DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
47ste Jaargang.
Zaterdag 20 September 1924.
No. 14053
BureauKOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post f 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertentiën: 15 regels 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood f 200 bij verlies van een
Dit nummer bestaat uit twee bladen
TWEEDE BLAD.
Binnenland.
De Paus en de Volkenbond.
Men schrijft aan het „Hbld."
Het orgaan der Engelsche Staatskerk, de
Church Times", vermeldt met instemming dat
de Roomsch-Katholieke partij in Duitschland,
tot welke de rijkskanselier dr. Marx behoort,
vraagt dat de Paus als hoofd van de Roomsche
kerk arbiter in internationale geschillen zal
worden, alsmede dat Duitschland weigeren
zal toe te treden tot den Volkenbond zoolang
niet eveneens het Vaticaan is uitgenoodigd om
lid te worden.
Wij juichen zonder eenige reserve deze eischen
toe, zegt het Engeisch orgaan. ,,Wij hebben
herhaaldelijk betoogd, dat de Roomsche kerk
de eenige macht is, die in staat is om aan Europa
de eenheid te brengen. Wanneer Europa opnieuw
overwegend Roomsch geworden is, dan zullen
zoowel het gevaar van oorlog tusschen de Euro-
peesche naties als het gevaar van buiten de
Europeesche beschaving beide oneindig veel
kleiner worden. En inmiddels in afwachting
van dezen toestand stemmen we er geheel mee
in dat het arbiterschap van den eersten bisschop
der Christenheid in elk geval de kans zou hebben
zoowel aannemelijk als effectief te zijn. Doch
zou de Paus zulk een geweldige taak wel willen
ondernemen
Tot zoover het Engelsche protestantsche
hoofdorgaan. Merkwaardig hoe sterk onder de
Angiicaansche groepen de eenheidsdrang in de
richting van Rome zich ontwikkelt, zoo voegt
het lib. „Hbld." hieiaan toe.
Schrijf je moerstaal.
Er is al eens meer gewezen op de eigenaardig
heid van sommige onzer Nederlandsche weten
schappelijke tijdschriften, om heele artikelen
in een vreemde taai op te nemen. Kon dit som
wijlen verklaard niet verdedigd worden
uit gemakzucht der redactie, die ertegen opzag
het artikel in vloeiend Nederlandsch orn te
zetten, nog erger wordt het, als Nederland-
sche schrijvers in Nederlandsche tijdschriften
van een vreemde voertaal voor hun gedachten
gaan gebruik maken, aldus voet gevend aan de
domme beschuldiging van franskiljons, dat de
Nederlandsche taal niet smijdig en onLwikkeld
genoeg is om alle hoogere en abstracte begrippen
tot uitdrukking te brengen.
Zoo wijst nu de „Limb. Koerier" op het Juli-
Aug.-no. van het „Tijdschrift voor Taal en
Letteren", dat onder redactie staat van een
Ned. Hoogieeraar aan de universiteit te Nijmegen
en van eenige Ned. docenten aan de*R.K. leer
gangen te Tilburg, eb voor Nederlandsche
lezers bestemd is er komt in voor een artikel
van een Ned. leeraar te Rolduc over een Duitsch
schrijver in het Duitsch, en een van een
Ned. auteur te Haarlem over Ben Johnson
in het Engeisch.
Krijgen we nu binnenkort ook een verhande
ling over de beweerde ontdekking der ont
brekende boeken van Titus Livius in het Latijn
en over de nagelaten geschriften van Kong-foc-
Tse in het Chineesch
Dat alles is zeer parmantig, maar het maakt
toch meer den indruk van uiterlijk vertoon
dan van innerlijke gedegenheid
De Britsche premier.
Sinds Ramsay MacDonald Britsch premier
is geworden, is de kwestie meer dan vroeger
naar voren getreden, of hij nu eigenlijk een
„echte" socialist is, in de Nederlandsche be-
teekenis van het woord, of niet. Zou hij een man
wezen, was de vraag, als b.v. Troelstra, Kleere-
koper, Duys, wat de socialisten hier reeds perti
nent volhielden en daarmee beweerden dat
ook MacDonald evenals genoemd trio o.m. voor
stander was van een omverwerping der huidige
maatschappij, zoo gauw hij de kans maar schoon
zag.
