DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKENL 47ste Jaargang. Zaterdag 6 September 1924. la. 14041 BureauKOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer met Officieel Kerkbericht 10 ets. Advertentiën: 15 regels J. .75, elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f duim; f 60 bij verlies véneen wijsvinger; f 15 bij verlies van eiken anderen vinger. De verzekering wordt gewaarborgd door Dit nummer bestaat uit twee bladen TWEEDE BLAD. Binnenland. „Kleine" geldschieters. In de rubriek „Uit de Practijk" van „De Schakel" lezen wij het volgende Aarzelend deed de vrouw op het Advies bureau van den Armenraad te A'dam haar verhaal. Nauwelijks kon ze er toe komen van haar moeilijkheden te vertellen. Ze zat diep in de schuld bij twee geldschieters in haar buurt. Ziehier bedragen en voorwaarden Voorschot ƒ20 rente 4.20 per week voorschot 10, rente 1.50 per week voorschot 10, rente 1 per week, voorschot 10, rente 1.50 per week. De voorschotten mochten niet anders dan in ééns worden terugbetaald. Voor 50 werd dus al 1 tot twee jaar lang 8.20 per week rente betaald, ruim 850 pCt. per jaar. Den tweeden geldschieter was zij verschuldigd 30 rente met ƒ3, 20 rente met 2.50 en 10 rente met 1.50 per week óók met de conditie, dat de bedragen in eens moesten worden teruggegeven. Hier werd dus voor 60 aan rente 7_j>er week of bijna 610 pCt. betaald. Ten slotte had zij nog wekelijks van Zaterdag tot Maandag, dus voor twee dagen, een leening van 10 gesloten (met welk geld de Zondagsche kleeren even uit de Bank Van Leening werden gehaald), waarvoor 1.50 rente werd betaald of 1825 pCt. Opgemerkt dient, dat de hier genoemde percentages vol strekt niet uitzonderingen vormen. Aan al haar verplichtingen had zij, tot op dezen dag toe, stipt voldaan. De drukkende last der schuld, die nooit verminderde (ze was natuurlijk nimmer in staat om de geleende be dragen in ééns van haar mans arbeidersweek loon terug te betalen) en de angst voor de geld schieters, die haar bij het geringste tegenstrib belen dreigden met „schandaal aan de deur," hadden haar in een doffen wanhoopstoestand gebracht, waarvoor zij haar gezin begon te v er- waarloozen. Thans hadden buurvrouwen die in de krant hadden gelezen, dat er bescherming tegen woekeraars mogelijk is, ingegrepen. Zij hadden dien morgen de vrouw kort en goed tusschen haar ingenomen en naar het adviesbureau „op gebracht." De ambtenaar adviseerde haar den geld schieters te zeggen, dat zij niets zou afbetalen vóór dat dezen zich op het adviesbureau hadden aangemeld om een regeling te treffen. De vrouw vatte nu weer moed, begaf zich naar een der crediteuren en bracht hem de boodschap over. „Zoo', zei deze „ben jij óók al bij dien Armen raad geweest. Nou, ik wil die brutaliteit dezen keer door de vingers zien je bent me niets meer schuldig." Verbluft door dit onverwacht succes spoedde zich de Vrouw naar huis waar haar nog grootere verrassing wachtte. Daar verscheen de andere geldschieter, een zwager van den eersten. De anders ongenaakbare man „droop" nu van vriendelijkheid. „Moeder," zei hij, ,,ik hoor, je bent naar den Armemaad geweest? Je hebt mijn naam toch niet genoemd, hé Bij de krant toch ook niet Nee O, gelukkig, nou, je bent mij ook niets meer schuldig hoor." Toen Varia. Slechte geheugens. De een heeft een beter geheugen dan de ander. Er zijn menschen, die gewoonweg an deren ontstellen door hun onfeilbaar geheugen. Maar er zijn er ook, die letterlijk niets ont houden kunnen. Men kent 't kleine professors zoontje, dat argeloos tot zijn vader zeiPapa, we