Bureau k o E - a R K D VOOR SCHIE£Ê$MER 47ste Jaargang. Zaterdag 29 Maart 1924. 13908 Abonnementen pe'r 3 matnZ wtkto p* plaattn "or* ^maaV' b~lTY35 cent, 3 maal post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdaga^ondnummer SL*S ,u - l b re !f, InfZOnden mededeelmgen 75 ct. per regel, met Officieel Kerkbericht 10 ets. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag - toegezonden. Incassokosten worden berekend. ^•!:r^r"T"FZSk"ri"« 5(18 Wi iT??8'"''? 9chcele. ,invafidSit7Iaoi) bij verlies van een hand, voet of oog 1 201) hij dood 1 200 bij verlies van een - 1,fPv^',»l van vinger. De verzekering wordt gewaarborgd door de Holl. Algem. Verr.bLk ie Schiedam. Dit nummer bestaat uit twee bladen TWEEDE BLAD?" Blnneniih Sociologie en economie. „Sociologie", dat is 'n kwart eeuw lang het tooverwoord geweest. Nu komt men aan de economie toe. j$|De „Limb. Koer." schrijft il."De Sociale Kwestie" beheerschte alles, pri meerde alles. Iedereen studeerde erin, liefheb berde erin, beunhaasde erin. Men vergat maar één ding de sociale kwestie beteekent maat schappelijk vraagstuk, en dat voor de vraag stukken in de maatschappij nooit een practische oplossing is te vinden zonder dit andere groote stuk der maatschappij-leer de Staathuishoud kunde. Wie iD zijn eigen huishouden de tering niet naar de nering weet te zetten, vaart naar het bankroet. Wie in den Staat niet hetzelfde weet te doen, plonst hem in een crisis. Men kende geen economie en pleegde sociologie. Er werd getheoretiseerd uit den treure. De Staat moest alles doen initiatief nemen, particuliere belangen steunen, tekort komingen dekken. De Staat was een fantastisch iets, dat alles kon, alles vermocht en een 011- uitputtelijken geldbuidel had. Werklieden, mid denstanders, werkgevers, allen wilden dooi den Staat geholpen worden. Ze vergaten, dat de Staat was zij zeiven, en dat, als de Staat hielp, zij elkander hielpen en elkander op kosten joegen. Zoo groeide de druk der belas tingschuldigen, zoo kwam men tegenover het minder socialiseerende buitenland in ongunstige leveringsconditiën. Maar de sociale .organisaties waren er van economie wisten ze nieten de hoogste wijsheid leek hun het omzetten van alle papieren theorieën in Staatsvoorschriften. Zoo kregen we een Sociaal Departement, en er kwamen veel reglementen, veel belemme ringen, veel ambtenarij enveel kosten. Het levens organisme der maatschappij ver droeg dit alles maar zeer slecht. Bureau-inkt bleek een schraal smeersel voor 't maatschappe lijke raderwerk. Enkelen, langzaam-aan, komen nu tot de bevinding dat alle theorie niet even mooi is in de practijk. ^TimrmY^ J\agtblac.h'(e.n I10b' sP'jtig huiveren. I bedelen op den openbaren weg is verboden. hevenste altematlef 18 Ook niet de ver- Gisteren stond de man terecht voor den po- ri( i litierechter, mr. Servatius. Maar wie nam daar Doch wij houden hem er nu eens aan. Kunst- op de beklaagdenbank plaats Was die deftige, werk van een Roomsch kunstenaar is Roomsch Joude heer, met hoogen boord, gestoken in Een dilemma. Dominee Gravemeijer, sprekend te Utrecht, bij wijze van protest tegen het Toorop-raam dat toegedacht is aan den Dom, heeft al een heel aardig dilemma gesteld. De „Maasbode" stelt het als volgt aardig aan de kaak „Als men ooit stugger, on-menschelijker over de kunst heeft hooren spreken, dat men het zegge. Toch vond deze onmenschelijke redenaar de figuren van Toorop niet menschelijk, te veel weghebbend van een ascetisch heiligen-ideaal, van