer bijzonder overstuur was, omdat de Christelijke regeering het land ten onder brengten dit vond hij al Genéve, hulde aan den doode in een taal, Waar over Gicero zich niet had beho.even te schamen, niet als redenaar, maar Ook niet als heiden. Bij dat graf stond ook de diepbedroefde weduwe, die nadat zij haar door een schier onafgebroken maaglijden gekwelden gemaal had begeleid en verzorgd in de verschillende steden, waar internationale conferenties gehouden wer den, hem alle tegenstrijdige conventies en usan- ties ten spijt ook wilde vergezellen op zijn laatste reize naar het kerkhof. Daar stonden we ademloos te luisteren, wij stonden immers op het scheidingspunt tusschen tijd en eeuwigheid en hoorden duidelijk nieuw leven ritselen in het door Christus genade ge heiligd en door de Kerk gezegend gebeente, dat op den christelijken doodenakker de glorieuse Opstanding van den Jongstcn Dag verwacht. In deze tragisch-heiüge stonde richt het christenoog zich nog meer naar de eeuwige toekomstdan naar het snel vergane verleden. Het Christenhart vraagt om den troost van een blijde eeuwigheids- gedachte. Van Hamel bleef beneden zijn taak. De weenende weduwe prees hij gelukkig „zulk een vrouw" te zijn geweest van „zulk een man" van een man, wiens nagedachtenis nog lang bij de besten en de grootsten in eere zal blijven. Maar de troost hij zelf getuigde het met jammerlijke openhartigheid kwam niet „over zijn lippen." En die kon niet over zijn lippen komen, omdat de geleerde en Welsprekende oiator de eeuwigheids waarde kent noch telt van menschelijke daden en menschelijk lijden, Welke de eeuwige Vergelder van goed en kwaad in zijn boek des Levens heeft opgeteekend. Wij kunnen aan de treurende nagelatenen dien troost bieden met het verblijdend perspectief van een zalig wederzien bij God die ons Struycken schonk en wederom van ons tot Zich nam." Welk een tegenstelling tusschen deze twee geleerden. De eehe is Wetenschappelijk en geloovig en vindt op zijn sterfbed bij de vreeselijkste smarten zóóveel kracht en troost, om in volkomen onder werping en berusting het vreeselijkste lijden te dragen. En de andere bezit de wetenschap, maar zon der het geloof, en was niet in staat om aan dit geopende graf een enkel woord van. troost en opbeuring tot de bedroefde weduwe te spreken. Is er wel treffender bewijs mogelijk ter illustra tie hoe arm die wetenschap is, die de hoogste Wetenschap, de kennis van God, niet bezit en daardoor cfe eeuwigheidswaarde niet kent D e m a c h t der slechte grootpers. Gardiner, een bekend journalist schrijft in de „Nation" een vinnig artikel tegen de Rother- mere-pers. héél verdrietig, want zijn nieuwe villa is toch zoo geriefelijk eu mooi. Het geheele Nederlandsche volk, brulde hij, wordt opgelicht en daarna in den afgrond gestort (Nog al een sterk staaltje van zoo'n zwakke regeering). Vreeselijk is het echter, zoo'n moord van een millioenenvolk. Maar Janmaat heeft een goed hart en hij troostte zijn ontstelde toehoorders, met eenigè leuke moppen., waar je om gieren moestwat is er gelachen op die vergaderingtot ziek wordens toe. Volgens het verslag van het Rotterdamsche partijblad, is er minstens 14 maal uitbarsting van vroolijkheid, uitbundige vreugde en proest- lacherij geweester waren zelfs menschen die bezwijmden van louter genoegen en leut. En nooit is er een gezelschap geweest ge kunt het aan Karl May, Sven Heden, Pearv, Amundsen en Nansen navragen dat zich op inschikkelijker en lolliger manier in een afgrond heeft laten gooien, dan deze Rotterdamsche ver gadering zoodat ik dus wel mag aannemen dat zelfs Kokadorus het in leukighcid tegen Duys moet afleggen. Wanneer de S.D.A.P. geen ander succes ver langt in deze ernstige zaak, dan lach-succes, dat zij dan genoemden spreker zijn gang laat gaan; wil zij echter tastbaarder resultaten, dan zal zij met beter materiaal moeten werken. Dat de S.D.A.P. tegen de Vlootwet is, moet zij weten bijna de geheele Katholieke Pers heeft óók bedenkingen doch zij moet eerlijke middelen gebruiken doet zij dat niet en gaat zij voort met het gebruik van leugens haar zaak zal ze er slechts door verzwakken, Duys, die den naam van komiekeling meent te moeten ophouden, die te bekrompen is om in den tegen stander iets goeds te zien en te eenzijdig en te oppervlakkig om onbevangen en juist een onder werp te behandelen, is dus de minst geschikte persoon om tegen de regeering 't veld gestuurd te worden. De vlootwetkwestie de aanbouw van nieuwe oorlogsschepen hangt ten nauwste samen met Indië, ons koloniaal bezit. Wie die verbinding uitschakelt zooals