Het vlootwetdebat. Wat het verder verloop van de behandeling der Vlootwet betreft, kan men meedeelen, dat er op wordt gerekend, dat heden de redevoeringen in eerste instantie zullen worden beëindigd, ook al zijn bij de reeds ingeschreven sprekers, de heeren Nolens, Troelstra en Schokking er nog een paar sprekers bijgekomen, zooals b.v. de heer Kuiper. Woensdag is bestemd voor het Regeeringsantwoord, Donderdag en Vrijdag voor replieken en artikelen, zoodat de stemming zou kunnen vallen aan het einde der week. Voor Japan. De N.V. Kon. Nederlandsche Metaalbedrijven te Utrecht heeft een Japan-penning geslagen. De opbrengst van den verkoop daarvan komt, be houdens de gemaakte kosten, geheel ten goede aan het centrale Nederlandsche comité Ramp Japan 1923. Slaking geëindigd. Aan de coöperatieve aardappelmeelfabriek De Twee Provinciën te Stadskanaal waar de staking, die 23 April begonnen is, thans is op geheven, kunnen 38 man, in wier plaats reeds was voorzien, niet weer te werk gesteld worden. De jachtwet. De Jachtwet zal waarschijnlijk in het begin van het volgende jaar in werking treden. De postcheque- cn girodienst. Minister van Swaay heeft op de vragen van den heer Rink in zake den Postellóquc- en Girodienst o.a. geantwoord, niet anders ter zake van de vooruitzichten van het her stel te kunnen mededeelen, dat dat hij in hooge mate het betreurende, dat het verloop der centralisatie dwong tot sluiting over te gaan de noodige maatregelen voor zoo spoedig mogelijke diensthervatting heeft getroffen. De medewerking van de Nederlandsche Bank is daarvoor van zeer groote waarde. Alle krachten worden ingespannen om de sluitingsperiode zoo kort mogelijk te doen zijn. Zekerheid omtrent het einde dier periode kan hij evenwel nog niet geven. De Ned. Bank heeft nog geen advies betref fende den stand van zaken en de middelen tot. herstel uitgebracht, doch de bemoeiingen van de door de Bank ter beschikking gestelde deskundi gen wettigen de gevolgtrekking, dat met de sluiting, waartoe na onderzoek en op advies dier deskundigen is besloten, inderdaad het einde van den ongewenschten toestand wordt bereikt. Terugkeer tot den gedecentralisecrden dienst is bij het onderzoek van de Nederlandsche Bank mede overwogen en verworpen. Ned. U.K. Bond voor groote gezinnen. Te Nijmegen heeft bovengenoemde Bond zijn jaarvergadering gehouden. Vertegenwoordigd waren 16 afdeelingcn. De voorzitter dr. P. E. G. van der Heijden, uit 's-Hertogenlmsch, zeide, dat de Bond, welke thans vijf jaren bestaat, in de eerste jaren met veel tegenwerking, ook van R.K. zijde, te kam pen heeft gehad. Den laatsten tijd is er echter een verandering ten goede in de ideeën gekomen en is ook het ledental aanmerkelijk toegenomen. De Bond telt thans 7000 leden. De periodiek aftredende bestuursleden, de heeren H. van Alfen te '-sHertogenbosch, J. van Meegeren Le Venlo en B. Nieuwenhuis te Amsterdam zijn herkozen. Verschillende voorstellen betreffende Rijks kinderfonds, algemeenen kinderbijslag, school geldregeling, kindervacanties, herstellingsoord enz. zijn aangenomen. De gemeenschappelijke maaltijd in Hotel Boggia droeg een feestelijk karakter en is beslo ten met een gezellige bijeenkomst. Spoorwegraad. De minister van Waterstaat heeft in den Spoorwegraad, voor den tijd van drie jaren 26 leden benoemd. Voorzitter is A. H. W. v.d. Vegt, hoofdin specteur-generaal der Spoor- en Tramwegen. Raad van State. Naar het -Nederl. Correspondentiebureau te 's-Gravenhage verneemt is de benoeming te verwachten van mr. R. II. A. M. Romme, vice- president van het Gerechtshof