DAGBLAD VOO Hf SCHIEDAM EN &MSTKEKEN. DITJES EN DATJES. 47ste Jaargang. Zaterdag 3 Mei 1924. No. 13937 Bureau: KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus: 39. Advertentiën: 1—5 regels f 1.75; elke regel daarboven 35 cent, 3 maal Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 2,0 cent, franco per plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel, post ƒ3.— per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag met Officieel Kerkbericht 10 ets. toegezonden. Incassokosten worden betekend. 2110 bij dood f 200 bij verlies van een de Holl. Algem. Verz.bank te Schiedam Gratis Ongevallenverzekering 500 bij levenslange geheele invaliditeit200 bij verlies van een hand, voet o£ oog f 21' duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; f 15 Li' -"eriies van eiken anderen vinger. De verzekering wordt gewaarborgd door d mm Dit nummer bestaat uit twee bladen TWEEDE BLAD. binnenland. O, men bezuinigt toch zoo aan de militaire departementen Op I Mei werden de tractementen van alle officieren met 10 pCt. verlaagd, ook van den generalen staf. En wat gebeurt nu Er bestaat zooiets, wat men bevordering bij keuze noemt. Bevordering bij keuze is goed, maar dan ook naar een vast systeem. Wanneer deze afhankelijk is van de machtspositie, die betrokkenen of vrienden toevallig innemen, of van inzichten van den aan het bewind zijnden^minister, dan is deze uit den booze. De met ingang van Mei bij het leger plaats hebbende bevordering bij keuze, van generalen stafofficieren, draagt niet bij tot verbetering van den geest in het korps officieren. Dat is nu toch al te bar, zoo zegt zelfs de „Limb. Koer.", die blijkens de jongste discus sies in 't geheel niet anti-militaristisch is. Het Maastrichtsche blad vervolgt „Stelt men de vraag of de bevordering bij keuze noodzakelijk was om in een of andere bijzondere functie te voorzien, dan moet het antwoord luiden neen. De bevorderde personen blijven op een na allen in hunnen tegenwoordigen werkkring gehandhaafd, en deze bevordering van bijna alle majoors van den generalen staf tot luitenant-kolonel is dus niets anders dan een belooning. Een belooning met een bijsmaak. Want door deze onnoodige bevordering - deze generalë-staf-officieren blijven hetzelfde werk doen wordt de bezuiniging op die offi cieren niet toegepast, want door hun bevorde ring krijgen ze onnoodig tractementsverhooging en vormen ze dus een uitzondering op den voor het geheele rijkspersoneel geldenden regel. En hierbij zijn personen betrokken die zelf de touwtjes van de bezuiniging op anderen het hardst aantrekken." En dan zijn er nog bladen ten onzent, die kwaad worden, als men niet meezingt in het koor, dut Oorlog en Marine zoozeer bezuinigen De oude „Nieuwe Ecuw"-politiek. Toen een kwart jaar geleden het tijdschrift „De Nieuwe Eeuw" onder zijn tegenwoordigen redactieraad kwam en daarbij alle binnenland- sche politiek uit zijn kolommen bande, werd tegelijk de uitgave aangekondigd van weer een ander periodiek, dat zich over die uitgebannen politiek zou ontfermen. Naar wij thans in de „Nieuwe Eeuw" lezen, hebben de plannen dienaangaande vaster vorm aangenomen en is de uitgave verzekerd. Alleen weet de directeur van de „Nieuwe Eeuw" nog niet, of hij er nu maar niet ineens een dagblad van zal maken. En in den vorm van inteekenbiljetten voor een proefabonnement schrijft de directie een referendum uit onder degenen die met de oude „Nieuwe Eeuw'-politiek sympathiseeren, .tep- inde aldus de levensvatbaarheid van 't nieuwe dagblad te kunnen taxeeren. Ongetwijfeld een practiscbe methode. Ook wordt de gelegenheid opengesteld om deel te nemen in een obligatie- ecning ad pCt., ten doel hebbende de