hebben vandaag vergeten de paraplu te laten staan En men weet, dat Lafontaine altijd weer vergat, dat vele van zijn vrienden en bekenden na verloop van tijd niet meer tot het land der levenden behoorden. Hij ging naar hun huis, om ze op te zoeken en hoorde hij Die meneer is al voor een paar jaar gestorven dan schrikte hij en had het grootste verdriet. Telkens wéér. Dat hadt u me toch wel êen beetje behoed zamer kunnen mededeelen zei hij dan. Darby Mc.Lean liet zich tweemaal aan zijn eigen vrouw voorstellen den laatsten keer dat hij „deze onbehoorlijke grap uithaalde", zooals men het algemeen noemde, maakte zij zóó'n onbarmhartige scène, dat de groote kunst- 'historicus er geheel ontdaan van was. Nu herken ik je, Margaret 1 zei hij, om zijn figuur te redden, maar integendeel werd daar de zaak nog erger door. Lord Crewe was zóó verstrooid, dat zijn be dienden hem heel dikwijls wijs maakten, dat hij al gegeten had. Misschien was mylord wel den hongerdood gestorven, als zijn goedhartige huishoudster, Mrs. Stephany, hein nu en dan niet eens een lekker beetje had toegestopt. Dr. Romaelius, de beroemde bijbelkenner, vergat steeds wat hij wou gaan doen. Hij liep hulpeloos op straat en kon dan met geen men- drukte hij een der kinderen een gulden in de hand en verdween. „Meneer," zei de juffrouw den anderen dag tegen den ambtenaar, „ze dachten thuis, dat ik gek geworden was, zoo opgewonden was ik van geluk Ook een hulde aan van Dale Van Dale, de man van het bekende woorden boek der Ned. Taal, doet niet onder voor Bor- gesius en keeg zijn standbeeld ergens in Zee land, op zijn geboortedorpje. Ziehier de „hulde", die „Uiltje" hem brengt: Eindelijk dan beseft men, wat de Nederland- sche stam bindt. Of lachen we niet allemaal even luid en geringschattend om iemand, die vader met twee a's schrijft? En neem tien schoolmeesters in het Nederlandsch, uit alle deelen van de wereld (als ze er tenminste zijn) zijn ze niet allemaal verzot op onmiddellijk met zijn twee d's en zijn twee I's Wat zijn dichters Ze plakken wat woorden aan elkaar, en leven om bespot te worden en sterven om beroemd te zijn. Werken zij voor de verbroedering van den Zuid-Afrikaan en den Vlaming, den Holland-Chinees en den Fries Vindt ge in elk huisgezin v olledige jaargangen van „Het Getij" of desnoods van de „Nieuwe Gids" Neen Maar naast den Bijbel vindt ge er Van Dale. Wij kunnen hem evenmin missen, als onze regenjassen. In hém culmineert de Hollandsche nauwgezette degelijkheid. Hij kent geen standen en geen geloofs-verschillen, maar is een broeder en redder van een iegelijk. Colijn kijkt, hoe „millioenen" geschreven moet worden. Troelstra controleert bij zichzelf het woord „op positie". De ambtenaar ziet naar „protest" en „salarisverlaging" en de kapitalist naar „be lastingdruk." En wat zouden onze letterkundigen doen zonder Van Dale Was Willem Kloos ooit te weten gekomen, dat Héléne Swarth knoeide met stomme e's, als hij Van Dale niet gehad had En de gelukkige dag, dat hij in Van Dale het woord deemster ontdekte, blijft hem bij tot zijn dood. Hoe vele malen bladerde Boutens niet in zijn Van Dale om te zien of er op hart nog wat anders rijmde dan smart Daarom „hoezee 1" voor deze daad van eenvoudige rechtvaardigheid. Bah, gij letterkundigen, die durft spotten. Zijn de woorden uit Van Dale niet de steenen, waarmee gij het trotsche gebouw van uw roem hebt gebouwd Nóg kan de Vereeniging van Letterkundigen een telegram van adhaesie sturen. Gemengd Nieuws. Het weer en de school kinderen. De heer A. J. Monné heeft een onderzoek in gesteld naar