te Amsterdam, tot lid van den Raad van State. De werktijd verlengd. Bij K. B. is toegestaan, dat te rekenen van 24 October af, de genoemde aantal uren per dag en per Week arbeid verricht wordt in bloe- menbinderijen tevens bloemenwinkels 1 jaar de arbeiders 10 uren per dag en 55 uren per week in slagerijen, verbonden met winkels, deël uit makende van ondernemingen, in hoofdzaak op den verkoop in het klein ingericht, 1 jaar de mannelijke arbeiders van 16 jaar of ouder 9 ure»per dag cn 50 uren per week, en in stik- stofbindingsfabrieken 1 jaar de mannelijke ar beiders van 15 jaar of ouder 10 uren per dag en 55 uren per week. Toorop's Drickoningcnvcnstcr. Jan Toorop's raanr met de „Aanbidding der Drie Koningen" wordt niet in de oude St. Jacobskcrk te 's-Gravenhage geplaatst. „Jhr. Loudon", aldus schrijft Toorop aan het „Hbl." „heeft zich nu teruggetrokken en laat het raam niet uitvoeren. Het is voor mij een groote teleurstelling. Dit raam heb ik natuurlijk uit volle overtuiging en geloof ge maakt om een algemeen-Christelijke bctee- kenis er aan te geven, en daarbij zuiver gevolgd t het verhaal uit het Nieuwe Testament 't is jammer, ik had er mij zooveel schoons van voor gesteld „Ieder weldenkend lezer aldus vervolgt 'L „Hbl.". zal mét den kunstenaar, het gebeurde betreuren. De Haagsche kerkeraad heeft de onverdraagzaamheid dus zóóver gedreven, om het door het echtpaar Loudon aangeboden en door kerkvoogden goedgekeurde geschenk af te wijzeneen kunstwerk, dat niets bevatte, wat streed tegen het algemeen-Christelijk le vensbesef, maar dat de kerkeraad, zonder het ontwerp-carton gezien te hebben, veroor deelde op hatelijke aanstichting van een in zake kunst-en-religie onbevoegde, alleen omdat de door Roomsch en on-Roomsch als groot Christelijk kunstenaar bewonderde ma ker katholiek is. Hier heeft Holland zoowaar kans gezien, om zich nog eens „op z'n smalst" te laten kijken. „Maar ondertpsschen gaat een groot kunst werk van hooge artistieke cn godsdienstige beteekenis voor ons land en voor het eerbied waardig monument, dat het sieren zou, verlo ren en wordt een persoonlijkheid als Toorop in zijn diepste en edelste gevoelens in het open baar gehoond." Het is onnoodig om hier nog verderen com mentaar aan toe te voegen. Wij stemmen van ganscher harte in met deze afkeuring van de handelwijze van den Haagschèn Kerkeraad, die de onwelvoegelijkheid heeft begaan, zoowel den schenker^ jhr. Loudon, als den kunstenaar, Jon Toorop, een slag in het gezicht te geven, en dat enkel uit louter onverdraagzame kleinzielig heid. Vondel werd „om een onnoozel „Ave Marij- ken" lastig gevallen, Toorop om zijn doopceel uitgebannen, 't Is in het Protestantsche Holland altijd dezelfde wijze cn dezelfde tekst„Liever Turksch dan paapsch Stads- en Gewestelijk Nieuws. R.K. Vrouwenbond. Voor de eerste maal vergaderde gisteravond in den Volksbond de R.K. Vrouwenbond met zijn nieuwen adviseur, pater van Noord en 't was, alsof een nieuw belofte-vol tijdperk voor de vereeniging was aangebroken, want wat in lan gen tijd niet gebeurd was, was gister 't geval :de opkomst was schitterend, de groote zaal bijna geheel gevuld. Pater van Noord, opende de bijeenkomst met den christelijken groet en zette in korte trekken het doel ervan uiteen om den Vrouwenbond, die een klein beetje in het moeras zit, er weer uit te trekken en verder om de a.s. vredesactie welke van 24 Oct. tot 1 Nov. zal plaats hebben, voor te bereiden. 