uitgave tc financieren. De „Maasb." schrijft van een en ander „Dat het voor de nieuwe onderneming thans de rechte tijd is, zullen wij niet betwisten. Wie vóór alles in critiek zijn kracht zoekt, kan moeilijk een beter moment kiezen, nu de geest van ontevredenheid rondspookt door alle krin gen der maatschappij. Wie er onder zulke om- andigheden het lastigst op los slaat., heeft altijd kan ruimen aanhang te vinden. Het is llerrnist een desperado-politiek, politiek-despe- aten te hoop te drijven menschen die nu reeds aan de directie hun hart uitstorten in dezer voege „mijn Katholicisme hangt aan de Nieuwe Eeuw (oude politiek), ik kan het alleen met de Nieuwe Eeuw nog vinden." „Eén zaak bevreemdt, ons sterk dat is, dat het anti-rente-dagblad al aanstonds zijn schoone beginsel ontrouw wordt door te trachten geld schieters tegen zoo hoogen rentevoet te lokken. De praktijk is toch altijd nog een beetje anders dan de theorie." „Omdat ik voor 2500 fr. had gewed, tot u te zi llen doordringen. 500 frank hiervan heb ik u overhandigd, ik verdien er dus2000frank mee en alzoo 750 frank per minuut meer dan u Kerknieuws. Gemengd Nieuws, Duizend frank per minuut. Pier pont Morgan zaliger, aldus de Brusselsche „Stan daard", was een aartsvijand van alles wat maar naar interview rook, op dat punt was ie gewoon onhandelbaar ook hij zou echter aan den lijve ondervinden, dat al ben je nu honderd keer milliardair, je dit nog niet kan behoeden voor de onbescheidenheid van den journalist. Op reis in Engeland ontving ie 'n briefje van een aan 'n groot Londensch dagblad verbonden reporter, die hem daarin beleefd verzocht, twee minuutjes te mogen worden ontvangen. Pierpont Morgaan liet 'm antwoorden, dat iedere minuut voor hem kostbaar was en opz'n minst met 250 frank diende te worden betaald. Hiermee dacht-ie wel van het vervelende bezoek verschoond te zullen blijven, en 't- was niet zonder verwondering toe ie in het briefje van den journalist las, die deze met het bedrag aecoord ging. Den volgenden dag verscheen de man van d.e krant in de woning van Morgan. „Wat is er van u dienst, Meneer vroeg de milliardair. „Niets was 't antwoord van den verslagge ver. „Ik heb u immers om twee minuten verzocht legen 250 frank de minuut, dat is 500 frank welnu, ik heb 't genoegen ze u hierbij te over handigen „En verder 1" „Verder niets „Maar waartoe hebt u me dan om een onder houd verzocht De nieuwe Dom van Linz. De Weensche correspondent van ,,de Tijd" schreef 52 April Dinsdag den 29en April zal de nieuwe Dom van Linz een stad op vier uur afstand van Weenen worden ingewijd door een vertegenwoordiger van den H. Stoel Zijn Em. A. Kardinaal Frühwirt, den eenigen Duitschen Curi-Kardinaal. Deze wijding der Domkerk zal een der grootste feesten van de katholieken worden, die vier ragen zullen duren en waaraan meer dan 70 bis schoppen en aartsbisschoppen o.a. uit andere landen zullen deelnemen. Ook Holland zal ver tegenwoordigd zijn. De predikaties en feestredevoeringen zullen worden gehouden door de bisschoppen dr. Waitz (Feldkirch Oostenrijk), Wilhelm von Keppler (Rothenburg), Kardinaal Faulhaber (München) en andere geestelijke waardigheids- bokleeders. Er zullen Id. H. Missen worden opge dragen, zoowel volgens den Romeinschen als. volgens den Griekschen en Armeense hen ritus. Bovendien heeft men in het program nog een groot aantal bijzondere festiviteiten opgenomen, waaronder feestuitvoeringen in de theaters, feestelijke intocht, lichtprocessies, het wijden van vaandels, vuurwerk, het ontsteken van groote vuren op alle onliggende bergen gedu rende den nacht, en dan nog een kolossale op tocht. Voor deze feestelijkheden zijn een groot aantal extra treinen