een mogelijk verband tusschen het weer en de houding van schoolkinderen.Het resul taat van zijn waarnemingen beschrijft hij in het „Tijdschrift voor ervaringsopvoedkunde." Bij helder en fraai weer waren van de 389 waargenomen kinderen 348 kalm of rustig, in 10 gevallen rumoerig, 10 onoplettend, 1 ongehoor zaam, 7 lastig, 4 slaperig, 1 lui, 7 speelsch en 6 woelig. In het geheel dus meer dan 88 pCt. be- hoorende tot het eerste geval. Het aantal waarnemingen onder „bewolkt" schenmogelijkheid zeggen, waarheen hij wou. Dit leidde tot ontelbare doellooze wandelingetjes. Op lateren leeftijd werd het steeds erger met hem. Hij vergat zijn naam en zijn woonplaats en op bijna ieder punt versufte hij totaal. Op zijn zestigste jaar reisde hij naar Londen, waar de groote Breslauer nog nooit geweest was en weldra bevond hij zich weer in den volkomen hulpeloozen toestand van niets te weten. Goedhartige menschen namen hem in huis en verzorgden hem drie dagen lang, zonder te weten wie hij was. Op den morgen van den vierden dag zag Romaelius op tafel een bijbel liggen. Hij sloeg Mattheus 14:5 op en begon dezen tekst in het Latijn, het Grieksch en het Hebreeuwsch te vertalen. Daarna hield hij er een beschouwing over, zóó geniaal, dat de ver baasde huisgenooten plots uitriepen Dat móét dr. Romaelius zijn Die ben ik inderdaad sprak de groote ge leerde, die zich plots weer veel herinnerde, met een pijnlijk lachje. En ik wensch hier het Christosophisch congres bij te wonen. Maar het congres was intusschen juist af- geloopen. Geleerde n-termen. Hans Bauer schrijft in de „Berliner Bör- sencourier" De moordenaar Haarmann moet in het dagelijksch leven een zeer beminnelijk man zijn. Hij ziet er ook in 't geheel niet onsympathiek uit. Zijn bewegingen zijn zacht en week en meisjesachtig. Hij gedraagt zich nimmer brutaal en grof. Hij is voorkomend en behulpzaam, zoover de zwakke krachten van zijn met moord- herinneringen overladen geheugen toestaan, ophelderingen te geven. Wanneer moeders komen, die restjes kleedingstukken meenen te bedroeg 239. Hiervan waren 165 of 69 pCt. kalm of rustig, 31 rumoerig, 10 onoplettend, 5 onge hoorzaam, 7 lastig, 5 slaperig, 1 lui, 5 speelsch, 2 zingerig en 8 woelig. Het aantal waarnemingen bij „betrokken" weer was 256, waarvan 146 kalm of rustig, 30 rumoerig, 16 onoplettend, 8 ongehoorzaam, 22 lastig, 4 slaperig, 14 speelsch, 1 zingerig, 1 bru taal en 14 woelig. Van de 207 waarnemingen tijdens „regen" golden 92 voor kalm of rustig, 50 voor rumoerig, 22 onoplettend, 6 ongehoorzaam, 18 lastig, 4 slaperig, 5 speelsch en 10 woelig. Dat de toestand der kinderen bij de rubriek „warm" slaperig en lui zou zijn, werd gedacht en is ook zoo uitgekomen. Van de 50 waarne mingen is de helft wel voor kalm of rustig ge komen, doch in vergelijking van de vorige ru briek, „regen" is „slaperig" met niet minder dan 14.8 pCt. toegenomen, terwijl „lui" 6.7 pCt. bedroeg. Voor de rubriek „broeierig" is het leeuwenaan deel op naam van „lui", niettegenstaande de rumoerigheid en in 't algemeen de onrust iets toenam evenwel haalde „kalm of rustig" maar 19.2 pCt. Bij den toestand „drukkend" weer alleen voor „slaperig" 40 pCt. toegekend, terwijl de overige alle op „onrust" betrekking hebben, waarvan 41 of 46.1 voor rumoerig alleen. Ook bij „buiig" weer zijn de kinderen buiten gewoon rumoerig en lastig, terwijl slechts 24 pCt. voor kalm of rustig is. Dit geldt ook ongeveer bij „ruw" weer, doch bij „stormachtig" weer is de rubriek kalm of rustig weggevallen. Mocht men vermoeden dat „sneeuw" meer af wijking zou geven bij