Duys, Lord Rothrrmere r de broeder van den ovprlederi lord Northcliffe en de opvolger van dezen als krantenkoning. Met zijn vele bladen, de „Daily Mail" voorop, oefent deze man een geweldigen invloed uit op de Britsche open bare meening en hij oefent zegt Gardiner, deze macht uit volkomen tegen de traditiën der pers in, gelijk ook Northcliffe dat deed. In het laat ste halfjaar is het kwaad erger geworden clan ooit. Terwijl de opeenvolgende Britsche regee ringen, schrijft Gardiner, ten minste 'n poging- doen om Europa en Engeland zelf van eeono- mjschen ondergang te redden, is „de voor naamste vijand van den eersten minister, moge hij Lloyd George, Bonar Law of Baldwin zijn, in ons midden. Al dien tijd was lord Rother- mere het instrument van Poincaré. Dag op dag wordt het land overstroomd met propa ganda, met „het doel de regeering het bestaan onmogelijk te maken en den heer Poincaré tot dictator van de politiek van ons land te ma ken." En Gardiner ziet het gevaar clan voor namelijk hierin, dat in het buitenland en vooral in Frankrijk, de meening werd opgewekt, als zou de Britsche regeering bij haar politiek zich in tegenstelling bevinden met de Britsche open bare meening. Er werd een indruk verkregen, alsof de Rothermere-pers en niet de regeering de, Britsche opvattingen vertegenwoordigde. Scherp komt Gardiner dan op tegen deze grove bewerking' van de openbare mecning door een enkelen bezitter van verschillende bladen, waardoor eigenlijk gepoogd wordt de parlemen taire regeering te vernietigen en in haar plaats te stellen het dictatorschap van een „lawies mob, inflamed with passion", welke onderworpen is aan een onverantwoordelijke macht.alleen voort vloeiend uit het bezit van een werktuig van pu- pliciteitwaarover wij geen gezag hebben en het welk we niet tot rede kunnen brengen." En Gar diner wekt de zich haar verantwoordelijkheid welbewuste pers op, tegen de noodlot I ige invloe den van de Rothermere-pers krachtiger dan Lot dusver op te komen. Gardiner is liberaal het wordt tijd, dat ook in ons land het eens wat duidelijk wordt ge zegd, hoe de publieke opinie bij tijd en wijle nu weer bij de Vlootwet wordt vergiftigd door allerlei tendentieuze voorstellingen. Een millioenen-ja c h t. Ecnige ja ren geleden zoo vertellen de Fransche bladen overleed te New Rork een Engelsch emigrant, Robert Edwards, die een vermogen van 100 millioen naliet. Men vond geen testament en de overledene had, voor zoover men wist, geen enkelen erfgenaam. Men plaatste in verschillende Fransche en Engelsche bladen een advertentie, met als gevolg, dat zich onmiddellijk een stroom van familieleden, neven, achterneven, achter die n. b. een vergelijking trok tusschen Neder landen Zwitserland, komt tot een avereclvtsche redeneering. Zooals de zaken nu staan, zijn er slechts twee wegen de Vlootwet aannemen of de geheele vloot opdoeken doorgaan met geld te verknoeien om onbruikbaar materiaal te on derhouden, heeft geen zin. Eischt men dus afschaffing van de vloot het zij zoo ieder heeft daartoe het. recht, alleen men moet zich clan ook vertrouwd maken met het idee Indië voor Holland ver loren. Want wie niet onnoozel is als een kind,zal hegrijpen dat een onbeschermd laten van die begeerde bezittingen, in deze omstandigheden, een verlies er van zoo goed als zeker maakten clo financieeele gevolgen, die zoo'n verlies ver oorzaakten, zouden heel wat-ellendiger zijn dan de uitvoering van tien Vlootwetten bij elkaar. Wanneer men dus alléén om geldelijke bezwaren de Vlootwet bestrijdt, dan kon men er wel eens naast zijn en niet zoo weinig ook. Maar niet over de schandelijke vlootwet al leen, heeft Duys gesproken, hij had het over het militarisme in het, algemeen. En hij pakte geweldig uit, dat onze Oorlogs- begrootingen, bij vroeger vergeleken een veel hooger eindcijfer vertoonen. Het feit is volkomen juist. Maar de heer Duys had dan oolc aan zijn hoorders behooren mede te deelen, zegt het „Huisgezin" terecht, dat het onderhoud van het leger nu en toen geweldig uiteenloopt, omdat alles zooveel duurder is Hij had ook moeten zeggen,dat de tractements- verbetcringen voor kader en officieren in de millioenen loopen. Hij had gewag moeten maken van de kostwin nersvergoedingen en allerlei andere verbetering en ten behoeve van de manschappen. De sociaal-democraten hebben mede hun aan deel gehad in het „opdrijven" der Oorlogsbegroo- ting. Wij maken hun daar geen verwijt van, in tegendeel, maar als men aan dc menschen met de zwartste kleuren het stijgen der Oorlogsbegroo- ting afschildert, dan brengt de eerlijkheid toch