■Hun bewering echter is den laatsten tijd door
duidelijke uitlatingen van MacDonald zelf voor
barig, zelfs valsch gebleken.
Bij een nieuwe editie van zijn boek „Socialism,
Critical and Constructive", heeft de Engelsche
premier in Juni van dit jaar een inleiding ge
schreven, welke onomwonden zijn sociale denk
wijze weergeeft en waaruit blijkt, dat hij afkeerig
is van alle geweld en alleen door evolutie (door
geleidelijke ontwikkeling) de maatschappelijke
positie der arbeidersklasse hoopt te zien ver
beteren. „Het is goed, zegt hij o.a., dat de ar
beider niet zonder strijd om verbetering, zijn
levensvoorwaarden verdraagt. Maar hij is ge
neigd te vergeten, dat alle arbeiders onderling
Liturgie.
DE LITURGISCHE DAG.
Om haar eeredienst zoo luisterrijk mogelijk
te vieren roept de H. Kerk alle kunsten te
hulp. Ze bouwt haar tempels zoo luisterrijk
mogelijk, opdat de stomme steen den lof zal
verkondigen van den Heer. Zij noodigt schilders
en beeldhouwers uit om in lijn en kleur leven te
geven aan de stof en haar kerken te maken tot
jubelpredikers van Gods nooit volprezen majes
teit. Edel metaal en kostbaar gesteente, door
kunstenaars verwerkt, dienen voor de tafels en
vaten van het heilig dienstwerk. Ook de muziek
treedt als dienaresse op om in kostelijke accoor-
den te juichen Gode ter eere.'t Kan niet bevreem
den, dat in haar dienst, de kerk aan alle de kun
sten haar zegel opdrukt, zoodat wij terecht kun
nen spreken van „kerkelijke kunst." Hier echter
is voor den oningewijden veel geheimenis
Welnu daar gaat de liturgische dag weer licht
verspreiden om te leeren alles te gebruiken om
ons op te voeren tot steeds beter dienen van God.
Zoo zal ook de kerkmuziek daar te hooren worden
gegeven, uitgevoerd volgens den geest der kerk.
Zeker de z.g. gefigureerde, moderne muziek,
mits kerkelijk goedgekeurd om den al te wereld-
schen geest uit de muziek-in-de-kerk te weren,
is niet verboden, maar de kerk heeft haar eigen
muziek, de Gregoriaansche zang, naar Paus
Gregorius den Groote zoo genoemd om zijn
scheppenden en leidenden bijstand. Voor w;e
't, Gregoriaansche gezang kent en begrijpt is het
spreekwoord niet vreemd„Wie zingt, bidt
dubbel." Maar voor onbekenden is diezelfde
zang nietszeggend en vervelend. Als men daarbij
neemt, dat vele kerkkoorzangers niet in de
gelegenheid waren zich door diepgaande studie
in deze zaak te vormen, met het noodzakelijk
gevolg dat de uitvoering der muziek lang niet
wordt wat ze eigenlijk moet zijn, dan is het be
grijpelijk dat nu zeer velen die Gregoriaansche
muziek geen genieting is. Op 7 October echter
zal er naar gestreefd worden Gregoriaansche
muziek ten gehoore te brengen op de meest vol
maakte wijze. Laten we in grooten getale op
komen om daar eens te gaan luisteren. Al zullen
wij misschien niet terstond de volle schoonheid
in ons kunnen opnemen, we zullen er toch be
grijpen dat die kerkelijke zang zielsverheffend
is en den geest van 't aardsche losmakend. En
al zullen de zangers misschien verzuchten: datis
voor kloosterkooren mogelijk met hun geregel
de repetities, maar niet voor ons, ais ze door
drongen zullen worden van het werkelijk-mooie
van dezen zang, zal het een heilige naijver op
wekken om toch te geven wat eenigszins mogelijk
te bereiken valt. Zoo wordt die geest over hen
vaardig, die ze tot steeds beter begrijpen zal
leiden en dus tot steeds beter uitvoeren. En
dan dien wel begrepen, godsdienstig-lijn uit-
gevoerden zang zullen zy eerst, en door hen wij
allen „zingend dubbel bidden" met 't nood
zakelijk gevolg dat zulk gebed Gods onmisbaren
zegen overvloedig over ons zal aftrekken.
