SS? S»2 A y •ju**! toen iuist in ziJne Een krijgslist. Na de plechtigheid in de Nieuwe Kerk. hi)j Hriklijke Familie verlaat in gezelschap "/Ioqj r9emeester de Vlugt (geheel rechts) na ^r herdenkingsplechtigheid de Nieuwe Aanbieden van bloemen. Op een der rijtoeren door Amsterdam werden H. M. bloemen aange boden door een der inwoonsters van het gesticht voor oude lieden. Kerk te Amsterdam. EENE VERRASSING. Uw de weduwe Bloemberg bezat onder otw Schoone ein nuttige zaken ook een groo. "Uttjge bronzen lamp, die echter mooi noch Wa,si 6n daarom had zij h-aar al lang g.^gdoen. Doch die had indeitijd1 veel en <*tus Itnoes,'t er 66118 °P een gele- gewacht worden, bo,,, gebeurde het, dat bjj hare vriendin AhJ r een publieke verkooping gehouden '.^fndat de heer Domper het tijdelijke cij eeuwige verwisseld had. it, e gewone volzinnen gewisseld waren, gebruikelijke condoleance-visite kwam verkooping ter sprake, fnijn lieve vriendin/' sprak mevrouw S ,yge zoudt me een genoegen kun- 7 4, met te vergunnen, mijn oude lamp (Jg ïïl€t 'tc VCigUiIUlCU, 1x14j.111 v/uuc xa<xixjp Jbs. aUctie te doen; zij is reeds lang mij een lTl ÏU-X. het oog, en dit zou een geschikte ge- zijn om haar kwijt te raken." ,/"ne gaf mevrouw Domper de gevraagde en dientengevolge paradeerde op balden dag de lamp ondier de hoeken, 1 óL611 Py'Pen van den heer Domper zaili- 1,1 bj!1 °nder den hamer van den makelaar K h van een ander over te gaan. van mevrouw de weduwe was dokter en kwam op den dag 11 van geneesheer daar in huis A j 'hoest, toevallig voorbij de deur 'l' groote kamer, waarin de auc- vJlK Plaats hebben. hisgierig trad hij binnen, en al >,\V5 viel zijn blik op de lamp, jjbcjdie is kostelijk denkt hij, s dezelfde lamp zooals mama u heeft Die moet ik vandaar hl ijgen; want overmorgen is f hoe zal zij in haar schik Wanneer ik haar een tweede -r van dat oude erfstuk meê- A ®®zegd, zoo gedaan galante schoonzoon wordt wel Ai j'hige afstammelingen van den V lqjSra®'s> die al gauw bespeuren °P het bezit van de lamp bij- A gesteld is, hoog opgejaagd; Alt t doet het er toe. De lamp en slotte hem voor 20 guldien en; dat is de verrassing wel ÏStoT 6ei1 verrassing was het, toen ''toon twee dag'en later s mor- ■ne H '"CC ua6al nn. de lamp in de hand. zij' 'b Pf^luk wenschte; maar ^]eTassing was wederzijds en niet "Pzichten de gewenschte Frederik Hendrik. Zijne Excellentie Frederik HendrikPrins van Oranje, Graaf van Nassau, Vianden, Dietz enz., Stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en West-Friesland, van Stad en Lande van Groningen en van Overijsel, kapitein-generaal en Admiraal der Ver- eenigde Nederlanden, in den historischen optocht te Utrecht. eenigen tijd reisde een zeer Bisschop van Sierck. In den historischen optocht te Utrecht was 0. m. een groep „de stichting van den Domtoren"Bisschop h rederick van Siei ck was de hoofdpersoon van deze groep. Wij beelden hem hier af onder het baldakijn. corpulent heer met een jonge dame in de zelfde coupé over de grens. „Gij hebt toch geen verboden waren bij u, lief kind," zeide hij„want die tolbeambten hier zijn brutale kerels, dlus neem u in acht." Het meisje werd doodsbenauwd en beken de dat zij dertig meter zijden lint onder de kous om haar been had gewonden en vroeg angstig, „of meneer niet dacht, dat zij die wel binnensmokkelen kon." „O ja, dat zal wel gaan," was 't antwoord. Bij 't douane-station kwam er een ambte naar naar de jonge dame, en aanstonds wenkte de dikke hem,, dat hij zich niet moest laten beetnemen, ofschoon het meisje Vol hield dat zij niets verdachts bij zich had. „Och," sprak de dikke heer eensklaps, „zweer maar niet bij boog en laag, dat ge niets te declareeren hebt; gij hebt immers zelve mjj bekend, dat gij dertig meter zijden lint om uw foeeen hebt gewonden." De dame moest uitstijgen, werd onder zocht, moest 't recht en de boete betalen, en de reis ging verder, in dezelfde coupé, waar ze weêr naast den dikke plaats moest ne men. Toen zjj dezen verontwaardigd en snik kend zijn verraad verweet,, spraik hij dood bedaard: „Wees niet boos op mij; ik moest zoo handelen, om de attentie van dien vent van mjj af te leiden; want mijn schijnbare dikte komt van ongeveer drie duizend meter zijden lint, die ik om mijn lichaam gewonden heb. Voor de verlorene dertig zal ik u veer tig meter, met de kosten bovendien, teruggeven; 't spijt me dat ik u zoo'n onaangenaam ©ogenblikje heb moeten bezorgen." VERLOREN EN GEWONNEN. De veldwachter Vjjt zit met den slager Messer en den waard van het Gouden Lam vergenoegd onder een glas bier en naast hem zit zijn bond, opmerkzaam naar den gebieder op ziende. Verder niet dan goede kenis- sen in 't rond. De waard staat op, strjjkt den hond over den kop en zegt: „Een mooie hond'; boe kom je daaraan?" „Ja, mooi is hij," antwoordt Vjjt volmondig,, „en geleerd ook, hij doet alles op kommando. Ik zeg je, gerust kunt ge hem een worst voorhouden en hij vreet ze niet, wanneer ik maar even fluit." „Nou, dat zou 'k wel 'res willen zien," zei Messer, „daar waag ik een worst aan." Hij staat op, gaat een flink stuk halen en houdt dit voor den bek van Castor, die er gulzig naar hapt, en de versnapering in 'n ommezien ver slonden heeft. „Zie je je hebt 't verloren," roept Messer lachend uit. „Omdat ik niet gefloten heb lachte Vijt, en de slager was zijn worst kwijt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1923 | | pagina 11