'tWas voor spr. geen pleizierige verrassing ge weest, toen hij het telegram van den bisschop met de benoeming tot adviseur van den Vrouwen bond had ontvangen, want hij had daarvan, niet veel goeds gehoord en bij informatie waren de berichten erover niet beter geweest. En toen hij alles wist, had hij zijn positie vergeleken met die van hertog Alva's opvolger Don Rcquesens, die de Nederlanden in zoo verwarden toestand vond, dat de staatskas leeg was, de soldaten om soldij maanden en verschillende steden het ge zag van den Prins van Oranje hadden erkend. Een dergelijke erfenis ontving spr. ook met zijn adviseurschap van den Vrouwenbond, Welke zonder bestuur en met een berooide kas en schul den zat, terwijl bovendien nog vele leden zich hadden teruggetrokken. Toch stond van 't begin af aan bij hem het plan vast, dat de Vrouwenbond niet mocht ver dwijnen eh al kostte het, wat het Wilde, er moest Weer een bloeiende vereeniging van gemaakt worden. Spr. stond daar eerst als een vreem deling in Jeruzalem en zijn eerste pogingen tot ingrijpen leden schipbreuk. Al gauw ging het echter beter en hij nam het kordate besluit, het oude hoofdbestuur na het ontbonden te hebben Weer voor de vernieuwde Vereeniging te vragen aangevuld echter met één lid van iedere ondcr- afdceling, zoodat er een blijvend contact tus- schen hoofdïichaaxn en alle verdere leden tot stand zou komen. Met deze plannen trok spr. er Weer op uit en slaagde schitterend bij de volgen de Tij dames die alle de hun toegedachte bestuurs functie gaarne aanvaard hadden Mevr. Evers (presidente), Mej. M. Kleipool (le secretaresse), mevr. Zóctmulder-Jarisen (penningm.), mej. A. Karis (2e secr.),mejFischer (2e penningm.),mevr Scholte-Kemp (voor de kraamverpleging), mej. GunneWeg (hulp in de huishouding), mej. Ph. Jansen (Duitsche meisjes), mej. Co Jansen (klee- renmagazijn), mej. B. Jansen (vacantie-kolonie), mej. A. En gering (braille-schrift), mevr. Abbevé, mej. de Groot (arbeidersbelangen) mevr. v.d. Meer (vice-presidente). (Met sympathie werden alle aangewezenen be groet, zoodat de adviseur Wel kon aannemen, dat de vergadering met het nieuwe bestuur accoord ging). Met dit nieuwe bestuur, ging spr. voort, was ik er nog niet,want ook moest vooreen geregeld binnenkomen der contributie worden gezorgd waarvoor zich echter eenige zelatricen hebben aangeboden. Nu durfde spr. met goeden moed voort te gaan om te bewerken, dat de Vrouwenbond weer aan haar doel zou beantwoorden de ontwikke ling-der vrouwen op verschillend gebied, om ze Roomsch te houden, in merg en been. Werkt een drachtig samen met het bestuur, besloot spr. het eerste gedeelte zijner rede, en ook met uw adviseur, die beide mooie plannen hebben 'voor de toekomst; waar evenwel niets van kan komen, als niet allen hun noodzakelijk* n daad- werkclijken steun toezeggen. Hierop nam de nieuw** presidente eenige oogen- blikken het Woord. Op dringend Verzoek van pater van Noord, zeide ze, had ze die functie Weer aanvaard, 't Had haar Vertrouw'en gegeven dat de pater zoo vol goeden moed Was en daarom Verwachtte ze ook, dat alle leden zouden mede werken, om dal vertrouwen niet beschaamd te maken Ter afwisseling declameerde Vervolgens mej. A. Engering, op zeer talentvolle wijze het mooie gedicht Sultan's dochterke, waarna pater van Noord overging tot het tweede gedeelte van zijn redehet voorbereiden tot de vredesactie. In gloedvolle, Waarlijk treffende woorden de monstreerde spr. den ellendigen toestand der huidige wereldWelke tot nu toe in haar middelen omdenvrede terug teverkrijgen heeft gefaöld,om dat ze alleen het egoisme huldigt en Vergeet het aanwenden van het eenige redmiddel uit den nood de beoefening der deugd