In een interview met Van der IIoop deelde deze mede, dat de bemanning voo nemens is vermoedelijk aan het einde der week naar Ban doeng te vertrekken voor een grondige schoon maak van den motor en het opnieuw inrichten van 't verkeerstoestel Daarna zal een tocht over Java worden gemaakt. Van der Hoop noemde Indië een ideaal land voor luchtverbindingen met het oog op de wijd- uiteenliggende centra en het uitmuntend vlieg weer. De hitte maakt z.i. een vliegtocht prefe rabel boven een spoorreis. De beweringen, dat het vliegen gevaailijker en moeilijker zou zijn wegens den atmospherischen toestand, gaat in het geheel niet op voor de moderne vliegtuigen. Uiteraard dient de grondorganisatie te woiden ve.zorgd. Vermeld dient nog te worden, dat de Land voogd de vliegers ook namens den minister van Koloniën complimenteeide. De Staatsloterij. De Residentiebode schrijft Pe Minister van Financiën deelt mede, dat het de bedoeling is van de regeering, een wetsont werp in te dienen tot het geleidelijk doen uit sterven van de Staatsloterij. Het stokpaardje der A.R. is dus. parade paardje geworden. Verder zal het wel niet komen, want Dh. Colijn zelf zal wel niet meeneri, dat hij een Kamer vindt die dat voorstel aanneemt Vooral niet in een tijd, dat de Staatskas leeg is en de belastingbetalers en ambtenaren zoo bloeden moeten Laat de ministei lievei de particuliere loterijen voorgoed den kop indrukken en de Staatsloterij uitbreiden en verbeteren. üe eenheid voor alles De heer Stenhuis heeft onlangs in „Het Volk" medegedeeld, dat hij de polemiek met ingenieur Van der Waerden, over de gespannen verhouding tussehen N. V. V. en S. D. A. P; tot na de verkiezingen zal laten rusten. Nu de stembus in 't, zicht komt, zullen de meenirigs- verschillen terzijde worden gesteld. Vóór alles moet er eenheid zijn om zooveel mogelijk sociaal democraten in de Tweede Kamer te brengen. Op het congres van het N. V. V., dat j.l. Zaterdag te Amslerdam werd gehouden, heeft de heer Stenhuis zijn meening op dit punt als volgt nader toegelicht In zake de verhouding van het N. V. V. en de S. D. A. P. zeide spr. tot de tegenstanders, die op verdeeldheid vlassen, dat zij alle hoop kunnen laten Varen. De samenwerking Van beide is een bron van kracht en invloed voor het prole tariaat en van enthousiasme naar binnen. En wat de a.s. verkiezingen betreft, riep spr. tot de vijanden we zijn niet uit het gemeenschappe lijk huis te timmeren. Uit een en ander valt ook voor de katholieke partij wel iets te leeren. Gezant in Argentinië. Thans is bij Koninklijk besluit benoemd tol, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Buenos-Aires de gezantschapsraad jlir. F. E. M. H. Miciels van Verduynen. De nieuwbenoemde gezant in Argentinië was laatstelijk zaakgelastigde te Boedapest. Hij trad 31 Maart 1908 in den diplómatieken dienst als attaché in algemeenen dienst en heeft successievelijk de functies van gezantschaps secretaris te Rome, Londen en Petrograd ver vuld. Hij keerde naar de Nederlandsche legatie te Londen terug als gezantschapsraad en werd in 1921 zaakgelastigde te Boedapest. Jhr. Michiels van Verduynen is, evenals de vroegere Nederlandsche gezant te Praag, een zoon van mr. L. P, M. LI. baron Michiels van Verduynen, secretaris-generaal Van het Perma nente Hof van Arbitrage. „Staatsman Nolens." De aanhef van een artikel in het (liberale) „Vaderland" onder het bovenstaand hoofdje luidt als volgt