werkheiligheid dus. Dat echter terloops. Zijn dilemma vonden wij zoo aardig. Een kunstenaar, zei hij, moet in zijn werk zijn gan- Bche ziel leggen, wil het een kunstwerk zijn. „Een van twee dus het is een kunstwerk en dan is het een Roomsch kunstwerk, of het is geen kunstwerk en dus in beide gevallen niet te aanvaarden voor onze schoone Domkerk." Wij dachten een oogenblik aan dien Maho- medaanschen legeraanvoerder, die Alexandria veroverde en stond tegenover de rijkste van alle bibliotheken, waarin gedurende vele eeuwen alles, wat Grieksche en Romeinsche beschaving was, opgetast was. Wat in die boeken staat, vindt men in den Koran of men vindt het er niet in, zei de pasha. In het eene geval is die bibliotheek overbodig, in het andere geval ver keerd. En hij liet ze verbranden; een daad, en Roomsch kunstwerk wil hij niet. EiWat is de heerlijke Dom, het kunst werk van een Roomsch kunstenaar, van een Roomsch geslacht, anders dan een Roomsch uag u xvunstwei En dan nog wel een kunstwerk, I schestraatHeerengracht da-o ook zijn bestemming, zijn geheel Roomsehe Bekl. Ik bedelde ni bestemming zoo duidelijk uitspreekt, beheerscht ak het is in zijn grondplan door het Offer, als middelpunt van onzen godsdienst. Zal Dominee Gravemeijer de consequentie aandurven? Een-„Roomsch" raam niet aan vaarden, en een veel Roomscher bouwwerk wel, dat is de mug uitzuigen en de kameel in- zweigen." Het dilemma wordt als volgt op zijn beenen recht gezet Dominee wil Roomsch kunstwerk of hij wil het niet. Wil hij het wel, dan blijft hij zich verheugen over het bezit van den schoonen Dom en aan vaardt gaarne daarbij het Mariaraam van den grooten Toorop. Wil hij het met, dan is hij ervoor, dat de Dom weer aan den eeredienst wordt teruggegeven moderne winterjas, de in lompen gehulde bede laar van weleer O Ja, inderdaad Rechter (tot bekl.) U stond op Zondagmid dag 17 Februari te bedelen op den hoek Utrecht- niet meneer, ik zong liedjes. Rechter Jawel, maar u stond met een pet vooruit te bedelen, terwijl u een hoed op had. Bekl. Mijn vrouw verkoopt altijd liedjes, maar die waren op. Nu verkocht ik ansicht kaarten. Rechter Nu ja, dat hoort bij een completen bedelaar. Nu eens zijn het ansichtkaarten, dan weer doosjes lucifers BeklIk bedelde niet. Rechter Uw vrouw loopt op krukken, niet waar Bekl. Ja meneer. Rechter Loopt ze altijd op krukken, of alleen bij die gelegenheid Bekl. Neen, altijd. Rechter Zoo,' uw beroep is wel winstgevend. Toen u aangehouden werd, vond de politie bij Een sal-auto-mortaal, Hij reed te hard maar 't liep goed af Men vloog in het kanaal. En Maandag weer een dikke boom, Dinsdag dwars door een muur, Woensdag een fietser overhoop Door een „defect aan 't stuur." Een daver donder doodenrit Van Koning Willekeur, Want „alles" heet maar autobus En „alles" heet chauffeur. waarvoor hij is bestemd en staal hij bovendien j u 122.50 aan Hollandsch bankpapier en ver- het raam van Toorop aan ons af. De S.Ü.A.P. en het amendement-Sehokking. Zooals men weet, heeft de eernge aanwezige communist in de zitting j.i. Donderdag, de heer Wijnkoop, zonder zijn stem te motiveeren, vóór het amendement-Sehokking c.s. en dus tegen het gezantschap bij den H. Stoel gestemd. „De Tribune" kwam daarna met een hoofd artikel, waarin hevig getoornd wordt tegen de S.D.A.'P., die „Rome kiest." Hierop antwoordt nu „Het Volk" aan „de ezels van Holland, om met Radek te spreken" onder meer het volgende „Het artikel is hierom zoo treffend van dom