van naasten liefde, Waarin Christus zelf ons op zoo verhevene wijze is voorgegaan. Spr. Wekte allen met kracht op, de zoo schromelijk verwaarloosde naasten liefde in alle'levensomstandigheden te beoefe nen en al dadelijk zouden ze die schoone deugd metterdaad kunnen dienen door lid te worden van den R.K. Vrouwenbond, welke in al zijn vertakkingen de liefde tot den naaste Voorop stelt en door- deel te nemen aan de komende vredesactie, Waarbij men den Hemel met vurige gebeden en offers zal bestormen, opdat Weldra de Wereld van aanschijn verandere. Nadat het hartelijk applaus op deze rede was verklonken,betrad mej. A. Engering weer het tooneel, om nog eenige alleraardigste gedichten met groot succes voor te dragen. Het laatste uur hebben de heeren gebr. Zoet mulder voor hun rekening genomen. De heer J. Zoetmulder zong, op voortreffelijke wijze door zijn broer, den heer W. Zoetmulder begeleid, een schitterend repertoire ernstige en luimige levensliedjes, welke de aanwezigen zoo'n groot genoegen Verschaften, dat ze dezen avond nooit zullen vergeten. Vooral het lustige genre viel in den smaak, onbedaarlijk is er gelachen men wilde van eindigen bijna niet hooren. Zoo werd deze eerste vergadering voor den herleefden Vrouwenbond èn om het leerzame èn hét aangename gedeelte een klaterend succes, waarvoor alle medewerkenden de dankwoorden van de presidente meer dan verdiend hadden. Volksbadhuis. In de week van 1420 October werden ge nomen 422 baden. lste klasse kuipbaden 20, regenbaden 00. 2de klasse kuipbaden 32, regenbaden 299. Kinderbaden 12. Gemeenteraad. Slol Ongevraagd ontslag. 7. Voorstel van B. en W. om aan de gehuwde onderwijzeres mej. Johanna Veenstra, echtge- noote van den heer J. LI. Klein, aan School CII ongevraagd eervol ontslag te-verleenen. De heer G o 11 spreekt allereerst zijn on tevredenheid uit over het Voorstel van B. en W„ daar het volgens hem zonder voldoende bewijzen is samengesteld -alleen een huwelijk kan z.i. geen reden tot ontslag zijn cn de raad door het voorstel aan te nemen een oud raadsbesluit van 1907 zou bekrachtigen, dat gezien de ver anderde omstandigheden in onzen tijd niet meer kan gelden. De raad zou bovendien iets doen, waartoe hij niet bevoegd is, daar hij niet over de rechtspositie van het onderwijspersoneel mag oordeelen. Daarom brengt spr. hulde aan de betrokken onderwijzeres, die ruggegraat toont te hebben, door niet Vrijwillig, tegen haar eigen rechten in, heen te gaan. Het gemeentebestuur, meent spr. ten slotte houdt ook geen rekening met de meening der regeering, die zeker, als de raad in den geest van B. en W. zou beslissen, dat besluit Weer zou vernietigen. De heer Dinkelaar (die voor Mevr. KoetenOoms sp.reckt, daar hef vrouwelijke raadslid zich waf onwel geVoelt) wijdt ook woor den van hulde aan de vrouw met de ruggegraat. Waarom, vraagt spr. kan een vrouw Wel tegelijk koningin en gehuwd zijn en niet onderwijzeres en gehuwd cn waarom mogen de getrouwde vfouwen wel als schoonmaaksters, Werksters en i n de fabrieken blijven Met welk recht maakt men hiervoor de onderwijzeres een uitzondering, terwijl toch de. régeering zelf op een ander stand punt staat door b.v. verlof voor zwangerschap te geven Minister do Visser is niet tegen blijven en zelfs het A. R. Kamerlid Beumer, van alle democratische en roode smetten vrij, wil de onderwijzeres op school laten, als ze trouwt na haar 45ste jaar. Vele paedagogen ook noemen het blijven in 't belang van het onderwijs. De heer II ij m a n sluit zich eerst aan bij de wenschen van den voorzitter, uitgesproken bij de opening