DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
47ste Jaargang.
Zaterdag 27 December 1824.
No. 14134
BureauKOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus39.
Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertentiën: 15 regels 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood f 200 bij verlies vaneen
duim; f 00 bij verlies van een wijsvinger; f 15 bij verlies van eiken anderen vinger» De verzekering wordt gewaarborgd door de N.HolI.Algein.Verz.bank Schiedam
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
TWEEDE BLAD.
Binnenland.
Onze verdwijnende landgoederen.
De heer Van Ravesteijn heelt den Minister
van Binncnl. Zaken en Landbouw er op ge
wezen dat het landgoed Voordaan onder Groene-
kan (G.), onder de bijl van houtkoopers gekomen
en geheel vernietigd is en gevraagd of er geen
termen aanwezig waren om op het hoogopgaande
hout er van een kapverbod te leggen.
Is de Minister bereid alsnog te verhinderen
dat het bosch achter het slot te Zeist door hout
koopers zal worden vernield en wil lhj aan de
Kamer een overzicht verstrekken van de land
goederen met. hoogopgaand geboomte, de bui
tenplaatsen, die uit een oogpunt van natuur
schoon beteekenis hadden, enz., welke de laatste
jaren geheel of gedeeltelijk vernield zijn, alsmede
van die, welke nu reeds met vernieling worden
bedreigd
De dubbele moord in Culemborg.
Op de vragen van den heer De Groot be
treffende het onderzoek naar aanleiding van
de tegen den persoon» van den commissaris van
politie te Culemborg gepubliceerde bezwaren
en omtrent het beleid van dien commissaris,
heeft minister Heemskerk geantwoord, dat het
onderzoek, gericht op het verzamelen van
gegevens, teneinde eventueel een strafvervol
ging ter zake van beleediging van een ambtenaar
in te stellen, is geëindigd en het betrokken par
ket tot het besluit is gekomen, om van het in
stellen van bedoelde strafvervolging af te zien.
Bij het onderzoek door de betrokken auto
riteiten, met name door .den rech ter-commissa
ris, het parket en de politie, zijn nog geen bepaal
de aanwijzingen met betrekking tot de daders
van dien moord gevonden mede in verband
daarmede acht de minister zich thans niet ge
roepen, een oordeel uit te spreken over het bij de
opsporing der daders door den commissaris van
politie te Culemborg 'aan den dag gelegd be
leid.
De „Volkswil" of „De juffrouw en haar hondje.
Men zal zich wellicht herinneren, dat Dh.
Stenhuis zich onlangs vrij scherp over de dwaas
heid van het algemeen kiesrecht heeft uigelaten.
Het zit den voorzitter van het N.V.V. dwars,
dat 'n oude juffrouw, wier voornaamste bezig
heid is, dat ze twee- of driemaal per dag haar
hondje buitenlaat, óók kiesrecht heeft.
Dót zou niet mogen zijn.
Ter snede herinnert de „Tijd" in dit verband
als volgt
Nu heeft echter de heer Stenhuis hij de
Eerste Kamer een (intusschen reeds verworpen)
motie ingedend, waarin werd gevraagd, het ont-
werp-Tariefwet uit te stellen tot na de a.s. ver
kiezingen voor de Tweede Kamer. Dit voorstel
werd aldus gemotiveerd, dat, „over ingrijpende
wijzigingen in de grondslagen van het econo
mische leven der natie door de volksvertegenwoor
Transvalers.
De heer L. Penning, die hier de vorige* week
een lezing hield over Zuid-Afrika, vertelde zoo
prettig van zijn geliefd Transvaal, dat wij den
lust niet konden weerstaan, iets meer aandacht
te wijden aan deze lezing, dan dit in een haastig
onder hoogen druk geschreven courantenver
slag, mogelijk is.
Vandaar dit feuilleton
„Oubaas" trachtte ons de Transvalers te
leeren kennen door vooreerst eenige markante
persoonlijkheden naar voren te brengen en iets
typisch van hen te Vertellen.
Van Paul Kruger, die van eenvoudigen boe
renjongen zich tot den genialen leider van zijn
Volk wist op te werken, ging de eerste anecdote.