in het gewone doen der kinderen, zoo komt men tot de ervaring, dat 37.5 kalm of rustig waren, terwijl de overige procenten verdeeld zijn over rumoerig, onoplet tend, ongehoorzaam en woelig. Bij „koud" weer en „vorst" schijnt de verlei ding voor onrust minder groot te zijn, mogelijk ook wel dat de kinderen zich behagelijk gevoelen bij een warme kachel in het schoollokaal en daardoor de rumoerigheid meer achterwege blijft, terwijl toch slaperigheid en luiheid geen vat bij hen schijnen te krijgen. Hollanders in den vreemde. Uit het Brusselsch „Laatste Nieuws" knippen we nog liet Volgende straattooneeltje, waarbij weer een zoo gaarne buitenlandsche talensprekend e Nederlandsche een rol speelde „Te Brussel. Op den hoek van de straat, de politieagent. Hij ziet den regen vallen, en wacht kalm op de komende gebeurtenis. Ze komt. Uit den regen komt een stem 'Marsé-aüx Grains, Mesjeu De politieagent kijkt. Ziet een zeer beregend gelaat onder een overgrensche regenpet, ver legen kijken. Marché-aux-Grains, zegt Politie, le Nou veau ou le Vieux Het beregend gelaat verroert geen vin. II y en a deux, herhaalt Politie. Het beregend gelaat krijgt een kleur. English vraagt Politie medelijdend. herkennen als hebbend toebehoord aan zoons, dien hij de levenslamp heeft uitgeblazen, luistert hij bereidwillig naar hun beschrijvingen en antwoordt zacht, bescheiden en vriendelijk. Hij heeft heldere blauwe kinderoogen en stemt geheel overeen met het gevleugeld woord van den grooten criminalist Dr. Max Engelstoft, die onlangs heeft verklaard „Mijn moordenaars zien er allen uit, of ze onschuldige engelen waren." „Mijn moordenaars" daarin ligt iets fa miliaars en wekt gedachten op aan een meneer, die met een troep het podium betreedt en glim lachend voorstelt Het Publiek de Heeren Moordenaars Aangenaam „Mijn moordenaars" Zeker, héél fami liaar gezegd Het gruwelijke van de eigenlijke beteekenis is keurig verdoezeld. „Mijn moor denaars", dat zijn niet die misdadigen, wier meer dan levensgroote daad hl het andere over schaduwt en zich onverbrekelijk daarmee iden tificeert. Het is zelfs hier geen nuchtere zake lijkheid, die registreert. Neen, het is ambitie animo in het vak der criminologie. Ik kan mij voorstellen, dat een goed crimi nalist zich verhoudt tot den moordenaar, zooals een ambitieus chirurg tegenover een „mooi interessant geval" staat. De moordenaar hóórt bij hem. De moordenaar verrijkt zijn kennis. Hij voelt zich met den moordenaar verbonden en hij Voelt zich aan hem verplicht. Een echt criminalist jaagt als een bloedhond achter „zijn" misdadiger aan, om hem over te leveren aan het schavot Maar in het diepst van zijn ziel is- hij immer met den moordenaar verzoend geweest en hij kan zich de wereld zoo min zonder moordenaars, als zonder zichzelf indenken. 200 bij doodf 100 bij verlies van een de N.Holl.Algem.Verz. bank Schiedam Noninon Italiano Nononon. Holland. Holland waarom hebt 't niet seffens gezegd Wij kennen hier Vlaamsch. Niemand spreekt het Omdat gij zelf eerst met Fransch, uit pakt. Probeert het maar gerust anders. De oudste sluis in Frankrijk. De werklieden, die bij Vierzon een brug aanlegden over de Yévre om de twer deelen van den tuin van de abdy aldaar met elkaar te ver binden, hebben bij hun arbeid zeer oude stee nen en houten fondamenten gevonden. Het zijn de grondslagen van de sluis die Leonardo da Vinei onder Lodewijk XIII heeft gebouwd. De beroemde Schilder, die ook een zeer bekwaam ingenieur was, had opdracht gekregen een weg te maken voor de met zout beladen schepen, die de Loire opvoeren van