Gemengd Nieuws.
Een herinnering aan den Prins
van Oranje. Men schrijft aan de „Resb."
betreffende Koning Willem II, toen deze nog
Prins van Oranje was
Enkele jaren gele den bracht ik eene vacantie
door in de prachtige streek van het Souiënbosch.
Zuid-Oost waart s Brussel, en vooral rondom
het heerlijke Tervueren.
(In 't voorbijgaan gezegd Waarom gaan de
Hollanders altijd hunne vacantie in de Ardennen
afhankelijke leden van een maatschappelijke
eenheid zijn. Dientengevolge kan hij zichzelf
alleen schade berokkenen door de bestraffing
van zijn tegenstanders zoover te drijven, dat
hij de gemeenschap schaadt, waartoe hij behoort.
De trade unionist is in dit opzicht onderworpen
aan dezelfde beperkingen als de kapitalist
hij kan zijn belangen niet bevorderen ten koste
van de gemeenschap." MacDonald veroordeelt
dus geweld en dwang op de gemeenschap, ook
al komen deze van den kant der arbeiders,
't Algemeen belang gaat bij hem vóór 't belang
van een of andere klasse, zelfs al bezit deze de
meerderheid. Hij is een idealist die als ideaal
huldigt zijn socialisme gebaseerd op èvolutio-
nisme, dat rekening houdt met de mensche-
üjke natuur en dus alleen te verwezenlijken is,
wanneer de geheele menschheid er 't zelfde over
denkt. „De Britsche premier, zegt de „Tel.",
„toont zich hier sterker clan ooit in de nieuwe
gedaante, die hij in de laatste jaren heeft aan
genomen. Geen leider van het proletariaat,
maar een algemeen-menschelijk hervormer. Geen
socialist in den politieken zin des woords, maar
een doininé", welke benaming hem ook
eens door een diplomaat werd gegeven.
Op een onlangs gehouden Trades Union-CongrtS
is gebleken, dat vele voormannen der Engeisch e
Labour-partij en met hen de meeste gewone
doorbrengen De evenaangeduide streek biedt
hun veel meer genot, verscheidenheid en vooral
veel meer geriefelijkheid.)
Daar in den omgang met allerlei lieden ver
nam ik meer dan eens, tot mijne niet geringe
verbazing, dat het aandenken van den Prins
van Oranje nog zeer in eere was. De Prins had
veel in deze omgeving vertoefd en moet er zeer
populair geweest zijn.
Zeer oude menschen heb ik ontmoet (zij
leefden nog na den oorlog) die niet anders dan
met vereering van den Prins spraken. En eene
stokoude vrouw kon van hem niet hooren spre
ken zonder een traan weg te wisschen.
Ik ben zeer sceptisch aangelegd. Maar dót
heeft mij diep geroerd omdat het zoo echt was,
zoo zeer van alle aanstellerij ontdaan.
Het voornaamste is het feit staat vast en
ik zou de getuigenissen ervan nog kunnen aan
de hand doen.
Het Duivelseiland. Het beruchte
ballingsoord in Fransch Guyana, dat zijn wereld-
bekendheid verwierf doordat kapitein Dreyfus
er indertijd heen verbannen werd, het Duivels
eiland, zal zooals gemeld, als strafkolonie wor
den opgeheven en de bannelingen, die er ver
toeven, zullen naar Frankrijk worden terug
gebracht.
Dit besluit werd door den Franschen premier
Herriot genomen, na consultatie met den mi
nister van justitie en den minister van koloniën.
De 2500 bannelingen, wier straffen zijn uit
geboet, doch die de kolonie niet mochten ver
laten, zullen waarschijnlijk onder zekere voor
waarden worden vrijgelaten.
Fransche veroordeelden hebben altijd een
afschrik van het Duivelseiland gehad, dat be
kend stond als de ellendigste strafkolonie ter
wereld.
In 1919 bevonden er zich 9000 veroordeelden
in de kolonie, waar Dreyfus, zooals men weet,
na zijn degradatie in 1894, jaren lang in balling
schap doorbracht, vóór hij naar Frankrijk terug
keerde, na de herziening van zijn vonnis.