uit alle richtingen ingelascht, wel meer dan dertig. De stad verwacht, volgens op gaven, die nu reeds zijn gedaan een aantal be zoekers, dat ieders verwachtingen overtreft. Men rekent op een aantal van 3/4 Lot een millioen gasten. De dom van Linz is het grootste bouwwerk dezer eeuw. Hij zal de grootste dom van Oosten rijk worden, en is in laatgothischen stijl gebouwd. De eerste steen werd reeds meer dan 60 jaar geleden gelegd door bisschop Rudiger, op den 5en April 1862. Gedurende deze zestig jaren werd. onvermoeid en onafgebroken aan de kerkgewerld. Ook gedurende den oorlog lag het werk niet stil Het geld werd meest door liefdegaven bijeenge bracht.De toren is 134.5 meter hoog, dus hooger dan dien der St. Stephanskerk in Weenen. De dom kan meer dan 20.000 menschen bevatten, welk getal ook grooter is dan dat der St. Ste^ phanskerk, waardoor deze dom de oude, eerbied waardige Weensche kerk in grootte overtreft. De eerste bouwmeester was Vinzenz Statz, een der bekendste meesters der school van den Keulschen dom, en als eerste organist fungeert de tegenwoordig zoo beroemde kerkmusicus Anton Bruckner. Onder de klanken van de door hem zelf geschreven cantate, werd eertijds de eerste steen gewijp. Petrus Donders' Monument. Den 28sten April 1.1. vergaderde te Tilburg liet Uitvoerend Comité voor de oprichting van een Petrus Donders' Monument in Diens ge boortestad Tilburg. Het doel der vergadering was na rijp beraad en ingewonnen advies van eenige deskundigen uit binnen- en buitenland een keuze te doen uit de door meerdere kunste naars ingezonden ontwerpen. Nadat het vele schoone en indrukwekkende van alle ontwerpen nog eens beschouwd en besproken was, vereenig- den zich de stemmen ten slotte op de inzending van de beeldhouwers J. P. Maas en Zonen, Emmastraat 16, Haarlem, welke het best aan de wenschen van het Comité beantwoordde. De uitvoering daarvan belooft een waardig monument voor Tilburg's grooten Zoon, den Apostel van Suriname's melaatschen, den Eer- biedwaardigen Petrus Donders. Het is te hopen, dat Nederlands Katholieken door het toezenden van hun milde giften aan den penningmeester H. Mapnaerts, Goirkestraat, Tilburg, het Comité spoedig in staat stellen tot het uitvoeren van het bekroond werk opdracht te verleenen. Katholiek Duitsehland en de Missiën. De wakkere Duitsche Katholieken hebben zich evenmin door den nijpenden nood in eigen land laten ontmoedigen in hun ijveren voor de Missies, als zij zich door menschelijke dwinge landij liéten wegdringen van de plaats, die hun in het Godsrijk rechtens toekomt. Volgens „De Katholieke Missiën" zijn na den oorlog in China alleen 8 niéuwe arbeidsvelden toegewezen aan Duitsche missionarissen. Van Oost-Afrika riep Gods Voorzienigheid deze apostelen naar Oost- Azië, waar honderden millioenen de Verlossing wachten en waar de groote strijd tegen het oude en nieuwe heidendom zal worden uitgevochten. Na 1918 ontstonden in Duitsehland niet minder dan 27 nieuwe missiehuizen, waardoor het aantal nederzettingen van Duitsche Missie- Orden en Missie-Congregaties gestegen is tot 66 met een bevolking van 4500 studenten. Al deze inrichtingen liggen uitsluitend in Zuid- en West-Duitsehland, vooral m Rijnland en West- falen. De missionarissen van Steil alleen hebben in Duitsehland 9 missiehuizen met 1200 studen ten en de Benedictijnen van St Ottilien leiden meer dan 400 candidaten voor het priesterschap op. De offervaardigheid van de Duitsche Katho lieken, die eigen armoede en honger en ver drukking vergetend zooveel Lot stand brengen en in stand houden om hun arme medebroeders in verre landen gelukkig te maken, dwingt eer bied af en is voor ons een aansporing om eigen tegenspoed in het stoffelijke niet zwaarder te laten wegen dan den geestelijken nood van anderen. Geen beter middel tegen een „kwaden tijd" dan goede werken doen In de dagen dat millioenen stijf gevlochten vlechtjes, als tevreden hondenstaarten, kwispe lend bengelden aan de Chineezen- hoofden en deszelfden gesoepj urkte dragers zich verlustigden in de idee het Hemelsche Rijk te bewonen, was het met den weg die van Peking naar Tien-tsin, en omgekeerd leidde, erbarmelijk gesteld. Al lijkt het wonderspreukig omdat de weg waarlijk weg was, was er geen weg meer 't Was berg en dal, in een heel vlug tempo, zoodat hij of zij, die in een kuil viel, zich heusch niet behoefde te haasten om er uit te klauteren, daar de uitgang- van zoo'n trechter, tegelijk weer het begin was van eenzelfde gastvrije gelegenheid. Maar een Chinees klaagt niet gauw, ten eerste wijl hij le- vreden van aard is en ten tweede omdat het toch niet geeften daar vereenigingen tot bevorde ring van vreemdelingenverkeer in China niet bestaan, gevolg van de omstandigheid, dat Chi neezen, gerechte maling aan vreemdelingen en hun verkeer hebben, bleef de weg weg, en liet men de plaats waar hij eens had gelegen, links liggen. Evenwel moet het met den bewusten weg al heel bijzonder erg zijn geweest, want het drong tot de Chineesclie regcering door en nadat de tweede minister van het rijk, bij een inspectie tocht, zijn ribben, en zijn vier dragens, den nek hadden gebroken, deed de eerste minister een beroep op den keizer en smeekte om hulp engoud. De keizer, die zooals alle vorsten sukkelde aan een overladen maag en een bodemtoonende rijks schatkist, gaf om beide redenen zware zuchten, maar nam tenslotte vrede met een aderlating van zeshonderd ponden goud uit des rijks midde len de overgelukkige minister beloofde met deze som Peking en Tien-tsin weer op den goeden weg te helpen. De man was nauwelijks, met zijn goede .voornemens en zijn deugdelijke wissels buiten het paleis of hij werd achteropg'eloopen en op den schouder getikt door zijn zwager, Nang-Woo, een gepensionneerde generaal. Gun mij de karwei zei Nang-Woo, ik doe 't voor de helft. De eerste minister des rijks, die wist hoe lof felijk het is, indien men zijn verwanten bemint, en overtuigd was, dat hij, als op een na de hoogste iri den lande, in deze goed moest voorgaan, en overmits begreep, dat de deugd en het gelde lijk eigenbelang hier gelijk gediend konden wor den, wat zelden voor komt, voelde zijn zwa- gerlijk hart geroerd, inde dé wissel, deelde eerlijk en ging gerust zijns weegs. Nang-Woo richtte echter zijn schreden naar den opper-bouwheer des rijks, zette den stand der zaken uiteen en vroeg zijn medewerking. Hoeveel mag je besteden, vroeg de bouwheer. Hondervijftig pond goud, zei Nang-Woo, die 't niet verantwoord achtte om minder dan 100 provisie te nemen. Ik doe 't voor de helft, fluisterde de bouwheer. Top riep Nang-Woo, en hij lachte niet. De lezer zal het verloop van de historie wel raden. Ook de bouwheer besteedde het werk uit, de nieuwe aannemer eveneens, enz. enz., totdat ten lange leste een handwerkman voor één goudstuk toehapte, het onmogelijke er van in zag, daarop een opiumkit binnenging, het geld verschoof en den volgenden dag zich niets meer van zijn opdracht herinnerde. De zeshonderd ponden goud hadden hun weg gevonden, hetwelk voorloopig nog niet kon worden gezegd van de Pekingers die naar Tien-tsin moesten en van de Tien-tsinners die een boodschap in Peking hadden. Geen sprook zonder spook en geen verhaal zonder moraal menigeen zal het dus met zich- ik graag eenig voorbehoud in reserve, omdat er aan onze werkwijze op dat gebied, nog wel eenige foutjes kleven Zoo gebeurt het vaak, dat