DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN 47ste Jaargang. Zaterdag 12 Juli 1924. No. 13995 Bureau: KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus: 39. Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per post 3.— per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer met Officieel Kerkbericht 10 ets. Advertentiën: 15 regels 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bi] levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood f 200 bij verlies van een duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; f 15 lij verlies van eiken anderen vinger. De verzekering wordt gewaarborgd door deHoll.Algem.Verz.bankteSchiedam Dit nummer bestaat uit twee bladen TWEEDE BLAD. Binnenland. Dc Vlootwet-leugen. Dezer dagen hebben wij, schrijft ,,de Tijd er op gewezen, |hoe de „Voorwaarts" opnieuw met de „vergissing", de „schrijffout" van den Haagschen Bestuurdersbond, nu in ieder geval een grove leugen voor den dag kwam. Minister Colijn heeft door de radio gezegd, dat men een jaar lang noodig zou hebben om per minuut 10 briefjes van 25 meer te tellen ten einde het tekort van een jaar (1925) op onze Staatsbegroo- ting te dekken. De „Voorwaarts" nu voegde er bij „Accoord Maar hij (de Minister) vergat er bij te vertellen, dat men dus een jaar of 3, zegge drie, noodig zou hebben gehad om zijn Vlootwet uit te tellen." Men begrijpt de suggestie op de drie hon derd millioen werd nog eens gezinspeeld dit gebeurde in verband met het door Minister- Colijn genoemde tekort van één jaaren de lezers van de „Voorwaarts" waarvan er velen, het weze met alle respect gezegd, wel niet slim mer zijn dan de leiders van den Haagschen Be stuurdersbond, zouden daaruit de conclusie kunnen trekken, dat het jaarlijksch tekort alleen daarover toch ging het door aanneming van de Vlootwet met 300 millioen zou zijn toe genomen. Zóó deed de grove misleiding, de leugen .haar werk. En tot erkenning van de waarheid kan de „Voorwaarts" zich blijkbaar nog niet opwerken. In plaats van loyaal de „vergissing" te erken nen, tracht het blad er zich uit te draaien met de bewering, de leugen van „300 millioen per jaar niet woordelijk te hebben neergeschreven. Maar terwijl zij de kern van de leugen, de legende van de 300 millioen voor de Vlootwet tracht te handhaven, gaat de „Voorwaarts'-redacteur te keer als een duivel in een wijwatervat, omdat wij het zijn, die de tong van den leugenaar heb ben beetgepakt. Misleidend te werk gaan en als de leugens zijn gesignaleerd -de volle waarheid aan de lezers onthouden, om de leugentjes een schijn van waarheid te geven, ziedaar de politieke mo raal van de „Voorwaarts." Het donkere Zuiden. In een opstel over het oude stadje Sluis en over Zeeuwsch-Vlaanderen, schrijft Mr. Greta van Rijn in het Haagsche liberale dagblad „Het Vaderland" vol waardeering over het Zuiden o.m. het volgende: „We kunnen zonder overdrijving zeggen, dat heel de groote beschaving van Nederland aan de Zuidelijke ziel is te danken. Onze letterkunde heeft tot oorsprong Jacob van Maerlant, hij woonde te Damme. Het epos Reinaert de Vos speelt in dezen punt van Vlaan deren. Onze schilderkunst hebben we met België gemeen, de Van Eijcken zijn de eerste olieverf schilders. Vóór hen hebben de gebroeders du Limburg aan getijdeboeken gewerkt, zij kwamen uit Zuid-Limburg. Hugo van der Goes kan men zoowel Neder lander als Vlaming noemen. Onze bouwkunst, de schat van het Stadhuis van Middelburg en Veere is zuiver laat-Vlaam- sche Gothiek. Onze zeehelden zijn op de Trompen na, alle maal Zeeuwen. De Ruyter, Evertsen, Bankert, Piet Hein, hoewel geografisch uit Holland af komstig is het type van een Zierikzeeër. Kortom, van