DAGBLADWOOM SCHIEDAM OMSTREKEN
alleen
in pakjes
FEUILLETON.
Het familie-geheim.
47ste jaargang.
Zaterdag 26 April 1924.
No. 13931
Bureau: KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertentiën: 1—5 regels 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Gratis-OngevaÜenverzekermg f 5UÜ bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood 200 bij verlies van een
"llnn' ^0 bij verlies van een wijsvinger; f 15 L%; "erlies van eiken anderen vinger. De verzekering wordt gewaarborgd door de Holl.Algem. Verz.bank te Schiedam
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
EERSTE BLAD.
Buitenlandseh Nieuws,
HET IIERSTELVRAAGSTUK.
De Commissie van Herstel is gistermorgen
bijeen gekomen en heeft kennis genomen van
het antwoord der regeeringen van Frankrijk,
België en Engeland, waarin deze verklaren, de
conclusies der experts te aanvaarden.
Het antwoord van de Italiaansche regeering
wordt heden verwacht.
Zoodra alle antwoorden binnen zijn gekomen,
zullen deze worden gepubliceerd.
De Commissie verzocht Barthou en Bradbury,
resp. de vertegenwoordigers van Frankrijk en
Engeland, om, bij wijze van raadpleging, te
confereeren met vooraanstaande financieele per
soonlijkheden over de conclusies van de experts
en de mogelijkheid van de tenuitvoerlegging
der plannen. Ook zullen zij met Morgan confe
reeren, die gister te Parijs is aangekomen. De
te voeren besprekingen zullen nog geen on
middellijke inwerkingstelling van de financieele
modaliteiten met zich meebrengen.
De Commissie van Herstel zal Dinsdag a.s.
officieel bijeenkomen.
Evenals het „Reichsverband der Deutschen
Industrie" heeft ook gister de „Deutsche In
dustrie- und Handelstag" zich in principe uit
gesproken voor de Duitsche medewerking aan
de plannen van de experts.
DE BRITSCII-RUSSISCHE
CONFERENTIE.
Rakofsky heeft aan een vertegenwoordiger
van Reuter medegedeeld, dat de IBritsch-Rus-
sische conferentie tot nu toe een gunstig verloop
heeft gehad.
Er heerscht, volgens Rakofsky, aan beide
zijden een goede wil, terwijl er geen ernstige
meeningsverschillen zijn.
Het voornemen bestaat, geleidelijk het werk
af te handelen, en het sluiten van overeenkom
sten over afzonderlijke punten niet uit te stel
len, totdat een algemeene overeenstemming
bereikt is.
DE IERSCHE GRENSCONFERENTIE.
Er dreigt een nieuwe Iersche crisis als gevolg
der mislukking van de grensconferentie. De
Iersche gedelegeerden blijven nog te Londen,
maar zullen waarschijnlijk niet verder vergade
ren. Naar verluidt volharden de Ulster-mannen
in hun weigering eenigerlei grenswijziging te
overwegen of afgevaardigden te benoemen in
de grenscommissie.
Verwacht wordt dat de 'Vrijstaat thans de
Britsche regeering zal verzoeken overeenkom
stig het verdrag een commissie samen te stellen.
De toestand wordt uiterst delicaat geacht.
CANADA.
Met 16 tegen 15 stemmen is door het parle
ment een motie van wantrouwen in de regeering
aangenomen.
ALLERLEI.
Uit Madrid. Het directoire heeft de socialisti
sche 1 Mei-betoogingen verboden.
97
Als ik u dus geen smet op onzen naam
kan aanwijzen, bestaat er voor mij geen hoop,
uw toestemming voor mijn huwelijk met juf
frouw Warrens te verkrijgen
Niet de minste.
Er blijft mij dus niets anders over, dan u
te bewijzen, dat er wel een smet, op onzen naam
rust, dan zoudt gij uwe toestemming geven
Zy zag hem vast aan.
Gij zoudt die dan ontvangen, omdat mijn
trots niet langer gerechtvaardigd was. Denk
niet, dat ge mij daarmee kunt vangen. Verliefde
mensGhen zijn tot alles in staat. Ge zoudt in
staat zijn, het een of ander te doen, waardoor
de naam niet langer smetteloos zou zijn en gij
uw doel zoudt bereiken. Maar dat zou niet gel
den. In mijn eed heb ik gezegd „tot op den hui-
digen dag." Dus zou het u niets helpen, wanneer
ge dwaas genoeg zoudt zijn, zelf nog het een
of ander uit te halen. En de familiekroniek ken
ik precies, er is niets, dat ook maar gelijkt op
een smet, uw voorvaderen waren voorname
weldenkende mannen, op wie niets was aan te
merken.
Dat is goed, mama. Ik geef u mijn woord,
dat ik er niet aan denk, iets verkeerds te doen!