mee, dat men minstens een reserve maakt ten aanzien van de nuttige uitgaven, die ook deze begrooting telt. achterneven enz. aandiende, die allen de mil- lioentjes voor zich opeischten, Om kort te gaan, het bleek dal cleze „eenzame" een zoo uitgebreide familie heeft, dat zelfs Abraham van jalouzie zou verschietem. Maar het is nu eenmaal niet voldoende om de millioenen eenvoudig op te eischen, om ze in de schoot te zien vallen daartoe moet ook een gedocumenteerde aanspraak worden over legd. Een zeker deel van de pretendenten, die Sterker overtuigd waren van hun rechten, of die het beter konden doen, namen advocaten in den arm en verleerde hun spaarduiten aan genealogische onderzoekingen en gerechtelijke kosten thans komen zich nog twee anders Edwards aandienen De cenc is William Edwards, en werkt in een staalfabriek in Manchester, de an der is een zi kere Robert Edwards, een electri- cicn te Cardiff, zij zijn volle neven. Naar het schijnt was hun grootvader een broer van den millionair. Weer een genezing te Lourdes. Naar de- „Croix" meldt, heeft Zondag 1.1. te Lourdes wederom een schitterend wonder plaats gehad. Gustave Doisy van Rieux-lcs-Lillers (Pas de Calais), vader van clrie kinderen werkte in de mijnen van Bruay, toen hij in Februari 1908 bij een aardstorting verscheidene verwondin gen opliep. Het bekken Werd gekwetst, de Wervelkolom aangetast, terwijl de voeten ver lamden en het merg verschrompelde. Sedert dien sleepte hij zich op krukken vooruit en leed voortdurend pijn. De ongelukkige vertrok met de bedevaart van Atrecht naar Lourdes, om aldaar genezing te Bekomen (Hij was voorzien van een me- .disc.h attest, waarin de ziekte gelijk boven ge meld was omschrevenVrijdag, en Zaterdag bespeurde de zieke geen verbetering. Zondag middag te 3 uur, toen hij in de piscine ver toefde, gevoelde hij een korten vreemden schok, die hem door het geheele lichaam ging. De man was genezen. Hij viel op de knieën cn bad, rees eindelijk op en wandelde alleen met de krukken op zijn schouder voort. De genezene werd door acht doktoren on derzocht. Dr. Marchand Dr. Izart van Mared- sous Oyzes en I'ley van Calais Monastier van Albi Cinti van Florence en Delvallez van Courriëres. De dokters concludeerden De be wegingen van de wervelkolom zijn normaal, de gang is gemakkelijk, de genezing is plotse ling en kan aan geen natuurlijke krachten Worden toegeschreven. Er is slechts een lit teken van de organische verwording over. De genezen mijnwerker trok mede in de pro cessie, Waarbij uit1 meer clan 20.000 kelen het triomf-hosanna opklonk. 11el is gemakkelijk en gauw gezegd, dat ons land zooveel honderden millioenen aan het mili tairisme heeft weggesmeten, maar daar zit een massa geld in, dat het levensbestaan van een aantal menschen directen indirect vertegenwoor digt. En de heer Duys had aan zijn hoorders ook wél kunnen mededeelen, maar hij heeft beter geacht het niet te doen, dat zijn geestverwant Oudegeest indertijd een tijdruimte van twintig jaar voor de ontwapening noodig oordeelde, ten einde de industrie, niet te ontwrichten. Dit geeft wel een eenigszins anderen kijk op de zaak. Wij zullen de laai sten zijn om het voor hel militairisme op te nemen. Maar het is wel gemakkelijk doch niet genoeg, met cijfers te goochelen en grappen te verkoopen, terwijl, als men zelf met de leiding en de verant woordelijkheid was belast, wel een toontje lager zou zingen. Wanneer cn zoo lang men, als indertijd de heer Schaper deed, bereid is, met de katholieken de "Weering te aanvaarden op den grondslag van een jaarlijksch contingent, van 13.000 man, moest men tegen het militairisme niet zóó'n grooten mond opzetten. Goedkoop succes is misschien veel, maar toch niet alles en zeker niet het beste. Wanneer Duys de S.D.A.P. uitbeeldt als de zachte duif, die zelfs geen bloeddruppel wil storten voor dc landsverdediging, dan denk je echter onmiddellijk aan het Paaschcongres in 1915, waar de resolutie van het roode partijbe stuur om mede te werken aan het handhaven van onze onzijdigheid, met een overweldigende meer derheid van 525 stemmen werd goedgekeurd. En l roclstra snauwde toen tegen den gillenden mr. Mendels: „de oppositie is in alles afbrekend, is in alles negatief, zelfs in wat ze dan wél wil geen man en geen cent." Zoo Duys voor vredesengel wil spelen, laat hij dan eerst zijn knoklustige builenlandsche broeders bek eer-en, dat zou op de wrdedigings- polil iek van onze regeering meer invloed hebben dan een mondvol grollen en leugens. Ma.asla.ndus,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1923 | | pagina 5