heid, omdat het de S.D.A.P. vrees verwijt voor Kamerontbinding tengevolge van deze zaak. Hier staat nu de „Eenheidsfrontidee" in haar vvure gedaante Want inderdaad, een grooter gevaar voor de Nederlandsche arbeidersklasse dan een verkiezing met den Paus als inzet, ware voor ons, door godsdienst in de politiek vergiftigd landje niet denkbaar. Een „revolu- tïonnaire partij, die Van Wijnbergen c.s. zulk een geschenk in de hand wil drukken, toont waardig, dat haar „niets te dol" is. Gelijk trou wens in haar hevig verlangen naar een nieu wen schooktrijd. Oveiigens is de onnoozele schrijver in de fuik van de oolijke „Maasbode" gcloopen, die met dit gevaar gedreigd heeft. Zelfs met id onze stemmen vóór, ware het amendement veiwoipen. Dit stond vast na de stemming van liet vorige jaar, en maakte de leeg** vertooning nog antipathieker." der bijna nog 1000 Belgische francs. In uw buitenzakken, werden nog 7 kwartjes, 119 dub beltjes, 15 stuivertjes en voor ruim 10 aan ko pergeld gevonden. Is dat niet zoo Bekl. Ja meneer. Rechter Daaruit blijkt, hoe handig u het publiek kan bedriegen. U haalt met bedelen veel meer op dan een arbeider met een week hard zwoegen verdient. Het O.M. eischte 12 dagen hechtenis. Rechter Wat zegt u van die straf 7 Bekl. Ik beveel-mij aan in uw genade. Rechter Ik veroordeel u tot 12 dagen hechte nis. Het spijt me, dat dit de maximumstraf is, want ik had u graag het dubbele gegeven. U kunt gaan. De arme bedelaar verliet de rechtzaal Verduistering. De waarnemend gem. deurwaarder te Roosendaal, v. H., die onder ver denking van verduistering van belastinggelden ten nadeele der gemeente, Zaterdag werd ge arresteerd, is thans ter beschikking van de justi tie gesteld en gevankelijk naar Breda over- gebrachtl Als 't lente wordt „Kom, lieflijke lente, Gave des Hemels, kom. &chud wakker de natuur Uit haren starren slaap." Als de zon haar warmte-kracht versterkt en langoren tijd de winter-en koude-moede aarde met haar stialen teeder streelt, om weer levens lust en groeiverlangen in het verstarde aarde- lichaam op tc wekken, dan willen mij die heer lijke aanvangsverzen van Haydn's Jahreszeiten niet uit de gedachte en met steeds meer drang dringen ze op uit mijn gemoed, om te trachten den lente-tijd te verteederen dat hij zijn reeds zoo lang verbeide komst verhaaste. Want naar de volheid van het voorjaar verlangen wij, heb ben wij met smart verlangd sinds de laatste ruwe herst over de velden neerstreek in wilde verwoesting en daarna de barre winter kwam aanstormen met alles vernielende doodende vlagen. In sombere naakte stemming zagen wij de laatste zomerweelde verdwijnen, welke Gemengd Nieuws. De arme b e d e 1 a a r. Uit Amsterdam schrijft men lederen Zondagmiddag stond hij in de IJtrechtschestraat op den hoek van de Heeren gracht. Dan zong hij met schorre stem zijn liedjes, de stumperige grijsaard in zijn versleten, dunne jas. En zijn vrouw, stakker op krukken, deelde aan de voorbijgangers den gedrukten tekst uit van die liedjes. Menige voorbijganger liet iets vallen in de pet, die de oude zanger in de trillende hand voor zich uit hield. Maar op een goeden middag kwam er een barsche politieman en die nam den grijsaard mee naar het bureau. Want de man bedelde en wild werd weggerukt uit 't reeds langen tijd tanende natuui -leven niets bleef ons over van bloeiende of rijpe pracht, toen 't wreede herfst- getij in alles verwoestende rage 't bestaan van zooveel zomersch schoon ten ondergang doemde. Treurend