Bezuiden den Moerdijk is de bloei van Nederland gekomen nu wil Nederland maar al te gaarne voor dat Zuiden de schouders ophalen „het donkere Zuiden", een hatelijkheid, even ondankbaar als onwaar." En in het zelfde artikel zegt de schrijfster, die toch van onverdacht liberale huize is, verder ,,Er is een wisselwerking van beschaving Noord-Zuid. Uit het Zuiden is de werkelijke cultuur gekomen, nu is het Belgisch Vlaanderen en ook Zeeland, Brabant en Limburg wier weg naar het Noorden ligt. In België wordt Vlaanderen verdrukt, maar in Nederland wordt het Zuiden niet eens ver drukt, het wordt soms vergeten, en ik weet niet wat meer grieft." Deze uitlatingen in het liberale „Vaderland" kunnen te pas komen. De Kapitaalvlueht naar het buitenland. Onder diegenen, die Nederland verlieten om zich in het buitenland te gaan vestigen, waren er ook die in gebreke bleven vóór hun vertrek de door hen verschuldigde belastingen aan te zuiveren en die te dier zake eveneens in gebreke bleven om aan hunne verplichtingen te voldoen nadat zij reeds buitenslands woonachtig waren geworden. Naar het „Gentrum" verneemt, zijn hiertegen door de Regeering maatregelen genomen. Blijven dezulken in gebreke te voldoen aan de door de belastingadministratie tot hen gerichte aan maningen, dan zal worden overwogen de hun verstrekte paspoorten in te trekken, waardoor hun het verblijf in het buitenland wellicht on mogelijk zal blijken en waardoor de belasting administratie bij terugkeer in Nederland in de gelegenheid zal komen hen tot nakoming hunner verplichtingen te dwingen. Varia Jeanne d'Arc, Voor romans, zoowel als drama s zullen er weinig dankbaarder hystorische onderwerpen worden gevonden, als de geschiedenis van de zoo hoog begenadigde Fransche Maagd, de H. Jeanne d'Arc, wier leven, strijd en marteldood een ieder onzer lezers wel bekend zal zijn. Reeds langen tijd zalig verklaard, werd zij twee jaar geleden waardig bevonden in de on telbare rijen der Heiligen te worden opgenomen, welk heugelijk gebeuren de geheele Katholieke wereld, maar vooral 't door haar bevrijde Frank rijk met enthousiasten jubel en blijdschap heeft gevierd. Dagen lang Was Jeanne d Arc s vader land in grootsche feesten dankbaar en verheugd, omdat 't de Kerk had behaagd Orleans' koene, reine Maagd met den Heiligen-aureool te ver rijken, waardoor zij een nog waardiger voorbeeld van moed en Godsvertrouwen werd, dan zij reeds zoovele eeuwen voor haar landgenooten en de geheele kerk is geweest. 't Is daarom zoo begrijpelijk, dat dichters en schrijvers zoovele zangen en bladzijden hebben geschreven, om Jeanne d'Arc 's roemrijke daden, door den dood op den brandstapel bekroond, in passende woorden te verheerlijkenen 't is eveneens begrijpelijk, maar daarom nog niet afkeurenswaardig, dat haar persoon in den loop der tijden met vele vrome legenden werd om weven. De groote waarheid echter, dat zij van God de opdracht kreeg Frankrijk van het En- Het rapport der S taats commissie. Het „Centrum" schrijft „Eenige leden der meerderheid, die het voor stellen van een subsidie-regeling voor de toe komst voorbarig achtte, spraken het onom wonden uit, dat zij voor zulk een steun aan het bijzonder universitair onderwijs niet gelijke moreele gronden aanwezig kunnen achten, als, ook volgens hunne meening, gelden voor het lager en middelbaar onderwijs. Terecht kwam men hiertegen van de zijde der minderheid op. Terecht herinnerde men aan de opdracht, welke de commissie te vervullen kreeg, en welke nu op een voornaam punt onafgedaan bleef. Terecht ook deed zij den wensch van billijk heid hooren, er daarbij op wijzende, dat thans ongeveer 40 pCt. der bevolking ten volle