der nieuwe raadzaal. Spr. zegt verder tegen het voorstel van B. en W. te zijn, daar 1 eder Nederlander recht heeft op elke positie en hij juicht het bovendien toe, dat de vrouw mede- Werkt om den Welstand van het gezin te ver- hoogen. Spr. had ook niet verwacht, dat B. en W met bun voorstel tegen de meerderheid van de onderwijs-commissie waren ingegaan. De heer Slavenburg, als lid der met 't college meegaande minderheid der onderwijs commissie, geeft als zijn meening te kennen, dat een gehuwde onderwijzeres niet in 'L belang van 't onderwijs is, haar eerste plicht is_ in de huis houding te zijn en met dezen plichtïkan zij niet voldoende haar plichten als onderwijzeres uit oefenen. De regeering staat ook op zijn stand punt, doordat ze de gehuwde alleen op school wil laten, in bijzondere gevallen en hier is van geen bijzonder geval sprake. Wat betreft de vermeerdering van inkomsten, in dit punt staat spr. lijnrecht tegenover den heer Hijman, daar ook op onderwijsgebied nogWerkloosheid heerscht en dus de vrouw van een man, die zelf goede inkomsten heeft, dient plaats te maken voor een andere kracht, die nog zonder Werk zit. Verder kan men niet zeggen, dat een onderwijzeres hier, als ze trouwt gedupeerd Wordt, daar men van te voren de usances van Schiedam in dezen heeft kunnen weten. De heer Evers wil opmerken, dat het ad vies der onderwijscommissie met 21* gen 3, (war- bij de beslissende stem van den voorzitter ge rekend is) Wbrd uitgebracht. Spr. zelf was ver hinderd geweest de betreffende vergadering bij te wonen, anders zou door middel van zijn Stem juist een advies in deh geest van 'f college zijn uitgebracht. [ie heer Kavelaars wijst cl* n heer Collé er op, dat B. en W. met hun voorstel hun boekje niet te buiten gaan, volgens de onderwijswet hebben ze de macht hiertoe. Verder treedt spr. i n de pensioen-kwestie en vraagt den Weth. van onderwijs of mej. Veenstra een diensttijd van 7 jaar heeft gehad en of ze in werkelijkheid 3 jaar haar functie heeft uitgeoefend, dan zou ze haar tot nu toe betaalde pensioenbijdragen niet te vergeefs hebben gestort en met 65-jarigcn leeftijd 't haar toekomend deel van het pensioen ont. vangen. De heer v. d. Valk heeft met belangstel- ing het debat gevolgd en hij had van den heer Hijman Wel verwacht, dat deze in dien geest, als hij gesproken lieeft, de zaak zou opvatten. Ei is altijd nog een kleine partij, die zoo denkt en zelfs de kinderen op de fabriek wil hebben, maar gelukkig hebben die Weinigen niet veel meer Le zeggen. Spr. wijst er verder nog op, dat b.v. een schoonmaakster zich slechts enkele uren per dag buitenshuis bevindt, terwijl de onderwijzeres m een geheel andere positie Verkeert. Ook uit zedelijk oogpunt pleit volgens spr. "alles voor het standpunt van B. en W. De heer Houtman Verklaart zich eens met de heeren Dinkelaar en Hijman hij geeft toe, dat bij op school blijven der gehuwde onder wijzeres het huisgezin er onder zal moeten lijden, maar de gemeente als werkgeefster moet daar niet zoo diep op ingaan en recht op blijven heeft de gehuwde zeker. Weth. de Bruin wil kort zijn; hem is duidelijk, dat de raad het recht mist, om het ongevraagde ontslag te geven. Rechts heelt nu eenmaal het standpunt ingenomen: getrouwd, dan er uit. Weth. is er zelf ook niet voor, dat alle gehuwden blijven, een Verfrissing van krachten is op zijn tijd noodig, maar hij is niet voor een algemeen verbod te vinden, evenmin als min. de Visser, de groote Voorganger van den heer Sla venburg. Of 't hier een bijzonder geval is, dat billijkt tot ontslag, is volgens Weth. niet