Wanneer wij dezen keer met bij zonderen na druk den Hr. Nolens als staatsman betitelen, is het hierom, dat de rede, door hem bij de Algemeene Beschouwingen over de Staats- begrooting gehouden, weer blijk gaf van een staatsmanswijsheid als weinigen bezitten. In de, laten wij zeggen, niet zeer gèmakkelijke omstandigheden, waarin de Katholieke partij zich op het oogenblik bevindt, door de St. Michael-beweging aan de eene en de zeer kras uitgesproken ontevredenheid 'over de Kamer fractie door de Katholieke amblenaarsorgani- salies aan de andere zijde, verliest hij geen oogen blik zijn bedaardheid, beziet hij den politieker) toestanJ met de wetenschappelijke koelheid van den professor, die een object onder de loupe bekijkt, houdt een redevoering zonder eenige emfaze, waaraan de Limburgsche gemoedelijk heid bekoring bijzet, en schenkt tevens daarbij toch zoo klaren wijn, dat niemand zich be klagen kan, dat hij niet precies weet wat hij aan de Katholieke partij zal hebben. Prof. Veraart als politicus. De politieke hoofdredacteur van „Het Vader land" oordeelt, dak „de beweging-Veraart" Voor de Katholieke partij „niet meer heel ge vaarlijk is, nu die hoogleeraar tot onze verbazing ze zelve feitelijk lam geslagen heeft, door de verklaring, dat hij geen Kamerzetel ambieerde." „Wie zulk een beweging begint, moet aldus het „Vad." er juist op uit zijn, daarvan in de Volksvertegenwoordiging de woordvoerder te wezen. En als hem dat om de eene of andere reden niet past, moet hij zulk eene beweging niet beginnen, maar de ieiding aan een ander laten. Hoe krasser het optreden in politicis is, hoe meer men zich aan de consequenties daarvan bindt." Iets nieuws. B.v. Haagen eindigt in „De Tijd" 'n artikel over reclasseeringsarbeid en gevangeniswezen aldus De ervaringen in het buitenland met ge vangenissen op confessioneelen grondslag wijzen beslist in gunstige richting. Voor ons land is wetswijziging, noch Koninklijk Besluit of Kamer debat daarvoor noodig. Afgezien van de vraag hoe strafrecht, strafstelsel annex „open gevange nis" zich in de toekomst ontwikkelen, meenen wij, dat voorloopig al ons streven moet gericht zijn op de Roomsche Gevangenis met enkel roomsche ingeslotenen en roomsch personeel, waar de roomsche opvoedingsgedachte en de volledige beoefening van den roomschcn godsdienst geheel tot hun recht kunnen komen. Zonder uitbreiding wellicht inkrimping van kosten kan aangevangen worden door te Breda enkel Katholieken in te sluiten. Alleen is noodig Zijne Excellentie aan bet Departement van Justitie onze overtuiging te doen deelen. Aldus geschiede Proteslvergadering. Gisteravond is te 's-Gravenhage in de groote zaal van den Dierentuin een door de Katholiek Garde belijde protestvergadering gehouden tegen de Anti-Clericale politiek der Fransche Regeering Als spreker traden op pater D. van der Geest O.P. en jhr. L. Feber, lid der Tweede Kamer. De zaal was geheel gevuld en velen moesten zich met een «staanplaats tevreden stellen. Onder de aanwezigen waren het Eerste-Kamer lid prof. Steger, de Haagsche Gemeenteraads leden mr. Hermans, Mooyman en mevr. Groene- wegen, de heer Struycken, voorzitter van den R. K. Middenstandsbond, de heer H. J. Borg- hols, lid van Gedep. Staten van Zuid-Holland en verder verschillende geestelijken. De heer Feber met applaus begroet, ving zijn rede aan met er op te wijzen, dat men hier niet bijeen was 'om een ongeoorloofde agitatie tegen een