Nantes naar Tours en verder over de Cher tot Vierzon, waar de samenvloeiing van de Yévre met de Cher, die ze opmoesten om de vorstelijke residentie te bereiken, hun belette verder te varen. Leonardo da Vinei loste het probleem op, door een sluis te bouwen, de eerste in Frank rijk. De godsdienststrijd begonnen. De Parijsche corr. van de Tijd schrijft d.d. 31 Aug. Op hetzelfde oogenblik dat de minister-pre sident Herriot zich te Lyon laat toejuichen door een enthousiaste menigte hij bewierookt wordt als burger van den wereldvrede, wordt in het oude stadje Alingon uit naam van die zelfde regeeringsoverheid een daad voltrok ken, in strijd met vrede, recht en menschlie- vendheid. Het sein tot een nieuwen godsdienst strijd was reeds gegeven in de regeerings- verklaring van Herriot bij zijn eerst optre den, toen hij aankondigde in Elzas-Lotharin- gen de lanque wetgeving te zullen invoeren. Velen vertrouwden, dat hij geen gevolg zou geven aan zijn heillooze voornemens. Wat zal er thans overblijven van het kleine vertrouwen, nu te Alincon, het stadje waar de kleine Theresia werd geboren, nieuw leven is ingeblazen in het noodlottige decreet, eens door Combes ter overdrijving der geestelijke orden uitgevaar digd. Geen twijfel is langer mogelijk, een nieuw- we vervolging staat het katholieke Frankrijk te wachten. Ziehier het diepbetreurde feit. De zusters Clarissen die te Alincon sedert meer dan 4 eeuwen een klooster bezitten, er de waardeering en algemeene liefde onder vonden, hebben op bevel van hoogerhand haar klooster moeten verlaten. Reeds eenmaal voortgejaagd uit hun stille kloostercellen onder Combes' regcering, on dervinden zij thans wederom de dreigende hand van een inaconnieke regeering die niets liever verlangt dan de rampvolle jaren van 1905 te doen herleven. Sedert korten tijd was een herstel ingetre den. In het eeuwenoude kloosterhuis waren na den oorlog langzamerhand de zusters te ruggekeerd om zich te voegen bij de ouden van dagen, zieken en verpleegsters op wie bet Op den dag der Wederopstanding in het Hiernamaals, als alle schuld is uitgeboet, zal hij naar hem toegaan en hem de hand drukken „Wij zijn elkander zéér na geweestDe moor denaar zal dan beleefd lachen. En dan neemt hij den moordenaar onder den arm en loopt met hem een eindje het bosch in. Om een grondig v'akgesprek te kunnen voeren'. Dan komen zij plots een vermoorde tegen Ze nemen hoffelijk, maar eenigszins vluchtig den hoed af en praten dan haastig door. De Engelsche premier. Ramsay MacDonald is geen onaardige vent. Hij ziet er charmant uit en hij kan charmant praten. Hij kan ook charmant zijn. Hij oefent op hen, die hem ontmoeten, een innemenden invloed uit. En hij schijnt dat te weten ook In Engeland Vertelt men een anecdote van hem. Als ze niet waar is, is ze toch niet onaardig gevonden. Ramsay MacDonald dan was in conferentie met een zijner ministers. En men kwam ook te spreken over een Engelsch politicus uit liet Westen, die heelemaal geen vriend van den premier was. Hij is een beslist tegenstander van ons, zeide de minister. Ramsay MacDonald, die zich niet herinnerde den ander ooit ergens te hebben gesproken, fronste de wenkbrauwen. En hij is vooral gebeten op u, ging de minister voort. Maar waarom toch vroeg de premier. Heeft hij mij al eens ontmoet Neen hij heeft u nooit gesproken. Ah, daar heb je het alzeide MacDonald glimlachend NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT iiiii mm' 11 "inin'i 'i iiiiiiiiiw^'wiMMwiiiniiiTTtTiMMTi-rfrmifftfiffrffiiw

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 5