staarden wij machteloos en hulpe loos op deze jammerlijke vernieling, die de nóg wreedere winter tot den allerergsten graad voltooide, alleen in ons hart één troost nog dra gend, die ons niet verliet, dat Goddank die fatale ruine niet altijd een doode, starre massa zou blijven, maar dat van haar resten weer eenmaal een stialend, fonkeleifd tooverpaleis zou ver- rijzon, wanneer de jonge, frissche lente-godin hapr zonnige, jubelende intrede deed. En Lhans is ze in aantocht. De voorboden van haar vogelheir meldden 't reeds kwetterend én schaterend en ook de zon verried die komst, terwijl ze reeds dagen lang weer blijder, warmer blikte, om met passend uiterlijk haar fleurige, lieve vrieqdinne te verwelkomen. Niet lang zal 't nu meer duren en de lente toeft in ons midden |in al haar gratie, in gansch haar levenslust. En ons smachten naar haar zal zijn bevredigd. Dan staan boomen, struiken en bloemen daar opge- Dagboek van een autobus. Glinge Doorenbos zingt in de „Tel." Op Maandag reed een autobus Al in een boerensloot Drie menschen waren licht gewond Zes nat en één morsdood. Op Dinsdag viel een autobus Behoedzaam van een dijk, Zes menschen werden licht gewond, Drie stikten in het slijk. Op Woensdag reed een autobus Op een collega aan, De passagiers zijn welgemoed Naar t ziekenhuis gegaan. Op Donderdag kwam 'n autobus Te slippen in een bocht. Doordat bestuurder-conducteur Juist wissel-centen zocht. Op V r ij d a g werd een autobus Uit de rivier gehaald, Men gaf correct de centen t'rug Aan wie reeds had betaald. Op Zaterdag reed 'n autobus Den stoomtram achterop, Dat vriend'lijk stoomtuig nam gastvrij De tien gewonden op. Op Zondag maakt' een autobus Noodlottige vergissing. Terwijl dezer dagen vroeg voor het krieken van den dag een soldaat bij het kruitmagazijn buiten Genua op wacht stond zag deze in de duisternis iemand op zich afkomen.Ondanks zijn halt roe pen bleef de onbekende naderen, zelfs nadat de soldaat zijn geweer in de lucht had afgeschoten. Gevaar vermoedende vuurde de soldaat ten slotte op de nog steeds naderende gedaante. Bij het onderzoek vond men het lijk van een vrouw die volgens haar papieren een vijftig jarige dame uit Londen was. Zij was Vrijdag te Genua aangekomen. Des avonds verliet zij het hotel waarheen zij niet teruggkeerdc. Men vermoedt dat zij door de duisternis op de heuve len is verdwaald. smukt in kleurrijk, frisch-glanzend kleed en verkwikkende zonnestralen verrijken nog 't levendig beeld met tintelende schittering en schaterend geflonker. IVJet zacht-wringenden drift drongen zich de bloesems, door de zonne warmte beleefd, uit hun zachte vacht en ook de bladeren wierpen hun dekkend omhulsel af, om te pralen in prachtige, volle ontplooiing en te geuren, zacht, bedwelmend, welriekend. Dan leeft er in die bloeiende struiken en boo men de veel-varieerende vogelen-wereld, welke haar vrijheid en blijheid uitzingt met zoo rijk- soortig gezang van den vroegen ochtend tot den laten avond, haar koning, de nachtegaal, zelfs tot diep in den zacht-ruischenden nacht. Hoe schoon klinkt dat veelstemmig lied, dat onbewuste, nooit eindigende loflied ter eere van Hem, die ook zijn geringste schepseltje niet vergeet, 't vaderlijk verzorgt en 't laat genieten in volle mate van dezen heerlijken lente-lijd. Millioenen insecten wrongen zich uit den grond, snakkend naar licht en lucht en krioelen en vlinderen nu naar hartelijst in de voor haar weer zoo schoon-bereide natuur, vol kostelijke bloemen met