bevriende natie op touw te zetten. Wij willen aldus spr. hedenavond meeleven den strijd van onze Fransche geloofsgenooten, den strijd voor de schoone Fransche cultuur (applaus). De cultuur van het goddelooze Frankrijk is een katholieke cultuur gebleven, alle tijden door, ondanks mannen als Voltaire en Rousseau. Toch is dit Frankrijk, dat in wezen katholiek is aan een anti-clericale regeering overgeleverd. Spr. weet dit aan het liberale katholicisme dat uit gaat van de meening dat de godsdienst goed is voor de individu, desnoods voor het kerkge bouw en voor het gezin, maar niet beseft Jat het katholieke beginsel door moet werken ook in het maatschappelijk en staatkundig leven. I lij zeide, dat de Nederlandsche katholieken zich zouden spiegelen aan hun lot. en hun voorbeeld voor oogen houden hun eenheid zullen bewaren tegen alle verleiding en splijtende krachten in en noemde berichten uit Frankrijk blijkens welke er in het parlement pogingen aangewend worden om lot een katholieke fractie te komen. Nadaf pater v.- d. Geest een geestdriftige rede had gehouden werd de volgende motie aange nomen die zal gezonden aan den aartsbisschop van Parijs „De Katholieken van den Haag, in een alge meene vergadering vereenigd, verzoeken Uwe Eminentie in ontvangst te willen nemen hunne gevoelens van broederschap en bewondering voor hun Fransche broeders in hun strijd voor de rechten der Kerk en de ware cultuur van 't Fransche volk." Polilieke rede van Baron van Wijnbergen. In een Zaterdagmiddag te Alkmaar gehouden vergadering van afgevaardigden en besturen der kiesvereenigingen in de R. K. Rijkskies- krinorganisatie „Helder" heeft Mr. A. Baron van Wijnbergen een rede gehouden met als onderwerp Naar een rechtsch bewind. Na een korte inleiding zeide spr., dat allen het met hem eens zullen worden, dat wij Ka tholieken alle reden hebben om opgewekt en met vertrouwen, de verkiezingen tegemoet te gaan. Spr. heeft het al op den Friesehen landdag gezegd, dat, gelet op wat geschiedt in eigen kamp wij de verkiezingen zullen ingaan onder de leuze Plaats voor het Christendom op staatkundig terrein. Alleen onder een rechtsch bewind hebben wij de grootste zekerheid, dat de landszaken naar behooren worden behartigd. Spr. wijst op iets van het grootste belang, dat wij n.l. in het oog moeten houden, dat een van de voornaamste redenen, waarom nog steeds onrust heerscht, is, dat van den aanvang af uit den oorlog niet is getrokken de les, die eruit getrokken had moeten worden. Toen de oorlog kwam lag achter ons een tijdperk, waarin wij hadden gezien,een toename van stoffelijke welvaart van hoog tot laag, terwijl aan God hoe langer hoe minder aandacht werd geschonken. En na het ondergane oorlogsleed, wilde men het nog beter hebben dan men het voor den oorlog had. Wat is toen gebeurd Dat men gedwongen werd dat te aanvaarden, wat men vrijwillig op zich had kunnen nemen, die versobering, die in den oorlog verscholen lag. Men had het kunnen weten uit de uitspraken in de encyclieken van de Pausen neergelegd. Op 1 Nov. 1914 werd door den Paus gewezen op de oorzaken van den oorlog en op den weg, dien het menschdom had in te slaan, en werd als een der grondoorzaken, van den oorlog aan gegeven deze het loslaten der Christelijke be ginselen uit het staatsbestuur. Welnu, op grond daarvan hebben wij Ka tholieken op de allereerste plaats, omdat het ons zoo nadrukkelijk is voorgehouden in de eerste eficycliek van Benedictus XV, te zorgen, dat die christelijke beginselen ten grondslag worden of blijven gelegd aan het staatkundig bestuur. Daarvoor hebben wij te streven naar Kwellende pijnen in kiezen, tanden en aangezicht, verdrijft men door Sanapirin-Tabletten (Mijnhardt) Koker 75 ct. Bij apoth. en drogisten. 