eens onderzocht, alleen uit principe heeft men hef besluit genomen, en dat laat de minister ook niet toe. Hij geeft daarom de leden den raad, in t geval te berusten, want anders zal de gemeente voor een échec, komen te staan. Weth. v. V elzen heeft op zich genomen het standpunt van de meerderheid van het colle ge te verdedigen. Spr. zegt geruimen tijd er voor noodig te zullen hebben, om den raad m deze belangrijke zaak te overtuigen, waarom hij diens welwillendheid wel inroept. Vooraf wil spr. dank brengen aan de heeren Slavenburg, Evers en v d. Valk, die reeds zoo onomwonden hun meeriing voor B. en W.'s voorstel uitspraken. 13 Juni 1906, vervolgt Weth. dan, nam reeds de raad het besluit, iedere benoeming van een onderwijzeres te laten gelden tot haar huwelijk. Bij K. B. van Juni 1907 werd echter dit besluit vernietigd, wijl er geen algemeene bepaling in deze zaak werd toegelaten, waf echter niet be lette, dat reeds weer den 3en Sept. 1907 door Mr. Janse een motie bij den raad Werd ingediend en Welke ook werd aangenomen, behelzende, dat gehuwde onderwijzeressen in den regel hun ontslag zouden krijgen. In 1911 was dit hef geval met mevr. de Boer Zonneveld. De L. O. Wet regelt Wel niet precies deze huwe- iijkskwêstie, maar toch laaf ze de regeeringen ook niet koud. Reeds onder het ministerie Heemskerk is een ontwerp van wet te dezer zake Ingediend, maar in 1913 onder Corl v. d. Linden werd dit ontwerp weer ingetrokken. Men ziet dus, dat het hierin rechts tegen links gaat. De L. O. wet van heden zegt niet, dat de gehuwde onder wij zcres niet op school mag zijnmaar zegt ook niet, dat ze er w el mag zijn, ze, blijft dus neu traal en houdt alleen er rekening mee, dat, er gehuwde onderwijzeressen zijn. In dezen is de meening van Weth. de Bruin dus juist Verkeerd. 't Is waar, dat de regeering in een paar gevallen besloten heeft het genomen ontslag-besluit te Vernietigen, maar in een ander, geval heeft ze het ook'eens bekrachtigd. K. B. zijn er ook, die zuiver de meening van het onderwijs in *1 n regel het B. 'en W. deelen en in 't belang van ontslag van de gehuwde onderwijzeres Voorstaan. Een prachtig K.B., dat alle bezwaren tegen een gehuwde onderwijzeres te samen vat, is dat van 7 Nov. 1904, onder het ministerie Kuiper. Dit noemt de functie van onderwijzeres en het moederschap onvereenigbaar, de vrouw wordt op school te moe, om na afloop van dit Werk zich nog met haar kinderen te bemoeien, ze denkt te veel aan huis op school cn toch kan ze nog niet eens alle uren buiten schooltijd aan haar eigen kinderen besteden, daar ze nog moet studeeren en zich telkens Weer Voorbereiden op de komen de lessen. Zoo benadeelt ze óf haar eigen kinde ren óf het onderwijs, het kan niet anders en spr. zou in dit geval nog liever het onderwijs bena deeld zien, dus moet hij er voorstander van zijn dat i n den regel de gehuwde vrouw de slchool verlaat. Dat, de raad een beslissing neemt op risico, dat de kroon die vernietigt, noemt weth. geen on eerbiedigheid tegen het gezag en 't heeft hem zoo gefrappeerd, dat juist de heer Collé deze op merking maakte. Weth. ziet niet in, dat deze onderwijzeres nu eens ruggegraat getoond heeft te bezitten en ook de hulde haar door den heer Hijman gebracht voor haar blijven, om den wel stand van het gezin te verhodjïen, 'acht hij niet Verdiend, daar dergelijke handelwijze onoeco- nomisch en onsociaal is, nu jongere werkloozc krachten hunkerend naar een vacature uil zien- Als haar gezin honger leed, dan was het wa

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1923 | | pagina 2