Wij mogen beiden dit onderhoud niet vergeten.
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Vrijdag25 April.
Na eenige discussie verkrijgt de heer Van
K o 1 (S. D.) overeenkomstig een door de heeren
De Waal M a 1 e f ij t (A. R.) en D e G ij-
s e 1 a a r (C. H.) bestreden voorstel van den
voorzitter, met 16 tegen 15 stemmen verlof
voor een interpellatie over de rechtmatigheid
van het besteden van de Indische gelden voor
de Nederlandsche Marine. Besloten wordt de
interpellatie te houden bij de behandeling van
de begrooting van koloniën.
Bij de voortzetting van de algemeene beschou
wingen over de Staatsbegrooting verwijt de heer
Diepenhorst (A. R.) den sociaal-democraten
weifeling in bezuinigingsplannen. Spr. bepleit
uitbouw van het belastingstelsel door indirecte
heffingen en betoogt, dat de inkomstenbelas
ting niet de centrale plaats moet innemen. Hij
verwerpt de belasting van ondernemerswinst,
verdedigd door den heer Wibaut, die daarmede
het klasse- en niet het maatschappelijk belang
dient. Zoo noodighnoeten de indirecte heffingen
worden verhoogd, zoo mogelijk de directe ver
laagd. Spr. bepleit voorts de sfschaffing van de
staatsloterij en doet verder een beroep op den
volksgeest voor doorvoering van de bezuiniging,
terwijl hij de leugencampagne der socialistische
pers laakt.
De heer Van der Lande (R. K.) be
spreekt belastingafwenteling op afnemers door
fabrikanten en winkeliers, en bepleit herziening
van het belastingstelsel, wijziging van de foren
senbelasting en het heffen van matige invoer
rechten door tariefswijziging. Spr. dringt aan
op internationale arbeidscontrole.
De heer Van den Bergh (V. B.) ver
bindt aan de samenwerking met minister Golijn
de voorwaarde, dat geen protectiepolitiek wordt
gevolgd.
De heer A n e m a (A. R.) betoogt dat een
accoord tusschen meerderheid en Kabinet on
misbaar is om de Regeering te steunen.
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag
twee uur.
Binnenland.
De verhooging der tabaksbelasting.
Naar wij van zeer betrouwbare zijde ver
nemen, bestaan er in regeeringskringen plan
nen, om de belasting op sigaretten te verhoo-
gen van 15 op 40 en die op sigaren en tabak
van 10 op 20
Het ligt in het voornemen, na de invoering
van bovengenoemde verhoogde belasting, deii
winkeliers nog gedurende 3 maanden nadien
gelegenheid te geven hun voorraad teverkoopen.
„Msb."
Men vermoedt dat de besprekingen een week
zullen duren.
De landbouworganisaties.
De minister van binnenlandsche zaken en
landbouw, jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, zal
a.s. Dinsdag in een der zalen van zijn departe
ment een vergadering openen,waarin de verschil
lende landbouworganisaties hier te lande ver
tegenwoordigd zullen zijn.
Overal verzet.
Gelijk bekend is, wil de minister van onderwijs,
blijkens zijn jongste voorstel tot wijziging der
Onderwijswet het instituut „assistenten" in de
lagere school invoeren. Naar het Hbl. verneemt,
heeft de Onderwijsraad zich vierkant tegen dit
nieuwe ontwerp gekeerd.
Gymnastiek.
Door de Nationale R.K. vereeniging van
leeraren en onderwijzers in de gymnastiek, is
te 's-Hertogenbosch een algemeene vergadering
gehouden, waarop door den heer Nijsten, inspec
teur der lichamelijke opvoeding te 's-Hertogen
bosch werd meegedeeld, dat nog dit jaar een
R.K. instituut zal worden gesticht voor opleiding
tot leerkrachten in de gymnastiek.
Nederland - Rusland.
Gistermiddag zijn te'Berlijn de Nederlandsch-
Russische besprekingen hervat. De Nederland
sche delegatie die gisterochtend te Berlijn is
aangekomen, is zooals men weet, op dezelfde
wijze samengesteld als de delegatie, die de eerste
besprekingen heeft gevoerd. Leider van de Russi
sche delegatie is gezant Krestinski.
Verlaging ambtenaarssalarissen.
Staatsblad no. 200 bevat het Besluit van 23
April, houdende een voorloopige herziening
betreffende de bezoldiging van hen, die vallen
onder het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks
ambtenaren 1920 (Stbl. no. 37).
Daarin lezen wij, dat het, in afwachting van
een algeheele herziening der salarissen, noodig
is reeds aanstonds een voorloopige voorziening
te treffen, waarbij ook voor de in dienst zijnde
ambtenaren een vermindering van salaris moet
worden tot stand gebracht.