3358 5 een rechtsch, christelijk bewind, wat, God zij dank, hier nog ten volle mogelijk is. Spr. zegt, dat men niet moet denken, dat hij niet de fouten van dit kabinet durft te noe men. Hij zal zich tot twee bepalen. Op de eerste plaats is men te laat met de bezuiniging be gonnen. De tweede fout is, dunkt spr. niet, dat art. 40 van het bezoldigingsbesluit is ingetrokken want dit art moest ingetrokken worden, omdat het streed met het algemeene belang. Onjuist heeft spr. het echter gevoeld, dat het werd in getrokken door de personen, die plechtig hadden verzekerd, dat zij dit, niet zouden doen. Twee buitengewone daden zijn door dit ka binet gesteld in 1918 dreigde den Nederland- schen staat een buitengewoon gevaar. Door krachtig optreden van Ruijs' de Beerenbrouck werd dit echter bezworen. In 1923 dreigde een niet minder groot gevaar toen de Nederlandsche staat kwam te staan voor den linancieelen af grond en toen heeft Colijn een daad gesteld die op één lijn staat met die van 1918. Spr. neemt het niemand kwalijk, als hij ergens niet tevreden over is, maar wat hij wél kwalijk neernt is het organiseeren van dé ontevredenheid, het aanwakkeren van den geest van verzet door het gesproken en geschreven woord. Spr. durft dit zelfs te kwalificeeren, als een misdaad, onder de leuze van christelijke democratie, terwijl men juist onder het volk een geest brengt, die het. een stuk ontneemt van wat het heeft en men zich zelf gaat toejuichen. Spr. noemt dit misdaad en zelfzucht van het laagste allooi. Letten wij op de toestanden dan is er alle reden om met blijmoedig Vertrouwen de toekomst tegemoet te gaan. Spr. vergelijkt de toestanden van heden met die van voor vele jaren en wijst er op, welk een arbeid de emancipatie van het Katli. volk heeft gevraagd. Willen wij slagen dan moeten wij eendrach tig samenwerken. Geen afscheiding, noch naar buiten, noch naar binnen. Beide zijn nadeelig, Spr. wijst op de toestanden in Frankrijk, waai de regeering nooit de maatregelen had kunnen nemen die ze nu neemt, als de Kath. krachtig aaneengesloten hadden gestaan. Spr. hoopt, dat zooiets nooit zal gebeuren, tengevolge van tweedracht onder de Kalh. van Nederland. Indien de drie rechtsche partijen aanrakings punten hebben om samen te werken dan zal er bereikt kunnen worden, dat wij wreder in 1925 krijgen een rechtsch bewind. Indien eenmaal de beslissende dag is ge naderd., weet dan wel, dat niet in de eerste plaats indruk zal maken het staatkundig pro- gi-am, maar het heffen van het Katholieke vaandel, waaraan het Nederlandsche Katho lieke volk trouw is gebleven, en d£n ook zal zijn bij cle stembus in 1925. (applaus). De heer Nijssen, Castricum heeft de rede met gemengde gevoelens gehoord. Spr. vraagt of de R.K. Kamerfractie aan den leiband der Antirevolutionaien loopt. Ook heeft spr.'s ver wondering gewekt, dat de fractie der ambtena ren wilde beletten zich in verband met art. 40 op het burgerlijk recht té beroepen. Spr. is het ermee eens, dat cle gulden gaaf moet blijven, maar uil, den gulden van den ambtenaar is een stuk gehaald. Baron van Wijnbergen meent, dat cle heer Nijssen de dupe is, van hetgeen hier en daai geschreven wordt, en wat zoo gemakkelijk wordt nagepraat. Spr. kan de verzekering geven, dat van aan den leiband der coalitiegenooten loopen geen sprake is zoolang hij lid der fractie is, want mocht dit het geval zijn, dan zou hij er direct uittreden. Betreffende art. 40 zegt spr., dat Mi nister Ruijs gezegd heeft, dat ieder op bescheiden wijze van zijn salaris zou kunnen leven. Er zijn wel fouten gebleken, en voor de gehuwden is ge waarborgd, dat zij niet meer dan 10 achteruit- zullen gaan.Spr.raadt aan rustig te zijn,en mocht er iets blijken niet goed te zijn, overleg te plegen met de regeering als verbetering wordt noodig geacht. Wij weten allen dat er salarissen zijn, die te hoog werden opgevoerd. Zorgt dan, dat wij bewaren de goede christelijke tevredenheid (applaus). Consul-generaal der Ver. Staten. De heer William H. Cali, tot dusver con sul-generaal der Vereenigcle Staten van Amerika te Hongkong, is onderweg om zijn functie van consul-generaal der Vereenigde Staten te Am sterdam te aanvaarden, waartoe hij met ingang van 1 December a.s. is benoemd. Het nationaal huldeblijk aan de Reddijngsmdats chappijen Naar de Tel. verneemt, zal het totaal van de inzamelingen voor het Nationaal huldeblijk aan de Reddingsmaatschappijen, naar zich thans ruw laat voorzien, ongeveer 200.000 bedragen. Stads- en Gewestelijk Nieuws. DE WINKELWEEK. De vlaggen uit. Het moet feest worden in de stad gedurende de Winkelweek en daarbij behoort het uitsteken van de driekleur uit de woningen der deelne mende winkeliers, wat bovendien het publiek den weg wijst naar de adressen der deelnemers. Daarom winkeliers verzoekt het Comité U de vlaggen uit te steken a.s. Woensdag vóór 12 uur. Na dé officieele opening ten stadhuize mor genmiddag 2 uur zal door de Herauten op bun weg door de geheele stad op hoeken van straten of op pleinen de volgende proclamatie met luider stemme worden afgelezen. Proclamatie aan de Schiedamsche Burg er ij. De permanente commissie uit den Schiedam- schen Middenstand, maakt bekeftd Dat heden is geopend de winkelweek met R a a d,s elwedstrijd. Niet minder dan honderd-drie-en-zestig Sint Nicolaasgeschenken biedt de Schiedamsche win kelstand de Burgerij van Schiedam aan. Geheel gratis zijn al deze geschenken voor ieder ver krijgbaar Nooit kwam zooiets eerder voor. Komt en beziet de etalages. Bij alle deelnemende winkeliers zijn gratis inschrijvingsbiljetten verkrijgbaar. De Schiedamsche Burgerij wordt thans uit - genoodigd haar waardeering te toonen voor deze ernstige en loyale poging van de Schiedamsche winkeliers, door thans uitsluitend te koopen in Schiedam, tot meerdere bloei van onze goede stad. Donderdagavond te 7V2 uur volgt dan een wandeling door de stad van Gusto's Muziekver- eeniging die zich daarvoor welwillend beschik baar stelde. Dank zij de meewerking van nog zeer Vele anderen belooft Schiedam een echte feestweek tegemoet te gaan en daartoe winke lier kunt gij mede werken door uw vlag te ont plooien. Geeft, den winkelstraten een feestelijk aanzien. De vlaggen uit. Uitkeering aan ontslagen losse werklieden. B. en W. schrijven qan den Raad In-bijgaande adressen verzoeken de ontslagen losse ^-erklieden G. Immerzeel, W. Scholten en M. J. Scheffer voor 1925 wederom in het genot gesteld te worden van de uitkeering, die zij dit jaar genieten. Deze uitkeering werd aan hen verleend in Uwe vergadering van 15 