Maar weinige ballingen zijn er ooit in geslaagd,
uit dit oord van verschrikking te ontsnappen.
Eduard Guerin deed in 1905 van zich spreken
door een sensationeele ontsnapping.
Hij was tot levenslange gevangenisstraf ver
oordeeld wegens diefstallen. Vier jaar lang door
stond hij de kwellingen van het strafoord en
beraamde toen zijn vlucht.
Met twee andere gevangenen wist hij in het
bezit van een oude kano te komen. Daarin
werden beschuit en corned-bef als leeftocht
meegenomen en op zekeren donkeren nacht
Konden de drie mannen ontkomen.
In hun broos vaartuigje zakten zij de Maroni-
rivier af. Bij het aanbreken van den dag gingen
zij met hun bootje aan land en verborgen zich
in de bosschen en als de nacht neerdaalde, voeren
zij over de door haaien onveilig gemaakte wate
ren verder naar de open zee.
Na dien vreeselijken nacht stond een van de
vluchtelingen op en zeide, dat hij blind was.
Hij viel overboord en werd door de haaien
verslonden.
De twee anderen bereikten den volgenden
dag Nederlandsch-Guyana. Daar leefden zij
zes weken lang in de bosschen, vóór zij George
town (Demerara) bereikten. Hier wist Guerin
eenig geld te krijgen en zoo naar New-York
te ontsnappen.
Later belandde hij in Engeland. De verhalen,
die hij over het leven in de strafkolonie deed,
waren afschrikwekkend. De groote hitte, de
koorts, het bedorven voedsel, de strenge disci-
leden, op sociaal gebied niet anders denken dan
hun premier, al zijn ze dan niet zoo zuiver idea
listisch als hij.
Idealistischer en vreedzamer socialist toch
als MacDonald is waarlijk niet denkbaar. Kalm
en zonder forceeren laat hij het leven zijn loop
en bezit dan 't vertrouwen, dat in de toekomst
nog wel eens de geheele maatschappij uit eigen
beweging tot de conclusie zal komen, dat het
socialisme toch „je ware" is. Waarin dat socia
lisme dan zal bestaan, is ons niet duidelijk en
zal MacDonald zelf eveneens nog wel een puzzle
zijn.
Een ideaal wordt nooit bereikt, zegt men
dikwijls, en zoo zal 't met MacDonald 't zijne
ook wel zijn. Wel beschouwt strijdt het zelfs
tegen allen regelmatigen voortgang en vooruit
gang, welke particulier initiatief als eersten cisch
stelt en dus z.g. socialistische gelijkheid uit
schakelt. Reeds zoolang de wereld bestaat, is
er ook standenverschil geweest wie zou daarom
de meening, het ideaal houdbaar achten, dat
het nog wel eens geheel en volledig zou kunnen
veranderen en daarna alle verschil de wereld
uit zou zijn geholpen. Werken, om de onderlinge
verhouding tusschen de standen in cbristelijken
geest zooveel mogelijk te verbeteren is een andere
zaak en is o n z e zaak, waartoe wij allen zonder
uitzondering hebben mede te werken. Als hel
pline en de omstandigheden, waaronder de
bannelingen werkten, eischten elk jaar honder
den slachtoffers.
Een gemoedelijk Monseigneur.
In den refter der abdij van Tongerloo, vertelt
de Brusselsche „Standaard", trof Monseigneur
Van Uytven, de nieuw gewijde^Norbertijner
bisschop, vele genoodigden aan den feestdisch
door zijn buitengewoon gemoedelijk en schalksch
dankwoord op de talrijke dronken, die op zijn
heil en welvaren werden ingesteld. En we hoor
den dan enkele grappige anecdoten verhalen
uit Mgr. Uytven's blijde jeugd, die 't navertellen
wel waard zijn.
Hij was bijvoorbeeld een kwajongen van
eerste klas, en was er altijd bij als er ergens te
Gheel of in de omgeving poetsen te bakken
waren. Klachten kwamen met de vleet terecht
bij zijn vader, die brigadier was der gendarmen.