vurig-begeerde honingspijs en Theater ingestort. Uit Rio de Ja neiro wordt gemeld, dat tijdens een voorstelling het dak van het Boa Vistatheater te Sao Paulo is ingestort. Er ontstond een paniek. Tengevolge van de gevechten, om uit het gebouw te komen, stortte ook een zijmuur in. Een aantal slacht offers ligt onder de puinhoopen. Er zijn reeds twee dooden en vele gewonden geborgen. Een vrouwelijk monster. De Ber- lijnsche politie heeft een verpleegster gear resteerd, zekere Erna Marz, onder verdenking van vierdubbelen moord. In het begin van 1919 kwam zij als verpleeg ster bij een koopman, die haar mede nam naar Salzkirch, waar 'hij een kuur ging maken. Niet lang aarna trouwde hij met haar. Het duurde niet lang, of de moeder van den man, die bij het echtpaar inwoonde, stierf. Drie maan den later stierf ook de man zelf, z.g. aan ader verkalking jjn zeven weken later ging ook de broer, die na den dood van de moeder, bij het echtpaar was komen wonen, denzelfden weg. Er was een testament dat achteraf valsch bleek te zijn waarbij het geheele familie bezit aan de verpleegster werd vermaakt. Deze trouwde spoedig daarop met een inge nieur, die echter na korten tijd dood in zijn bed werd gevonden, met een schotwonde in het hoofd. Zijn weduwe erfde zijn bezittingen en hertrouwde weldra voor de derde maal. Voor dat zij echter ook dezen man tot haar slachtoffer heeft kunnen maken, is zij gelukkig in handen der politie gevallen. Uit het onderzoek is gebleken,#dat zij betrek kingen onderhield met een Berlijnsch genees heer, die haar telkens de overlijdensacten voor haar slachtoffers had uitgereikt en haar tevens de recepten had verstrekt, waarop zij morfine kon krijgen, om de misdaden te volbrengen. Weigerde hij soms méér morfine te verstrekken, dan bootste zij heel eenvoudig zijn handteekening na. Een van de merkwaardigheden in deze zaak is, dat deze vrouw, die zoo gemakkelijk slacht offers wist te maken, in het minst geen aan trekkelijke persoonlijkheid is een klein, kno-" kik menschje, dab een vrij plat taaltje spreekt. Gebleken is, dat zij in haar jeugd, reeds tweemaal is veroordeeld wegens diefstal. zoovele andere 1 a n g-g emiste geneugten. En de mensch, de redelijke mensch, die van allen de eenigste is, die ,,'t waarom" kan be grijpen, ook hij herleeft in nieuwe blijde stem ming en verheugt zich met diep besef en innig gevoel over al dat schoons, wat weer de Schepper in Zijn wijsheid en goedheid op feillooze wijze wrocht, ,,'t Waarom" kan zijn rede vatten God schonk weer de levende ient.epracht tot Zijn eigen roem en glorie en tot genot en leering Zijner schepselen maar ,,'t hoe" ligt boven 't bereik van zijn verstand, want nooit is 't hem nog ge lukt en 't zal hem niet gelukken, om een levens kiem te kweeken, waar aan toch lente- en zomer weelde haar friseh en fleurig bestaan hebben te danken. Neen, ,,'t hoe" kan zelfs de mensch, de koning der schepping, niet begrijpen, de macht van God dwingt hem tot ootmoed en bewonde- d ig en daarom knielt hij nederig en in verrukking neer voor zooveel grootheid- en majesteit. De lente kwam vol blijde verpachting, ook als een voorbode vap 't aanstaand Paaschfeest, waarop onze allerhoogste verwachting door Christus' lijden, dood en verrijzenis in vervul ling zal gaan. J, tucgc/uum - - v v CIlj I 1UCU U acU-IgCilUUUtkU WCIU, VUllUl UO j-fUUDlC IJlJ li Ir I". raam van T/AArn r-i o-vt-» rw, r, «-P li i i r\r\r\ TA i l f T

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 5