Bepaald is thans
Artikel I. Met wijziging in zoover van het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtena
ren 1920 (Stbl. no. 37) met de daarop steunende
regelingen wordt op de wedden van de onder
dat besluit vallende functionarissen op den voet
van de volgende bepalingen met ingang van 1
Mei 1924 een vermindering toegepast.
Artikel 2. De op 30 April 1924 volgens de tot
dan geldende salarisregeling toekomende wed
den worden verminderd
a. voor zooveel betreft
1. de gehuwde mannen
2. de overigen, die kunnen aantoonen kost
winner van een gezin te zijn
een en ander beoordeeld naar den toestand
op 16 April 1924 met ingang van 1 Mei met vijf
en met ingang van 1 October 1924 met tien ten
honderd
b. voor zooveel betreft hen, die niet vallen
onder a., met ingang van 1 Mei 1924 met tien
ten honderd, zulks echter met dien verstande,
dat voor de Ministers, Hoofden van Departe
menten van Algemeen Bestuur, de vermindering
met tien ten honderd in elk geval aanstonds
met ingang van 1 Mei 1924 zal geschieden.
Een overeenkomstige vermindering wordt toe
gepast ten aanzien van de wedden van met in
gang van 1 Mei 1924 of een lateren datum nieuw
benoemde of bevorderde functionarissen, zoo
mede ten aanzien van verhoogingen van wedden,
ij ie met of na 1 Mei 1924 intreden.
Onder wedde worden voor de toepassing van
dit besluit begrepen de in de artikelen 19 en
31 van het Bezoldigingsbesluit bedoelde toelagen.
Artikel 3. De vermindering, bedoeld in artikel
2, blijft voor de in de bijlage B van het Bezol
digingsbesluit genoemde leeraren aan Rijks
Hoogere Burgerscholen beperkt tot een zoodanig
bedrag, dat hun wedden niet dalen beneden
naar de in artikel 2 gemaakte onderscheidingen
respectievelijk 95 en 90 ten honderd van de
som, welke hun als wedde zou zijn toegekomen
volgens de op 31 Augustus 1923 ten aanzien dier
leeraren geldende salarisregeling.
Artikel 4. De ingevolge vorenstaande bepalin
gen gevonden wedden worden naar boven op
tien gulden afgerond.
Artikel 5. De bedragen, genoemd in het eerste
lid van artikel 6 van het Bezoldigingsbesluit,
worden met tien ten honderd verminderd.
Voor de bedragen van 100 en 25, genoemd
in het derde lid van voornoemd artikel 6, wordt
gelezen ƒ90 en 23.
Artikel 6. Dit besluit treedt in werking met
ingang van 1 Mei 1924.
Spoorwegpersoneel.
Gistermiddag is te Utrecht de overeenkomst
nopens de loonsverlaging door de vijf groote
organisaties van spoorwegpersoneel ondertee
kend, zoodat deze thans een feit is geworden.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Uit den Raad.
Tegen de verwachting in, was de raadszitting
van gister nogal betrekkelijk gauw ten einde
om half zes konden publiek en pers gaan, waarna
de raad zelf zich nog een poosje aan een comité
ging vermeiden.
Al zat er tamelijk wat schot in de debatten,
toch zijn er nog enkele pittige en harde nootjes
gekraakt, vooral in verband met een vraag van
den heer v. d. Hoek, om op den 1 Mei-dag de
roode werkloozen vrij van stempelen te geven,
met behoud van steun. De meerderheid van
t college wilde hier echter niet aan en stond wel
toe, dat dien dag na 12 uur gestempeld werd,
dat anders vóór 12 uur moet gebeuren.
De heer v. d. Hoek trachtte eerst met zoete
woordjes B. en W. van hun plan af te brengen
en ook weth. de Bruin bakte zoete koekjes en
wilde zelfs de Katholieken in allerlei kwesties,
als o.m. opheffing van het processie-verbod en
vrij-af van stempelen op katholieke feestdagen
en bij retraiten met behoud van steun, tegemoet
komen, maar toen dat nog niet hielp, toen zoch
ten de roode heeren spijkers op laag water en
zogen gifL uit de bedoelingen hunner tegen
standers. De heer Ivorpel ging zelfs zoover weth.
Boddeüs van pharisaeisme te beschuldigen.
Gesommeerd door den weth. om dat te bewijzen,
sloeg hij de plank echter geheel mis en zag zich
genoodzaakt zijn uitgeflapte woorden weer in
te trekken, 't Hoofdmotief, waarom B. en W. op
het verzoek niet wilden ingaan, was, dat de
regeering niet bereid is op dagen als 1 Mei en
Zij keek eenigszins verbaasd op en zag hem
onderzoekend aan. Maar zijn gezicht was rustig
en gelijkmoedig.