Omstreeks 1880 werden aan de verschillende
in de Transvaal gevestigde kerkgenootschappen
stukken grond gegeven ook de Joodsche ge
meente kreeg een lap maar was er niet mee
te vreden, omdat zij ongeveer de helft minder
dan de andere gezindten ontvangen had. En
op zekeren dag kreeg Oom Paul een deputatie
der gedupeerden op audiëntie. Met hun spreek
woordelijke bespraaktheid gaven de Joodsche
heeren van hun misnoegen uiting en bepleitten
„gelijke monniken, gelijke kappen."
Oom Paul woelde eens in zijn haard en door
zijn haren, maar 't kon niet tot hem doordringen
dat er onrechtvaardig gehandeld was. Kijk
eens, sprak hij tot de zonen Israels, 't is zoo
eerlijk als 't maar kan. Jullie gelooven maai
de helft van onzen bijbel en daarom krijgen jul
lie ook de helft van de anderen hun portie. Maar
ik beloof jou, zoo eindigde hij, dat wanneer
jou ook de andere helft van den bijbel Voor waar
aanneemt, jou evenveel zult toegewezen worden
als den anderen.
digers niet moet worden beslist, indien niet de
politieke partijen, waarop het Kabinet steunt,
liet voornemen tot zulk een diepgaand ingrijpen
hebben kenbaar gemaakt hij de algemeene ver
kiezingen, die laatstelijk aan de indiening van
zulk een wetswijziging zijn voorafgegaan."
Met, andere woorden de HoogEdelgestrenge
leden van de Staten-Generaal hebben niet het
recht om óp eigen gezag* de matige verhooging
van het Tarief goed te keuren. Zij moeten eerst
de toestemming vragen aan. de juffrouw, die
haar hondje twee- of driemaal per clag uitlaat
Aldus het oordeel van Senator Stenhuis.
Gemeenteraad.
GEMEENTEBEGROOTING 1925.
Middagzitting 23 Dcc. '24.
Aanwezig zijn 25 leden.
Afwezig de heeren Mr. Kavelaars en Brounts.
Algemeene beschouwingen.
Weth. v. Velzen zegt, gister nog een punt
vergeten te hebben, n.l. de beantwoording van
een vraag van den heer v.d. Bovenkamp inzake
eventueele schadeposten voör de gemeente naar
aanleiding van het woningvraagstuk. Wet.li.
kan genoemden heer geruststellen omtrent de
bouwvereeniging Eendracht en Volkshuisvesting
die reeds in normale tijden hebben geboutvd en
verder ook ten opzichte van de ver. St. Joseph
en Schiedam Vooruit, ontstaan in abnormale
tijden, waarvan ook geen exploilatie-onkosten
te verwachten zijn. Wat anders is 't met de
particuliere premiebouwers, die de gemeente
nog wel eens wat konden kosten, echter niet
veel, waarmee de volgende begrooting rekening
dient te worden gehouden.
Weth. de Bruin is erkentelijk voor het
compliment van den heer Evers, 't onderwijs in
Schiedam gebracht. Weth. staat op 't standpunt,
dat nu de schoolstrijd van de baan is, een loyale
regeling van liet onderwijs geboden is. Dank
verdienen in dit verband ook d(e onderwijscom
missie, het onderwijsinstituut en de schoolbe
sturen, die ook welwillend met de overigen
samenwerken. Weth. is 't verder met dep heer
Evers eens, dat de nieuwe verordening voor 't
bewaarschoolonderwijs spoedig tot uitvoering
komt. Een ander geluid, vervolgt weth., liet
de heer Slavenburg hooren, die op't bewaarschool
onderwijs wilde besnoeien. Volgens weth. komt
men thans eigenlijk nog bewaarschoolruimte
te kort en moet men ieder jaar nog vele kinderen
afwijzen en dat de scholen hygiënischer zijn
ingericht, kan toch niemand tegen de borst
stuiten.
Den heer Hijnian verwijt spr. in zachte ter
men, dat hij met 't raadplegen van een particu
lieren accountant over de begrooting, eigenlijk
't college in den rug heeft aangevallen. De eerste
raadgever voor een raadslid moet de gemeente
accountant of een ander gemeente-autoriteit
zijn, die speciaal van gemeente-zaken verstand
hebben. Weth. heeft van Hijman's ideaal van
annexatie met. Rotterdam geen groote verwach
tingen, hij is er zelfs bang voor, dat onze stad
dan een vuilnisbak van Rotterdam zou worden.
Voor den winkelstand acht hij de annexatie
En na dit Salomons oordeel kon de deputatie
vertrekken.