En vader besloot zijn strengste berispingen
gewoonlijk met de profetie „Joenge, joenge,
ge zult nog sterven op het schavot". Op schooi
was hij natuurlijk de wildste ravotter. En toen
op 't einde van een schooljaar de onderwijzer
of leeraar bezorgd aan zijn leerlingen
vroeg wat ze later in het leven zouden worden,
en nog meer bezorgd zich met dezelfde vraag
tot Van Uytven wendde, viel hij bijna om van
verbazing, toen hij het antwoord hoorde „Ik,
ik word missionaris". Al zijn medeleerlingen
proestten het uit van lachen. Maar op het einde
van zijn collegetijd te Gheel, waar zijn aard niets
veranderd was, stomp weer een bezorgde direc
teur voor hem „En gij, Van Uytven, waar
gaat gij naar toe „Ik trek naar Tongerloo",
zei Van Uytven. En schaterend werd hem ge
antwoord „Daar houdt ge 't geen acht dagen
vol, Van Uytven
Maar Van Uytven ging werkelijk naar Tonger
loo. En den eersten avond voor of na de comple
ten wandelden de nieuwe candidaten voor het
kloosterleven tusschen de rijen novices en ka-
nunikken zwijgzaam mediteerend in den eersten
schemer door den mooien abdij-tuin. Van Uytven
had al lang moeten stilzijn, en ineens riep hij
vroolijk „Wel, wat een schoonen blijk En
hij sprong de rangen uit, maakte over den
„schoonen blijk" zes of zeven kabriolen en liep
over het gras op zijn handen, de beenen de lucht
in Tot algemeene hilariteit zijner confraters of
toekomstige confraters
Van Uytven is altijd dezelfde gebleven. Uit
bundig vroolijk, schalksch, rond en gemoedelijk
van aard een echte vierkantige Kempenaar.
En Onze Lieve Heer wist het beter dan alleman
hoe zoo'n temperament heerlijk te gebruiken
is op het missiefront. In plaats van naar schavot
heeft Hij den oolijken deugniet naar de bisschop
pelijke waardigheid geleid.
UiJtlotingen.
Hollandselie Grondcredietbaiik van -■
Hollandsehe Grondcredictimnk van 1904
Heerengracht 520 Amsterdam.
Uitslag van de, ten overstaan van den NotaWs
W. F. v. Gampen, plaats gehad hebbende 120e
Uitloting van de Obligatiën der Premie-Leening
1904, ten laste der Hollandsehe Gronderediet-
bank.
SERIE
2667 5242 7260 7593 9543 11183 16724 18806
20093 21122 21759 24189 25741 26847 27152
27658 30770 31996 23293 33985 35308 $5394
36446 39900 40478 43039 43384 46240 46756
51896 57186 57981 59931 60268 60565 62188
64712 65325 66165 69362
De Nummertrekking heeft den 15 October
e.k. plaats.
tigste tegenstanders in dezen strijd zullen wij
overal de socialisten ontmoeten, en vooral die
roode broeders, die „op zijn Hollandseh" socia
list zijn, li la Troelstra, Kleerekoper, Duys enz.
die spottend met geloof en liefde, liever de ge
heele wereld in een chaos zouden willen her
scheppen, dan ook maar een weinig aan gemeen
schapszin te willen toegeven. Hierin kunnen
ze aan hun Engelsche collega's nog een leerzaam
voorbeeld nemen.
Dat 't den Katholieken ook op politiek gebied
met den strijd tegen de socialisten hooge ernst
moet zijn, moge tenslotte blijken uit een onlangs
gehouden rede door onzen H. Vader, Paus Pius
die o.m, vermaande
„WaaVom zou men, in naam der Katholieke
belangen, iemand verplichten of zich verplicht
achten, een partij te helpen, welke de niet-
confessionkhteit (godsdienstloosheid) on haar
program heeft staan en die daarom ook van de
Katholieke confessie moet afzien
Zou liet niet beter, ia een
u „+i i-i J phcht zijn, wanneer
i tan hïnTl gr00te grondbeginselen
S he bi den" tu Van den g^.sdicnst, die ZO
il cn tie aari gecn enkel gebied van hun
'h L 1 V1.^emc mogen blijven, toe grondslag van
nun gezamenlijke actie, ook in de politiek,
zouden maken
J.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT