99 &J Jj II
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
Het spookhuis.
alleen
in pakjes
FEUILLET
47ste Jaargang.
Zaterdag .14* Juni 1924.
No. 13971
Bureau: KOEMARKT 4. Telefoon Intereommunaal 85 Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden f '2.70, per week 20 cent, franco per
post ƒ3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertentiën: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden be ekend.
Gratis Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog 200 bij dood f 200 bij verlies van een
duim; 00 bij verlies van een ^Qsyinger; 1:15 It, verlies van eiken anderen vinger. De verzekering wordt gewaarborgd door ce Holl.AIgem. Verz.bank te Schiedam
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
EERSTE BLAD.
Bij of krachtens wetten of verordeningen voor
gesehreven en andere officicele af- en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
hebben bij hun besluit van 12 Juni 1924 het
verzoek van M. SONNEVELD om vergunning
tot oprichting van een slachtplaats van rundvee
en varkens en een rookerij en kokerij van vleesch-
waren in het pand van Leeuwenhoeckstraat
7072, kadaster Sectie I. Nos. 24562457,
met 2 electro motoren van resp. 1 x/2 en 1 P.K.,
drijvende 2 vleeschmolens, verdaagd, aangezien
het desbetreffend onderzoek nog niet is ge
ëindigd.
Schiedam, 14 Juni 1924.
COLLECTE.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
doen te weten dat op Maandag den 16den Juni
e.k., aan de huizen der ingezetenen de gewone
jaarlijksche collecte zal gehouden worden ten
behoeve van het Fonds lot aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst in
de Nederlanden en noodigen de ingezetenen uit,
naar vermogen bij te dragen, en alzoo mede te
werken aan de verzorging van verminkte krijgs
lieden en de tegemoetkoming in de behoeften
der betrekkingen van hen, die in den strijd voor
het vaderland gesneuveld zijn.
Schiedam, 14 Juni 1924.
Buiteulandsch Nieuws,
DE NIEUWE FRAASCHE PRESIDENT.
Het Congres heeft gister te Versailles reeds bij
de eerste stemming Doumerque gekozen tot
president der Republiek. Hij verkreeg 515
stemmen tegen 309, uitgebracht op. Painlevé
en 21 op Camelinat, een ouden „communard",
die door de communisten candidaat was gesteld.
De rechterzijde had geen eigen candidaat ge
steld, aangezien deze toch geen kans zou hebben.
De socialisten hebben slecht gemanoeuvreerd
door aan de candidatuur-Painlevé vast te
houden, terwijl toch duidelijk gebleken was, dat
Painlevé geen kans van slagen had.
De schuldigen en dientengevolge de meest
getroffenen zijn in dit geval dus de socialisten,
die niets met de candidatuur-Doumergue wilden
weten.
Gaston Doumergue, is den len Augustus 1863
te Aigues-Vives in het departement Gard, waar
zijn vader boer was, geboren en dus bijna 61
jaar oud. Van 1885'90 was hij advocaat te
Nimes, daarna rechterlijk ambtenaar in Cochin-
china en van Juni tot December 1893 vrederech
ter te Algiers. In dat jaar vaardigde Nimes hem
af naar de Kamer. Sindsdien heeft hij een eervolle
parlementaire loopbaan achter zich, als Kamerlid
Senator en minister. Zijn eerste .ministerschap
was dat van koloniën in het kabinet-Gombes
(1902—1905), gevolgd o.a. door dat van handel
in de kabinetten Sarrien en Clemenceau inl906.
Toen Caillaux in 1913 het kabinet Barthou, dat
op de wet op den militairen diensttijd van drie
jaar niet ten val te brengen was geweest, liet
23
Geen enkel der aanwezige personen hief het
hoofd op, toen Ogive den drempel der zaal over
schreed.
„Zeg mij, meester Aenéas," vroeg zij, den
grijsaard toesprekende, die de afgewerkte bladen
overnam en zorgvuldig in eene portefeuille bijeen
verzamelde, „gaat het werk vooruit? Zal ik
mijn waardigen broeder weldra het Evangelie
boek kunnen aanbieden, 't welk gij op u genomen
hebt af te werken 1"
„Binnen drie maanden, edele juffrouw."
„O, overhaast u niet, hoe vurig ik ook verlang
dat de arbeid voltooid zal zijn Plet is beter
een onberispelijk en volmaakt werk te ontvangen
dan door ongeduld de zaak te bederven
Welk een treffend tafereel, meester Aenéas
Hoe schoon en aantrekkelijk is de Heilige Maagd
voorgesteld, met haar Kind naar Egypte vluch
tende En de wijze Maagden, hoe eenvoudig
en toch waardig zijn ze afgebeeld Waar hebt
gij uwe modellen opgedaan, Loyset
„Niet ver van hier, mejuffrouw," antwoordde
de teekenaar, Ogive aanziende.
„Zonder uw onnavolgbaar talent zou uwe
Vleierij onverschoonbaar zijn, Loysetga voort
struikelen over een financieel onderwerp, werd
Doiifnergue in stede van den al te feilen radicaal,
die de eigenlijke kabinetsformateur bleef,minister
president. Lang heeft zijn ministerpresident
schap niet geduurd. Daarvoor is de heer Dou
merque een te weinig markante figuur, hoezeer
hij ook om zijn persoonlijke eigenschappen geacht
en bemind mag zijn, want de nieuwe president
van de republiek is vooral een welwillend en
innemend man. Dat heeft hij de laatste jaren ook
getoond als voorzitter van den Senaat.
Zoodra Doumerque op het Eiysée was aange
komen, ontving hij den minister-president Fran
cois Marsal, die hem het ontslag van het kabi
net aanbood, Doumerque nam dit ontslag
aan.
Politieke vrienden van Herriot hebben ver
klaard, dat, als deze opnieuw door het staats
hoofd wordt ontboden, hij aan een tot hem ge
richte uitnoodiging een nieuw kabinet te vor
men, zal gevolg geven. Het kabinet zou echter
niet eerder dan Dinsdag a.s. aan de Kamer wor
den voorgesteld.
HET DUITSCH-RUSSISCH INCIDENT.
Naar verluidt, zou een spoedige bijlegging van
het Russische-Duitsche incident te verwachten
zijn. Zoo wel in Berlijn als in Moskou worden
daartoe in de laatste dagen besprekingen ge
voerd, welke geleid hebben tot het besluit, dat
verder afgezien zal worden van het tijdroo-
vende wisselen van nota's, en de zaken verder
mondeling af te doen.
DE STAKING TE LONDEN GEËINDIGD,
De staking bij de ondergrond-spoorwegen te
Londen heeft gistermorgen een einde genomen.
Gistermorgen kwam het stakingscomité bijeen
en het besloot de staking te beëindigen, daar
de pogingen om den strijd voort te zetten, hope
loos zouden zijn.
DE TOESTAND IN ALBANIË.
De voorloopige Albaneesche regeering heeft
Tirana in staat, van beleg verklaard.
AMERIKA.
Uit New York wordt gemeld, dat senator La
Follette definitief besloten zou hebben tot de
oprichting van een nieuwe radicale partij in
de V.S., welke begin Juli te Cleveland haar eerste
congres zou hebben.
ALLERLEI.
De bladen te Rome geven in verband met het
verdwijnen van den sociaal-democratischen af
gevaardigde Matteotti als hun meening te
kennen, dat hij het slachtoffer is geworden
van een politieken aanslag en wijzen er op,
dat hij reeds in 1923 het slachtoffer van een
fascistischen aanslag is geweest.
Uit Cleveland Generaal Dawes is aange
wezen als candidaat voor het vice-president-
schap.
Mussolini deelde gister in de Kamer mede,
dat de politic de ontvoerders van Matteoffi op
het spoor is gekomen. Drie hunner zijn reeds ge
arresteerd, terwijl de arrestatie van 4 anderen,
gisteravond verwacht werd.
Uit Londen wordt aan de „Information"
gemeld, dat mr. Grindell Matthews, de uit
vinder van den doodenden straal, een film in
Frankrijk zal vertoonen, welke de mogelijke
toepassingen van zijn uitvinding duidelijk zal
eantoonen.
Uit Berlijn. De prins-regent van Abbessynië
Ras Taffari, heeft hedenmiddag een kort bezoek
gebracht aan Hamburg. Hij is daarna naar Indië
vertrokken.
Uit Parijs. Naar verluidt, zal Barthou de
volgende week aftreden als voorzitter van de
commissie van herstel en den post gouverneur-
generaal van Marokko aannemen. Het moet de
bedoeling der nieuwe regeering zijn, om Loucheur
tot opvolger van Barthou als voorzitter van de
commissie van herstel te benoemdn.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag13 Juni.
De behandeling van het wetsontwerp op de
ruilverkaveling wordt voortgezet.
Het amendement-Van Sasse van IJsselt (om
het begrip ruilverkaveling te omschrijven ten
einde alleen bevordering van het algemeen
landbouwbelang mogelijk te maken,) wordt na
algemeene oppositie verworpen met 65 tegen 3
stemmen.
Het amendemenl-Ebels (om het maximum-
verschil der te ruilen onroerende goederen bij
verrekening op 10 pet,, inplaats van 5 pet. te
stellen) wordt verworpen met 53 tegen 14 stem
men.
Een amendement der bijzondere commissie,
beoogende de rechten der hypotheekhouders en
grondrente-heffers ten aanzien van het waarde
verschil der geruilde onroerende goederen met
die van den eigenaar gelijk te stellen, wordt
overgenomen door den minister.
Een gewijzigd amendement van den heer van
Voorst tot Voorst om 2/5 van de leden der cen
trale commissie te doen benoemen na aanbeve
ling door de centrale landbouwvereeniging wordt
aangenomen z.h.s.
Het slot van deze wet wordt aan het eind der
agenda behandeld.
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag
1 uur.
Binnenland,
Medeplichtigen.
Het Christelijk Sociaal Weekblad „Patrimo
nium" schrijft
„De aanslag op den Oostenrijkschen Bonds
kanselier, Mgr. Dr. Seipel, toont duidelijk aan
waartoe de agitatie van sociaal-democraten en
communisten leidt. De moordenaar is niet al
léén verantwoordelijk Er zijn lieden, die mede
verantwoordelijk zijn, al kunnen zij ook niet
door den aardschen rechter als medeplichtigen
worden veroordeeld.
Oostenrijk heeft vreeselijk geleden onder de
gevolgen van den oorlog, met name ook onder
de inflatie van het ruilmiddel. Dank zij het
optreden van Dr. Seipel bood de Volkenbond
hulp. Maar nu moest ook gezorgd worden, dat
de publieke geldmiddelen allengs in orde kwa
men dat het budgetair evenwicht geleidelijk
werd bereikt. Krasse maatregelen moesten in
's .ands belang door Seipel worden genomen.
Vele ambtenaren moesten worden ontslagen. De
salariéering kon niet op het meest gewenschte
pul worden gebracht. Allerlei voorzieningen
moesten ingekrompen of uitgesteld worden. En
dat niet uit reactionaire overwegingen, maar
omdat het volksbelang dit alles eischte.
Seipel zag zijn moeilijken arbeid met succes
bekroond. Er is reeds verbetering gekomen in
den toestand van zijn vaderland. De kroon is
stabiel. Al zijn er nog vele moeilijkheden te
overwinnen, de vooruitgang is onmiskenbaar.
Maar socialisten en communisten, die zelf
Oostenrijk al dieper in het moeras brachten,
voerden tegen Seipel een felle campagne. Zij
beijverden zich niet, om op het groote doel
van zijn, aanvankelijk voor velen harde, maat
regelen de aandacht te vestigen. Integendeel,
zij stelden Seipel voor als den grootsten „re
actionair," als den felsten vijand van de arbei
dersklasse, die er een zeker behagen in had,
om een „aanslag" te plegen op den levens
standaard van vele arbeiders en ambtenaren.
De „Volgeling", die Seipel met een kogel trof,
heeft uit hetgeen hem was voorgehouden, de
conclusie getrokken, dat hij dien „grooten vij
and" zijner klasse onschadelijk moest maken."
In Nederland leven wij ongetwijfeld onder
economisch-betere verhoudingen dan in Oosten
rijk. Maar ook hier moeten, om erger te voor
komen, pijnlijke maatregelen worden genomen.
De socialistische leiders begrijpen dat heel goed.
Toch voeren zij een felle agitatie, waarbij alle
proportion uit het oog worden verloren. Als
„reactie" wordt gescholden, wat geen reactie
is, maar slechts een bukken voor de financieele
en economische noodzaak. Fel persoonlijk wordt
met name tegen Minister Colijn geageerd. Men
wil hem „wegranselen". Indien een of ander
heethoofd door dit alles tot onbezonnen daden
werd verleid, dan pogen natuurlijk de Kleere-
koper's, de Noorhoff's, de Van Iiinte's hun han
den in onschuld te wasschen. Dan schrijven ze
een „wijs" artikel, waarin betoogd wordt, dat
men met moordaanslagen practisch niets góeds
beitriivL. Maa; zij staan moreel even schuldig
als de Communisten, die de wapenen der bar
baren" in den klassenstrijd wel willen hanteeren.
De onderwijsstrijd heropend.
De parlementaire redacteur van de ,,N. R.
Ct." schrijft „Wellicht zouden de liberale leden
ondanks hun groote bezwaren tegen den nieuwen
regel „48 leerlingen per onderwijzer I" toch
nog geaarzeld hebben hun stem tegen het wets
ontwerp uit te brengen, als het amendement
van mej. Westerman ware aanvaard."
Wellicht
De strekking van dit amendement was slich
ting van bijzondere let wel „bijzondere"
scholen te beletten, die weliswaar zouden vol
doen aan de eischen van artikel 73 der Schoolwet
(minimum-aantal leerlingen en waarborgsom),
maar welker eventueele leerlingen volgens het
oordeel van Gedeputeerde Staten binnen een
afstand van vier kilometer in een school van
dezelfde of verwante richting zouden kunnen
worden ondergebracht. Voorts wilde mej.Wester-
man samenvoeging mogelijk maken van be-
met schilderen en maak u niet meer aan eene
fout schuldig, die mij tot de vloekwaardige zonde
van hoogmoed zou kunnen verlokken."
„De zonder der engelen," hernam de on
verbeterlijke Loyset.
„Die er te grooter door was Hoe God
had Lucifer en zijne gezellen een eindeloos ver
stand, een buitengewone schoonheid gegeven,
en niet tevreden met die onschatbare gaven,
eischten zij nog meer, zij verhieven hunne schul
dige begeerten naar den troon van den Aller
hoogste, naar de heerschappij des Hemels
Bedrieg u hierin niet, Loyset, God is minder
streng jegens de zonden van het arme aardsche
schepsel, dat aan het slijk der wereld gebonden
is, dan Hij zijn kon jegens de zonden, waarvan
gij spreektDe Zaligmaker is gekomen om
den gevallen mensch vrij te koopen, maar voor
de weerspannige engelen is geen uitzicht op
verlossing meer gelaten."
„Ik verheug mij bij voorbaat op de vreugde
en de verrassing van uw waardigen broeder,
wanneer hij dit werk ontvangen zal, schitterend
van goud en gesteenten 1" sprak meester Aenéas,
op Loyset een medelijdenden blik werpende.
„Gewis," hernam Ogive, „hij zal wél gelukkig
zijnEn hij zal het niet eigenbelangzuchtig
voor zichzelven houden, maar zijn grootste
genoegen, na het ontvangen te hebben, zal zijn
het aan het kapittel van de Notre-Dame aan te
bieden."
„Edele jonkvrouw," vroeg de grijsaard, „zul
len wij op de laatste bladzijde een vervloeking
neerschrijven tegen hem, die dit manuscript
ontvreemden mocht
„Neen," antwoordde Ogive, „veroordeelen
en vervloeken wij niemand, zelfs den schuldige
niet."
„Maar het boek heeft eene, zoo groote waarde"
„Wat doet er dat toe? Eene ziel is duizendmaal
kostbaarder."
„Ik herinner mij het vermaarde manuscript
van een oude kroniek der Fransche koningen
gezien te hebben, dat aan de abdij van St. Denis
toebehoorde," hernam Aenéas. „Het Parlement
wenschte het in te zien, maar kon er slechts
inzage van krijgen tegen een degelijke borg
stelling, waarvan de acte den 14 April 1328
geleekend werd. Döor eene buitengewone gunst
heb ik het beroemde manuscript mogen door
bladeren."
„Maar," vroeg Ogive, „hebt gij u niet bezig
gehouden met het overschrijven van het ma
nuscript du Rassis, een werk, u door koning
Lodewijk opgedragen
„Ja, edele jonkvrouw, en het was geene ge
makkelijke taak, zelfs voor den koning onzen
meester, van de geneeskundige school te Parijs
dé toestemming tot dien arbeid te verkrijgen.
Koning Lodewijk mocht bij het Heilig Bloed
en het kruis van Saint-Lö zweren het ongeschon
den te zullen teruggeven, vergeefs, men nood
zaakte hem een borg te stellen van honderd
gouden kronen en twaalf marken zilver, eene
som waarvoor Jean de Ladriesche, president
van het hof, een gedeelte van zijn zilverwerk
verpandde."
„En koning Lodewijk verdroeg die vernede
ring
„Evengoed als Réginaldus Régis, die hetzelfde
jaar aan de universiteit een deel van de Avicenne
ter leen vroeg en tot pand tien marken zilver
stortte."
„Ik heb den manuscript-bijbel van het college
van Drieux gezien en zie dat uw arbeid dien van
Roger verre overtreft, welke door Thomas,
grootmeester van het huis van Louis Gervais
onder Lodewijk den Dikke, met zooveel kunst
bewerkt is."
„Prijs mij niet al te zeer mijne hand is zwaar
geworden, het zijn mijne leerlingen, die het werk
verrichten Loyset, Amiel, Sylvins een woord
van u moedigt ze meer aan dan al mijne lof
tuitingen."
„Ik waardeer hun ijver en hunne bekwaam
heid," hernam Ogive, „zonder hunne toewijding
zou hel werk onmogelijk tot een goed einde kun
nen gebracht worden. Terwijl mijn waardige
broeder zijne inkomsten aan de ondersteuning
der armen besteedt, en zich het recht niet toe
kent, er het geringste, van af te nemen, wijd ik
mijne spaarpenningen aan de versiering der
altaren, aan de vermenigvuldiging der gods
dienstige boeken. Elk onzer heeft dus zijne
eigene taak voor mij het tabernakel, voor hem
de ongelukkigen (Wordi vervolgd)
431 15