de werklieden van de waterleiding, die een soort loopgraaf in een winkelstraat gespit hebben, een aanma ning krijgen van den ploegbaas der telefoonlei ding om den weg zoo gauw mogelijk weer dicht te leggen daar hij ook order heeft gekregen om hem op te breken, en als goed werkman zich aan de orders willende houden, kan hij het niet, over zijn hart verkrijgen om van de gelegenheid te profiteeren dat de straat reeds opengebroken is. Zoodra de telefoonleiding dan weer in orde is, vorclt het spelletje voortgezet door gasleiding, telegraafleiding en andere leidingen. Protesteeren zou natuurlijk ondankbaar zijn tegenover de lieden, die ons zoo overvloe dig veel met „leiding" ten dienste staan. Wie eenigen tijd gelegen den weg Rotterdam- Overschie mocht aanschouwen sloeg zijn handen in elkaar van verbazing, en dat er niet drukker over geklaagd werd, is mogelijk alleen te verkla ren, dat bij de menschen, die hem bereden hadden de dankbaarheid, dat zij er heelhuids waren afgekomen, juist even grooter was dan hun on tevredenheid over zulk een beproeving. Na veel gewrijf en geschrijf en met nog meer kosten, is de weg eindelijk hersteld, en ziedaar, nauwelijks is de laatste steen er ingeklonken of vanwege het Departement van Waterstaat is hij weer braak gespit ten behoeve van een kabel legging. Houdt er den moed maar in Het lid van de Eerste Kamer v.d. Bergh heeft zich nu tot den minister gewend met de vraag of dit fraaie staaltje hem bekend is en of het dat men eenzelfde vandalenwerk tegen In zekere kringen schijnt men het zich tot een levenstaak gesteld te hebben, om den naam „Chineezen van Europa" te behouden, koste wat het kost Het geval met de Lourdes-film, die zoo n suc ces had, zit velen nog dwars in de maag. De liberale pers, de paladijne der vrijheid nog wel, kan het nog maar niet verteren, dat de burgemeester het verbod heeft opgeheven. Hoe wel ze openlijk niet tot den aanval durft over gaan, zet zo haar beproefde „zijden" aan t werk. Zoo schreef dezer dagen een „medische zijde in de „N.R.C." dat de Lourdesfilm zeer gevaar lijk was, omdat zij de waan verwekte, dat in Lourdes ook organische gebreken të genezen waren. o waar is zalf al eens zijn, dat te ver doorgevoerde zwager- 5 het andere jaarvan plan is wederom uit te voeren, liefde op slechte paden kan voeren en dat de Of het geven zal Hollandsche manier van wegenaanleg boven de Zeker de handelwijze van do Ho Aim-ime Ghineesche te verkiezen is. ambtenaars in deze, is niet zoo ergei ij a s c e Met de eerste gevolgtrekking ben ik het meer i van de Ghineesche, maar de uitkomst is a vnjwe j <jan roerend eens, voor de tweede echter hield hetzelfde. De „geleerde" vlegel, die Lourdes vergelijkt me met 't Staphorsterboertje en Otto-Otto. zegt met stelligheid „dat daar alleen zenuwstoornis sen door suggestie genezen kunnen worden, maar nooit beenbreuken, gezwellen of tuberculose dat kón niet." En toch gebeurt het „medische zijde en daar om is het juist een wonder Wanneer de „medische zijde" maar een wei nig kennis van zaken had, zou hij geweten heb ben, dat genezingen buiten de organen om, nooit als wonderen erkend worden, maar dat er aan de mogelijkheid van zoo'n bovennatuurlijke ge beurtenis alleen wordt gedacht, als liet strikt neutrale medische-bureau van controle te Lour des dat de zieken voor en na streng onderzoekt, de plotselinge genezing van zoo'n organisch ge brek waarneemt. Dat is de waarheid De „medische zijde" meent misschien dat heel moderne gevoelens heeft, evenwel sukkelt hij siechts aan de heel ouderwetsche kwaal van thaumatophobie oftewel wonder- die is in Lourdes niet te genezen. Maaslandus. COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 5