De humor verlaat den Boer'nimmer. Toen de
Engelschon den watervluggen Cliristiaan de Wet
niet konden snappen, troostten zij zich zelve,
door verachtelijk te spreken Wat kan ons die
varkensdrijver ook schelen. Aan Christiaan werd
dit complimentje overgebracht en de oolijkerd
antwoordde Volkomen waar; ik heb de Engel-
schen altijd Voor varkens gehouden.
De jaren hebben veel verzacht, maar dat de
Boeren nog niet vergeten zijn wie hun vijanden
waren, bleek den heer Penning toen hij in den
trein met een Boer sprak over een sprinkhanen
plaag. Die dieren, zei de Transvaler, vreten in
een ommezien alles kaal, en, liet. hij er dadelijk
op volgen, weet je van wie die dieren afstammen
Penning wist 't, niet. Van de Engelschen, zei
de man zuurzoet.
Vooral in 1914 leek de oude haat weer te
zullen oplaaien, toen de Engelschen de Boeren
wilde dwingen tegen de Duitschers te Vechten.
Velen weigerden en hun voormannen werden
als „rebellen" in de gevangenis geworpen.
Een van deze rebellen sprak tot zijn rechters
Ik wil wel vechten tegen de Duitschers, wanneer
ze onze grenzen schenden, nu niet. Deze rebel
is nu minister van landbouw. Een ander van
hen werd ter dood Veroordeeld maar kon zijn
leven redden, indien hij gratie vroeg. Nooit,
zei hij, want God en mijn recht heb ik achter mij,
en toen men hem tegen den muur plaatste sprak
hij tegen de soldaten schiet niet op mijn gezicht,
mijn hart is wijd genoeg voor jou kogels.
Voor zulke „rebellen" kan men eerbied heb
ben
Ook van de Transvalers in 't algemeen vertelde
de heer Penning typische bijzonderheden.
Toen de Boeren na hun overwinningen op de
inlanders het door den Kafferkoning uitgemoor-
ook van geen belang, evenmin voor het onderwijs,
dat hiér zeker niet slechter eerder beter is dan
in Botterdam.
(De heer Kavelaars komt ter zitting).
Tot den lieer Collé zegt weth., dat hij zelf
in een vergadering, die lang duurt, wel eens
graag interrumpeert en zich ook laat interrum-
peeren. Spr. stelt intusschen vast, dat dit jaar
geen critiek is geoefend op 't beleid van 't burger
lijk Armbestuur. Alleen heeft de heer Colló
geklaagd over de verlaging van den post voor
schoolvoeding en kleeding (met 5000) wat echter
geen bezuiniging inhoudt, doch slechts een ge
volg is van de afname der werkloosheid. Voorts
antwoordt weth. den heer Collé, nog dat hij ten
onrechte 't verwijt heeft geuit, dat zijn partij
niet in de commissie voor schoolvoeding is
vertegenwoordigd, daar deze commissie huiten
de politiek staat en is samengesteld uit de
schoolbesturen en afgevaardigden van onderwij-
zersvakvereenigingen, w.o. echter geen S.P.'er is.
Weth. zet zijn betoog voort met de waar
schuwing, den toestand van onze stad niet te
zwart in te zien en zelfs voor onze stad 't laatsLe
verbetering te verwachten.
Inderdaad wordt de toestand nu reeds veel
beter, men zie slechts naar de cijfers der werk
loosheid, welke Dec. '22, 1533, Dcc. '23, 1657 en
in Dec. '24 slechts 671 personen omvatte. Gaat
deze herstelbeweging door, wal slechts in lang
zaam tempo met hard werken zal kunnen gaan,
dan dunkt weth. de toekomst van Schiedam
lang niet hopeloos. De oorzaak van de malaise
noemt weth., 't tekort aan koopkracht. Vermin
dert men die die koopkracht nog meer door
salarisverlaging, dan krijgen we daar meh even
goed doorgaat met produceeren ten slotte weer
een nieuwe, misschien nog veel erger crisis, ont
staan, door overproductie. Daarom is weth.
ook niet te vinden voor verlaging der looneil
van het gemeentepersoneel, langs welke zich
later de particuliere loonen weer omhoog moeten
werken.'De loonen mogen z.i. ook nooil gelden
als sluitingspost van de bcgrooling, en van pen
sioen-premie-betaling wil weth. in principe
niet weten. B. en W. willen hiermee ook voor-
loopig niet komen, maar toch misschien in Juni
nog wel, als dan de indexcijfers zouden zijn ver
laagd, al is 't dan wellicht niet met de volle
81/2 Ook dan zal weth. niet meegaan, want
't gaat hier om de twee richtingen, democratie
of reactie. Den heer v. Noordennen kari weth.
aanraden juist als zijn Engelsche broeders, zich
met de socialisten te vereenigen (groote hila
riteit om dergelijke naiviteit).