Februari j.l., volgens een regeling vermeld in ons voorstel van 23 Januari j.l. Daarin gaven wij U in overweging alleen die losse werklieden een uitkeering te verleenen, welke in elk geval minstens 7 jaren in dienst dezer Gemeente hebben doorgebracht en bij hun ontslag den leeftijd van 65 jaar hebben be reikt. Omtrent het bedrag der uitkeering wezen wij erop, dat het meest verkiezelijk was voor elk dienstjaar 2 van de laatst genoten belooning te nemen en het aldus bepaalJe bedrag te ver minderen mét, de toegekende ouderdomsrente. In het geval, dat beide eclitgenooten -ouder domsrente genoten, was de vermindering op 2.50 per week te stellen. In verband met deze regeling ontvangen thans Immerzeel 364.Scholten 199.— en Schef fer 58.per jaar uit de gemeentekas. Waar deze menschen de gemeente langen tijd hebben gediend en blijkens de ingewonnen rap porten Van den Inlichtingendienst, tengevolge van het ontslag bij de Gemeente slechts geringe gezinsinkomsten hebben, daar achten wij het billijk, dat voor 1925 de uitkeering, overeen komstig de vorenstaande regeling, wordt be stendigd. Met het oog op den hoogen leeftijd van Schef fer (75 jaar) stellen wij U voor de aan hem toe te kennen uitkeering voor onbepaalden tijd te verleenen. Uitbreiding Handels-Entrepot. B. en W. schrijven aan den Raad De Commissie voor het Algemeen Handels- Entrepot heeft een plan ontwerorpen om tot uitbreiding der opslagruimte te geraken, wat door den onlangs plaajgs gevonden aankoop mogelijk wordt gemaakt. Het plan komt hierop neer, dat de geheele ruimte, tussehen liet bestaande Entrepot en het aangrenzende perceel als opslagruimte kan wor den benut. De afmetingen van de te bouwen loods zijn breedte 15.40 M., lengte 42.50 M. oppervlakte 650 M2. Hierdoor wordt de grootst mogelijke parterre ruimte verkregen, waaraan juist de grootste behoefte bestaat. Dit plan is ook in de Commissie voor de Ge meentewerken gunstig beoordeeld, terwijl het aan de van Rijkswege gestelde eischen zal vol doen. "De bouwkosten worden geraamd op rond 27.000.—. Gaan wij hierbij de exploitatie-uitkomsten na, dan komen wij tot het volgende overzich. Uitgegaan wordt van de gegevens der inkom sten over de jaren 1921, 1922 en 1923. De begane grond van het oude Entrepot geeft over die jaren gemiddeld een opbrengst van ƒ0.36 per maand per M2. De huur is ƒ0.09 per maand per H.L. Stellen wij, dat deze huur wordt verhoogd tot ƒ0.11, wat voor parterre-ruimte geen be zwaar behoeft te zijn (opslaan op den beganen grond -toch heeft dat voordeel boven opslag op verdiepingruimte, dat een meerdere uitgaaf aan arbeidsloon wordt bespaard) dan zou de ge middelde opbrengst van het nieuwe gedeelte onder gelijke omstandigheden worden: 11/9 X 0.36 0.44 per maand per M2. De oppervlakte der uitbreiding bedraagt 650 M2. de geschatte opbrengst per jaar wordtdus 650 x ƒ0.44 X 12 ƒ3432. Stellen wij rente op maximaal 6 de af schrijving op l'/2 en het onderhoud even eens op lj/jj per jaar of totaal 9 dan zou het b<Mioodigde kapitaal mogen-zijn 11 X 3432.rond 37750.De koopwaarde van den grond bedraagt 11000.De bouwsom mag derhalve, wil eene sluitende exploitatie worden verkregen, een bedrag van 27000. niet overschrijden. Waar nu het plan op rond 27.000.- is begroot wordt dit bereikt. In verband met het bovenstaande zal de ge wone begrooting voor 1925 van liet Entrepot moeten worden gewijzigd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 2