het zijne moet bijdragen voor de drie Rijksuniversi teiten, terwijl dit deel des volks tevens in de kosten eener bijzondere Universiteit heeft te voorzien. Het is niet logisch en het is niet redelijk." Gemengd Nieuws. De schatkamers onder het Kre- 1 i n. Het sprookjesachtige gerucht, dat in Mos- kou onder de al-oude Tsarenstad, het Kremlin, een labyrinth van gangen, kamers en nissen zou zijn ontdekt, heeft de pers der geheele wereld in rep en roer gebracht. Het belang rijkste is echter, dat in dit onderaardsche gewelf een onmetelijke schat verborgen moet zijn. Aangezien catacomben, onderaardsche gan gen, schatkamers onder de aarde en vooral eeuwenoude begraven schatten de mensche- lijke fantasie steeds prikkelen, is het mis schien niet misplaatst eenige nadere bijzon derheden te vermelden, omtrent de „Moskou sche schatten. h Sceptici hebben aanstonds beweerd, dat deze geruchten slechts een „Mache" z.ijn, in verband met de Engelsck-Russische bespre kingen over eén leCning. Best mogelijk Maar het feit valt niet te ontkennen, dat zich inder daad onder het Kremlin onderaardsche gangen en schuilplaatsen bevinden en dat daarin zeker belangrijke schatten-verzamelingen aanwezig zijn. In de eerste plaats moet worden vastgesteld, dat men reeds eeuwenlang kennis draagt van deze onderaardsche bouwwerken. Reeds pre cies 200 jaar geleden, in 1724, heeft niemand meer of minder dan Peter de Groote een onder zoek daarnaar laten instellen, toen, in zijn zwaren strijd met Karei XII, zijn staatsfondsen begonnen uitgeput te geraken en hij na den slag bij Woltawa naar de middelen zocht om den oorlog voort te zetten. Hij schijnt daarbij een deel succes te hebben gehad en inderdaad een stukje van den schat te hebben gevonden. Maar dit historische feit bewijst niet alléén, het bestaan van het mythologische labyrinth. De op werkelijke feiten berustende ontdek kingen reiken tot de jongste tijden. Zoo stuitte men in 1860 onder het paleis van de Synodale vergadering in het Kremlin te Moskou op onder aardsche nissen en in 1896 op een onderaardsche gang en in 1912 eveneens op een soortgelijk ondergrondsch bouwwerk. Er bestaan dus tast bare bewijzen voor het bestaan van een tweede Kremlin onder het bovengrondsche. De veel belangrijker en juist onder de hui dige omstandigheden zoo gewichtige vraag blijft dus open, of deze onderaardsche gewel ven ook inderdaad schatten bevatten. -En het zal wel niet zijn na te vorschen of zij nóg schat ten bevatten in noemenswaardige hoeveelheid. Doch dat zij „waarden" zooals men dit heden ten dage noemt, bevat hebben, welke ver boven onze beguppen van rijksdom uitgaan, hoewel wij den laatsten tijd gewend zijn aan het werken met „biljoenen en triljoenen" staat wel vast. Daartoe behoeft men slechts te denken aan de geschiedenis van het ontstaan dezer gan gen en schatkamers. De rijkdom van het oude Moskou was ge weldig groot. Van Engelsche reizigers weten wij reeds mt de 16de eeuw ongeveer het volgende: Aan het hof van den Tsaar, Iwan de Verschrik kelijke, bestond al het vaatwerk, borden, schalen, kruiken, bekers enz. uit puur goud en veel daarvan was bovendien nog inet kostbare steenen rijkelijk bezet. Vele malen werden 500 buitenlanders en 200 Russen aan de tafei van den Tsaar genood en allen gebruikte** deze gouden voorwerpen, terwijl nog een groote menigte daarvan overal was opgestapeld. Al mag hierbij ook overdrijving in het spel zijn geweest, toch bewijzen deze verhalen, gelsche juk te verlossen en haar Koning Karei in Reims als rechtmatig souverein te doen zal ven, welke opdracht zij moedig heeft volbracht en zelf met den dood heeft gekocht, blijft voorop onaantastbaar vast staande legenden zijn als een stralenkrans, welke haar persoon en leven nóg schooner en liefelijker maakt, haar verheft tot een populaire heilige, als weinig andere. Niet alleen heeft Jeanne d'Arc steeds de liefde en waardeering der Katholieken genoten, maar ook andersdenkende dichters en schrij vers hebben er lust voor gevoeld, haar levens loop in proza of poëzie uit te beelden. 't Stemt echter treurig, dat men van die zijde, dat leven zoo dikwijls onwaar en verwrongen heeft voorgesteld en nog houdt men hiermee niet op.De groote Duitsche dichter Schiller o.m. geeft in zijn drama „Die Jungfrau von Orleans" een absoluut verkeerde, ontoelaatbare voorstelling van Jeanne d'Arc's werken en streven, door haar tijdens den strijd noodlottig te laten verlieven op een vijandelijk, Engelsch officier-, wat toch tegen alle werkelijke waarheid indruischt. Ove rigens toont Schiller den grootsten eerbied voor zijn hoofdpersoon en steekt hierdoor nog aller gunstigst af bij den beruchten Franschen schrij ver Anatole France, die in een zijner werken Jeanne d'Arc tot een „mascotte", een werktuig m handen der priesters zonder „eenige werkelij ke militaire of politieke gaven" tracht te ver lagen. Hier treedt allerduidelijkst France's on geloof en anti-papisme aan het licht. En thans gaat in Londen een nieuw Jeanne d'Arc-drama, dat Iwan een zéér rijk vorst is geweest. Be denkt men nu, dat ook reeds ten tijde van Iwan de Verschrikkelijke de Russische kerken en kathedralen onmetelijke hoeveelheden goud en edelsteenen bezaten, dat de deuren, wel ke toegang gaven tot het Allerheiligste uit zuiver goud bestonden en de vele heiligen beelden met de schitterendste edelgesteenten getooid waren, en als men dan nog bedenkt, dat de Wreede-Verschrikkelijke niet alleen zeer wantrouwend, maar ook zéér hebzuchtig was, dan komt men ongetwijfeld tot de con clusie Iwan zou deze kerkschatten noo:t on aangetast hebben gelaten, als hijzelf n et rijk gezegend was met schatten en edelsteenen. FFnderpalen kende hij ;mmers n;etDat be wijst wel de wijze waarop hij gewoonlijk zijn rijkdom vergrootte. Is het dan verwonderlijk dat deze Tsaar zijn schatten veilig trachtte te bewaren En evenals alle volkeren der oudheid, heeft ook hij de veiligste schuilplaats gezocht en gevonden, in den schoot van moeder Aarde. En hetzelfde deden ook de met aardsche schatten gezegende onderdanen van den Verschrikkelijken Iwan, ten einde zich tegen de „vaderlijke" bezoeken van hun vorst te beschermen. Deze bezoeken waren namelijk niets anders, dan rooftochten, waarop Iwan zich alle schatten van zijn onder danen toeëigende, welke hem begeerenswaard voorkwamen. Daaruit is het ook te verklaren, dat thans, 350 jaar later, de bodem van Moskou nog steeds een geheim verbergt en dat de kost bare bibliotheek van Iwan den Verschrikkelijke ook nog steeds onder dezen bodem rust. Bovendien beschikt men ook over eenige historische data over den bouw van de onder aardsche gangen, alsmede eenige namen dei- architecten, die daaraan gewerkt hebben. Een hunner was een Italiaan, Fioravente die tot 1486 in het Kremlin werkzaam was. Op grond van al deze historische gegevens mag men aannemen, dat inderdaad het onder aardsche Kremlin bestaat in den omvang zooals die beschreven wordt, en dat zich daarin nog steeds belangrijke schatten bevinden. getiteld „Saint Joan", van den anarchistischen, socialistischen Ierschen tooneelschrijver Bernard Shaw. Deze behandelt hierin zijn hoofdpersoon ook zeer sympathiek en men voelt, zoo lazen we in een recensie, dat Shaw Jeanne d'Arc alle liefde en waardeering toedraagt, maar ziet men dan naar de voorstelling en ontwikke ling in zijn werk, dan blijft van de katholieke sententie in deze hystorische kwestie niet veel over. Jeanne's geloof meent Shaw, berust, bewust of onbewust, veel meer in haar zelf dan in eenige uiterlijke macht en haar triomphen zijn te dan ken aan geen ander wonder dan dat van haar eigen verwonderlijk scherp inzicht.Hij beschouwt de bovennatuurlijke stemmen en visioenen, die Jeanne d'Arc leidden, niet als bedrog of halluci natie, maar als een zeer natuurlijk gevolg van een sterk „visualiseerende" verbeelding, die het krachtige werken van haar eigen geest den vorm gaf van wezenlijke geluiden en gezichten. Hij ziet in haar verder een voorloopster van het Protestantisme, die n.b. de Kerk zelf op den brandstapel zou hebben gebracht. (Dus de kerk zou zelf martelaars maken). En zoo philö- sopheert deze vrijdenker op zijn manier voort, en phantaseert in zijn wild, woest, verward brein een Jeanne d'Arc-geschiedenis terecht, zooals 'hij die zelf gaarne zou wenschen. Men ziet 't dus bij de andersdenkenden geldt hier volop 'L zooveel hoofden, zooveel zinnen. Maar 't zijn alle verwarde hoofden, verwarde zinnen. Concurrenten. In de „Grossier" biedt M. K. de volgende raadgevingen aan zijn mede winkeliers aan Maakt u niet bezorgd om uw concurrenten. Het is beter dat zij zich bekommeren om u. Gelooft nimmer het verhaaltje van den man, die verkoopen kan tegen de helft van uw prijzen en die tweemaal zooveel Tzaken doet als u. Het is niet waar en u behoeft er dus geen rekening mee te houden. En zou het toevallig wel waar zijn, dan kunt u binnenkort het faillissement van den man verwachten en zullen zijn afnemers zich wellicht tot u wenden. Gebruikt uw geestkracht voor het opbouwen van uw eigen zaak. Scheldt nooit op uw concurrent. Indien het kwaad, dat u van hem zoudt kunnen zeggen, waar is, kunt u er zeker van zijn, dat zijn af nemers dit vroeg of laat zullen ontdekken. In dien u er geen bewijzen voor hebt, zal het ver tellen u meer schade doen dan hem. |j Indien uwJ concurrent iets uit uw voorraad noodig heeft, verkoop het hem dan. Hoe knap u ook in zaken, die in uw vak voorkomen, zijn mag, kunt u toch niet alle zaken voor u alleen houden. Indien u winkelier bent, besteedt dan niet te Fascisme en socialisme. De grappenmaker der S.D.A.P., de ons allen bekende heer Duys, lid der Tweede Kamer en oud-wethouder van Zaandam, heeft dezer dagen in den Haag een rede gehouden over een ern stig onderwerp „De moord op Mateotti en het Fascisme". Hij is leelijk aan 't uitpakken ge weest over Mussolini's geesteskind, dat hij qualificeerde als een uiting van machteloosheid, een laatstestuiptrekking van het kapitalisme, en stelde maar goedsmoeds de geheele Fas cistenpartij verantwoordelijk voor den moord op Mascotti, welke door enkele heethoofden werd bedreven. Dat was natuurlijk den Neder- landschen Fascisten, volgelingen van Dr. Ver- viers, van wie er ook eenige in de zaal waren, wat al te bar en ze schreeuwden en protesteer den er dapper op los. Duys, ook niet van gister, tenminste in de faculteit „schelden kwam er weer vinnig tegen op en „troostte om een der heeren, den actualist-fascist Schilthuijzcn met de „vriendelijke" woorden „Wij zijn fatsoen lijker dan jij, anders kwam je hier niet levend vandaan." Maar 't had toch weinig gescheeld, of Duys' partij-genooten hadden zijn woorden beschaamd gemaakt, want tenslotte kreeg Schilthuijzen 't zóó benauwd, dat hij op 't too- neel in de armen van Duys bescherming moest zoeken. Depolitie heeft gelukkig ,,'t zaakje" nog tot een goed einde weten te brengen. Er zal overigens wel stichting van deze ver gadering zijn uitgegaan. Om van te schreien en te beven J. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 5