De familiekroniek ligt ginds op mijn
schrijftafel, als ge die soms wilt inzien, zei zij
met een lichten spot in haar stem. Misschien
vindt ge dan ook uw trots terug, de afstammeling
van een edel geslacht te zijn. Die schijnt ge
verloren te hebben.
Ik heb die niet noodig, mama volgens
mijn opvatting heeft een mensch slechts het
recht op zichzelf trotsJi te zijn, wanneer hij het
verdient. Trotsch te zijn op de daden en deugden
van andere menschen al zijn die ook uw naaste
bloedverwanten dat lijkt er op zich te ver
sieren met de veeren van een ander.
Zij lachte hard.
Dat hebt ge zeker van uw vroegeren gou
verneur geleerd. Wat weet zoo'n mensch van
tradities. Maar laten wij een einde maken aan
dit gesprek, wanneer gij mij iets belangrijkers
te zeggen hebt. Ik moet mij thans omkleeden
voor 't diner. Tot ziens aan tafel.
Hij boog stom en kuste haar hoffelijk de
hand. doe verliet hij de kamer. In zijn kamer
aangekomen, liet hij den hofmeester ontbieden.
Toe deze binnentrad, zeide Lothar
Schiffler, de postzak wordt zeker altijd
in de eerste plaats aan mijn moeder gegeven
Jawel, jonker, mevrouw de gravin heeft
dat zoo bepaald.
Mijn moeder heeft den sleutel daarvan, niet
waar
Jawel, jonker. Mevrouw de gravin bezit
een sleutel en de andere is in handen van den
directeur van hei. postkantoor in het dorp.
Hm. Dat is goed ik dank u, Schiffler. En
wat ik zeggen wilde, voortaan brengt ge mij
eerst den postzak. Ook de uitgaande poststukken
wil ik altijd eerst doorzien, begrepen Er mag
geen brief en geen postzending het huis verlaten,
die ik niet eerst gezien heb.
- Heel best, de jonker kan zich op mij verlaten.
Dat weet ik, Schiffler. Ge hebt mij even
trouw gediend als mijn vader. Ik behoef wel
niet te zeggen, dat niemand iets van dat bevel
mag weten ook mijn moeder niet ik heb
reden daarvoor.
Schiffler legde veelbeteekenend zijn hand
op zijn vlekkeloos overhemd, dat als steeds
met een witte das versierd was.
Het is goed, Schiffler. Ge kunt gaan.
Hoeveel tijd is er nog tot het souper
Nog een goed uur.
Lothar dacht een oogenblik na. Daarna
stond hij snel op.
Bestel dan gauw een rijtuig, zei hij.
Enkele minuten later reed hij naar het post
kantoor in het dorp. Daar verzocht hij den
ambtenaar zoo vriendelijk te willen, hem voor-
loopig telkens> met den postzak den sleutel in
een gesloten couvert mee te sturen. Hij zou den
sleutel steeds op dezelfde wijze met de weg te
sturen poststukken terugzenden.
De ambtenaar verzekerde hem beleefd daartoe
bereid te zijn.
Lothar reed tevreden naar huis. Reeds
den volgenden dag liet hij den sleutel namaken.
En gravin Susanne had geen vermoeden, dat
haar zoon al haar voorzichtigheidsmaatregelen
tot nul reduceerde.
Den volgenden morgen verzond Lothar zijn
verzoek om eervol ontslag: Daarna liet hij den
rentmeester en de beide boekhouders roepen.
Hij deelde hun mede, dat hij in de toekomst op
Wildenfels dacht te blijven en het oppertoezicht
over de zaken zelf ter hand wilde nemen.
Ge behoeft niet te denken, mijne heeren,
dat ik uw bevoegdheden op eenigerlei manier
denk in te krimpen of dat ik niet met uw werk
zaamheden op eenigerlei tevreden ben. Ik heb
alleen geen lust, elders in de wereld een ambt
te vervullen, dat mij geen bevrediging schenkt.
Zooals mijn vader vóór mij, wil ik zelf medewer
ken aan den .bloei mijner bezittingen. En ik
verzoek u, mij ver als tot dusverre, met uwe
trouwe diensten ter zijde te staan en mij eenig
begrip te geven van die zaken, waarvan ik nog
geen verstand heb.
Zoo sprak hij tenslotte op zijn warme, bemin
nelijke, maar besliste manier, die al zijn on-
d;rgeschikten in hem op prijs stelden.
De heeren verzekerden hem, dat zij zich
over. zijn besluit verheugden. Blijkbaar was
h' l hun aangenamer in zaken met Lothar te
doen te hebben, dan met gravin Susanne, die
haar zoon op haar koude, hoogmoedige manier
vertegenwoordigd had.
(Wordt vervolgd)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
f. ROSSEM's „STER-KOFFIE"
431 15