In de kwestie der Zola-boeken raadt weth.
voorzichtigheid en verzoekt den raad zich neer
te leggen bij de beslissingen van de aparte
keuringscommissie^ bestaande uit 3 personen,
die nog steeds een oplossing hebben kunnen
vinden.
Over 't adres van de Mij. voor Handel' en
Nijverheid laat wetli. zich fel afkeurend uit.
Adressanten noemt hij bezuinigingsmaniakken,
die nog haren willen scheren van een kalen kop.
In Schiedam is z.i. immers reeds zooveel bezui
nigd, als maar eenigszins kan. Spr. herhaalt,
dat de toestand van Schiedam met vertrouwen
de Transvaal maar voor 't grijpen hadden, kon
iedere Boer van de regeering 2500 II.A. land
cadeau krijgen. Daar landmeters toen nog'een
onbekende weelde waren paste men, na nauw
keurige berekeningen, een andere methode toe.
Van een bepaald punt uit, aangegeven door
een hoopje klipsteenen moest de Boer, te paard
gezeten, een zeker aantal minuten, maar stap
voets, beurtelings naar de vier windstreken
rijden en telkens -als de vastgestelde tijd Ver
streken was, afstijgen en daar ter plaatse even
eens 'n hoopje steenen oprichtten dit waren dan
de grenzen van zijn eigendom. Evenwel een
Boer is ook maar een mensch en onder het rijden
dacht hij aan zijn groot gezin enongemerkt
liep zijn paardje in galop. Hij kon dan wel met
de hand op zfjn hart aan het gouvernementsbe-
stuur bezweren, dat hij niet langer dan 't be
paalde aantal minuten gereden had, maar 't
is dikwijls gebeurd, dat, wanneer later een
hêüsche landmeter voor de aardigheid eens gjng
overmeten, 't bleek dat zoo'n „boerderijtje" geen
2500 II.A. maar 25.000 .H.A. besloeg.
Men liet 't dan evenwel toch zooals het was
Transvaal was groot en de bevolking sehaarsch*
De uitgestrektheid van hun land (alleen Trans
vaal is reeds tienmaal grooter dan Nederland)
maakt de Boeren gewend aan lange afstanden.
Penning ontving eens een uitnoodiging tot ken
nismaking met en bezoek hij een Boer, waar
aan als aanmoediging was toegevoegd, dat het
maar een „kort rukje" was. 's Avonds stapte
Penning in den trein en het werd een andere
morgen voor hij eindelijk het station van be
stemming bereikt had. De zoon van den gast
heer in spe, Frikkie, stond aan het station met
paard en rijtuig klaar. Hoe lang duurt het nog,
vroeg de geradbraakte reiziger. Een „kort
rukkie" zei Frikkie. 't Werd negen uur rijden
Gelukkig, dat het gulle onthaal Veel vergoedde.
kan tegemoet worden gezien,zelfs kerngezond is.
Ook.de rijksmiddelen zijn al aan de betere hand.
Weth. Houtman vraagt allereerst de
aandacht voor den finantieelen toestand in
verband met de leeningschulden, die 15 millioen
bedragen, maar waartegenover grondbezit staat
ter waarde van meer dan 8 millioen.
Over den stand van 't grondbedrijf geeft wclh.
dan 't volgend resumé
Weth. kant zich dus hoofdzakelijk tegen den
heer.Slavenburg, die er bezwaren tegen maakte,
50.000 reserve in het grondbedrijf te steken,
't Grondbedrijf jnoet in ieder geval zeker safe
zijn, want anders zou ook de geheele gemeente
niet safe zijn. Speculatie is dus in dit bedrijf
uit den booze. Schiedam is de laatstetientalkn
jaren altijd arm geweest, maar 't zit. toch nog
lang zoo diep niet in de schulden als Botterdam,
dat stikt erin en blijft alleen nog door zijn bron
nen van welvaart op de been. Bijna 10 millioen
van onze 15 millioen schuld is gedekt dus onze
schuld per hoofd is niet 400 zooals 't adres van
de Mij. voor II. en N. meent, doch slechts mis
schien niet meer dan 100. Toch moet weth.
waarschuwen voor stemmen die den toestand
van Schiedam te mooi afschilderen, want men
moet niet vergeten, dat de gronden aan lagere
taxatie onderhevig zijn. 't Geld van de trans
actie met Rotterdam zit wel bij de reserves, in
eigen gronden belegd (groot ƒ31/2 millioen),
maar toch is 't grondbedrijf nog aan te veel
schommelingen onderhevig en daarom ,is een
nieuwe reserve (van ƒ50000) z.i. noodzakelijk.
De gemeente-accountant en de secretaris achten
de reserves voor de volle 100 safe, weth. zelf
echter niet.
Van annexatie met Rotterdam wil weth. niet
weten,hij wenscht geen wingewest van Rotterdam
te worden. Voorts deelt weth. nog mede, dat
wij bij de transactie met Rotterdam ƒ520.000
voor grond hebben betaald, echter 2.284.000
voor grond hebben ontvangen, wat dus een
zuiver overschot heeft gegeven van 1.70000.0,
die in hun geheel in de reserves van 't grond
bedrijf zijn gestort. Verdere eventueele trans
acties met Botterdam worden in geen geval
genomen, tegen 't heil van Schiedam in, in
tegendeel alleen, als 't. onze stad heilzaam kan
zijn. De huidige toestand van Schiedam, her
haalt weth., is lang niet zoo slecht, als buiten
standers meenen, die nooit zoo'n kijk op de
gemeentezaken kunnen hebben, als menschep,
die al jaren deze kwesties hebben bestudeerd.
Administratie van een gemeente is nu eenmaal
heel wat anders dan van een particulier bedrijf.
Principieel, gaat, weth. voort sta ik niet tegen
pensioen premie-betalingen door de overheid,
maar van den anderen kant blijft bezuiniging
thans nog geboden. Weth. is overtuigd, dat de
gedrukte loontoestand een gevolg is vari de
gedrukte industrie, 't Gemeentepersoneel heeft
één offer gebracht, door 't verlies van den duur-
tetoeslag, maar in de particuliere bedrijven zijn
veel zwaarder'offers gebracht ook 't gemeente
personeel moet zijn gerechtigd deel hebben in
de benarde omstandigheden- en daarom zou 't
thans niet te veel gevergd zijn, als zij hun
eigen pensioen voor hun ouden dag zouden be-
De Boer die de wetten der ware gastvrijheid
stipt nakomt geeft zijn gasten van het beste,
wil hen liefst dagen lang houden, bedankt hij
hun Vertrek voor de eer van het bezoek en zorgt
zelfst nog Voor. een flinke hoeveelheid „pad-
kost".
De schaduwzijde van zulke goedgeefschheid,
ondervond Penning eens toen hij eenige visites
achter elkaar moest afleggen. Een goede Boeren
vrouw vraagt nooit of je wat gebruiken wilt, dal-
is onbeleefd zij zet het je voor en je hebt 't
maar te verwerken. De kommen waarin zij de
koffie ronddient zijn echter van zoo'n omvang,
dat Penning door gedwongen onmatigheid half
ziek van zijn visite's terugkwam.
Te verwonderen was het dus niet, dat Penning
het Trunsvaalsche leven van 'den koffiekaut
bekeek en den volgenden dag met mo< lij aan
een dominee vroeg hoe of die '{.«stelde, wanner 1
hij op huisbezoek moest.
O, zei dominee, dan neem ik de koffie-ouder-
ling mee. T)e koffie-ouderling bleek een oude
Boer te zijn, met een „lek in z'n maag" wiwis
activiteit zich begon te ontplooien als dominee's
innemendheid" ten einde was. En 't geweldig
uithpidings- of liever inhoudsvennogen van
dezen ouwe-gètroüwe bleek wel uit het feit, dat
hij met gemak een dozijn van die litor-kommen
ledigde en aan de gastvrouw dan 'n toeken gaf,
dat hij nog wel een l akje lustte.
De gastvrijheid heeft in Transvaal zulke af
metingen genomen, dat 't hij de Boeren is
Ze gaan uit, of krijgen volk iets -wat- nu juist
niet aan hun arbeid ten goede komt.
Trouwens, zoo Vertelde de heer Penning, do
arbeid is er niet zoo in eere als bij ons de vrucht
baarheid van 't land en hun nomaden-leven van
vroeger, zijn daar niet vreemd aan.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
o